Hoofdstuk 19

==

Met een behoorlijke dosis verwaandheid paradeerde Adam MacLean de volgende ochtend over het tuinpaadje en belde zoals afgesproken om halftien aan bij Blossom Lane 15, en met een behoorlijke dosis nederigheid ontving Stevie hem. Hij nam haar aanbod van een kop koffie aan en liep haar achterna de keuken in waar de percolator al op heerlijk geurende bonen stond te kauwen. De ruimte zag er heel anders uit als hij niet met meel bedekt was, merkte hij op. Ze deed duidelijk meer haar best sinds Mattje weg was. Het was er zelfs stralend schoon, net als in de voorkamer waar ze heen gingen toen de koffie klaar was, op een klein beetje rommel dat een huis gezellig maakte na; Spidermanpantoffels, blocnotes en pennen, een grote bak met lego en een heel vreemd van een sok gemaakt hoofd dat op een jampot rustte en gras als haar had. Adam ging op de vierpersoonssofa zitten en nam bijna de helft ervan in beslag. Op de salontafel lag een van die beroerd slechte boeken voor domme vrouwen, De Mallemolen van het Leven door Beatrice Pollen. Hij pakte het op, las de flaptekst vluchtig en minachtend door en legde het op zo’n manier terug dat Stevie niet hoefde te gissen naar zijn mening erover.

‘Dus,’ zei hij nogal zelfvoldaan, ‘je ben van gedachte veranderd?’

‘Het was geen makkelijke beslissing.’

‘Dat zal wel, ja.’

Ze maakten zelfs van het drinken van hun koffie een soort duel.

‘Wat heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat je belde?’

‘Hij – Matthew – kwam gisteravond langs.’

‘Aye, dat zei-je al in de supermarkt. Met die gigantische komkommer.’

Stevie ontblootte haar tanden even maar hapte niet toe. In plaats daarvan ging ze ijskoud verder: ‘Hij vertelde me dat hij het met háár aangelegd had op de bruiloft van Pam en Will.’

‘O?’

‘En ik moet woensdag dit huis uit zijn en mijn bruiloft afzeggen.’

‘O.’ Het was eigenlijk best een meevoelende ‘o’ van hem, omdat hij van de snelheid waarmee ze haar koffie ineens naar binnen slokte kon afleiden dat ze wellicht een beetje ontdaan was dat ze dat moest.

‘Waar ga je dan wonen?’ vroeg hij.

‘Ik heb geen flauw idee. Ik zal als een gek op zoek moeten nu. En inpakken. Jezus, ik weet niet wat ik als eerste moet doen.’ Haar stem klonk vreemd en ze kuchte het weg.

‘En wil je nu weten wat ik denk?’ vroeg Adam MacLean. Hij droeg een spijkerbroek en een korenbloemblauw shirt dat bij zijn ogen paste.

‘Ga je gang,’ zei ze.

‘Ik denk dat we moeten doen alsof we scharrelen.’

Scharrelen? Wat bedoelde hij daar nou weer mee? Ze had een tolk nodig om met deze achterlijke vent te communiceren.

‘Sorry, ik kan je niet volgen.’

‘Scharrelen. Je weet wel, met elkaar aanpappen.’

‘Wie?’

‘Jij en ik.’

‘Jij en ik?’ Stevie lachte en was benieuwd naar de clou, want het was toch zeker een geintje? En erg grappig was het niet. Zij was serieus en hij liep te dollen.

‘Nee, het is geen grap,’ zei hij. ‘Het maakt deel uit van mijn masterplan.’

‘Je masterplan?’

‘Is hier een echo?’ gromde hij. Stevie negeerde hem en hij ging verder: ‘Ten eerste heb ik Jo’s besluit om me te verlaten niet aangevochten. Ik heb haar gewoon laten gaan. Ik wist dat dat haar veel meer zou doen dan als ik me zou gedragen zoals zij van me verwachtte.’

Stevie vroeg niet wat Jo van hem verwachtte. Dat leek nogal duidelijk. Het moest iets gevaarlijks zijn wat heel veel pijn deed.

‘En je wilt dat wij met elkaar aanpappen?’

‘Hemel, nee!’ protesteerde hij iets te heftig. ‘Alleen doen alsof.’

‘Je spoort niet.’

‘Kan heel goed zijn, maar heb jij een betere oplossing dan?’

Dat snoerde Stevie de mond, want dat had ze inderdaad niet.

‘Zou ik heel misschien nog een kopje koffie mogen?’ vroeg hij. ‘Met een pietsie meer melk, als dat kan?’

‘Ja, natuurlijk,’ antwoordde Stevie, en ze liep half verdoofd naar de keuken. Adam pakte nog een Midnight Moon-boek van de tafel bij het raam. De Zwijgzame Vreemdeling, ook door Beatrice Pollen, dat moest wel haar lievelingsschrijfster zijn.

Die Pollen was waarschijnlijk een oud schrijvend omaatje met een liefdeloos leven dat haar dromen waarmaakte via hoofdpersonen met namen als Maddox Flockton en Devon Earnshaw. Sjonge, wie bedacht die onzin?

