95
‘Het was echt een heerlijke avond, Sean.’
Sylvia en hij waren teruggegaan naar het huis en zaten nu op de kleine, overdekte veranda bij de keuken naar het naderende onweer te kijken.
‘Ik hou ervan om te kijken als het spookt op het meer,’ zei ze. ‘Overdag is het nog mooier, als je het ziet naderen over de bergkammen.’
Ze keek om en zag dat hij haar strak aan zat te kijken. ‘Wat is er?’
‘Ik zat net te denken dat ik iets weet wat nog veel mooier is dan een onweer, en dat het nu vlak naast me zit.’
Ze glimlachte. ‘Is dat een oud openingszinnetje uit je studietijd?’
‘Ja, maar het grote verschil is dat ik het deze keer meen.’
Ze gingen wat dichter bij elkaar zitten, hij sloeg zijn arm om haar schouder en ze liet haar hoofd tegen zijn borstkas rusten.
‘Zoals ik al eerder heb gezegd: het is fijn als iemand anders eens voor je zorgt.’
‘Jullie zijn een leuk stel samen. Echt waar.’
Sylvia gaf een gil en ging met een ruk rechtop zitten. King was al half opgestaan voordat het tot hem doordrong dat dat geen zin had zolang er een pistool op hem gericht was, en liet zich toen weer zakken.
Eddie Battle stond tegen de deurpost geleund. Hij had zijn wetsuit nog aan en richtte zijn pistool eerst op Sean en daarna op Sylvia. De rode stip van de laser danste over hun lijf als een roodgloeiend kooltje aan het touwtje van een poppenspeler.
‘Jullie zijn zelfs zo’n leuk stel dat ik er een foto van zou maken, als ik een camera bij me had.’
‘Wat moet je, Eddie?’
‘Wat moet ík? Wat moet jij hier, Sean?’
King ging voor Sylvia staan. Eddie stapte de loggia binnen.
‘Dat vroeg ik jou.’
‘Weet je, ik mag je graag. Echt waar. Ik ben niet kwaad op je omdat jij degene bent die me te pakken heeft weten te krijgen. Het was een fraaie geestelijke krachtmeting. Ik had altijd al gedacht dat jij het vroeg of laat door zou krijgen. Daarom heb ik geprobeerd Michelle en jou buiten gevecht te stellen, toen bij je woonboot.’
‘Waarom bespaar je iedereen niet een hoop moeite en geef je jezelf niet gewoon over? Er staat een deputy voor de deur.’
‘Nee, Sean. Die staat niet voor de deur,’ verbeterde Eddie hem. ‘Hij zit in zijn auto, aan het eind van de oprit. Ik heb net gekeken. Met deze storm kan ik jullie allebei afknallen, en dan nog een feestje geven ook, zonder dat hij er ook maar iets van merkt.’
‘Goed, en dus...?’
‘Dus komen jullie nu met mij mee. We gaan een eindje varen.’
Langzaam liet King zijn hand zakken en drukte die tegen de zak van zijn jasje. Daar zat zijn nieuwe mobieltje in.
‘Het meer op? Maar het onweert!’ zei Sylvia.
Door de stof heen voelde King het toetsenbordje. Blijf hem bezighouden, Sylvia.
Alsof ze gedachten kon lezen zei ze: ‘En over het water kom je toch niet weg.’
‘Ik probeer helemaal niet weg te komen. Dat idee heb ik allang opgegeven.’
King vond de snelkeuzetoets die hij zocht en drukte erop, zocht daarna op de tast naar de call- knop en drukte die eveneens in. Hij zou dit precies goed moeten zien te timen.
Zodra hij hoorde dat hij verbinding had en een stem hallo begon te zeggen, riep hij: ‘Verdomme, Eddie, dit is krankzinnig. Ben je nu ook al een ontvoerder?’
‘Ja, al dat moorden werd een beetje eentonig. Vooruit.’
‘We gaan niet met je mee het meer op. Punt uit.’
De rode punt stond nu op Sylvia’s voorhoofd. ‘Dan schiet ik haar hier dood. De keus is aan jou. Mij maakt het geen moer uit.’
‘Neem mij dan maar mee,’ zei King.
‘Dat valt buiten de planning. Jullie moeten allebei mee.’
‘Waarheen dan?’
‘Nee, dan is het geen verrassing meer.’ Eén angstaanjagend ogenblik kregen ze het gezicht te zien van iemand die al negen mensen had afgeslacht. ‘Kom op, Sean. En ik bedoel echt nu meteen.’
