Hoofdstuk 34

==

Stevie opende op zaterdagmorgen haar ogen voor een door de gordijnen vallende lading zonneschijn die goed was voor heel juni. Het beloofde een schitterende, warme dag te worden tot het genot van fotografen. Een schitterende, warme, maar afschuwelijke dag. Haar trouwdag.

Tegen de tijd dat ze onder de douche vandaan kwam was Danny wakker. Hij draaide met zijn knuistjes in zijn ogen om de slaap eruit te krijgen en glimlachte daarna.

‘Goeiemorgen, mama,’ zei hij, en ze pakte hem op om hem te knuffelen. Hij rook naar slaap en bed en overstelpte haar met kussen op haar wangen en lippen. Hij was zo mooi dat ze hem wel fijn kon knijpen. Zijn liefde voor haar was zoet en ongecompliceerd. Waarom was volwassen liefde niet zo zuiver en trouw?

‘Hoeveel uur nog tot Josh z’n feestje, mama?’ vroeg hij toen ze hem neerzette.

Shit, dat was ze bijna vergeten.

‘Drie uur, denk ik,’ zei ze, hoewel ze nog op de uitnodiging op het prikbord zou kijken om zeker te zijn.

‘Gaaf,’ zei hij, en hij ging een plasje doen.

==

Ze hield de jaloezieën in de keuken dicht en dekte de tafel in de zitkamer. Het laatste wat ze vanmorgen wilde zien was hoe het stel aan de overkant de tong in elkaars keel stak op de dag die voor Matthew en haar bestemd was. Dacht hij ook aan wat voor dag het vandaag was of was dat compleet uit zijn geheugen gewist? Hij was het waarschijnlijk vergeten en had nu wilde seks op het tijdstip dat hij zijn laatste douche als ongetrouwde man had moeten nemen. Stevie nam aan dat Jo en hij constant aan het vrijen waren. Ze merkte dat denken aan hun twee samen in bed bijna een obsessie werd. Hún seks was net als in de film; zonder gerommel met condooms, natte plakkerige plekken of gênante sopgeluidjes. Het was één en al vloeiende, krachtige, golvende bewegingen, gelijktijdige orgasmen en zweet dat naar muskusachtige parfum rook. Ze rukte haar gedachten bij de overkant van de straat weg, terug naar de belangrijke kwestie hoe ze Danny moest vertellen dat er geen Choco Pops meer waren.

==

Aan de overkant waren Jo en Matthew net aan het nagenieten van hun vrijpartij. Ze lag in zijn armen en babbelde wat over bruiloften. Hun bruiloft.

‘Ik denk dat ik een koets wil met witte paarden en een chocoladebruidstaart zoals die van Pam maar dan veel groter, met nog drie lagen erbovenop.’

Matthew wilde daar alleen maar liggen en haar strelen, niet praten over het uitgeven van geld. Hij was de avond ervoor in slaap gevallen terwijl hij probeerde te berekenen hoeveel schuld hij precies had, en dat was veel. Met de huidige terugbetaalsnelheid zou de schuld nog zeker vijftien jaar een blok aan zijn been zijn, waarbij hij nog geen rekening had gehouden met de extra kosten van de bruiloft die Jo aan het plannen was. Een ruwe schatting deed vermoeden dat die minstens twintigduizend pond zou kosten, exclusief de extravagante huwelijksreis. Hij werd een beetje misselijk.

Op de wekker stond dat het kwart over negen was op zaterdag 3 juni. Als hij op die ene dag niet meer gedaan had dan Jo MacLean zijn zakdoek aanbieden, zou hij over een paar uur trouwen. Met plezier, want er was eigenlijk niets mis met Stevie; ze was een goede meid, vrijgevig, vriendelijk, warm, zorgzaam, grappig, sprankelend... en het gat in zijn financiële situatie zou veel kleiner zijn. Hij huiverde en trok Jo naar zich toe. Hoe kon hij zo denken? Hij vond het maar niets.

