8

Rond kwart over drie voelde Grillo zich plotseling zo hondsmoe dat hij, nadat hij de receptie van het hotel opdracht had gegeven alle tele­foontjes voor hem tot nader order tegen te houden, naar bed ging. Hij werd dan ook wakker omdat er iemand op zijn deur stond te kloppen. Hij kwam met een duizelig hoofd overeind. 'Room Service,' zei een vrouwenstem.

'Ik heb niets besteld,' antwoordde hij. Toen begreep hij het: 'Tesla?' Het was Tesla. Ze zag er goed uit in haar zoals gewoonlijk uitdagen­de kleding. Grillo had allang geleden geconstateerd dat er een soort genie voor nodig was om door het dragen van bepaalde kleren en sie­raden goedkoop in markant te veranderen en smaakvol in kitsch. Tesla kreeg de verandering in beide richtingen voor elkaar zonder er voor het oog veel moeite voor te hoeven doen. Vandaag had ze een wit mannenoverhemd aan dat veel te groot voor haar tengere figuur­tje was met een goedkope Mexicaanse bola om haar hals waar een afbeelding van een Madonna aan hing, een nauwe blauwe broek, ho­ge hakken (waarmee ze desondanks nog maar tot aan zijn schouders kwam) en zilveren oorringen in de vorm van een slang die tussen haar rode haar waar ze blonde strepen doorheen had laten verven, te voor­schijn kwamen. Ze had alleen maar een paar blonde strepen laten verven want, had ze uitgelegd, blondines hadden inderdaad meer ple­zier in het leven, maar een heel hoofd vol zou te veel van het goede zijn.

'Je sliep dus,' zei ze.

'Jep.'

'Sorry.'

'Ik moet pissen.'

'Ga je gang. Ga je gang.'

'Wil jij even kijken wie er heeft opgebeld?' riep hij terwijl hij zijn spie­gelbeeld in de spiegel bekeek. Hij vond dat hij er beroerd uitzag, net als de ondervoede dichter op wie hij had willen lijken, maar wat hij had opgegeven de eerste keer de beste dat hij honger had gekregen. Pas toen hij naar de wc-pot wankelde en met één hand zijn lul vast­hield - die nog nooit zo ver weg en zo klein had geleken - en met de andere de deurpost om niet om te vallen, gaf hij toe hoe ziek hij zich voelde.

'Je kunt maar beter uit mijn buurt blijven,' zei hij tegen Tesla toen hij terugstrompelde. 'Ik denk dat ik griep heb.' 'Ga dan naar bed. Hoe kom je daaraan?'

'Van een kind.'

'Abernethy heeft gebeld,' vertelde Tesla hem. 'En een vrouw die Ellen heet.'

'Haar kind.'

'Wie is dat?'

'Zij? Een aardige vrouw. Wat had ze?' 'Wil je dringend spreken. Geen nummer.'

'Ik geloof dat ze geen telefoon heeft,' zei Grillo. 'Ik zou moeten uit­vinden wat ze wil. Ze werkte vroeger voor Vance.' 'Schandaaltje?'

'Ja.' Hij begon te klappertanden. 'Verdomme,' zei hij. 'Ik heb het ge­voel of ik in brand sta.'

'Misschien zou ik je maar beter mee terug kunnen nemen naar L.A.'

'Ik denk er niet aan. Hier zit een verhaal, Tesla.'

'Er zijn overal verhalen. Abernethy kan iemand anders hiernaar toe

sturen.'

'Dit is een vréémd verhaal,' zei Grillo. 'Er is hier iets aan de hand dat ik niet begrijp.' Hij ging met een kloppend hoofd zitten. 'Weet je dat ik erbij was toen de mannen die Vance zochten, verongelukten?' 'Nee. Wat is er gebeurd?'

'Wat ze ook op het nieuws gezegd hebben, het was geen ondergrond­se damdoorbraak. Of althans dat was het niet alléén. Ten eerste hoorde ik allang geschreeuw voor het water kwam. Ik geloof dat ze aan het bidden waren daar beneden, Tesla. Schreeuwend aan het bid­den. En toen kwam die omhoog spuitende rotzooi, water, rook, vie­zigheid. Lichamen. En nog iets. Nee: twee dingen. Die onder dekking de grond uitkwamen. 'Klommen ze?' 'Ze vlogen.'

Tesla keek hem doordringend aan.

'Ik zweer het, Tesla,' zei Grillo. 'Misschien waren ze menselijk. . . misschien ook niet. Het leek meer op. . . ik weet het niet. . . meer op energieën of zo. En voor je het vraagt, ik was zo nuchter als wat.' 'Ben jij de enige die dat heeft gezien?'

'Nee, er was nog een vent bij, Hotchkiss. Ik denk dat hij het meeste ook heeft gezien. Alleen, hij neemt de telefoon niet meer op.' 'Je beseft wel dat het allemaal klinkt of je stapelgek bent, hè?' 'Nou ja, dat bevestigt dan alleen maar wat je altijd hebt gedacht, of niet soms? Met voor Abernethy te werken en in roddels te graven over de rijken en beroemdheden. . .'

'En niet verliefd op mij te worden.' 'En niet verliefd op jou te worden.' 'Idioot.' 'Krankzinnig.'

'Luister Grillo, ik ben niet bepaald een goede verpleegster, dus ver­wacht geen sympathie van mij. Maar als je praktische hulp nodig hebt zolang je ziek bent, geef me dan aanwijzingen en ik doe het voor je.'

