88
Toen Eddie de volgende ochtend in een door de staatspolitie en de geüniformeerde fbi begeleid konvooi naar het gerechtshof werd gebracht, was de menigte zo groot dat het konvooi er niet doorheen kon komen. Niet alleen de media waren op volle sterkte uitgerukt, maar het leek wel of alle inwoners van Virginia en de aangrenzende staten present waren. En de menigte maakte een woedende indruk.
‘Shit!’ brulde sheriff Williams toen hij vanuit het voorste busje naar de geagiteerde mensenmassa keek. ‘Daar was ik al bang voor. Sinds het nieuws dat hij was opgepakt hebben we voortdurend doodsbedreigingen ontvangen.’ Hij tuurde naar de drommen die hun de doorgang blokkeerden. ‘En daar kan best iemand met een geweer tussen staan.’ Aandachtig tuurde hij naar een groepje stevig gebouwde mannen naast een rijtje pick-ups met bouwmaterialen in de laadbak.
‘Dat zullen wel vriendjes van Junior zijn, en zo te zien zijn ze hier niet om Eddie een schouderklopje te geven.’
‘Heeft de rechtbank geen ondergrondse ingang?’ vroeg Bailey, die op de bank achter Williams zat.
‘Denk je dat ik die dan niet allang genomen zou hebben? Misschien kunnen we maar beter teruggaan naar de gevangenis en wachten tot het weer rustig is.’
‘Rustig? Dit gaat nog maanden duren. We kunnen het maar beter nu doen, terwijl we nog voldoende mankracht hebben.’
Williams tuurde nog even naar de menigte en blafte toen in zijn walkietalkie: ‘Oké, we rijden verder, precies op het midden van de weg. En langzaam. Ik wil geen civiele zaken aan mijn broek omdat we iemand hebben aangereden. We stoppen op het grasveld bij het bordes. Jullie ontruimen de omgeving. Ik wil dat er een kordon met kogelvrije vesten om de wagen heen komt te staan. Begrepen? Daarna doen we de deuren open en rennen we snel met hem naar binnen, zodat hij kan worden voorgeleid. Maar voordat hij naar buiten komt, slaan we die verdomde menigte uit elkaar, en we zorgen dat die mediatrucks hier weg zijn.’
‘Dan kom je in conflict met het grondwettelijke recht op vrijheid van drukpers, Todd,’ zei Bailey.
‘De grondwet kan mijn rug op! Ik moet een gevangene in leven zien te houden. Al is het maar om te zorgen dat hij netjes geëxecuteerd kan worden.’
De omgeving werd schoongeveegd, het busje kwam tot stilstand voor het gerechtshof en terwijl er een woedend gebrul opklonk en de mannen die hem begeleidden voor rotte vis werden uitgemaakt, werd Eddie Battle snel naar binnen gebracht. Er werd ook met blikjes, stenen, en flessen gegooid, maar gelukkig werd er niet geschoten.
De advocaten die hem door de rechtbank waren toegewezen, stonden hem voor de rechtszaal op te wachten. Er werd kort overlegd en vervolgens gingen ze de zaal binnen, waar Eddie verklaarde dat hij niet schuldig was. Zijn raadslieden vroegen niet om vrijlating op borgtocht. Zo’n verzoek zou toch kansloos zijn, en bovendien waren ze misschien wel bang dat Eddie als hij weer op vrije voeten was in het holst van de nacht nog eens bij hen zou langskomen.
‘U hoort nog wel van ons,’ zei degene die de leiding had, een lange, gezette vrouw met een lelijk kapsel.
‘Dat weet ik wel zeker,’ zei Eddie. Zijn lijf was zo zwaar gespierd dat de naden van zijn oranje gevangenispak bijna op knappen stonden. ‘Denkt u dat u vrijlating wegens goed gedrag voor me kunt regelen?’
Eddie en zijn lijfwachten wilden weer naar buiten lopen, maar werden lang voordat ze de uitgang hadden bereikt tegengehouden door Williams en Bailey.
‘Dit begint een fikse rel te worden,’ zei de sheriff. ‘Voordat we hem naar de auto kunnen brengen, moeten we daar iets aan doen. Ik heb opdracht gegeven om traangas en pepperspray te gebruiken als ze nou niet snel oprotten.’
Eddie glimlachte. ‘Zo te zien heb ik Wrightsburg eindelijk eens wat peper in zijn reet gestoken, Todd.’
‘Hou je kop!’ schreeuwde Williams, maar daarmee was de grijns op Eddies gezicht nog niet verdwenen. Integendeel, die werd alleen maar groter.
‘Je móét me beschermen, Todd. Je kunt me niet zomaar laten vermoorden. Dat zullen de media helemaal niet leuk vinden. Je kunt ze niet zomaar van deze voorstelling beroven. Denk eens aan de kijkcijfers. Denk eens aan al het geld dat dit gaat opbrengen.’
‘Ik zei dat je je kop moest houden!’ Williams liep naar hem toe, maar Bailey ging tussen hen in staan.
‘Dat is alleen maar dom, Todd. Zet het uit je hoofd.’
‘Hé, dank je wel, Chippie. Je bent altijd al een goede vriend van me geweest,’ zei Eddie.
Bailey draaide zich razendsnel om en bracht zijn hand naar zijn pistool.
Nu was Williams degene die tussenbeide kwam. ‘Oké, Chip, we laten ons niet opnaaien.’ En tegen twee van zijn deputy’s brulde hij: ‘Breng hem naar de cel op de tweede verdieping. We komen hem wel halen als we de menigte onder controle hebben.’
‘Veel geluk,’ riep Eddie toen de deputy’s hem met zich meetrokken. ‘Laat me niet in de steek, hoor.’