‘Wat is er?’ vroeg ze.

‘Ik zou vandaag gaan trouwen,’ zei hij.

‘Wat... en nu vind je het jammer dat dat niet doorgaat, is dat het?’ Jo rolde bij hem weg.

‘Doe niet zo raar. Hé, kom terug jij!’

Ze liet zich terugslepen maar lag knorrig in zijn armen.

‘Het is niet erg vleiend om in bed te liggen met iemand die denkt aan trouwen met een andere vrouw,’ pruilde ze.

‘Dat doe ik ook niet,’ protesteerde hij. ‘Sorry, het was tactloos en ongevoelig van me om erover te beginnen. Zeg maar wat ik kan doen om het goed te maken.’

‘Nou, ik weet wel iets,’ zei ze met die blik in haar ogen. Ze ging er eens goed voor liggen terwijl zijn hoofd onder het dekbed verdween.

==

Het partijtje van Josh Parker werd in de feestzaal van de aanbouw van Well Life gehouden. Daar was een bar en Stevie zag al helemaal voor zich hoe uitgebreid daar gebruik van zou worden gemaakt door de meegesleepte vaders. In het ongunstigste geval vooral door eentje in het bijzonder.

Catherine stond zoals afgesproken buiten op haar te wachten en hoe dichterbij Stevie kwam, hoe verder haar verwelkomende glimlach van haar gezicht zakte.

‘Jezus, je ziet er niet uit,’ zei Catherine.

‘Dank je,’ zei Stevie. ‘Ik heb me ook weleens beter gevoeld.’

Catherine werd door schuldgevoel overvallen. Misschien was het toch beter geweest voor Stevie om in de cottage te blijven kniezen of zoveel jenever te drinken dat ze van de wereld raakte. Ze had Danny voor haar mee naar het feestje kunnen nemen en Stevie kunnen laten doen alsof deze dag niet bestond. Ze had er de vorige avond nog aan zitten denken tot ze afgeleid werd toen haar kinderen het slachtoffer werden van een of ander heersend naamloos virus. Allemaal, behalve Gareth. Gelukkig maar, want hij keek ontzettend uit naar het feestje en ze wilde niet dat hij het zou moeten missen.

Catherine gaf haar een arm en samen gingen ze naar binnen. Nog geen seconde later sprak Stevie de ‘o god’ uit die Catherine tegelijkertijd dacht. De feestzaal hing niet alleen vol ballonnen, alle tafels lagen ook nog eens vol met knaltouwtjes. Bij de dansvloer schalde discomuziek en de hele bar hing vol vaderklanten. De vader van Josh, Richard, zwaaide naar hen met een ballon in zijn hand, er kennelijk al helemaal klaar voor. Hij keek alsof het zíjn verjaardag was toen zijn blik die van Stevie vond.

Stevie had een hekel aan ballonnen, knaltouwtjes en nog veel meer aan de luidruchtige vader van Josh dan aan die andere twee samen. Het overblijfsel uit de schreeuwdagen van haar eigen vader en moeder, vermoedde ze, de tijd waarin ze zichzelf in slaap huilde in afwachting van het in duigen vallen van haar kwetsbare wereldje. Het was bijna een opluchting toen dat eindelijk gebeurde. Het geschreeuw hield tenminste op.

