29
Aanvankelijk werd aangenomen dat Battle eenvoudigweg was bezweken aan de gevolgen van zijn beroerte. Terwijl het reanimatieteam probeerde hem weer tot leven te wekken was de witte veer die de moordenaar op zijn borstkas had achtergelaten zonder dat iemand dat opmerkte op de vloer gevallen. Toen het ding naderhand door een ziekenhuistechnicus werd gevonden, had die hem op een tafeltje naast het bed van de overledene gelegd, misschien omdat hij dacht dat het ding uit een kussen kwam. Het horloge was bedolven geraakt onder een hele berg kabels en IV-slangetjes. Een uiterst verdrietige en boze Remmy Battle kwam en ging zonder veer of horloge op te merken. Pas toen een verpleegster iemand anders vroeg wat die veer daar eigenlijk deed, begonnen de mensen zich af te vragen wat er nu precies aan de hand was. De veer was niet afkomstig uit een ziekenhuiskussen, want daar zaten geen veren in. Bovendien was de snelle en onverwachte verandering in Battles toestand nogal merkwaardig, en zeker iets wat een heleboel vragen opriep.
Het was echter pas om een uur of drie ‘s ochtends, toen ze op het punt stonden Battle over te brengen naar het ziekenhuismortuarium, dat het horloge om de pols van de dode eindelijk werd opgemerkt. Dat gaf weer aanleiding tot een veel zorgvuldiger onderzoek van het stoffelijk overschot, en daarna ook van de infuuszakjes. De behandelend arts merkte het kleine maar zichtbare gaatje op waar de naald door het plastic was gestoken.
‘Lieve hemel,’ was het enige wat hij wist te zeggen.
Todd Williams werd uit bed gebeld en onderweg belde hij King, die weer contact opnam met Michelle. Ze kwamen alle drie min of meer tegelijkertijd aan in het ziekenhuis, en zagen daar tot hun verrassing dat Chip Bailey er al was. Snel stelde Williams King en Michelle voor aan de fbi -agent.
‘Ik logeer in een motel hier in de omgeving en ik zat naar de scanner te luisteren,’ vertelde Bailey. ‘Verdomme, Todd, het lijkt wel of je al je manschappen naar het ziekenhuis hebt gestuurd.’
‘Het gaat hier om Bobby Battle,’ zei Williams. ‘Dat is een vooraanstaand burger.’
En jij krijgt straks van zijn weduwe de volle laag, maakte King in gedachten de zin voor hem af.
Het ziekenhuispersoneel bracht hen naar Battles kamer. Hoewel alle apparatuur om hem in leven te houden was uitgeschakeld, net als alle monitoren, zaten de IV-slangetjes nog in zijn lijf en stak de buis van de beademingsmachine nog in zijn keel.
Michelle merkte dat ze voortdurend naar Battle stond te kijken. Het was iemand over wie ze veel had gehoord, maar die ze nog nooit had ontmoet. Om de een of andere reden – en niet alleen omdat hij nu gestorven was – leek de man in de dood al even fascinerend als bij zijn leven. Ze verafschuwde zijn losbandige levensstijl, maar toch had hij iets intrigerends.
De hoofdverpleegster en de behandelend arts gaven een kort overzicht van wat ze hadden ontdekt met betrekking tot de veer, het horloge en het gaatje in de infuuszak.
‘Dit is allemaal zeer ongebruikelijk,’ zei de dokter, en dat was het understatement van het jaar.
‘We hadden al het idee dat zoiets hier niet elke nacht gebeurt,’ zei King.
Williams keek eens naar het horloge. ‘Geen Zodiac,’ zei hij zachtjes tegen Michelle en King. ‘Maar het staat op vijf uur precies en de instelknop is uitgetrokken.’
Toen Todd Williams hem de vogelveer liet zien, maakte Chip Baileys reactie wel duidelijk dat die grote betekenis voor hem had, maar hij zei niets totdat de arts en de verpleegster de kamer hadden verlaten.
