86

King had Harry gevraagd Calpurnia een avondje vrij te geven, zodat hijzelf voor hen vieren kon koken.

‘Je hebt een heel mooie keuken, Harry,’ zei King toen hij samen met Michelle het eten opdiende. ‘Ik stel het zeer op prijs dat je me toestemming hebt gegeven om al wat eerder te komen, zodat ik al het een en ander kon doen.’

Harry keek eens naar de uitgebreide maaltijd. ‘Nou, Sean, volgens mij ben ik degene die jou moet bedanken.’

Harry ging gekleed in een van zijn beste pakken, al leek het hem een beetje te krap te zitten. ‘Ik ben de afgelopen veertig jaar niet zwaarder geworden, maar mijn gewicht heeft zich wel verplaatst,’ had hij net quasi-somber verteld.

‘Inderdaad,’ zei Remmy, die ook heel fraai gekleed was. Harry en zij zaten naast elkaar, tegenover Sean en Michelle.

‘Ik neem aan dat de rit naar huis voor jullie heel wat minder enerverend zal zijn dan de vorige keer dat jullie hier hebben gegeten.’

‘Eigenlijk denk ik dat deze avond op zijn eigen manier ook erg interessant kan worden,’ zei King vaag terwijl hij het eten begon op te dienen en Michelle met een verstrooide blik in haar ogen toekeek.

‘Michelle, liefje, wat is er aan de hand?’ vroeg Harry.

Ze keek hem aan. ‘Niets. Ik voel me gewoon niet zo lekker. Het zal wel voorjaarsmoeheid zijn.’

De maaltijd kabbelde zonder speciale gebeurtenissen voorbij. Na het dessert gingen ze naar de bibliotheek voor de koffie. Het was een kille avond en de gloed van het vuur was behaaglijk. King liep naar een enorm kamerscherm van hout en geslagen tin, dat schuin tegen een van de hoeken van de open haard stond.

‘Dit is een mooi stuk antiek,’ zei hij.

‘Achttiende-eeuws,’ zei Harry. ‘Het is met de hand gemaakt, van hout dat afkomstig is van dit landgoed.’

King ging voor het vuur staan en keek even nerveus naar Michelle voordat hij zei: ‘Ik ben vanavond niet helemaal eerlijk geweest.’

Harry en Remmy hadden rustig wat zitten praten en keken nu verbaasd op.

‘Hoe bedoel je?’ zei Remmy.

‘Dit etentje is niet voor de gezelligheid.’

Harry zette zijn kopje neer, wierp een blik op Remmy en toen op Michelle, die haar hand in de zak van haar jasje hield. ‘Ik snap het niet, Sean. Wil je daarmee zeggen dat je nog wat over de inbraak wilt praten?’

‘Nee, dat lijkt me niet nodig. Ik denk dat ik daarover alles weet wat ik maar hoef te weten.’

De twee oudere mensen bleven hem nieuwsgierig aankijken.

‘Sean, vertel het ze nou maar,’ gooide Michelle er na een lange stilte uit.

‘Wat wil je ons vertellen?’ vroeg Harry.

De hand waarmee Remmy haar kop-en-schotel vasthield, begon te trillen.

Ze draaiden zich allemaal om toen de man met de zwarte kap de kamer binnenkwam. Hij had zijn pistool getrokken en de rode laserpunt bevond zich nu recht boven Harry’s hart.

King ging onmiddellijk tussen de man met de zwarte kap en Harry in staan.

‘Dit houdt nú op,’ zei hij zachtjes. ‘Geen doden meer.’

‘Uit de weg, of jij gaat er als eerste aan!’

Remmy stond op. Het pistool zwaaide haar kant uit. ‘Ga zitten!’ zei de man scherp.

King deed een stap naar voren, maar bleef staan toen het pistool snel op hem werd gericht. ‘Michelle,’ zei de man met de zwarte kap, ‘leg je pistool op tafel. Nú. En geen heldhaftig gedoe.’

Ze pakte haar pistool bij de loop vast en legde het op tafel.

‘Je kunt ons toch niet allemaal tegelijk vermoorden?’ zei King.

‘Dat overweeg ik wel,’ zei de man. ‘En dat méén ik.’