Matthew was nooit met haar meegegaan naar kinderpartijtjes, dus bevond ze zich gewoonlijk in haar eentje tussen de zee van stellen, en waarom dachten sommige mannen toch dat ‘vrijgezelle moeder van in de dertig’ mannenjargon was voor ‘gemakkelijke prooi’? Op het eerste feestje waar Danny en Stevie ooit heen waren gegaan had Richard Parker haar schrikreactie op een geknapte ballon uitgemelkt met een ‘hilarisch’ offensief van vele andere. Ze had geprobeerd het weg te lachen, maar nadat haar trommelvliezen nog twee uur lang gekweld werden, waren haar zenuwen en humeur aan flarden. Sinds die tijd had hij op elk kinderfeestje ballonnen bij haar in de buurt laten piepen en knaltouwtjes achter haar laten knallen, hoe diep ze ook met een ander in gesprek was of hoezeer ze hem ook negeerde, tot ze uit wilde schreeuwen dat hij haar met rust moest laten. Maar ze moest wel leuk blijven doen. Ze wilde niet dat Danny zich voor haar schaamde of zichzelf in verlegenheid brengen door overdreven te reageren, en als Jan Parker Stevie ‘rot op’ tegen haar man zou horen zeggen, wat zou ze dan wel niet denken?

Ze zou waarschijnlijk aannemen dat Stevie fout zat, want echtgenotes konden nooit geloven dat hun partner de aanstichter was van problemen met een ander vrouwspersoon. Dan zouden ze niet meer met elkaar praten en werkten die nare gevoelens misschien door op de kinderen, en dat allemaal omdat een of andere domme idioot niet wist wanneer hij op moest houden. Maar dat betekende wel dat hij voor altijd vrij van blaam zou blijven, klaar om haar de volgende keer weer te kwellen. Dus leed Stevie in stilte en hoopte dat het grapje hem zou gaan vervelen, maar dat gebeurde nooit en hoe meer bier hij op had, hoe grappiger hij het allemaal leek te vinden. Vandaag leek het erop dat hij al een hoop achter zijn kiezen had.

‘Blijf vlak bij me,’ zei Catherine. ‘Ik zeg wel dat hij moet oprotten als jij dat niet doet.’ En met die woorden duwde ze Stevie uit de weg achter een hoektafeltje en ging het eerste rondje halen. Josh, Gareth en Danny waren aan het dansen – de vrouwelijke entertainer deed ‘The Ketchup Song’ voor – maar Stevies glimlach erom verdween al snel door een luide knal bij haar oor. Ze gilde en draaide zich vliegensvlug om.

‘Wacht maar tot ik je straks helemaal te pakken krijg!’ zei Richard Parker, die licht wankelend achter haar stond en zijn vinger naar haar ophief. Zijn rubberachtige lippen schoven over elkaar heen alsof hij op een toffee sabbelde die hij niet helemaal kon lokaliseren in zijn mond.

‘Pardon!’ zei Catherine hard en duwde hem uit de weg met haar behendige moederheup. Ze plofte naast Stevie neer, gaf haar haar drankje, en zei: ‘Je bent nu vast heel blij dat ik erop aangedrongen heb dat je kwam, hè?’

‘Het geeft niet, Danny heeft het naar zijn zin.’

Op dat moment moest Gareth overgeven.

‘Hè verdomme, ik dacht al dat het te mooi was om waar te zijn,’ zei Catherine. Moeders drongen zich met zakdoekjes richting de dansvloer en sleepten kleine broertjes en zusjes weg die in de plas waterige kots wilden spelen.

‘Ik pak je tas wel,’ zei Stevie, die wenste, en zich daar onmiddellijk afschuwelijk over voelde, dat het Danny was geweest die had overgegeven zodat ze een excuus had om naar huis te gaan. Maakte dat haar een slechte moeder? Waarschijnlijk. De moorddadige gedachten die ze die ochtend over Jo had gehad hadden haar een beetje uit evenwicht gebracht. Maar Danny ging helemaal nergens heen; hij had de grootste lol en het zou zo oneerlijk zijn om hem mee naar huis te nemen en zijn dag ook te verpesten. Het was niet zijn schuld dat zijn moeder zo’n stomme trut was dat ze geen man kon houden. Bovendien, wat zouden ze dan gaan doen? Want ze wilde helemaal nergens heen en niets doen behalve onder de dekens kruipen en slapen tot deze dag voorbij was.

‘O, Steve, ik heb het lekker versjteerd voor je, hè?’ zei Catherine.