'Je zou naar Ellen kunnen gaan. Zeg maar dat ik griep van haar zoon­tje heb gekregen. Zorg dat ze zich schuldig voelt. Er zit een verhaal daar en ik heb er tot nog toe maar een klein deel van te pakken kun­nen krijgen.'

'Dat klinkt weer helemaal naar mijn Grillo. Ziek, maar zonder schaamte.'

Het was al laat in de middag tegen de tijd dat Tesla op weg ging naar Ellen Nguyen; ze weigerde de auto te nemen hoewel Grillo haar had gewaarschuwd dat het een hele wandeling zou zijn. Er was een bries­je opgestoken dat haar door de stad begeleidde. Het was het soort gemeenschap dat ze zich bij een griezelverhaal kon voorstellen. Zo­iets van een man met een atoombom in zijn koffertje of zo. Het was natuurlijk al eerder geschreven, maar ze had een andere wending voor het verhaal. In plaats van het als een voorbeeld van slechtheid te schetsen, zou zij de nadruk op het apathische effect leggen. Men­sen die gewoon niet geloofden wat hun werd verteld, die gewoon in onbekommerde onverschilligheid doorgingen met hun dagelijkse be­zigheden. En de heldin zou proberen deze mensen hun eigen gevaar onder ogen te laten zien, daar niet in slagen en uiteindelijk zou ze bui­ten de stad gezet worden door een menigte die genoeg van zo'n oproerkraaister had, precies op het ogenblik dat de bom ontplofte. Alles verging. Einde. Natuurlijk zou het nooit zo gemaakt worden, maar de tijd dat zij scenario's schreef was ook verleden tijd. Al bleven de verhalen komen. Ze kon nergens voor het eerst komen of nieuwe gezichten ontmoeten zonder er een drama omheen te bouwen. Ze analyseerde de verhalen die haar geest maakte niet al te diep, tenzij - zoals nu - het duidelijk onontkoombaar was. Ze voelde dat Palo­mo Grove een stadje was dat op een dag zou ontploffen. Ze ging zoals gewoonlijk af op haar gevoel voor richting. Ze vond de weg naar het huis van Ellen zonder één keer verkeerd te zijn gelo­pen. De vrouw die de deur openmaakte, zag er zo teer uit dat Tesla nauwelijks harder durfde te spreken dan op fluistertoon, laat staan te proberen enige vorm van bewijs over indiscretie te verkrijgen. Ze

gaf de feiten zoals ze lagen: dat ze op verzoek van Grillo was geko­men omdat hij griep had.

'Maak je maar geen zorgen, hij overleeft het wel,' zei ze toen ze zag dat Ellen heel bezorgd keek. 'Ik ben hier alleen maar om uit te leggen waarom hij niet is gekomen.' 'Kom alsjeblieft binnen,' zei Ellen.

Tesla weigerde. Ze was niet in de stemming voor een breekbaar ziel­tje. Maar de vrouw hield aan.

'Ik kan hier niet praten,' zei ze toen ze de deur dichtdeed. 'En ik kan Philip nog niet te lang achter elkaar alleen laten. Ik heb geen telefoon meer. Ik moest meneer Grillo ook al bij mijn buurman opbellen. Wilt u een boodschap overbrengen?'

'Ja hoor,' zei Tesla en dacht: als het een liefdesbrief is, gooi ik hem weg. Ze wist dat deze vrouw Grillo's type was. Lieflijk, vrouwelijk en met een zachte stem. In één woord haar tegenpool. Het besmettelijke kind zat op de bank.

'Meneer Grillo heeft griep,' vertelde zijn moeder hem. 'Waarom stuur

je hem niet een van je tekeningen, zodat hij beter wordt?'

De jongen liep op onvaste benen naar zijn slaapkamer en gaf Ellen

de gelegenheid haar boodschap over te brengen.

'Wil je tegen hem zeggen dat de dingen op Coney veranderd zijn?' zei

Ellen.

'Verandering op Coney,' herhaalde Tesla. 'Wat betekent dat precies?'

'Er komt een herdenkingsfeest voor Buddy bij hem thuis. Meneer

Grillo zal het wel begrijpen. Rochelle, zijn vrouw, heeft de chauffeur

gestuurd. Ik moet komen helpen.'

'En wat moet Grillo daarmee beginnen?'

'Ik wil weten of hij een uitnodiging nodig heeft.'

'Ik denk dat ik daar meteen al ja op kan zeggen. Wanneer gaat dat

gebeuren?'

'Morgenavond.'

'Dat is al gauw.'

'Voor Buddy komen de mensen wel,' zei Ellen. 'Hij was erg geliefd.' 'Een gelukkig man,' merkte Tesla op. 'Dus als Grillo je nodig heeft, kan hij je in het huis van Vance bereiken?'

'Nee. Daar moet hij niet naar toe bellen. Zeg hem hiernaast een boodschap achter te laten. Bij meneer Fulmer. Hij let ook op Philip.' 'Fulmer. Goed. Ik zal het onthouden.'

Er was verder niet veel meer te zeggen. Tesla kreeg een tekening van de zieke om mee terug te nemen naar Grillo, vergezeld van de beste wensen namens moeder en zoon en ging toen terug naar huis terwijl ze onderweg verhalen bleef verzinnen.