Hoofdstuk 7

==

In haar nieuwe trainingsbroek, gympen, hippe Adidas-topje en een heel sterke beha die haar royaal geproportioneerde boezem geheel plette zodat ze zichzelf of iemand op de loopband naast haar geen blauw oog zou bezorgen, verscheen Stevie in de sportschool voor haar introductieuur met Hilary. Ze was geschokt toen ze erachter kwam dat Hilary een gozer was. En niet zomaar een gozer, maar een jonge, fitte, lange seksgod met een moorddadige glimlach en een achterste waarmee je Braziliaanse noten open kon breken. Ja, ze had zelf toch als de beste kunnen weten dat een naam niet altijd de sekse verraadt. Midnight Moon had haar gevraagd een synoniem te gebruiken omdat ‘Stevie’ kon suggereren dat ze een man was en de lezers van Midnight Moon ervan overtuigd waren dat alleen vrouwelijke auteurs hun vrouwelijke behoeftes snapten. Hun schrijversnamen moesten zachtheid, romantiek en liefheid oproepen, vandaar dat haar collega-auteurs Paul Slack en Alec Sleaford werden uitgegeven onder de namen Paula Sheer en Alexis Tracey en zijzelf als Beatrice Pollen, de naam van haar geliefde overleden grootmoeder. Van oma Bea had Stevie haar creativiteit geërfd, samen met haar warme, zorgzame hart en haar grote, luchtblauwe ogen.

Alsof op de trainingsmachines bijhouden wat ze kon – of eigenlijk niet kon – al niet gênant genoeg was, woog Hilary haar in het kantoor, mat hij haar lengte en haar bloeddruk en berekende haar body mass index, wat haar in feite classificeerde als een homp vet. Om eerlijk te zijn leek de adembenemende Hilary helemaal niet te zijn aangedaan door haar gepuf na drie situps of toen ze aubergine kleurde op de StairMaster. Gelukkig riep de weegschaal niet uit: ‘één vet varken tegelijk, a.u.b.’.

Ze betaalde een astronomisch bedrag voor een lidmaatschap van een jaar omdat Stevie zo het gevoel kreeg dat ze zich volledig aan haar doel verbond, bovendien was ze verleid door het aanbod van één maand gratis sporten en een speciaal ‘verrassingsgeschenk’. Catherine zat in de receptie toen Hilary Stevie officieel welkom heette bij de club, jammer genoeg niet met een lekkere lange tongzoen, maar met een gratis bidon, een sporttas, een introductieboekje met kortingsvouchers voor de zonnebank, verschillende massages en behandelingen en een gratis zeven dagen geldige pas voor een vriend of vriendin, die daar op dat moment gretig op zat te wachten gekleed in een behoorlijk indrukwekkende roze-grijze outfit. Stevie floot toen ze op haar af stapte.

‘Van onze Kate,’ legde Catherine uit.

‘Het geeft vast een fijn gevoel om in de kleren van je zeventienjarige dochter te passen,’ zei Stevie.

‘Dat klopt, tot je me naakt ziet en ontdekt dat het grootste gedeelte van mijn lichaam uit zwangerschapsstriemen bestaat,’ overdreef Catherine, die als je haar enorme kroost in ogenschouw nam buitengewoon slank had weten te blijven, een klein rond buikje daargelaten, waar ze altijd over klaagde. ‘Trouwens, Steve, je haar zit super.’

‘Het zat leuker toen ik het net had laten doen vanmorgen, voor het nat was van veertien liter zweet.’

‘Je ziet er stukken jonger uit. Ik klets niet.’

‘Echt?’

‘Echt.’

Stevie straalde. De eerste fase van ‘Matthew terugkrijgen’ was volbracht.

De twee kersverse sportmaatjes probeerden een paar machines uit. Catherine was wonderbaarlijk fit. Maar ja, ze rende dan ook constant trappen af en tuinen door achter kinderen aan, ging regelmatig wandelen met de honden en elke donderdagavond naar yoga. Ze was dol op yoga en deed vaak overdag of ’s avonds een kwartier lang oefeningen, wat haar beter hielp ontspannen dan borden tegen een muur smijten of de haren uit haar hoofd trekken. Dat wist ze omdat ze dat ook had geprobeerd. Na afloop gingen ze koffiedrinken in het extreem luxueuze café van de club, nadat ze langzaam een omweg hadden gemaakt langs het spingroepje om wat smakelijke mannelijke achterwerken te bekijken. Toen ze in de rij stonden maakte Stevies maag ineens een geluid als een dodelijk gewonde jachthond.

‘Heb je wel gegeten?’ vroeg Catherine.

‘Niet echt,’ zei Stevie.

‘Wat moet ik daarmee? Je hebt gegeten of je hebt het niet.’

‘Eh... niet dan.’

‘Je valt niet af door niets meer te eten.’

‘Vertel dat maar eens aan hongerstakers.’

‘Je weet wat ik bedoel,’ zei Catherine, die zich plotseling zorgen maakte. Ze had erop zitten wachten dat Stevie in zou storten. Haar vriendin was veel te beheerst, dat kon niet lang goed gaan. Niet eten begon er verdacht veel op te lijken. Alweer.