‘Het is niet jouw schuld, Catherine. Gareth is niet lekker, niets aan te doen.’

‘Ik had niet moeten zeuren dat je mee moest komen. Ik denk altijd dat ik het beter weet dan iedereen.’ Ik was toch ook degene die haar min of meer gedwongen heeft naar dat eerste afspraakje met Matthew te gaan toen ze terugkrabbelde? dacht Catherine. Eddie had gelijk toen hij haar ervan beschuldigde dat ze zich te veel met de levens van anderen bemoeide.

‘Mamaaaa!’ huilde Gareth.

‘Ga nou maar,’ zei Stevie, en ze duwde haar weg. Catherine wilde haar vriendin helemaal niet alleen laten, vooral vandaag niet, maar ze had geen keus. Eddie was aan het werk en Kate, die zelf ook niet helemaal honderd procent was, paste op de andere kinderen, dus er was echt geen alternatief.

‘Ga!’ beval ze weer. Catherine blies een verontschuldigende handkus haar kant uit en vertrok.

In haar ooghoek zag Stevie Richard Parker naar hen staren. Waar was zijn vrouw, verdomme? Ze wist zeker dat ze als Matthew elke keer dat hij een bepaalde vrouw zag regelrecht op haar afstevende, dat gemerkt zou hebben. Hoewel, dit kwam wel van een vrouw die niet gezien had wat zich voor haar neus afspeelde tussen haar vent en Jo. Ze liet haar blik door de zaal gaan en zag dat Jan in het eetgedeelte was, te druk om zelfs maar op te kijken. Een ballon streek langs Stevies hoofd, waarna een andere op tafel landde en haar drankje bijna omver deed vallen en zo, met haar zenuwen op het punt van knappen en niet in staat er iets aan te doen, doorstond Stevie het daaropvolgende uur.

Toen conga-den de kinderen het eetgedeelte in en nadat ze zich ervan verzekerd had dat Danny eten op zijn bord had, sloop Stevie naar het damestoilet. Ze wilde alleen nog maar naar huis, maar het zou nog maar een halfuurtje duren en Danny zou het haar nooit vergeven als ze hem mee naar huis nam voordat de afscheidszakjes klaar waren. Haar gedachten waren zo in beslag genomen met waar ze hierna naartoe kon gaan om zichzelf bezig te houden dat ze de gestalte die zich om de hoek verborgen had niet zag toen ze uit de toiletten kwam.

Knal!

Stevie gilde.

‘Ik zei toch dat ik je nog wel zou krijgen!’ zei Richard met enorm glazige ogen en nog een hele klauw vol ballonnen. Hij stommelde naar voren, drong veel te ver haar persoonlijke ruimte binnen en wees naar haar borsten. ‘Wat ik nou niet snap is dat je doodsbang bent voor déze ballonnen terwijl je déze ballonnen constant onder je trui hebt zitten.’

Stevies mond viel open in een o-vorm. Ze was te geschokt om te reageren en voor zichzelf op te komen, maar dat maakte niet uit want een paar seconden later werd dat voor haar gedaan. Uit het niets verscheen de grote Adam MacLean met een niet al te vriendelijke uitdrukking op zijn gezicht en bulderde zo luid tegen Richard Parkers kale plek dat er een echo in de lucht bleef hangen: ‘Hé gozer, val je deze vrouw lastig?’ Zelfs Stevie verbleekte van de toon van zijn stem, die op zichzelf een massavernietigingswapen was. Ze was getuige van een kant van hem die ze nog niet met eigen ogen had waargenomen, maar waar ze wel veel over gehoord had. Ondanks dat was ze ontzettend blij hem te zien.