Om de een of andere reden die haar zelf niet eens duidelijk was, was Michelle nadat ze afscheid van Savannah had genomen naar Eddies studio gegaan om daar wat rond te kijken. Ze was ervan overtuigd dat de man niet om zijn huis sloop. Er stonden hier overal bewapende politiemensen en Eddie was niet achterlijk. Maar terwijl ze van schilderij naar schilderij liep, vroeg ze zich onwillekeurig af hoe een man die zoveel mensen had vermoord zulke mooie schilderijen had kunnen maken. Het leek haar niet mogelijk dat een en dezelfde geest en lichaam zo’n goede kunstenaar en zo’n angstaanjagende moordenaar konden herbergen. Ze huiverde en sloeg haar armen om haar heen. En dan te bedenken dat ze iets voor hem gevoeld had. Wat zei dat over haar oordeelsvermogen, haar kijk op andere mensen? Hoe kon ze ooit nog op haar gevoel vertrouwen? Die afschuwelijke gedachte bezorgde haar een brandend gevoel in haar maag. Ze bukte zich en voelde zich plotseling misselijk en duizelig. Ze stak haar onderarmen tussen haar dijen en deed haar uiterste best om niet in elkaar te zakken.
God, hoe heb ik toch zo blind kunnen zijn? Maar daarna herinnerde ze zich iets wat ze ooit had gehoord: dat sommigen van de beruchtste moordenaars uit de geschiedenis er helemaal niet als moordenaars hadden uitgezien en zich al evenmin zo hadden gedragen. Het waren leuke en charmante types geweest, met een bijna magische aantrekkingskracht op andere mensen. Dat was misschien nog wel het meest angstaanjagende: ze waren niet anders dan jij en ik.
Toen haar mobieltje begon te piepen ging ze weer rechtop staan. Ze zei hallo, maar kreeg geen antwoord. En toen hoorde ze King iets roepen. Er was maar één woord dat ze goed verstond, maar dat was voldoende.
‘Eddie!’
Terwijl ze stond te luisteren en er probeerde achter te komen wat zich daar aan de andere kant van de draadloze verbinding afspeelde, keek ze zoekend om zich heen, zag een vaste telefoon op een tafeltje naast een van Eddies schildersezels staan en belde Todd Williams.
‘Ze zijn bij Sylvia... denk ik.’
‘Godver! Maar Sean heeft een agent meegekregen.’
‘Misschien is die al dood.’
‘Ik ga er nu meteen naartoe.’
‘Ik ook.’
Michelle zette het mobieltje weer aan haar oor en rende terug naar Casa Battle. Ze sprintte naar haar kamer, griste haar autosleutels mee en holde weer naar buiten. Ze stond net op het punt om in haar suv te springen toen ze abrupt bleef staan en weer het huis binnenrende, naar Savannahs kamer holde en de deur opensmeet. Savannah lag op bed. Ze sprong op toen Michelle de kamer binnenkwam. Michelle sloeg haar hand over de microfoon van haar mobieltje, zodat Eddie niets zou horen.
‘Mijn god, wat is er aan de hand?’ vroeg Savannah.
‘Ik heb je mobieltje nodig.’
‘Wat?’
‘Hier met dat ding!’
Een paar seconden later stapte Michelle in haar auto, met haar mobieltje nog steeds tegen haar oor gedrukt, terwijl ze ingespannen luisterde naar alles wat haar zou kunnen helpen om erachter te komen waar Sean zich nu bevond.
Wacht eens even. Ze hoorde iets, maar wat?
‘Boot!’ Sean vroeg waar Eddie hen met de boot heen bracht. Dat had ze duidelijk verstaan.
Ze toetste een nummer in op Savannahs mobieltje.
‘Todd, ze zitten op een boot op het meer.’
‘Een boot! Hoe komt Eddie verdomme aan een boot?’
‘Er liggen er een stel aan de steiger hier. Ook een heel snelle speedboot.’
‘Shit!’
‘Todd, heb jij een boot?’ vroeg ze panisch.
‘Nee. Dat is te zeggen, de boswachterij heeft er een, maar ik weet niet waar die nu is.’
‘Mooi is dat!’ Michelle dacht koortsachtig na. Idioot! Boten genoeg hier.
‘Hoe snel kun je hier zijn?’
‘Nou, eh..., over tien minuten,’ zei Williams.
‘Zorg dat je over vijf minuten op de steiger staat. Het is een eind lopen vanaf het landhuis, maar ze hebben een golfkarretje. Het pad is verlicht en er staan wegwijzers.’
‘En jij dan?’
‘Wát is er met mij? Wát?’ riep ze.
‘Heb jij dat karretje dan niet nodig?’
‘Dat houdt me alleen maar op. Nou, luister goed. Op weg hiernaartoe moet je de boswachterij bellen, die boot zien op te sporen en een paar gewapende agenten het water op sturen. En zorg voor wegversperringen op alle wegen van en naar het meer. Bel de fbi en de staatspolitie en stuur hier zo snel mogelijk een helikopter met een groot zoeklicht naartoe. En laat een swat- of Hostage Rescue-team overkomen.’
