73

Om drie uur ‘s middags kwam Eddie eindelijk weer bij kennis.

Williams, Bailey, King en Michelle zaten bij hem in zijn kamer in het ziekenhuis. Hij keek naar hen op vanuit zijn bed. Hij zag lijkbleek, zijn bewegingen waren schokkerig en onzeker, en hij maakte een uitgeputte en haveloze indruk. Remmy zat naast haar zoon. Ze hield zijn hand stevig vast en bette met een natte doek zijn voorhoofd. ‘God, Eddie, je moet me niet nog eens zo de stuipen op het lijf jagen.’

‘Het was niet bepaald mijn idee,’ zei hij mat.

‘Wat herinner je je nog van gisteravond?’ vroeg King.

‘Dorothea en ik hebben samen gegeten en tijdens het eten hebben we gepraat. Over de recente gebeurtenissen, zeg maar. En daarvoor heb ik een tijdje bij een advocaat gezeten.’

‘Waarom is ze niet met je meegegaan naar de advocaat?’

‘Ik had het haar wel gevraagd, maar dat wilde ze niet. Het mag misschien gek klinken, maar ik denk dat ze het idee heeft dat dit allemaal vanzelf wel overwaait als ze gewoon doet of er niets aan de hand is... Maar goed, na het eten ben ik naar mijn studio gegaan om al deze ellende van me af te zetten.’ Voordat hij verderging, keek hij snel even naar Michelle. ‘Rond middernacht ben ik weer thuisgekomen en naar boven gegaan om te gaan slapen. Dorothea was nog wakker. Maar al te wakker zelfs, als jullie begrijpen wat ik bedoel,’ voegde hij daar wat gegeneerd aan toe.

Remmy liet een schamper gesnuif horen. ‘Onder deze omstandigheden vind ik dat ongelooflijk, maar ik heb het al jaren geleden opgegeven om je vrouw te begrijpen.’

‘Het was net zo goed mijn schuld als de hare, oké?’ zei hij streng tegen zijn moeder, maar intussen hield hij zijn blik strak op Michelle gericht. ‘Volgens mij was het een soort troost zoeken bij elkaar terwijl de vijand voor de poorten staat, maar ik moet toegeven dat het moment nogal merkwaardig gekozen was.’

‘En wat is er daarna gebeurd?’ vroeg King.

‘Ik ben gaan slapen. Ik bedoel, volgens mij ben ik gewoon in slaap gevallen, maar toen ik wakker werd, lag ik hier in het ziekenhuis. Wat heb ik binnengekregen?’

‘De artsen zeiden dat het morfinesulfaat was, een middel dat ook bekendstaat als MS Contin,’ zei Williams. ‘Als je dat slikt, ben je gegarandeerd een uur of acht, negen van de wereld.’

‘Maar waarom?’ vroeg Eddie. ‘Wat is de zin daarvan?’

King keek de sheriff eens aan. ‘Heb je het hem nog niet verteld?’

‘Wat had hij me dan moeten vertellen?’ vroeg Eddie dringend.

Williams keek op hem neer. ‘Om halfzes vanochtend is Sally Wainwright vermoord.’

Eddie ging zo snel rechtop zitten dat hij bijna de intraveneuze leiding eruit trok. ‘Wat?!’ riep hij. ‘Sally?!’

‘Eddie!’ zei zijn moeder, en ze duwde hem weer omlaag. ‘Pas op. Zo doe je jezelf nog iets aan.’

Plotseling kreeg Eddie een wilde blik in zijn ogen. En hij ging opnieuw rechtop zitten. ‘Mijn god! Dorothea! Alles goed met haar?’

‘Met haar gaat alles goed,’ zei Williams snel. ‘Heel goed zelfs.’

‘Voorlopig althans,’ mompelde Bailey.

Eddie liet zich weer in de kussens zakken en greep zijn moeder bij de arm. ‘Heeft iemand Sally vermoord in haar slaap?’

‘Nee,’ zei King. ‘Ze is vermoord in de stal.’

‘Maar waarom Sally?’

Williams keek King eens aan, en die zei: ‘Ze bleek over belangrijke informatie te beschikken die het heel duidelijk maakte dat Junior de inbraak in het huis van je moeder niet gepleegd kon hebben.’