‘Eh... o... eh... sorry, het was maar een geintje!’ Mompeldemompel. Richard krabbelde achteruit en vluchtte terug de feestzaal in. Adam liet hem begaan. In tegenstelling tot wat Stevie van hem zou verwachten, greep hij hem niet om hem met zijn vuisten te bewerken of een Steven Seagal te doen en hem door het dichtstbijzijnde glazen raam te gooien. De confrontatie was alweer voorbij. Maar goed, Adam was op zijn werk en voor een met ballonnen gooiend onderkruipsel als Richard Parker wilde hij waarschijnlijk niet zijn baan riskeren en opnieuw veroordeeld worden voor een geweldsmisdrijf. Wel vreemd trouwens; ze had niet gedacht dat ze iemand met een strafblad voor het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel in een chique tent als deze zouden aannemen. En Adam had in een zware Schotse gevangenis gezeten voor geweldpleging, had Jo hun verteld.

‘Dank je,’ zei ze, terwijl de opluchting als een warme douche over haar heen stroomde.

‘Beeld je niets in, ik zou het voor iedereen gedaan hebben,’ zei hij op zijn gebruikelijk norse en minachtende manier. ‘Wat deed je trouwens hier alleen met hem?’

Hoezo is dit mijn fout? dacht Stevie. Haar hoofd werd plotseling overspoeld door stemmen: haar moeder die ‘geen wonder dat hij hem gesmeerd is’ zei, Micks moeder die ‘als jij een betere vrouw geweest was, zou hij nog leven!’ tegen haar schreeuwde en beelden van hoe Adam MacLean altijd naar haar keek en tegen haar sprak alsof het haar schuld was dat Jo bij hem weg was. Ze wilde hardop schreeuwen: ‘Mij treft geen blaam, echt niet!’ Toen dacht ze aan hoe ze voor het kantoor van de hoofdmeester had zitten wachten omdat ze beschuldigd was van klimmen in hoge bomen en appels pikken. Stevies laatst overgebleven zenuw knapte, en dat bleek precies de zenuw te zijn die haar voorraad tranen dichthield want die bewogen zich nu met de snelheid van een Exocetraket richting haar ogen. En net als bij een Exocetraket kon ze niets doen om ze tegen te houden.

‘Ik ben alleen maar naar het toilet geweest. Alsjeblieft, Adam,’ zei ze, zonder de gewoonlijke pauze voor zijn naam, ‘niet vandaag.’ Met haar handpalmen veegde ze tranen weg; er drupte water uit haar ogen zoals bij twee kranen met kapotte leertjes. ‘Al zoek je de rest van je leven ruzie met me, dat maakt me niet uit, maar alsjeblieft, ik smeek het je, niet vandaag.’ Haar strot liet het afweten bij dat laatste woord en ze liep weg voor ze zichzelf nog meer voor schut kon zetten en verdween in de feestzaal, dankbaar dat het daar zo donker was.

Toen het partijtje eindelijk voorbij was, huurden Stevie en Danny in de videotheek de Crocodile Dundee-trilogie en haalden er een grote zak popcorn bij. Ze veranderden de zitkamer van Humbleby Cottage in een bioscoop door de jaloezieën te sluiten en het geluid door de surroundboxen te sturen. Daarna kropen ze op de sofa tegen elkaar aan met de popcorn en cola. Het was eigenlijk een prachtige warme dag en zonde om binnen te zitten, maar vandaag wilde Stevie de zon niet zien. Ze wilde niet weten dat ze er op dit moment in zou hebben gebaad bij de kerk, waar ze op de foto zou gaan en lachen en mooi zijn en haar boeket achterover gooien. Ze wilde er ook niet aan denken dat zij en MacLean morgen als Starsky en Hutch de trouweloze exen gingen achtervolgen in een gehuurde anonieme auto in een poging hen terug te winnen. Wie hield ze voor de gek? Matthew en Jo hadden niet toegehapt, het was nutteloos. Een tsunami van wanhoop overspoelde haar en sleepte haar laatste beetje hoop in zijn krachtige stroming mee.

‘Wat is er, mammie?’ vroeg Danny, die een stukje popcorn bij haar lippen hield.

