42

King en Michelle stapten uit de Lexus en keken eens rond. Omdat een van de koplampen van Michelles suv kapot was, waren ze bij Kings woonboot overgestapt in zijn auto. King haalde een zaklantaarn tevoorschijn, maar de smalle lichtbundel had vrijwel geen effect.

‘Zijn wagen staat er nog,’ zei Michelle, en ze tikte op de zijkant van Juniors gehavende pick-up. De achterbak was afgeladen met gereedschap en bouwmaterialen.

‘Junior!’ riep King. ‘Ik ben het, Sean King. We willen je spreken.’

Michelle zette haar handen om haar mond. ‘Junior! Junior Deaver!’

Ze keken elkaar eens aan.

‘Misschien is hij nog binnen.’

‘Wát? In het donker kan hij toch niet werken?’ zei King.

‘Misschien is hij in de kelder en kunnen we van hieruit het licht niet zien.’

‘Zou kunnen. Nou, dan moeten we maar even binnen gaan kijken, denk ik.’

‘Heb je nog een zaklantaarn in de auto?’

‘Nee, maar misschien ligt er wel een in Juniors truck.’

Ze keken in de laadbak en zagen een zaklantaarn op de bodem liggen. Nu schenen er twee lichtbundels door het donker.

Ze liepen door de voordeur naar binnen en keken rond.

‘Junior!’ riep King nog een keer.

Ze lieten de lichtbundels over de vloer strijken. In een hoek lag een groot dekzeil over iets wat zo te zien een hoop bakstenen was. Overal om hen heen lagen stapels hout en ander bouwmateriaal, gereedschap, emmers en zakken cement. Echt een bende.

‘Hé, het is net als bij jou thuis,’ zei King.

‘Jongen, wat ben jij toch leuk vandaag. Kijk, daar is de keldertrap.’

Michelle ging boven aan de trap staan en riep Junior. Geen antwoord.

‘Denk je dat hij een ongeluk heeft gehad?’ vroeg ze.

King keek om zich heen. ‘Dit begint wel een beetje vreemd te worden,’ zei hij zachtjes. ‘Pak je...’

Michelle had haar pistool al getrokken. Voorzichtig liepen ze de trap af.

In de verst van hen verwijderde hoek van de kelder stond een stapel blikken. Ze keken erachter. Niets. De airconditioning annex ventilatie- en verwarmingsinstallatie stond in een andere hoek. Ze schenen met hun zaklantaarns op het reusachtige apparaat, maar ook daar zagen ze niets.

Achter een van de grote luchtkokers in een gedeelte dat ze met hun zaklantaarns hadden overgeslagen, stond de man met de kap hen op te wachten tot ze weer de trap op waren gelopen en kwam toen voorzichtig tevoorschijn uit zijn schuilplaats.

Boven doorzochten King en Michelle het huis nu een stuk grondiger. Michelle was de eerste die het zag.

‘O, nee,’ fluisterde ze. Ze greep King bij de hand en trok hem naar zich toe.

‘Bloed,’ fluisterde ze in zijn oor, en toen wees ze met haar zaklantaarn naar de vloer. De donkerrode spetters waren duidelijk te zien. Met hun zaklantaarns volgden ze het spoor terug naar de plek waar het vandaan kwam: het dekzeil. Langzaam liepen ze ernaartoe, waarbij ze er goed op letten niet op de spetters te stappen. King liet zich op zijn knieën zakken en tilde het dekzeil op, zag wie het was, voelde aan de pols en merkte dat er geen hartslag meer was.

‘Het is Junior. Hij is dood. Verdomme!’ Hij scheen met zijn zaklantaarn over het lijk. ‘O, shit!’

‘Wat!’

‘Hij heeft een tourniquet om zijn nek.’

‘Je wilt toch niet zeggen dat...’