Nu was Remmy degene die verbaasd keek. ‘Ik had al besloten dat hij dat niet gedaan kon hebben, maar hoe kon Sally daar nou bewijs voor hebben?’

‘Dat had ze, en daar laten we het voorlopig bij,’ zei Williams.

‘Was wat zij te vertellen had belastend voor iemand anders?’ vroeg Eddie.

‘Nee,’ gaf King toe.

‘Waarom zou iemand haar dan willen vermoorden?’

‘Daar heb ik geen antwoord op. Er zijn een heleboel dingen waarop ik het antwoord schuldig moet blijven.’

Nu nam Bailey het woord. ‘Maar wat we wel weten, Eddie, is dat je de afgelopen nacht een verdovend middel toegediend hebt gekregen en dat iemand Sally heeft vermoord terwijl jij buiten kennis was. De moordenaar moet dus iemand zijn geweest die haar dagelijkse routine kende en die wist dat ze op dat uur in de stal zou zijn.’

Er viel een ongemakkelijk lange stilte, totdat Eddie riep: ‘Je wilt toch niet beweren dat mijn vrouw...’

‘Ik beweer helemaal niets,’ zei Williams. ‘Ik geef gewoon de feiten weer. Maar Dorothea staat nu wel onder verdenking.’

Eddie schudde zijn hoofd. ‘Ze is een respectabele zakenvrouw.’

‘Met een drugsprobleem. En dan wordt ze nu ook nog eens van moord verdacht,’ zei Remmy scherp.

‘Moeder, hou je kop!’ brulde Eddie.

Dat kwam voor iedereen onverwacht. Langzaam liet Remmy de hand van haar zoon los.

Eddie wees beschuldigend naar Williams. ‘Als jij ook maar één seconde denkt dat Dorothea me heeft verdoofd en daarna Sally heeft vermoord, dan verdoe je een hoop tijd, van een hoop mensen, terwijl de echte moordenaar intussen kan ontsnappen.’

‘Het is onze plicht om alle mogelijke aanwijzingen na te trekken,’ zei Bailey rustig.

‘Ook als die volslagen belachelijk zijn?’

‘Je kunt maar beter wat rust nemen, Eddie,’ zei King vriendelijk. ‘Je hebt een zware nacht achter de rug.’

‘Best. Ik wil nu toch liever alleen zijn.’

Hij draaide zijn hoofd naar de muur en sloeg toen zijn arm beschermend over zijn gezicht.

Remmy stond op en liep naar de deur. ‘Ik kom straks wel kijken hoe het met je gaat, Eddie.’

‘Je doet maar,’ zei hij kortaf.

Bij de deur draaide Remmy zich om en zei tegen Williams: ‘Weet je, ik heb het gevoel dat jullie nog geen stap verder zijn dan toen dit onderzoek begon. Er zijn een heleboel mensen dood, maar jullie hebben niets bereikt.’ Ze keek Bailey vals aan. ‘En dat geldt ook voor de roemruchte fbi . Ik vraag me soms af waar ik al die belasting voor betaal.’ Ze stapte de kamer uit.

De mannen liepen achter haar aan.

Bij de deur bleef Michelle staan en keek om naar Eddie. Hij lag nog steeds met zijn arm voor zijn gezicht naar het plafond te turen. Stilletjes liep ze weg.

Het uur van de zonde / druk 1
titlepage.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_0.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_1.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_2.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_3.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_4.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_5.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_6.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_7.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_8.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_9.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_10.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_11.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_12.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_13.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_14.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_15.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_16.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_17.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_18.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_19.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_20.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_21.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_22.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_23.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_24.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_25.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_26.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_27.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_28.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_29.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_30.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_31.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_32.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_33.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_34.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_35.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_36.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_37.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_38.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_39.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_40.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_41.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_42.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_43.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_44.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_45.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_46.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_47.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_48.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_49.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_50.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_51.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_52.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_53.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_54.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_55.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_56.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_57.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_58.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_59.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_60.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_61.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_62.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_63.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_64.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_65.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_66.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_67.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_68.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_69.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_70.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_71.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_72.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_73.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_74.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_75.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_76.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_77.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_78.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_79.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_80.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_81.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_82.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_83.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_84.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_85.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_86.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_87.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_88.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_89.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_90.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_91.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_92.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_93.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_94.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_95.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_96.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_97.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_98.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_99.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_100.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_101.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_102.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_103.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_104.xhtml