‘Nou, dan wordt het tijd om je misvattingen uit de weg te ruimen,’ zei King rustig. ‘Harry en Remmy hadden niets te maken met Bobby’s dood. Het was een valstrik. Een valstrik voor jou.’ En na een korte stilte voegde hij daaraan toe: ‘Ik heb het afluisterapparaatje gevonden.’

De man met de kap deed een stap naar achteren en liet zijn pistool iets zakken. ‘Wat?!’

‘Het gesprek tussen Michelle en mij dat je hebt gehoord, was in scène gezet. Oké!’

Hij knipte met zijn vingers, en vrijwel ogenblikkelijk stond de kamer vol met zwaarbewapende politiemensen en fbi -agenten. Nu er een stuk of tien vuurwapens op hem gericht waren, ging de man met de zwarte kap snel met zijn rug tegen de muur staan.

‘Laat vallen,’ zei Todd Williams, en hij richtte zijn pistool op de cirkel met de kruisdraden die op de zwarte kap was geborduurd.

Michelle had inmiddels haar pistool weer gepakt en hield het op precies dezelfde plek gericht. De man met de zwarte kap leek zich af te vragen of hij het erop zou wagen of niet. Zijn spieren leken zich te spannen.

‘Laat vallen!’ brulde Williams, die duidelijk in de gaten had wat de man van plan was.

‘Het zou echt beter zijn als je dat deed,’ voegde King daar met rustige stem aan toe. ‘In elk geval ben je dan in staat om ons wat opheldering te verschaffen over de paar dingen die we nog niet weten. Volgens mij ben je ons dat wel verplicht.’

‘O, vind je dat?’ Ondanks die sarcastische opmerking liet de man zijn pistool op de vloer vallen. Onmiddellijk daarna werd hij door een stel politiemensen tegen de grond gewerkt en werden hem handboeien omgedaan.

‘Het huis is de hele dag al omsingeld,’ zei King toen de man weer overeind werd getrokken. ‘We hebben je gangen nauwlettend gevolgd. Toen ik dat meubelstuk bewonderde, kreeg ik het teken dat je in huis was en dat ik met mijn toneelstukje kon beginnen.’ Hij liep naar de gevangene toe. ‘Mag ik?’ Hij keek even naar de geboeide handen. ‘Omdat je hem zelf niet af kunt zetten.’

‘Het maakt nu toch niets meer uit, hè?’

King keek snel naar Remmy. ‘Ik weet dat jij hem al aan zijn stem hebt herkend, Remmy, maar Harry, je kunt haar toch maar beter even vasthouden.’

Harry sloeg zijn arm om Remmy’s schokkende schouders. Ze bracht haar hand naar haar mond en wist ternauwernood een snik te bedwingen.

King trok de kap omhoog. De man kromp in elkaar toen de stof over zijn krachtige gelaatstrekken schoof.

‘Het is allemaal voorbij, Eddie,’ zei King.

Hoewel hij werd omringd door gewapende mensen, handboeien omhad en op heterdaad was betrapt, had Eddie toch nog het lef om te glimlachen. ‘Denk je dat echt, Sean?’

‘Ja, dat denk ik.’

‘Verdomme, daar wedden we om, ouwe gabber.’

Het uur van de zonde / druk 1
titlepage.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_0.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_1.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_2.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_3.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_4.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_5.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_6.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_7.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_8.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_9.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_10.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_11.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_12.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_13.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_14.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_15.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_16.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_17.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_18.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_19.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_20.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_21.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_22.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_23.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_24.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_25.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_26.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_27.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_28.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_29.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_30.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_31.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_32.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_33.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_34.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_35.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_36.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_37.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_38.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_39.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_40.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_41.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_42.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_43.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_44.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_45.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_46.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_47.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_48.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_49.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_50.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_51.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_52.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_53.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_54.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_55.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_56.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_57.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_58.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_59.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_60.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_61.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_62.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_63.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_64.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_65.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_66.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_67.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_68.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_69.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_70.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_71.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_72.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_73.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_74.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_75.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_76.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_77.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_78.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_79.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_80.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_81.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_82.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_83.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_84.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_85.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_86.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_87.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_88.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_89.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_90.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_91.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_92.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_93.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_94.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_95.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_96.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_97.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_98.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_99.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_100.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_101.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_102.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_103.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_104.xhtml