33

‘Kyle, wat doe je nou?’ vroeg Sylvia terwijl ze het kantoorgedeelte van haar praktijk binnenliep en Kyle daar achter de computer zag zitten.

Hij draaide zich snel om. ‘O, hallo, dokter, ik had u nog niet verwacht zo vroeg op de ochtend.’

‘Kennelijk niet, nee. Maar wat ben je nou eigenlijk aan het doen?’

‘Gewoon, aan het internetten.’

‘Ik heb je al eerder gezegd dat deze computer niet voor privégebruik bestemd is.’

‘Dit was ook geen privégebruik. Ik wilde wat nieuwe operatiekamerpakken en mondkapjes inkopen, zowel voor het mortuarium als voor de praktijk, en ik heb op het web een adres gevonden waar die een stuk goedkoper zijn.’

‘Kyle, voor mijn praktijk is dat prima, maar het mortuarium is een overheidsinstelling. Daar hebben we vaste inkoopprocedures voor en die zijn heel rigide. Je kunt niet zomaar op eigen houtje iets bestellen en de overheid daar dan een cheque voor laten uitschrijven.’

‘Gut, dokter, ik probeer alleen maar wat geld te besparen.’

‘Dat stel ik ook zeer op prijs, maar we moeten ons nou eenmaal aan de procedures houden.’

‘Soms vraag ik me af waar ik me eigenlijk druk om maak – al die bureaucratie.’

‘Denk je dat ík dat soms leuk vind? Hoor eens, stuur me maar een e-mailtje met een overzicht van de kostenverschillen, dan sluis ik dat wel door aan de betrokken instantie. Als het een goede deal is, doen we het, zowel in de praktijk als in het mortuarium.’

Kyles gezicht klaarde op. ‘Oké, dokter. Te gek.’

Ze sloeg haar armen over elkaar en keek hem strak aan. ‘Zo te zien ben je er weer helemaal bovenop. Dat moet een heel kortdurende infectie zijn geweest.’

‘Ja. Hoe gaat het met u? Voelt u zich al wat beter?’

‘Nee,’ zei ze kortaf. ‘Maar ik kan het niet maken om zomaar niet te komen opdagen.’

‘Ach kom, dokter. De doden zullen het heus niet merken als u eens wat achterligt op schema.’

‘Overal in het land liggen de mortuaria vol lijken die elke minuut verder bederven. Zo gaat er belangrijk bewijsmateriaal verloren en wordt ook de kans dat misdadigers vrijuit gaan steeds groter. Ik weiger dat hier te laten gebeuren.’

‘Dat is duidelijk, dokter. Wat een toewijding.’

‘Mm-mm. Maak je werk hier maar snel af. We moeten nog een verslag opstellen over de zaak-Battle en de zaak-Hinson, en we hebben vandaag ook de hele dag patiënten.’

‘Ik kom eraan.’

Toen Sylvia weg was, ging Kyle snel verder met waar hij mee bezig was geweest: het manipuleren van de voorraadadministratie van de apotheek, om zo zijn diefstallen te verbergen. Toen hij klaar was, herinnerde hij zich dat hij snel wat goedkope operatiekamerpakken op internet zou moeten zien te vinden. Eén ding dat hij inmiddels wel van Sylvia wist, was dat dat mens een geheugen had als een ijzeren pot. Als hij niet met een goedkope aanbieding voor de dag kwam, zou ze hem ernaar vragen, en als hij dan het antwoord schuldig moest blijven, zou ze argwaan krijgen. Hij werd niet verondersteld een toegangscode voor deze bestanden te hebben, maar die had hij met wat list en bedrog weten los te krijgen van de vrouw die de administratie deed. Ze kwam maar drie keer per week, en dat gaf hem ruim de gelegenheid om zijn sporen uit te wissen als hij weer eens wat medicijnen had meegenomen.

Kyle had Sylvia Diaz echter onderschat. Ze koesterde toch al argwaan, en in de loop der tijd zou die steeds groter worden.

Toen Kyle opstond om achter haar aan te gaan, keek hij snel even naar de krant op het bureau naast de computer. Het was dezelfde kop die de man in de grot tot razernij had gebracht: miljonair en filantroop robert e. lee battle vermoord in ziekenhuis: seriemoordenaar verdacht. Snel las hij het artikel door. De moord was gepleegd op de avond waarop hij de vrouw in de Aphrodisiac de drugs was gaan brengen. Volgens het krantenartikel was het zelfs gebeurd rond de tijd dat Kyle langs het ziekenhuis reed. Misschien was hij onderweg de moordenaar wel tegengekomen. Bij dat idee begon hij ongemakkelijk te draaien in zijn stoel. Toen hij in gedachten de gebeurtenissen van die avond weer voor zich zag, viel het hem plotseling op wat hij had gezien, of liever: wat hij níét had gezien, en zoals al zijn hele leven zijn gewoonte was, vroeg hij zich onmiddellijk af wat die kennis hém kon opleveren.

Het uur van de zonde / druk 1
titlepage.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_0.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_1.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_2.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_3.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_4.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_5.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_6.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_7.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_8.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_9.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_10.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_11.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_12.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_13.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_14.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_15.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_16.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_17.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_18.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_19.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_20.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_21.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_22.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_23.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_24.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_25.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_26.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_27.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_28.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_29.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_30.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_31.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_32.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_33.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_34.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_35.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_36.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_37.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_38.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_39.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_40.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_41.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_42.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_43.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_44.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_45.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_46.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_47.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_48.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_49.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_50.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_51.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_52.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_53.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_54.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_55.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_56.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_57.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_58.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_59.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_60.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_61.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_62.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_63.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_64.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_65.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_66.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_67.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_68.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_69.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_70.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_71.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_72.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_73.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_74.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_75.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_76.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_77.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_78.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_79.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_80.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_81.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_82.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_83.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_84.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_85.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_86.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_87.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_88.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_89.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_90.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_91.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_92.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_93.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_94.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_95.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_96.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_97.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_98.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_99.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_100.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_101.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_102.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_103.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_104.xhtml