‘Niks hoor, liefje. Ik denk dat ik een beetje verkouden word,’ snoof ze.

‘Je hebt allemaal water op je wang.’ Danny’s kleine handje veegde de ontsnappende tranen weg die zo snel achter elkaar vielen dat ze erdoor weggespoeld dreigde te worden. Het zou zo makkelijk geweest zijn om eraan toe te geven, maar ze wilde niet dat haar zoontje haar als een zwakke, grienende puinhoop zag terwijl zij de sterke van de twee hoorde te zijn. Het was soms alleen zo moeilijk vol te houden. Soms wilde ze zich gewoon laten gaan en het aan iemand anders overlaten die voor haar kon zorgen, de dingen voor haar kon aanpakken en alles weer goedmaken. Maar die luxe had ze niet, dus met enorme inspanning kreeg ze het voor elkaar om haar tranen in bedwang te krijgen, precies op het moment dat er op de deur geklopt werd. Nee o nee o nee! Ze wilde niemand zien. Misschien kon ze net doen alsof ze er niet was. Boem boem boem. Er werd nog hardnekkiger geklopt en er was maar één persoon die zo klopte. En hem wilde ze al helemaal niet zien.

BOEM BOEM BOEM!

Hij zou de deur nog slopen als hij zo doorging, dat luidruchtige ongevoelige varken.

‘Blijf hier, lieverd, ik ben zo terug,’ zei Stevie, waarna ze de zitkamerdeur achter zich sloot voordat ze de buitendeur opende. Als het was wie ze dacht dat het was, mocht Danny hem onder geen beding zien. En helaas was het hem inderdaad.

Adam MacLean stond op de stoep in zijn nette werktenue: een wit overhemd en een blauwe das met het WL-logo erop.

‘Halloooo,’ zei hij, en hij klonk aardig berouwvol voor zijn doen. Jezus, wat ziet ze eruit, dacht hij.

‘Hallo,’ zei ze onhartelijk, waarbij haar bloeddoorlopen glinsterende ogen haar kalme houding verloochenden.

‘Ik... eh... wilde mijn verontschuldigingen aanbieden voor hoe ik tegen je deed.’

‘O, oké,’ zei ze. Hij leek lichtelijk verrast dat ze niet van de gelegenheid gebruikmaakte om te zeggen dat hij altijd zo tegen haar deed en er nooit eerder zijn verontschuldigingen voor had aangeboden. Ze leek geen vechtlust meer in zich hebben.

Het was voorbij.

‘Adam, het werkt niet,’ begon ze.

Toen was het of de tijd plotseling stilstond. De wereld stopte vijf seconden met draaien, maar dat was precies genoeg om haar de tijd te geven om op adem te komen en te beslissen hoe ze dit perfecte geschenk van een gelegenheid het beste kon uitbuiten. Want aan de overkant van de straat stond Matthew Finch perfect omlijst in het raam. Hij keek naar haar. En naar Adams auto. En naar Adam zelf. Bij haar voor de deur. Netjes in overhemd en das.

Nu of nooit!

Stevie vervormde haar vermoeide gezicht tot een glimlach die zo sexy als ze voor elkaar kreeg aan één kant omkrulde, waarna ze Adams stropdas greep, hem langzaam naar zich toe trok en naar beneden, en hem teder op de mond zoende.

Adam sputterde niet tegen. Er kon maar één reden zijn waarom ze dat deed en dat was niet omdat verontschuldigende, oerlelijke Schotten haar opwonden.

‘Ze kijken zeker?’ fluisterde hij luid.

‘Je denkt toch niet dat ik dit voor de lol doe, hè?’ bevestigde ze door op elkaar geklemde kaken. Hij duwde haar het huis in alsof hij niet kon wachten alleen met haar te zijn om ondeugende dingen te doen, ze duwden samen de deur dicht en bleven erachter staan, waar ze beiden met de achterkant van hun hand hun mond afveegden als driejarigen die net hun eerste zoen ervaren hadden en ‘dat doe ik nooit meer’ dachten.

