Hoofdstuk 39

==

‘Nou, dat was echt een geweldige avond!’ mopperde Jo terwijl ze haar enveloppentasje op de sofa smeet en haar schoenen van haar voeten trok. ‘Ik kan niet geloven dat Adam er ook maar aan zou dénken om met háár uit te gaan. Hij doet het duidelijk om mij te pesten. Wat wil hij daarmee bewijzen? Ik bedoel, alsof ik verdomme jaloers zou zijn op een oerlelijke dwerg!’

‘Denk je echt dat hij dat probeert? Jou jaloers maken?’ vroeg Mat-thew, die terugschrok van haar vulgaire krachttermen. Zelfs uit Jo’s mond met het chique accent klonken ze in zijn oren nog niet aanvaardbaar.

‘Wat anders? Hij kan niet echt iets in haar zien, toch? Hij gebruikt haar kennelijk en die stomme trut ziet het niet eens.’

‘Doe niet zo gemeen,’ zei Matthew, en hij snoof vermoeid. ‘Stevie heeft niets misdaan. Ze is een goed mens.’

‘Zo geweldig kan ze niet zijn als jij haar in een mum van tijd hebt verlaten,’ spotte Jo nijdig.

‘Ik ben niet bij haar weggegaan omdat ze vreselijk was,’ zei Matthew. Maar zachtjes, want Jo deed behoorlijk angstaanjagend en haar opmerking raakte zijn geweten in de roos.

‘Kom je ook nog voor haar op?’ Ze keek hem aan met een uitdrukking op haar gezicht die het zo verdraaide dat ze er lelijk van werd.

Matthew besloot niet te zeggen dat hij vreselijk bezorgd was om Stevie en vlug zou moeten ingrijpen om haar ervan te weerhouden de grootste fout van haar leven te maken. Hij wist dat deze ruzie er alleen maar erger van zou worden en was daar vanavond zowel lichamelijk als geestelijk te moe voor. Zijn hoofd voelde zwaar en door elkaar geschud en op het punt van barsten. Soms was het alsof Jo twee verschillende personen was en hij de lieve, geweldige van de twee steeds minder vaak zag.

‘Ik wil alleen maar zeggen dat ze niet verdiende wat wij haar hebben aangedaan. En verdient íémand het om voor hem als boksbal te fungeren?’

‘O, doe niet zo raar! Adam zou nooit...’ Jo brak af wat ze wilde gaan zeggen en begon in plaats daarvan aan een nieuwe woedeaanval. ‘Hoe durft hij? Met háár! Hoe lang speelt dit al, dat zou ik weleens willen weten.’

‘Doet dat ertoe?’

‘Ja, natuurlijk doet dat ertoe! Niemand bedriegt mij. Niemand!’

Weer moest ze denken aan hoe gemakkelijk Stevie Matthew had laten gaan. En ze dacht aan hoe ondramatisch de scène was geweest toen zij Adam vertelde dat ze bij hem wegging. Hij had haar aangehoord zonder een woord te zeggen en was haar niet achterna gekomen toen ze boven haar koffers ging pakken. Hij had ze zelfs voor haar naar beneden gedragen en in de auto getild. Ze zag dat hij verdrietig uit zijn ogen keek, maar toch deed hij niets om haar tegen te houden. In de auto had ze uit frustratie met haar nagels in haar arm geduwd zonder dat ze de pijn voelde. Hoe durfde hij haar zo gemakkelijk te laten gaan? dacht ze alleen maar. Ze had hem zwak gevonden, maar nu wist ze zeker dat het allemaal deel uitmaakte van een groter plan, en dat wond haar op. Niemand had Jo ooit zonder strijd opgegeven.

‘Jo, leg me alsjeblieft uit waarom je boos bent dat Stevie en Adam iets met elkaar hebben? Wat kan jou het schelen, na alles wat hij je heeft aangedaan?’

Jo’s mond ging open en sloot zich daarna onmiddellijk weer. Vervolgens liep ze de trap op met de woorden: ‘Ik ga naar bed, Matthew. Als je wilt moet je ook komen.’

Toen hij de slaapkamerdeur dicht hoorde gaan, wist Matthew dat haar rug op hem zou liggen wachten in bed en voor het eerst vond hij dat niet erg.

==

In zijn koude, kale huis met vier slaapkamers pakte Adam die avond een koffer in. Het was de kleine Danny die hem eraan herinnerd had dat er in de cottage maar twee slaapkamers waren, iets wat Finch zou weten. Als hij bij hen introk, zou Finch het voor de hand liggende aannemen; Danny in het ene bed, hij en Stevie in het andere. Hun plan werkte beter dan hij had durven hopen. Hij had gezien hoe vaak Mat-thews blik tijdens de barbecue richting Stevie was gegaan. En wat Jo betrof, Adam raakte haar duidelijk. Dat zag hij aan de manier waarop ze boos naar hem grijnsde in de vrolijke feestmassa alsof ze genoot van de gedachte dat hij mogelijk leed. Net zoals een wesp, stak Jo om te doden als ze zich bedreigd voelde. Toen zag hij hoe ze het jongetje behandelde. Alles was veranderd toen hij zag hoe Danny haar probeerde te knuffelen en Jo hem wegduwde alsof hij iets afstotelijks was. Iets in de gebeurtenissen van die avond had alle stukjes van zijn hart door elkaar gehusseld.

Hij dacht aan hoe langzaam Stevies hoofd zijn kant op gedraaid was toen hij voorstelde in Humbleby bij haar in te trekken. Hij had het niet voor mogelijk gehouden dat iemands ogen zó ver uit konden puilen zonder eruit te vallen. Hij moest zich inhouden om niet in lachen uit te barsten, want hij was bang dat ze hem zou slaan met de dichtstbijzijnde prul van Midnight Moon.

‘Eén laatste zetje en ik zweer je dat ik als ze over zeven dagen nog niet uit elkaar zijn weer verhuis. Maar ik beloof je dat het zal lukken.’

‘Je maakt natuurlijk een grapje!’ zei Stevie ademloos.

Nah,’ antwoordde Adam. ‘Ik ben in mijn hele leven nog nooit zo serieus geweest.’

Hoewel duidelijk tegen beter in, had ze geluidloos en langzaam instemmend geknikt en haar koffie opgedronken. Wie had ooit gedacht dat ze hun toevlucht tot zulke maatregelen zouden moeten nemen?