‘Mary Martin Speck,’ vertelde hij toen ze weer onder elkaar waren. ‘Een verpleegster. Bijnaam: Florence Nightinghell. In tien jaar tijd heeft die dame in zes verschillende staten drieëntwintig patiënten vermoord. Ze heeft levenslang gekregen en zit op dit moment in een federale gevangenis in Georgia. Haar visitekaartje was een witte vogelveer. Ze beweerde dat ze het werk van God deed.’
‘Dus we kunnen binnenkort weer een brief verwachten,’ zei King.
‘We hebben de brief over Hinson nog niet eens ontvangen,’ klaagde Williams. ‘Waarom nou Bobby Battle? Waarom zou de moordenaar hém nou op de lijst hebben gezet? Het was riskant om hier naar binnen te komen.’
Na nog een gesprek met de hoofdzuster bleek dat echter lang niet zo lastig als ze oorspronkelijk hadden gedacht. De code was eenvoudig – 4321 – en was in geen jaren veranderd. Er waren tientallen mensen in het ziekenhuis die hem kenden en die hem waarschijnlijk ook weer aan anderen hadden doorverteld.
‘Hebben we enig idee wat er in de infuuszak is gespoten?’ vroeg Michelle.
‘Het laboratorium doet een toxicologische analyse,’ zei Williams. ‘Gelukkig heeft iemand met scherpe ogen dat gaatje opgemerkt voordat alles werd weggegooid.’
‘Waar is Sylvia?’ vroeg King.
Williams schudde zijn hoofd. ‘Die ligt ziek thuis. Ze heeft gisteravond de sectie op Hinson afgemaakt en daarbij een infectie opgelopen. Op dit moment hangt ze kotsend boven het toilet. Dat was ze in elk geval van plan toen ik ophing. Maar zodra ze daartoe in staat is, komt ze hiernaartoe.’
‘Dat geldt ook voor de fbi ,’ zei Bailey. ‘Dit is nu al de vijfde moord op rij, voor zover we weten althans, en we gaan ons hier nu actiever mee bemoeien. Sorry, Todd.’
‘Dan is het misschien ook maar het beste als jij met Remmy gaat praten. Jij bent per slot van rekening degene die Eddie heeft gered toen hij ontvoerd was. Als Remmy te weten komt wat hier gebeurd is, laat ze geen spaan van me heel.’
Nu kwam King tussenbeide. ‘Ik zou daar nog even mee wachten, totdat we een brief krijgen van de moordenaar. Door dat horloge en die veer lijkt het erop dat Bobby het zoveelste slachtoffer is geweest van dezelfde moordenaar, maar voordat we dat aan Remmy gaan vertellen, moeten we wel helemaal zeker van onze zaak zijn.’
‘Dat is zo,’ gaf Bailey toe.
‘Werd er iets uit Bobby’s kamer vermist?’ vroeg Michelle. ‘De kerel die we zoeken, heeft al zijn slachtoffers iets afgenomen.’
‘Dat weten we pas zeker als we Remmy hebben gesproken,’ zei Williams. ‘En nu wil ik eerst duidelijk op een rijtje zetten wat er precies gebeurd is.’ Hij liep de kamer uit en kwam even later terug met de hoofdzuster en de behandelend arts.
‘Kunt u ons nog een keer vertellen in welke volgorde de gebeurtenissen zich hebben afgespeeld?’ vroeg hij.
‘Jawel, meneer,’ zei de verpleegster. ‘Mevrouw Battle is hier geweest vanaf een uur of vier tot een uur of tien. Ze is voortdurend bij meneer Battle op de kamer geweest. Meneer Battle leefde toen nog. Kort na tienen, toen zijn verpleegster voor het laatst heeft gekeken, was meneer Battle nog in leven en ging het uitstekend met hem. Hij heeft in die tijd geen ander bezoek gehad.’
‘En hoe zit het met de tijd voordat mevrouw Battle hier was?’ vroeg Michelle.