‘Dat gaat een hoop tijd kosten, Michelle.’
‘En die hebben we niet, dus doe het nou maar gewoon!’
‘Het is een groot meer. De kustlijn is meer dan achthonderd kilometer lang. Dat is langer dan die van de hele staat Rhode Island.’
‘Bedankt voor de informatie. Schiet nou op, man!’
Ze verbrak de verbinding, sprong de auto uit, rende om het huis heen en holde zo snel als ze maar kon over het verlichte pad naar de steiger. Ze hield haar mobieltje tegen haar oor gedrukt in de hoop dat ze nog iets meer te weten zou komen, maar het enige wat er te horen viel, was een luid gebrul. Als ze in de boot zaten, zouden de motoren alles overstemmen.
Ze rende de steiger op, drukte op een knop en plotseling baadde de hele omgeving in het licht. Op dat ogenblik schoot er een enorme bliksemstraal horizontaal door de lucht, onmiddellijk gevolgd door een donderslag die zo luid was dat ze haar handen over haar oren sloeg.
Onmiddellijk zag ze de lege aanlegplaats. ‘Shit, hij zit in de FasTech.’
Ze belde Todd weer. ‘Hij zit in een Formula FasTech, een tien meter lange boot, wit met een rode...’
‘Ik ken het type. Enig idee wat voor motoren daarop zitten?’
‘Ja, twee Mercedes-motoren van vijfhonderd pk met een Bravo-schroef. Als je hier niet binnen drie minuten bent, vertrek ik zonder je.’ Ze verbrak de verbinding.
‘Oké, wat hebben we verder nog,’ vroeg ze zichzelf hardop af terwijl ze over de steiger holde. Jetski’s waren snel en wendbaar, maar hadden geen boordlichten en ze kon zich niet goed voorstellen dat de grote en zware Todd in staat zou zijn om zich aan haar vast te klampen of er zelf een te besturen. En na die ongelijke strijd op de weg met Roger Canney wilde ze wat meer pk’s tot haar beschikking hebben als het op een krachtmeting tussen twee boten aankwam.
Ze bleef staan bij de grote Sea Ray Cruiser. Qua snelheid was die duidelijk niet opgewassen tegen de FasTech, maar het was een grote boot, met grote motoren, en meer had ze niet nodig. Ze schoot het slot van de opslagloods kapot, stapte naar binnen, vond de sleutels van de Sea Ray en de afstandsbediening voor de lift waar die in hing, en liet de boot in het water zakken.
Een paar minuten later kwam Todd Williams aanracen in het golfkarretje. Hij griste een reddingsvest mee en sprong aan boord.
‘Ik heb iedereen gebeld. De boswachterij vaart uit vanaf de Haley Point Bridge, vijfentwintig kilometer stroomopwaarts. Zowel de fbi als de staatspolitie stuurt helikopters en scherpschutters, en ik laat op alle wegen naar het meer wegversperringen neerzetten.’
‘Goed. Hier, pak aan en luister goed. Misschien geeft Sean ons nog een aanwijzing over hun positie.’ Williams nam de telefoon over en drukte die tegen zijn oor.
Michelle trok de gashendel naar achteren en voer zo snel de lift uit dat Williams tegen de reling viel en bijna overboord sloeg.
Terwijl hij opkrabbelde, zei hij: ‘Shit, Michelle, je weet toch wel hoe je met zo’n ding moet varen? Het is geen roeiboot.’
‘Ik leer snel. Sylvia’s huis, kun je me vertellen hoe ver dat ongeveer is en welke koers ik moet sturen?’
Todd maakte een zo goed mogelijke schatting en aan de hand daarvan berekende ze snel de tijd, de afstand en de route. In haar tijd bij de Secret Service had ze veel ervaring opgedaan met alles van smokkelboten – terwijl ze een ex-president bewaakte die van supersnelle speedboten hield – tot aan de roeibootjes waarin ze had rondgevaren met de kleinkinderen van de voornoemde ex-president als haar kostbare passagiers.
‘Oké, hou je vast.’
Ze stuurde de boot de vaargeul in en drukte de gashendel helemaal naar voren. De grote Sea Ray liet eerst wat gekreun horen, alsof hij wakker moest worden, maar toen begonnen zijn grote schroeven hard door het water te malen, zodat het alle kanten uit spatte. Zijn boeg rees op uit het water als een geïrriteerd paard dat aanstalten maakte om zijn berijder af te werpen en de boot schoot met een enorme sprong naar voren. Binnen een paar seconden scheerden ze al met een snelheid van meer dan veertig knopen het ruim achtduizend hectare grote meer op, recht op het hart van het noodweer af, zonder dat Michelle ook maar enig idee had waar ze eigenlijk naartoe moesten.