‘Al dat plannen en dan wordt het ons zo in de schoot geworpen,’ zei Adam, die de neiging om de keuken rond te dansen onderdrukte. Eén afschuwelijk ogenblik had hij bijna op het punt gestaan haar te omhelzen.

‘Ja,’ zei Stevie zacht, want haar hart pompte zo snel dat ze niet goed kon ademhalen. Als ze meer lucht in haar longen had gehad, had ze met hem gedanst, hem omhelsd, was ze boven op hem gesprongen, ja, hém. Toen verscheen Danny met zijn kraag in zijn mond in de deuropening en verstijfde even omdat er een reus in hun huis stond die eruitzag als een rossige Mr Incredibles. Maar hij was allerminst voor het leven getekend na het zien van MacLean, en Danny’s enige commentaar nadat hij de doorweekte kraag los had gelaten was dan ook: ‘Hoi.’

‘Hé, hallo,’ zei Adam, verlegen zwaaiend.

‘Wie ben jij?’

‘O god!’ begon Stevie, maar Adam liet zich op zijn hurken zakken.

‘Ik ben Well Life Man,’ zei hij. ‘Zie je?’ En hij liet hem de letters op zijn das zien. ‘Ik ben hier vanwege mijn missie om alle mensen die thuiswerken te vragen langs te komen en fit te blijven, maar ssst, je hebt me niet gezien, oké? Als iemand ernaar vraagt, ben ik Adam MacLean. Net zoals Superman Clark Kent is, snap je?’

‘Gaaf!’ zei Danny knikkend. Ja, hij begreep precies wat hij bedoelde.

Nou, hij had geen beter personage dan een superheld kunnen kiezen om zich bij mijn zoon geliefd te maken, dacht Stevie. Ze was getuige van manipulatie op z’n best. Dat had zijn alias moeten zijn: ‘manipulatorman’.

‘Danny, ga Dundee afkijken en laat mij en meneer... Well Life praten over... eh... een kopje koffie drinken.’

‘Oké,’ zei Danny grijnzend. Wauw, een geheime superheld in de keuken. Gaaf! ‘Je gaat toch nog niet weg, hè?’

‘Nee, ik kom eerst afscheid nemen voor ik ga,’ zei Adam, die weer zwaaide en zijn beste ‘ssst-vinger’ ophief. Toen Danny weg was liep Adam naar het raam om een vlugge blik op Matthews huis aan de overkant te werpen.

‘Hij staat er nog steeds,’ zei hij, waarbij hij naar Stevie glimlachte alsof hij iets suggestiefs zei. ‘Vlug, kom hier.’

Ze deed wat hij vroeg, maar had niet verwacht dat hij haar een grote knuffel zou geven en op z’n Hollywoods achterover zou hangen.

‘Oké, ga nu maar weer van me af,’ zei Stevie uiteindelijk.

‘Nog iets langer, we worden nog steeds bekeken.’

‘Door allebei?’

‘Kan ik niet zien. Ik doe alsof ik je zoen. Ga met je handen door mijn haar.’

Hij bracht zijn wang vlak bij de hare, zij streelde zijn hoofd. Het moest er prachtig uitgezien hebben en profil, erg Gone with the Wind-achtig.

‘Goed, hij is weg,’ zei Adam, en liet haar lomp op de grond vallen.

‘Au!’

‘Oeps, sorry.’ Hij stak zijn hand naar haar uit en hielp haar omhoog.

‘In Schotland hebben ze nooit van ridderlijkheid gehoord, zo te merken.’

‘Luister, mevrouwtje...’ Hij slikte in wat hij wilde zeggen omdat ze wel genoeg ellende voor één dag had gehad. Haar dag was waarschijnlijk al rot genoeg geweest en hij had niet bepaald geholpen.