‘Zijn dochter Savannah is hier aan het begin van de middag een tijdje geweest. Ik weet niet precies hoe laat. En toen ze weg was, is Dorothea Battle ook nog even gekomen, om halfdrie of zo.’
‘Zijn zij door de achteringang naar binnen gegaan?’ vroeg Bailey.
‘Savannah wel. Dorothea kwam door de hoofdingang,’ zei de verpleegster.
‘We moeten de precieze tijden van die bezoeken weten,’ zei Williams.
‘Best. Dan zorgen we dat u die krijgt,’ zei de arts een beetje stijfjes. ‘En kunt u me nu excuseren? Ik heb ook nog andere patiënten, en die liggen nu op me te wachten.’ De man dacht duidelijk aan de rechtszaak die nu linea recta op zijn portemonnee en die van het ziekenhuis afkoerste.
‘Ik hoop dat u met hen meer geluk hebt,’ zei Williams nijdig. Het was duidelijk dat de sheriff dat ook had opgemerkt.
Toen de arts weg was, ging Williams verder met de verpleegster. ‘Dus om kwart over tien is Battles toestand plotseling omgeslagen?’
De verpleegster knikte. ‘Een acute hartstilstand. Toen de verpleegsters zijn kamer binnenrenden, stond er al een rechte lijn op de monitor van de hartbewaking. Het reanimatieteam heeft nog geprobeerd hem weer tot leven te wekken, maar zonder resultaat.’
‘Dus in de ongeveer tien minuten tussen het moment waarop de verpleegster voor het laatst meneer Battles toestand heeft gecontroleerd en het moment waarop de hartstilstand intrad,’ zei King, ‘moet de moordenaar hebben toegeslagen en heeft het vergif zijn werk gedaan, gesteld natuurlijk dat dit inderdaad een gifmoord blijkt.’
‘Daar ziet het wel naar uit,’ zei Bailey.
‘Het viel me op dat er een videocamera in de kamer hangt,’ zei King.
‘Die hebben ze allemaal. Zo kunnen we alle patiënten vanuit de centrale verpleegsterpost in de gaten houden.’
‘Maar nadat mevrouw Battle was weggegaan hebt u niemand anders de kamer zien binnenkomen?’
De verpleegster keek nu nogal zenuwachtig. ‘Soms is de verpleegsterpost onbemand.’
‘Tijdens een overdracht bijvoorbeeld?’ zei King.
‘Ja. Als er mensen zijn binnengekomen nadat mevrouw Battle is weggegaan, dan hebben die door de achterdeur moeten binnenkomen, want anders zou iemand hen hebben gezien.’
‘Dat lijkt me ook,’ zei King.
‘Behoorlijk brutaal, met al die mensen die hier rondlopen,’ merkte Williams op.
‘Nou, als ze zoiets hebben geprobeerd, dan hebben ze daar wel precies het juiste moment voor gekozen,’ zei de verpleegster.
‘Inderdaad,’ zei King.
Toen King en Michelle de afdeling verlieten, bleef King even staan bij de verpleegpost.
‘Mag ik even rondkijken?’ vroeg hij de hoofdverpleegkundige.
Hij ging achter de grote console staan en keek aandachtig naar de livebeelden op de monitoren. ‘Deze staan zeker niet op tape, hè?’
‘Nee. Ze zijn niet bedoeld als bewakingscamera’s. Ze dienen alleen maar om de patiënten in de gaten te houden.’
‘Nou, misschien zult u die filosofie wel moeten herzien.’
‘Wat was dat nou?’ vroeg Michelle toen ze de afdeling af waren gelopen.
‘Ik moest er ineens aan denken dat iemand die vertrouwd is met de procedures hier in het ziekenhuis ook wel zal weten dat er camera’s hangen. Als je iemand aan het vermoorden bent, wil je niet op tv komen. In de rechtszaal ondermijnt dat je verdediging echt enorm. In alle andere kamers stond de camera zo ingesteld dat het hele bed in beeld was, samen met alle apparatuur aan weerszijden daarvan, maar in Battles kamer waren alleen het bed en de apparatuur aan de linkerkant te zien.’
