6

1

Na wat er bij Ellen was voorgevallen, had Grillo zich van zijn stuk gebracht teruggetrokken om te gaan schrijven. Hij kreeg daar steeds meer behoefte aan naarmate het vat vol tegenstrijdigheden dieper werd. Het begin was niet moeilijk. Hij hield zich aan de feiten en gaf die weer in een proza waar Swift trots op zou zijn geweest. Nader­hand kon hij hieraan de delen die naar Abernethy doorgestuurd moesten worden, ontlenen. Van nu af aan was het zijn plicht zoveel mogelijk op te schrijven van wat hij zich kon herinneren. Halverwege het proces werd hij door Hotchkiss opgebeld die voor­stelde dat ze samen wat zouden gaan drinken om nog wat te praten. Palomo Grove had maar twee bars, legde hij uit, waarvan Starky's in Deerdell de minst saaie was en daarom de voorkeur had. Een uur­tje na dat gesprek had Grillo de meeste gebeurtenissen van de vorige avond veilig op papier vastgelegd en verliet hij het hotel op weg naar Hotchkiss.

Starky's was bijna leeg. In een hoek zat een oude man zachtjes voor zich uit te zingen en bij de bar zaten twee kinderen die te jong leken om al te mogen drinken. Voor de rest was de bar leeg. Desondanks verhief Hotchkiss zijn stem tijdens het hele gesprek nauwelijks boven een fluistertoon.

'Je weet niet veel over me,' zei hij aan het begin. 'Dat besefte ik gister­avond eigenlijk pas. Het wordt tijd dat je wat meer te weten komt.' Hij had niet veel aanmoediging nodig om te vertellen. Zijn relaas was zonder veel emotie alsof de last zo zwaar was dat al zijn tranen in­middels waren opgedroogd. Grillo was daar blij om. Als de verteller kalm was, kon hij dat ook zijn en tussendoor vragen stellen over ver­geten details. Hotchkiss vertelde eerst over Carolyns aandeel in het geheel, natuurlijk zonder zijn dochter te prijzen of te veroordelen. Hij beschreef haar en de tragedie die haar van hem had afgenomen. Toen breidde hij het verhaal uit en haalde de anderen erbij; eerst schilderde hij in het kort een portret van Trudi Katz, Joyce McGuire en Arleen Farrell en toen vertelde hij hoe het hen allen was vergaan. Grillo hield zich bezig met details in te vullen terwijl Hotchkiss vertelde: hij maakte een stamboom waarvan de wortels daarheen gingen waar het relaas van Hotchkiss zo vaak naar terugkeerde: onder de grond. 'Daar liggen de antwoorden,' zei hij meer dan eens. 'Ik geloof dat Fletcher en de Jaff, wie dat ook zijn en wat ze ook zijn, verantwoor­delijk zijn voor mijn Carolyn. En voor de andere meisjes.' 'Waren ze al die tijd in de grotten?'

'We hebben ze zelf zien ontsnappen, dacht ik,' zei Hotchkiss. 'Dus ja, ik denk dat ze daar al die jaren hebben zitten wachten.' Hij nam een slok Scotch. 'Na gisteravond en alles dat er in het winkelcentrum is gebeurd, ben ik opgebleven en heb er eens goed over nagedacht. Ik heb geprobeerd de logica ervan te vinden.' 'En?'

ik ben tot het besluit gekomen dat ik de grotten inga.'

'Waarom in godsnaam?'

'Ze moeten al die jaren dat ze daar opgesloten hebben gezeten toch iets hebben gedaan. Misschien dat ik daar aanwijzingen vind. Mis­schien kunnen we daar een manier vinden om hen te vernietigen.' 'Fletcher is al weg,' hielp Grillo hem herinneren. 'Ja?' zei Hotchkiss. ik weet het niet meer. De dingen blijven hangen, Grillo. Ze lijken te verdwijnen, maar ze blijven net buiten het ge­zichtsveld hangen. In de geest. In de grond. Je klautert een eindje naar beneden en je zit in het verleden. Duizend jaar per stap.' 'Zover gaat mijn geheugen niet,' schertste Grillo. 'Jawel,' zei Hotchkiss heel serieus. 'Het gaat helemaal terug tot het stofje in de zee. Dat achtervolgt ons.'

Hij tilde zijn hand op. 'Die ziet er nogal stevig uit, niet?' vroeg hij. 'Maar hij bestaat hoofdzakelijk uit water.' Hij leek met nog een ande­re gedachte te worstelen, maar hij zei niets.

'De wezens die de Jaff maakte, leken op opgegraven dingen,' zei Gril­lo. 'Denk je dat je die daar beneden ook zult vinden?' Het antwoord van Hotchkiss was de gedachte die hij even tevoren niet onder woorden had kunnen brengen. 'Toen ze stierf,' zei hij. ik bedoel Carolyn. . . toen Carolyn stierf kreeg ik dromen dat ze voor mijn ogen oploste. Niet wegrotte of zo. Maar gewoon oploste. Net of de zee haar terug nam.' 'Heb je die dromen nog steeds?' 'Nee. Ik droom nooit meer tegenwoordig.' iedereen droomt.'

'Dan wil ik ze misschien niet meer onthouden,' zei Hotchkiss. 'Dus. . . ga je mee?' 'Mee waarnaar toe?' 'Naar beneden.'

'Wil je dat echt gaan doen? Ik dacht dat het praktisch onmogelijk was daar naar beneden te gaan.'

'Dan sterven we onderweg,' zei Hotchkiss. 'Daar ligt het verhaal. Het enige verhaal. Precies onder je voeten.'

ik moet je wel waarschuwen dat ik last van claustrofobie heb.' 'Dat leer je gauw genoeg af,' antwoordde Hotchkiss met een glimlach die van Grillo best een beetje geruststellender had mogen zijn.