King trok het dekzeil nog wat verder weg en scheen met de zaklantaarn op de arm van de dode. ‘Zijn horloge staat op vijf uur en er wijst een zwarte pijl op de vloer naar het horloge.’

Michelle richtte haar zaklantaarn op Juniors gezicht. ‘Hij is nog niet lang dood, Sean.’

‘Weet ik. Hij is nog warm.’ King verstarde. ‘Wat was dat?’

Michelle keek achter zich; de lichtbundel uit haar zaklantaarn beschreef grote bogen door de duisternis. ‘Wat?’

‘Ik dacht dat ik voetstappen hoorde.’

‘Ik heb helemaal niets gehoord.’

Haar adem stokte haar in de keel toen ze de rode punt van een laser op Kings voorhoofd zag verschijnen. Michelle wist alles van vuurwapens en het was haar dan ook onmiddellijk duidelijk wat dit te betekenen had. ‘Sean, niet bewegen,’ zei ze met schorre stem. ‘Er staat een rood lichtje op je voorhoofd.’

‘Wát...’ Maar toen drong het tot hem door wat ze zei. Als het richtpunt van een laservizier ergens zichtbaar werd, kon dat elk ogenblik worden gevolgd door een kogel die precies zou inslaan op het richtpunt. In dit geval dus in Seans voorhoofd.

Terwijl ze stond te kijken, schoof de rode punt langzaam naar Michelles pistool en bleef daar toen omheen zwermen, als een dodelijke wesp die aanstalten maakte om te steken. Ook deze boodschap liet aan duidelijkheid niets te wensen over. Ze aarzelde en vroeg zich af of ze zich niet beter kon omdraaien om snel een schot te lossen. Moest ze dat risico nemen? Snel keek ze naar King. Die had natuurlijk ook gezien waar het rode stipje zich nu bevond. Hij begreep wat ze dacht en schudde gedecideerd van nee.

Met tegenzin legde ze het pistool op de grond en schoof het met haar voet een eindje weg. Toen de rode punt op haar zaklantaarn verscheen, zette ze die uit en legde hem op de vloer. King volgde langzaam haar voorbeeld. Toen verscheen het rode puntje op haar borstkas en schoof pesterig heen en weer over haar lichaam, alsof degene die de laser op haar gericht hield haar streelde.

Michelle raakte steeds geïrriteerder en begon zich af te vragen hoe ver ze zou moeten springen om haar pistool weer te kunnen grijpen. Doordat ze zo ingespannen stond te berekenen wat de kansen waren dat het haar zou lukken om een schot te lossen voordat de ander daarin slaagde, ontging het haar dat het rode puntje inmiddels verdwenen was.

Toen dat eindelijk tot haar doordrong, keek ze naar Kings silhouet, dat in het donker nog vaag zichtbaar was.

‘Is hij weg?’ vroeg ze zachtjes.

‘Weet ik niet,’ fluisterde King terug.

Even later klonken er echter schoten. Ze lieten zich allebei plat op de vloer vallen en Michelle kroop wanhopig naar de plek waar ze dacht dat haar pistool moest liggen. Vijf centimeter, dertig... Schiet op! Schiet op! Toen haar vingers zich om het metaal bogen, hield ze stil en luisterde ingespannen of ze iets hoorde.

‘Sean, alles goed?’

De ene seconde na de andere verstreek zonder dat ze iets hoorde.

‘Sean!’ fluisterde ze dringend, en toen hij weer geen antwoord gaf, voelde ze zich wanhopig worden.

‘Met mij is alles in orde,’ zei hij toen eindelijk.

‘Verdomme, ik kreeg bijna een hartaanval. Waarom zei je niets?’

‘Omdat ik boven op Junior ben terechtgekomen. Daarom!’

‘O.’

‘Inderdaad: o.’

Ze bleven nog een paar minuten wachten. Toen ze in de verte een automotor hoorden starten sprong Michelle overeind, griste een zaklantaarn van de vloer en rende naar buiten, op de voet gevolgd door King.