‘Conclusie: de dader heeft de camera verschoven, zodat hij niet gezien zou worden als er iemand toevallig op de monitor keek terwijl hij de moord pleegde,’ zei Michelle.
Toen ze het ziekenhuis uitliepen, kwamen ze bij de ingang Harry Carrick tegen. Hoewel het nog vroeg op de ochtend was, ging Carrick keurig gekleed in een tweedjasje en een overhemd met open boord.
‘Harry, wat doe jij hier?’ vroeg King.
‘Bobby Battle en ik zijn oude vrienden. Of liever gezegd: we wáren oude vrienden. En bovendien ben ik de juridisch adviseur van het ziekenhuis. Ze hebben me thuis gebeld en ik heb net een crisisberaad achter de rug. Het is een kwestie van strijdige belangen, dat geef ik zonder meer toe. Maar het is nou eenmaal niet anders. Heb je Remmy al gezien?’
‘Nee, die was al geweest toen wij hier aankwamen.’
‘Ik heb al het een en ander gehoord over wat er is aangetroffen,’ zei Carrick, ‘maar ik neem aan dat er wel meer over te vertellen valt.’
‘Dat is ook zo, alleen zouden wij niet echt weten wát dan wel.’
‘Nou, ik zal jullie niet langer ophouden, maar we moeten binnenkort nog eens overleggen over de aanklacht tegen Junior.’
‘Hoe gaat het daarmee?’
‘Tot nu toe hebben jullie een aantal dingen ontdekt die ik wel moest weten, maar die de zaak niet veel verder helpen. Ik heb eens overlegd met het OM over de een of andere deal waarbij Junior schuld bekent in ruil voor strafvermindering, maar dat heeft helemaal niets opgeleverd. Remmy is zeer beslist degene die hier de dienst uitmaakt. Ze was al boos en Bobby’s dood zal haar niet milder stemmen, denk ik zo.’
‘Ze wordt waarschijnlijk juist bozer,’ zei Michelle.
‘Waarschijnlijk wel, ja,’ zei Carrick somber. ‘Nou, ik zal jullie verder niet ophouden. Als jullie nog iets te weten komen over Bobby’s dood, laat het me dan weten.’
Hij draaide zich om en liep weg. In de rossige gloed van de rijzende zon stonden ze hem na te kijken terwijl hij in een perfect gerestaureerde MG cabrio stapte en wegreed.
Michelle draaide zich naar King toe. ‘Ik heb met hem te doen. Hij is bevriend met de Battles en toch vertegenwoordigt hij nu Junior Deaver én het ziekenhuis waarin Bobby is overleden.’
King knikte. ‘Ik ben er vrijwel zeker van dat Remmy een rechtszaak tegen het ziekenhuis begint. Wrang hoor, als je bedenkt dat haar naam op de gevel staat.’
‘Ik denk niet dat ze zich daar ook maar één seconde door zal laten weerhouden.’
‘Dat denk ik ook niet.’ Hij rekte zich uit en geeuwde. ‘Ik vraag me af of ik al naar kantoor zal gaan of terug naar de boot om nog wat te slapen.’
‘Ik ga een eindje hardlopen,’ zei Michelle. ‘Waarom ga je niet mee? Endorfinen zijn goed voor de hersenen.’
‘Hardlopen!’ riep hij uit. ‘En je bent net wezen kickboksen.’
‘Dat was gisteren, Sean.’
‘God nam weleens een rustdag, weet je.’
‘Als Hij een vrouw was geweest, had Hij dat vast niet gedaan.’
‘Oké, je hebt me overtuigd.’
Ze keek hem blij aan. ‘Ga je mee hardlopen?’
‘Nee, ik ga terug naar de boot om nog wat te slapen. Als het goed genoeg was voor God om zo nu en dan wat rust te nemen, dan is dat ook goed genoeg voor mij.’