==

Flirterig schoof Devon haar weelderige kastanjebruine haar opzij om haar lange zachte nek te ontbloten. Maddox greep haar vast en negeerde haar protesten terwijl hij kussen op die nek deed regenen tot ze zich aan hem overgaf en hard kreunde: ‘Maddox, o Maddox!’

==

Troep, o troep, dacht hij, waarna hij het boek sloot en teruglegde waar hij het bij het raam gevonden had. Toen viel zijn blik op het huis aan de overkant, vlak voor Stevie terugkwam om een enorme mok voor hem op tafel te zetten. Het was een leukigheidje geweest als kerstcadeau en nog net geen paardentrog.

‘Is da heus te huur?’ Hij wees naar de grote cottage aan de overkant.

‘Ja,’ antwoordde Stevie, die min of meer verstond wat hij zei.

‘Waarom neem je die nie dan?’

‘Geintje zeker!’ zei Stevie met een lach die van de gek op zolder had kunnen zijn. ‘Dat zou ik van mijn levensdagen niet kunnen betalen.’

‘Krijg je dan geen huursubsidie?’

‘Huursubsidie?’ zei Stevie verontwaardigd. ‘Waarom denk je dat ik huursubsidie zou krijgen?’

‘Ik... eh... nam gewoon aan, omdat ik je elke dag in de sportschool zie, dat je niet werkte.’

‘Nou, dat doe ik dus wel,’ zei Stevie.

‘Wat doe je dan?’

‘Dat gaat je geen bal aan!’ Alsof ze hem dat zou vertellen nadat hij haar boek had weggelegd alsof het een waardeloze prul was. En dan zijn spottende gelach aanhoren zeker?

‘Sorry dat ik het vroeg,’ zei Adam, die zijn handen als vredesgebaar omhoog hield. Hij nam een slok koffie, maar in tegenstelling tot haar stille wens verbrandde hij niet gruwelijk zijn mond. ‘Hoe duur is ’t dan?’

Stevie zuchtte en haalde de krant tevoorschijn om hem wat beknopte details te laten zien. ‘Te duur voor mij, en mijn salaris.’

‘Goeie god!’ riep Adam uit toen hij de prijs in het oog kreeg. ‘Je zou goedkoper uit zijn als je in een penthouse in het Hilton ging wonen.’

‘Precies.’

‘Hmm.’ In gedachten wreef hij over zijn gladde, pasgeschoren kin. ‘Hoewel het Hilton niet zo’n mooi uitzicht heeft als dat heus.’

‘Pardon?’

‘En als je het je niet kunt veroorloven, is dat juist helemaal de perfecte plek,’ dacht hij hardop. Dit begon er zeerrr interessant uit te zien.

Stevie schudde het hoofd. ‘Geen idee waar je het over hebt, meneer MacLean.’

‘Als je daar zou wonen...’

‘Dat zou ik niet kunnen, al had ik een miljoen op mijn bankrekening,’ onderbrak Stevie hem terwijl ze opstandig het hoofd schudde. ‘Ik heb echt geen zin om dag en nacht toe te kijken hoe zíj samen in dít huis wonen, en bovendien...’

‘Ho paard!’ bromde Adam. ‘Als je daar gaat wonen, zou je ze helemaal gek maken. “Hoe kan ze het aanzien om tegenover ons te wonen? Hoe kan ze het betalen?” zouden ze zich afvragen. Dan kom ik langs met iets floerigs...’

Vloerigs? ‘Als je “vloeren” bedoelt, ik gok zomaar dat die er al in zitten, meneer MacLean. Net als waarschijnlijk de plafonds. En misschien zelfs een muur.’ Wat heeft-ie geslikt?

‘Och! Geen vluuren, iets fleurigs.’

Stevies gezicht, dat nu een masker van totale verbijstering droeg, vertelde hem dat ze er niets van begreep, dus ademde hij woest in om het, niet al te geduldig, uit te leggen: ‘Blommen. Als ik langskom met blommen, zouden ze hun koppen... hoofden breken met alle vragen die daarin opkwamen. Denk er es over na. Niet alleen hebben we niet gereageerd zoals het afgewezen partners volgens de wetten van de liefde betaamt, maar we beginnen ook nog een eigen relatie, denkbééldige relatie,’ benadrukte hij voor de duidelijkheid. ‘Ik denk dat het groene monstertje aanstonds... snel de kop op zal steken. Psychologische oorlogsvoering. Niemand wil zo snel vervangen zijn.’

Oké, daar had hij een punt, dacht Stevie, maar wat zou het met haar eigen geestelijke gezondheid doen?