Ze gingen behoedzaam in de Lexus zitten.

‘Bel het alarmnummer,’ zei King, ‘en zeg dat ze de wegen in de omgeving zo snel mogelijk moeten afsluiten. En probeer dan Todd te bereiken.’

Michelle was al aan het bellen.

King gaf gas en de Lexus hotste moeizaam naar voren. De wagen schudde zelfs zo wild heen en weer dat de telefoon uit Michelles hand schoot. King trapte op de rem.

Ze keken elkaar eens aan.

‘Wel verdomme! Hij heeft de banden lek geschoten,’ zei King vol ongeloof. ‘Daar kwamen al die schoten vandaan. Eens zien of ik nog kan rijden.’ Dertig meter verder was het maar al te duidelijk dat ze al snel een as zouden breken als ze harder reden dan tien kilometer per uur.

Michelle sprong de auto uit en scheen met de zaklantaarn op de platte voor- en achterbanden aan haar kant. Daarna rende ze terug om naar Juniors pick-up te kijken, maar ook daarvan waren twee banden kapotgeschoten. Terwijl King onderuitgezakt tegen zijn auto geleund stond, belde ze het alarmnummer, vertelde wat er aan de hand was en nam daarna contact op met Todd.

Toen ze klaar was, liep ze naar hem toe en zei: ‘Todd en zijn manschappen zijn onderweg.’

‘Goed om te weten,’ zei hij zachtjes.

‘Je weet maar nooit, Sean. Misschien hebben ze geluk en krijgen ze die kerel nog te pakken.’

‘Zoveel geluk hebben de goeden maar zelden.’ Hij sloeg zijn armen over elkaar en tuurde naar het half-afgebouwde huis.

Met haar vlakke hand gaf Michelle een dreun op de motorkap. ‘God, ik voel me echt het grootste groentje van de hele wereld! Dat we ons zó door die kerel hebben laten verrassen! We waren waarschijnlijk maar een meter of drie van die maniak af. Drie meter! En hij heeft weten te ontkomen!’ Ze tuurde zwijgend naar de grond en wierp toen een blik op haar partner. ‘Oké, en zeg nou eens iets tegen me. Waar denk je aan?’

Hij gaf niet onmiddellijk antwoord, en toen hij iets zei, trilde zijn stem enigszins. ‘Ik denk dat drie kinderen vanavond hun vader zijn kwijtgeraakt, en een vrouw haar man. En ik vraag me af wanneer dit nou eindelijk eens ophoudt.’

‘Pas als iemand hem weet te stoppen.’

Zonder zijn ogen van het niet-afgebouwde huis af te wenden zei King: ‘Nou, van nu af aan houden we ons hier fulltime mee bezig.’

Het uur van de zonde / druk 1
titlepage.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_0.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_1.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_2.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_3.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_4.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_5.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_6.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_7.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_8.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_9.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_10.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_11.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_12.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_13.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_14.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_15.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_16.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_17.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_18.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_19.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_20.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_21.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_22.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_23.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_24.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_25.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_26.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_27.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_28.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_29.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_30.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_31.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_32.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_33.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_34.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_35.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_36.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_37.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_38.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_39.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_40.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_41.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_42.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_43.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_44.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_45.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_46.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_47.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_48.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_49.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_50.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_51.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_52.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_53.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_54.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_55.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_56.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_57.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_58.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_59.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_60.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_61.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_62.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_63.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_64.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_65.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_66.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_67.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_68.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_69.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_70.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_71.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_72.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_73.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_74.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_75.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_76.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_77.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_78.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_79.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_80.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_81.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_82.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_83.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_84.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_85.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_86.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_87.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_88.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_89.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_90.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_91.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_92.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_93.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_94.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_95.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_96.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_97.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_98.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_99.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_100.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_101.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_102.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_103.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_104.xhtml