6
Mary Sandowski opende haar ogen. Ze had er geen idee van waar ze was, maar het was er in elk geval aardedonker en ze lag onder een drukkende deken van warme, benauwde lucht. Mary vroeg zich af of je in een droom de aanraking van lucht kon voelen, maar ze was te moe om het antwoord te bedenken, daarom sloot ze haar ogen weer en dommelde ze weg.
De tijd verstreek. Mary opende opnieuw haar ogen en gebruikte haar wilskracht om de nevel te verdrijven. Ze probeerde rechtop te gaan zitten, maar er sneed iets in haar voorhoofd, en ook haar enkels en polsen zaten onbeweeglijk vast. Ze raakte in paniek en begon te worstelen om los te komen, maar ze gaf het al snel op. Liggend in het donker, in de stilte, kon ze haar hart horen bonken.
'Waar ben ik?' vroeg ze hardop. Haar stem galmde in de duisternis. Mary haalde een paar keer diep adem totdat ze rustig genoeg was om de balans op te maken. Ze wist dat ze naakt was omdat ze de lucht op haar lichaam kon voelen. Ze lag op een laken, en het materiaal onder het laken was stevig, maar tegelijkertijd zacht. Misschien lag ze op een brancard of een onderzoekstafel zoals ze in het ziekenhuis hadden. Een ziekenhuis! Ze moest in een ziekenhuis zijn! Dat was het.
'Hallo! Is hier iemand?' riep Mary. Er zou vast en zeker een verpleegkundige zijn die haar hoorde en haar zou vertellen waarom ze in het ziekenhuis lag... als ze tenminste in een ziekenhuis lag. Mary merkte dat de lucht een beetje stonk. Ze miste de antiseptische geur die ze met het St. Francis associeerde.
Er ging een deur open. Ze hoorde de klik van een schakelaar en het volgende moment werd ze verblind door een lichtflits. Mary sloot geschrokken haar ogen. De deur werd gesloten.
'Ik zie dat de patiënt wakker is,' zei een vriendelijke stem die vaag vertrouwd klonk. Mary opende langzaam haar ogen en knipperde tegen het licht van het kale peertje dat recht boven haar hing.
'Ik hoop dat je uitgerust bent. Er staat een hoop op het programma.'
'Waar ben ik?' vroeg Mary.
Er kwam geen antwoord. Mary hoorde het geluid van schoenen die over de vloer bewogen. Ze spande zich in om de persoon te zien die aan het voeteneinde van de tafel stond.
'Wat is er aan de hand met me? Waarom ben ik hier?'
Er gleed een gestalte tussen Mary en het peertje. Ze zag een deel van een groen ziekenhuisschort dat chirurgen dragen tijdens een operatie. Mary's hart miste een slag. Er prikte een naald in een ader in haar onderarm.
'Wat doet u?' vroeg Mary angstig.
'Ik geef je alleen iets om je gevoeligheid voor pijn te verhogen.'
'Wat?' vroeg Mary, die niet zeker wist of ze het wel goed had verstaan.
Plotseling kneep Mary's keel zich samen. Ze werd zich bewust van een warm gevoel. Elke zenuw in haar lichaam begon te tintelen. Ze hapte naar adem en begon te zweten. Haar poriën scheidden de geur van angst af. Plotseling was het laken onder haar klam en stroef en voelde de lucht die haar naakte lichaam streelde even ruw als schuurpapier.
De gestalte liet zonder iets te zeggen een hand over haar linkerborst glijden. Hij voelde ondraaglijk koud aan, als droog ijs.
'Alstublieft,' smeekte ze. 'Wat is er aan de hand?'
Een duim streelde haar tepel en de angst die ze voelde was zo intens dat haar lichaam een klein stukje van de tafel kwam.
'Goed zo,' zei de stem. 'Heel goed.'
De hand gleed weg en het werd volledig stil. Mary beet op haar lip en probeerde het beven te laten ophouden.
'Zeg alstublieft wat,' smeekte ze. 'Ben ik ziek?' Mary hoorde het onmiskenbare metaalgetinkel van chirurgische instrumenten die elkaar raakten. 'Gaat u me opereren?'
Er kwam geen antwoord.
'Ik ben Mary Sandowski. Ik ben verpleegkundige. Als u me vertelt wat u gaat doen, dan begrijp ik het tenminste. Dan ben ik niet bang meer.'
'Werkelijk?'
De man grinnikte en kwam naast Mary staan. Ze zag hoe het licht op het kille staal van het scalpel danste en ze begon van angst onsamenhangende woordjes te brabbelen. Maar hij reageerde niet en begon een wijsje te neuriën.
'Waarom doet u dit?' huilde Mary.
Voor het eerst leek hij geïnteresseerd in iets wat ze had gezegd, en er volgde een korte denkpauze. Ten slotte boog de gestalte zich over haar heen, en een fluisterende stem zei: 'Ik doe dit omdat ik het wil, Mary. En omdat ik het kan.'