‘Ik eet niet met opzet niet,’ zei Stevie. ‘Ik heb gewoon nog geen trek gehad.’

‘Oké, nou, nu ga je in elk geval iets eten. Hou jij die stoelen daar bezet en dan kom ik er zo aan.’

Het had geen zin om tegen Catherine in te gaan. Het had nooit zin om tegen Catherine in te gaan. Eddie had dat heel wat keren geprobeerd, maar was nu teruggedreven tot een toestand van eeuwige toegeeflijkheid, dus Stevie trok zich zoals opgedragen terug naar het kleine metalen tafeltje bij het raam. Ze voelde zich inderdaad een beetje rillerig na al dat bewegen en bij de kapper zitten met niets in haar maag dan cappuccino’s en een half sneetje toast zonder boter sinds Dolleman MacLean bij haar langs was gekomen en haar leven in diggelen had geslagen.

Catherine kwam met grote schuimige koffie in halve soepkommen, twee geroosterde panini’s ter grootte van Stevies been gevuld met ham en brie en twee enorme sneeën van iets met een laag chocolade erop wat verdacht veel naar pindakaas rook.

‘Verkopen ze dat soort dingen hier?’ vroeg Stevie met open mond. Ze had twee blaadjes sla en een lente-uitje op iets bruins en oneetbaars verwacht.

‘Tuurlijk, het is hier geen concentratiekamp. Sommige mensen komen hier alleen om te lunchen.’ Catherine stopte het stokbrood in haar mond en trok het er snel weer uit. ‘Au au au, pas op, die kaas is heet.’ Toen verstijfde haar gezicht en gaf ze Stevie een harde por. ‘Braveheart-alarm op drie uur,’ zei ze als een buikspreker door één kant van haar nauwelijks geopende mond.

‘Wat?’

Stevie draaide zich om en zag de onmiskenbare gestalte in een prachtige zwarte trainingsbroek en zwart T-shirt, met zijn weelderige rode haar achter hem aan wapperend. Hij zag eruit als een gespierde Duracell-batterij.

‘O shit, hij heeft me gezien,’ zei Stevie toen de blik van de grote man de hare opving en hij op hen af stapte. In slow motion, net als de Terminator.

‘Zal ik jullie even alleen laten?’ vroeg Catherine. ‘Jullie zitten tenslotte in hetzelfde schuitje.’

‘Waag het niet me zonder een gewapende geleide alleen te laten met die... die paalwerper!’ zei Stevie.

‘Doe niet zo maf, Steve. Hij zal je hier echt niets doen, het is hier stampvol. Hoe dan ook, ik moet nodig naar het toilet en het ziet ernaar uit dat hij met je wil praten.’ Catherine stond precies op het moment dat Adam MacLean de tafel bereikte op en hij knikte haar stijfjes gedag bij het passeren.

‘Ik wist niet dat je lid was van mijn sportschool,’ zei hij, op Stevie neerkijkend.

Zíjn sportschool? Sjonge, wat was hij bezitterig!

‘Dat ben ik,’ zei Stevie. Ze nam demonstratief een slok van haar koffie, verbrandde haar lip en beet er in een ongelukkig reflex ook nog op.

‘Mag ik even bij je komen zitten, alsjeblieft?’ vroeg hij. Best beschaafd gedrag voor hem, dacht Stevie, die hem boos aankeek maar geen nee zei. Dat interpreteerde hij blijkbaar als een ja, want hij liet zijn grote, zware lichaam in de stoel vallen waar Catherine uit op was gestaan.

‘Heb je nog iets gehoorrrd?’ vroeg hij, en hij kon het niet laten om zijn blik op haar opzwellende gespleten lip te laten vallen.

‘Nee,’ loog Stevie. ‘Jij?’

‘Nee. Vreemd genoeg heeft Jo ook haar mobiel thuisgelaten. Waarschijnlijk zodat ik haar niet kon bellen. Het nummer dat ze heeft achtergelaten van het beautycentrum bestaat natuurlijk niet. Ze zal vast zeggen dat ze het verkeerd heeft opgeschreven.’

‘O.’ Stevie voelde zich een beetje schuldig dat ze gejokt had nu hij zo openhartig was, maar ze wilde hem geen details geven die ervoor zouden kunnen zorgen dat hij Matthew vermoordde. Eén dode geliefde was wel genoeg, dacht ze met galgenhumor. Maar het was wel een gedachte die in haar hoofd snel verbitterde en haar een beetje misselijk maakte.

‘Ik heb een plan om al deze onzin op te laten houden,’ zei hij.

‘Ik ook,’ zei Stevie stijfjes. Ze vermoedde dat haar plan van een nieuw kapsel en kleinschalige lichaamsverbetering iets anders was dan het zijne, wat meer in de richting zou gaan van een vliegtuig kapen en Matthew boven een stuk zee waar de meeste haaien te vinden waren dwingen eruit te springen.

‘Weet je, volgens mij moeten we het spelletje psychologisch spelen.’