‘Zoals ik je al eerder probeerde duidelijk te maken: psychologische oorlogsvoering,’ zei hij weer, terwijl hij aan de buitenkant van zijn voorkwab op zijn schedel tikte. ‘Ik neem aan dat Matthew verwachtte dat je door ’t lint zou gaan, zoals mijn Jo van mij dacht, dat weet ik. Maar dat hebben we niet gedaan, we hebben hun niet gegeven wat ze wilden. Geloof me, hun hersenen proberen nu de vreemde en wonderlijke wezens die wij zijn te begrijpen en dat lukt ze nie. We spoken door hun hoofd. Ze verwachten meer van ons. Ze verwachten dat we gaan flippen en in oude gewoontes vervallen, maar dat krijgen ze niet te zien en daar zullen ze niets van snappen. Zeg me maar dat Mattje niet van je verwacht dat je heibel zult maken.’

Stevie dacht aan alles wat ze Matt verteld had over haar problemen met Mick, over hoe dwaas ze zich van verdriet had gedragen. Hij had geduldig naar haar geluisterd, vol liefde en begrip. Ze had toen niet kunnen weten dat haar bekentenis zou worden opgeslagen en op een dag tegen haar gebruikt zou kunnen worden. Nu zou hij haar vroegere daden als excuus gebruiken om zich zo snel mogelijk van haar los te maken.

‘Ja, dat zal hij verwachten,’ gaf ze stilletjes toe.

‘Nou, er zijn redenen waarom Jo hetzelfde van mij verwacht.’

‘Dat is duidelijk,’ zei Stevie.

Het stond hem niet aan dat ze dat zei, zo vol suggestie.

‘Okie. Dan zullen ze deze onverwachte wending in geen miljoen jaar zien aankomen.’

Stevie dacht na over alles wat hij gezegd had. Ze wilde niet graag toegeven dat hij weleens gelijk kon hebben, maar ze moest wel, want ze was wanhopig. Hoe dwaas het hele plan ook klonk, het was een poging waard. Tenminste, dat zóú het geweest zijn als ze het geld ervoor gehad had.

‘Ik bel de heusbaas over dat heus an de overkant...’ begon MacLean.

‘Wacht even,’ onderbrak Stevie hem. Luisterde hij dan niet? Had hij dan niet gehoord dat ze het zich niet kon veroorloven? Had het lawaai van al die doedelzakken zijn trommelvliezen aangetast?

‘Als je ermee instemt om daar te gaan wonen, komen we wel tot een overeenkomst over het geld die je er niet bij in zal laten schieten,’ onderbrak Adam haar op zijn beurt. ‘Misschien kan ik de heusbaas overhalen iets omlaag te gaan met de prijs.’

Ja, ze kon zich voorstellen dat hij heel goed was in afdingen. Ze zag een scène voor zich waarin een oude, weerloze huisbaas in een hoofdgreep werd gehouden en zei: ‘Goed, goed, we sluiten een compromis! Maar ga alsjeblieft van mijn luchtpijp af!’

Ze schudde bedachtzaam het hoofd. Dit leek hem kwaad te maken.

‘Luister, mevrouwtje, ik doe dit in eerste plaats voor mij en Jo, niet voor jou en hém, gesnopen? Dit is geen liefdadigheid, als je dat soms denkt.’

‘Duh!’ Alsof dat idee ook maar bij haar opgekomen was.

‘Goed dan. Het is de enige manier en geloof me dat ik lang genoeg over andere oplossingen heb nagedacht. Dus als je me nu je telefoonnummer wilt geven...’

Stevie pijnigde haar hersenen om alternatieven te verzinnen, maar kon niets bedenken. Zoals hij al zei, en hoe dwaas het ook was, het was het proberen waard. Alles was het proberen waard. Zelfs een heidens verbond met McBeëlzebub hier. Ze móést Matthew terugkrijgen, dus slikte ze haar trots in, die bitter en klonterig door haar slokdarm zakte.

‘Goed, we doen het,’ zei ze, met een grote zucht van berusting.

Als zij en Matthew eenmaal weer bij elkaar waren zouden ze hier misschien op een dag zelfs om kunnen lachen, omgeven door kleinkinderen met een glas chocolademelk bij de open haard, terwijl meneer en mevrouw MacLean allang in de vuilnisemmer van het verleden verdwenen waren. Ze krabbelde haar mobiele telefoonnummer neer op een van de vijf miljoen blocnotes die overal in huis rondslingerden in geval van plotselinge inspiratie, waarna Adam vlug vertrok; een man met een missie, recht op zijn doel af.

==

Het duurde een uur, waarin haar zenuwen zich tot een sjaal van knopen hadden gevormd, voordat hij belde.

‘De heusbaas wil-nie naar beneden,’ zei hij.

‘Sorry?’

‘De heusbaasss wil niet naar be-ne-duh met de prijs,’ articuleerde Adam langzaam.

‘O, nou ja, dan gaat het over.’

‘Ik vul wat jij je kunt permitteren aan. De details spreken we later wel door. Het huurcontract is getekend en ik heb de sleutel, die ik vanmiddag bij je langs zal brengen, dus als je iets zwaars hebt om te tillen, doe ik dat straks, want je begint vandaag met verhuizen. Bel je vent morgen om te zeggen dat je een dag eerder uit het heus bent. En nu pakken!’

Hij verbrak de verbinding voor Stevie ook maar een enkel woord van protest kon uitbrengen.