90

‘Maar wie heeft Bobby Battle en Kyle Montgomery nou vermoord?’ vroeg Michelle.

Ze zaten te zonnen op Kings aanlegsteiger om bij te komen van de lange tocht die ze die ochtend op hun jetski’s hadden gemaakt.

‘Er is nog niets op zijn plaats gevallen. Misschien heb ik al mijn grijze cellen wel opgebruikt om Eddie te pakken te krijgen.’

‘Nou, Dorothea had het beste motief om Kyle te vermoorden.’

‘En ze heeft ook de gelegenheid gehad om Bobby vergif toe te dienen. En misschien ook wel een reden. Als hij zich niet aan de afspraak heeft gehouden dat hij haar in zijn testament een groter erfdeel zou toewijzen.’

Michelle tuurde gekweld voor zich uit. ‘Ik weet dat je dat hele verhaal over Harry en Remmy uit je duim hebt gezogen, maar denk je niet dat...’

‘Harry heeft een ijzersterk alibi. Op het tijdstip dat Bobby Battle overleed hield hij een toespraak voor de Orde van Advocaten in Charlottesville.’

Michelle keek opgelucht. ‘En Remmy?’

Nu was King degene die gekweld voor zich uit keek. ‘Ik weet het niet, Michelle. Ik weet het gewoon niet. Ze had in elk geval goede redenen om hem te willen vermoorden.’

‘Of misschien was het iemand die hem wilde opvolgen als heer des huizes.’

Hij wierp haar een bevreemde blik toe en wilde daar iets op zeggen toen zijn mobieltje begon te piepen.

Hij nam op, luisterde en werd asgrauw. Daarna verbrak hij de verbinding.

‘Heel slecht nieuws, hè?’ vroeg ze.

‘Eddie is ontsnapt.’

De hele familie Battle werd nu vierentwintig uur per dag bewaakt in het landhuis. Omdat hun leven mogelijk ook gevaar liep, sloten Harry Carrick, King en Michelle zich daar bij hen aan. De staatspolitie en de fbi zetten samen een enorme klopjacht op touw, maar twee dagen later ontbrak nog steeds elk spoor.

Samen met Sylvia, Bailey en Williams zaten King en Michelle in de eetkamer koffie te drinken en over de zaak te praten.

‘Eddie is een ervaren kampeerder. En hij kent dit land beter dan wie ook,’ merkte Bailey op. ‘Hij heeft er het grootste deel van zijn leven jagend en trekkend doorgebracht. Hij kan het wekenlang vrijwel zonder voorraden volhouden.’

‘Dank je wel, Chip,’ zei Williams zuur. ‘Dat is erg bemoedigend. We weten die hufter heus wel te vinden, hoor, maar ik kan niet beloven dat we hem levend in handen krijgen.’

‘Ik denk niet dat Eddie dat nog eens zal laten gebeuren,’ zei King.

‘Zou hij niet eerder zo snel mogelijk uit de omgeving zijn weggevlucht?’ vroeg Michelle.

King schudde zijn hoofd. ‘Te veel wegversperringen en politiekordons om alle bus- en spoorwegstations en om de luchthaven. De politieauto die hij heeft gestolen is ergens op een landweggetje teruggevonden. Volgens mij is hij de heuvels in getrokken.’

Williams knikte instemmend. ‘Zijn beste kans is om zich hier een tijdlang verscholen te houden, zijn uiterlijk zoveel te veranderen als hij maar kan, en ervandoor te gaan als het stof eenmaal een beetje is gaan liggen.’

King leek niet overtuigd.

Williams merkte dat op. ‘Ben je het niet met me eens?’

‘Volgens mij blijft hij hier inderdaad in de buurt, maar niet om de redenen die jij net gaf.’

‘Waarom dan wél?’

‘Iemand heeft zijn vader vermoord.’

‘Nou én?’

‘Ik denk dat Eddie dit helemaal zelf wilde doen. Volgens mij had Bobby Battle het laatste slachtoffer in de reeks moeten zijn, als hij tegen die tijd niet al was overleden aan de gevolgen van zijn beroerte.’ En met een snelle blik op Michelle voegde King daaraan toe: ‘Hij is bij ons langsgekomen en beweerde dat zijn moeder van streek was omdat de mensen dachten dat zij degene was die Junior en haar man had laten vermoorden. Maar hij wist dat zij het niet gedaan had en hij wilde dat wij voor hem zouden uitzoeken wie het dan wel had gedaan. En kun je je nog herinneren dat we iets met hem hebben zitten drinken in The Sage Gentleman? Hij zei dat zijn vader het gewoon móést halen.’

‘Zodat híj hem kon vermoorden,’ zei Michelle.

‘En wat gaat hij nu dan in vredesnaam doen? Denken jullie dat hij achter de moordenaar van Bobby Battle aan gaat?’ vroeg Williams. ‘We weten niet eens wie dat is, Sean.’

‘Maar als we diegene weten te vinden, hebben we een goede kans dat we Eddie daar vroeg of laat ook tegenkomen.’

‘Ik zou het op prijs stellen als jullie onder mijn dak geen plannen zouden beramen om mijn enige nog levende zoon op te pakken en te executeren.’

Ze keken allemaal als één man om en zagen Remmy daar staan. Ze vertoonde zich niet vaak in de openbare ruimten van het grote landhuis, en als ze dat wél deed, zei ze tegen niemand ook maar een woord, zelfs niet tegen Harry. Ze liet het eten opdienen in haar slaapkamer.

King stond op. ‘Neem me niet kwalijk, Remmy. We hadden je niet zien staan.’