Stevie onderbrak hem met een vreugdeloos lachje. Alsof hij daar verstand van had! Het enige wat hij over hersenpannen wist was dat je ze keihard tegen de neus van een ander kon rammen. En dan waarschijnlijk van iemand met wie hij getrouwd was ook nog.

‘Begrijp me alsjeblieft niet verkeerd, meneer MacLean, maar ik pak dit liever op mijn eigen manier aan,’ zei ze dapper. Haar lip klopte en ze vocht tegen de irritante opkomende tranen, waarvan ze niet wist of die door lichamelijke pijn veroorzaakt werden of zijn frustrerende, hatelijke aanwezigheid en alles waar hij voor stond.

Adam haalde een kaartje uit de zak van zijn trainingsbroek en kwakte het met een klap op tafel, waar Stevie en de borden van opsprongen.

‘Sorry, ik ben een beetje onhandig.’

Dat mag je wel zeggen, dacht ze.

‘Dit is mijn kaartje. Als je van gedachten verandert en wilt horen wat ik te zeggen heb, bel me dan. Dan kunnen we dit de kop indrukken voor het te groot wordt en weer gewoon gelukkig zijn.’

Ze vond dat hij zich niet erg handig uitdrukte met dat ‘de kop indrukken’, maar misschien was dat alleen maar zijn taalgebruik. Hoe dan ook, ze gaf hem niet veel kans in een slaapliedjesverzinwedstrijd.

‘Als je je vent tenminste echt terug wilt.’ Hij keek met een verwijtende blik naar het feestmaal op de tafel. Niet bepaald voedsel voor een serieuze, toegewijde lichaamsmodelleerder, dacht hij. En weg was hij, precies op het moment dat Catherine perfect getimed terugkeerde.

‘En?’ vroeg ze, en ze schrok zich daarna kapot. ‘Shit, je lip! Hij heeft je toch niet evengoed geslagen, hè?’

‘Hij moest het lef hebben,’ zei Stevie, maar ze wist dat dat best weleens het geval kon zijn. ‘Nee, verbrand aan de koffie.’

‘En?’

‘En toen beet ik erop en deed het zeer.’

‘Nee, suffie, ik bedoelde “en wat wilde hij?”.’

‘O, hij had een plan om Matthew en Jo uit elkaar te krijgen,’ zei Stevie niet bepaald enthousiast.

‘En wat was het?’ Catherine leunde nieuwsgierig naar voren.

‘Geen idee,’ zei Stevie schouderophalend. ‘Ik heb gezegd dat ik het niet wilde horen.’

‘Waarom niet? Je had toch op z’n minst kunnen luisteren naar wat hij te zeggen had? Jullie hebben tenslotte iets gemeen.’

Stevie rilde bij de gedachte dat ze ook maar iets met die kerel gemeen had.

‘Ik denk dat ik zo ook wel kan raden wat hij voor zou stellen,’ zei ze. ‘Iets met wapens en huurmoordenaars.’

‘O, moet je zien,’ zei Catherine, toen ze zijn kaartje oppakte. ‘Hij is hier de manager.’

‘Ik hoop verdomme dat je een grapje maakt, ik heb me net voor een heel jaar opgegeven!’ zei Stevie. Ze griste het kaartje terug en las zwart op wit en rood met een vleugje marineblauw: Adam MacLean, manager van Well Life Supergym, Dodmoor, Barnsley. Met zijn neergekrabbelde mobiele telefoonnummer eronder. Door die informatie was Stevie met stomheid geslagen, want hij leek haar eerder een leider van een bende schurken dan de bekleder van een verstandige, respectabele bestuursfunctie.

Het beeld van hoe hij langs haar heen het huis in was gelopen verscheen in haar hoofd. Als ze de deur niet had opengedaan, zou ze nog altijd in zalige onwetendheid verkeren. Jo en Matthew hadden dan misschien gewoon een korte affaire kunnen hebben en dat was dat. Misschien was dat ook wel alles wat het was; een lastminute-explosie van vrijheid voor hij zich settelde en ging trouwen. Dat gebeurde. Stevie was zesendertig, ze was niet meer het naïeve jonge ding van bijna vijf jaar geleden toen ze dat van Mick ontdekte. Hoewel Mick en Matthew niet met elkaar te vergelijken waren. Mick zal geen greintje schuldgevoel hebben gehad, maar ze wist dat Matthew eronder gebukt ging en dat hij hoogst waarschijnlijk op dit moment door de foyer van het Spaanse hotel ijsbeerde en zwoer nooit meer zoiets te doen. Maar die vent moest per se langskomen en het haar vertellen, alleen maar omdat híj erachter was gekomen en overstuur was en wilde dat iedereen zich zo voelde. Nee, ze had al een keer aangehoord wat McGroteBek te zeggen had, die fout zou ze niet nog een keer maken.

‘Wat mij betreft kan hij nog levende haggis in zijn reet stoppen,’ zei ze resoluut. Daarna nam ze een hap van de panini en verbrandde ook de andere kant van haar mond.