Op zijn werk had hij naar de beelden van de beveiligingscamera’s gekeken toen dat jochie moest overgeven en de vrouw herkend die zich naar hem toe haastte, degene met dat voormalige suikerspinnenhaar. Hij had met de camera’s bewogen, zich ervan bewust dat hij op zoek was naar háár. En ja hoor, daar zat ze alleen in een hoekje. Hij zoemde in op haar gezicht en zag hoe ellendig ze eruitzag. Een of andere mafkees gooide, ongevoelig voor haar ergernis, ballonnen naar haar en leek daar zelfs van te genieten. Adam ging verder met zijn werk, maar zette de camera’s niet lang daarna weer aan en zag dat de mafketel haar nog steeds lastigviel. Toen hij later nog een keer keek, zag hij haar de feestruimte verlaten. Hij zag hoe de man zijn glas achterover sloeg en haar achterna kwam en Adam had zich, natuurlijk vanuit professioneel oogpunt, verplicht gevoeld persoonlijk uit te gaan zoeken wat er gaande was.

Toen hij zag dat ze in een hoek gedreven was en er zo ontzettend verslagen en hulpeloos bij stond, schoot hem net ergens in zijn onderbewuste te binnen dat het vandaag de trouwdag was die niet doorging. Hij wist niet waarom hij zo streng tegen haar had gedaan bij de toiletten terwijl het overduidelijk niet haar fout was. Hij had binnen willen schrijden om haar te redden van dat walgelijke mannetje, maar iets binnen in hem was verdraaid en uiteindelijk had hij haar de schuld gegeven. Hij vond het maar niets om haar zo kwetsbaar te zien en dat verwarde hem. Haar bleke gezichtje had de hele middag door zijn hoofd gespookt en hij wist dat hij niet zou kunnen slapen als hij niet bij haar langsreed om te zien of het wel met haar ging. Dat was toch de juiste handelswijze nadat hij zich zo onbeschoft had gedragen.

‘Blijft Well Life Man eten?’ vroeg Danny, die weer met grote ogen van fascinatie in de deuropening verscheen.

De twee volwassenen keken elkaar aan. Stevies gedachten waren nog nooit zo met elkaar in strijd geweest. Aan de nee-kant had je:

==

1 dit was Adam MacLean

2 ze wilde niet dat Danny in de war raakte

3 ze wilde niet dat Danny werd opgegeten

==

Maar aan de ja-kant stond:

==

1 Adam moest minstens een uur blijven voor het maximale resultaat

2 de schade was al aangericht; hij en Danny hadden elkaar ontmoet

3 Danny leek psychologisch nog intact te zijn

4 ze deed dit allemaal net zozeer voor Danny als voor zichzelf

==

Het dilemma had een duidelijke winnaar.

‘We eten fish en chips!’ zei Danny.

‘Ah, een van mijn driehonderd lievelingsgerechten!’ riep Adam uit, en hij wreef zijn handen over elkaar.

Het leek er dus op dat hij bleef.

‘Gaaf,’ zei Danny, waarna hij Adams dij streelde alsof die het kostbaarste voorwerp op aarde was. ‘Ik vind superhelden te gek, wist je dat?’

‘Wil je dat later worden als je groot bent dan, een superheld?’

‘Nee,’ antwoordde Danny alsof dat het stomste was dat hij ooit gehoord had. ‘Ik bén al een superheld. Later word ik glazenwasser.’

‘O, aha.’ Adam onderdrukte een grijns. ‘En, heb je ook een naam dan, superheldcollega?’

‘Ik ben Dannyman.’

‘Prettig kennis te maken, Dannyman,’ zei Adam, en hij stak zijn hand uit. Danny’s kleine handje verdween erin.

‘En wanneer heb je voor het laatst het heelal gered?’ vroeg Adam.

‘Donderdag,’ zei Danny, en hij liep weg om het einde van Crocodile Dundee te kijken.