‘Waarom zou ik je dat niet kwalijk nemen? Dit is mijn huis en mijn eetkamer, en die kopjes waar jullie koffie uit zitten te drinken zijn ook al van mij, voor het geval je dat soms vergeten was.’

‘Ik weet dat dit allemaal erg ongelukkig geregeld is...’ zei King met een snelle blik op de sheriff.

‘Dat is wel heel zacht uitgedrukt,’ viel ze hem in de rede.

‘Het is gewoon een stuk eenvoudiger om iedereen bij elkaar onder één dak te hebben, Remmy,’ zei Williams.

‘O, wat prettig dat sommige mensen dat eenvoudig vinden, maar ík vind het helemaal niet zo eenvoudig.’

‘We kunnen ook in een hotel gaan zitten,’ stelde Michelle voor, maar dat wuifde Remmy met een achteloos gebaar weg.

‘Ik wil niet dat er achteraf gezegd wordt dat ik mijn maatschappelijke verantwoordelijkheden heb verwaarloosd,’ zei ze. ‘Al kost me dat dan mijn zoon.’ En na die woorden liep ze met een stijve rug de kamer uit.

Ze keken elkaar nerveus aan.

‘Dit is echt een onmogelijke situatie voor haar,’ zei Sylvia.

‘Denk je dan dat wij het zo leuk vinden?’ wierp Michelle tegen. ‘Eddie is een seriemoordenaar. Dat zal ze toch onder ogen moeten zien.’

Terwijl hij nog wat meer suiker door zijn koffie roerde, staarde King peinzend voor zich uit. ‘Nu we het er toch over hebben: ik hoop dat iedereen hier onderkent dat de zaak tegen Eddie niet helemaal waterdicht is.’

‘Waar heb je het nou weer over?’ zei Williams boos. ‘Hij kwam Harry’s huis binnen met een Zodiac-kap over zijn hoofd en hij maakte aanstalten om jullie allemaal naar de andere wereld te helpen. Vervolgens is hij ontsnapt en tijdens zijn ontsnapping heeft hij nog een agent vermoord ook.’

‘Juist, maar omdat we niet weten wat er tussen de agent en hem is voorgevallen, zou hij zich kunnen beroepen op noodweer of doodslag. De celdeur stond open en zijn advocaat zou kunnen aanvoeren dat de agent heeft geprobeerd het juridisch proces wat te versnellen, en dat Eddie zich alleen maar heeft verdedigd. Ik ben er net zo zeker van dat hij schuldig is aan al die moorden als ik zou zijn als ik hem die met eigen ogen had zien plegen, maar ík ben niet degene die je straks moet zien te overtuigen. Straks zul je een neutrale jury, waarvan de leden misschien wel uit een ander deel van de staat of zelfs uit een andere staat afkomstig zijn, zover moeten zien te krijgen dat die hem schuldig verklaart. Dus waar is je rechtstreekse bewijs dat hij ook maar één van die moorden werkelijk heeft gepleegd?’

Williams zat hem nog steeds woedend aan te kijken. ‘Alles wat je net hebt gezegd. Zijn motivatie, de versleutelingsschijf, het feit dat hij Dorothea een verdovend middel heeft toegediend.’

‘Dat is allemaal theorie en speculatie, Todd,’ zei King streng. ‘We hebben ook materieel bewijs nodig. Hebben we dat?’

‘Als je me dat vóór de moord op Jean Robinson gevraagd zou hebben, had ik waarschijnlijk nee gezegd. Maar op de vloer naast haar bed heb ik een haar met het haarzakje er nog aan gevonden. Ik weet niet hoe hij daar is gekomen, maar aan de kleur en de substantie was duidelijk te zien dat hij niet van haar of haar man afkomstig kon zijn. Als het dna daarvan overeenstemt met het zijne, dan hebben we hem. In elk geval voor deze ene moord.’

‘Als ik hem eenmaal in handen heb,’ zei Williams, ‘zorg ik wel dat hij bekent. En snel ook.’

‘Als we hem te pakken krijgen,’ zei Michelle.

‘Hij kan zich een tijdje schuilhouden, maar uiteindelijk krijgen we hem wel,’ zei de sheriff vol vertrouwen.

‘Zijn volgende slachtoffer,’ zei King. ‘Dáár gaat het om. Als we dat weten te vinden, dan vinden we Eddie ook.’

‘Denk je dat echt?’ vroeg Bailey.

‘Nee,’ zei King. ‘Dat denk ik niet, dat wéét ik. Hij heeft er nog maar één op zijn lijstje staan. Nog maar één. En die moeten we eerder zien te vinden dan hij.’

Het uur van de zonde / druk 1
titlepage.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_0.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_1.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_2.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_3.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_4.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_5.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_6.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_7.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_8.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_9.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_10.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_11.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_12.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_13.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_14.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_15.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_16.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_17.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_18.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_19.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_20.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_21.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_22.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_23.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_24.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_25.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_26.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_27.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_28.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_29.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_30.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_31.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_32.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_33.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_34.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_35.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_36.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_37.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_38.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_39.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_40.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_41.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_42.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_43.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_44.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_45.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_46.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_47.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_48.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_49.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_50.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_51.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_52.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_53.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_54.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_55.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_56.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_57.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_58.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_59.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_60.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_61.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_62.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_63.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_64.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_65.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_66.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_67.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_68.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_69.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_70.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_71.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_72.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_73.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_74.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_75.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_76.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_77.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_78.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_79.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_80.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_81.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_82.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_83.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_84.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_85.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_86.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_87.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_88.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_89.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_90.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_91.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_92.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_93.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_94.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_95.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_96.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_97.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_98.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_99.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_100.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_101.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_102.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_103.xhtml
Het_uur_van_de_zonde_split_104.xhtml