4
Abernethy was de enige die Grillo wel eens bij zijn voornaam noemde. Voor Saralyn was hij vanaf de dag dat ze elkaar hadden ontmoet tot de dag waarop ze uit elkaar waren gegaan altijd Grillo geweest. En dat gold ook voor zijn collega's en vrienden. Voor zijn vijanden (en welke journalist, vooral een die in ongenade was vervallen, had geen vijanden?) was hij soms die Zak van een Grillo, of Grillo de Rechtvaardige, maar altijd Grillo. Alleen Abernethy durfde soms te zeggen: 'Nathan?' 'Wat wil je?'
Grillo kwam net onder de douche vandaan maar het horen van de stem van Abernethy maakte dat hij er zo weer onder zou willen stappen.
'Wat doe je thuis?'
'Ik werk,' loog Grillo. Het was laat geworden. 'Dat stuk over vervuiling, weet je wel?'
'Vergeet dat maar. Er broeit iets en ik wil dat je ernaar toe gaat. Buddy Vance - de komiek? - wordt vermist.' 'Sinds wanneer?' 'Vanochtend.' 'Waar?'
'Palomo Grove. Weet je waar dat is?'
'Het is een naam op een bord langs de kant van de weg.'
'Ze proberen hem op te graven. Het is nu twaalf uur. Hoelang doe
je erover om er te komen?'
'Een uur. Misschien anderhalf uur. Vanwaar al die interesse?' 'Je bent te jong om je de Buddy Vance Show te herinneren.' 'Ik heb de herhalingen wel gezien.'
'Ik zal je eens iets vertellen, Nathan, mijn jongen. . .' Van alle methodes die Abernethy erop nahield, had Grillo de grootste hekel aan de vaderlijke toon. '. . . er is een tijd geweest dat de Buddy Vance Show zelfs de bars leeg hield. Hij was een groot man en een groot Amerikaan.'
'Dus je wil een sentimenteel stukje?'
'Verrek, nee. Ik wil het nieuws over zijn vrouwen, de alcohol en hoe hij ertoe gekomen is in Ventura County neer te strijken terwijl hij de gewoonte had in een limousine in de buurt van Burbank rond te zwerven.'
'Met andere woorden, de schandaaltjes.'
'Er waren drugs bij betrokken, Nathan,' zei Abernethy. Grillo zag het beeld van de zogenaamde ernst op het gezicht van de man voor zich. 'En onze lezers moeten dat weten.' 'Ze willen schandaaltjes en jij ook,' zei Grillo. 'Vervolg me er maar voor,' zei Abernethy. 'En kom eens in beweging.'
'Maar we weten dus niet eens waar hij is? Veronderstel dat hij er gewoon vandoor is?'
'O, ze weten wel waar hij is,' zei Abernethy. 'De komende uren hopen
ze zijn lichaam boven te kunnen brengen.'
'Boven te brengen? Bedoel je dat hij verdronken is?'
'Ik bedoel dat hij in een gat is gevallen.'
Komieken, dacht Grillo. Ze doen ook van alles om in de publiciteit te komen.
Maar het was niet grappig. Toen hij zich pas bij de gelukkige groep van Abernethy had aangesloten, was het een vakantie geweest van de zware, plichtmatige journalistieke onderzoeken waar hij naam in had gemaakt. En waar hij tenslotte weer was uitgewerkt. Het idee om voor een klein schandaalblaadje als de County Reporter te werken, leek een hele opluchting. Abernethy was een huichelachtige clown, een herboren christen voor wie vergeving uit schuttingwoorden bestond. De verhalen die Grillo voor hem moest uitzoeken waren gemakkelijk te verslaan en nog gemakkelijker te vertellen, als je in gedachte hield dat de lezers van de Reporter slechts één ding van hun nieuws wilden: hun afgunst verhogen. Ze wilden verhalen over de ellende van bekendheden, de keerzijde van beroemdheid. Abernethy kende zijn pappenheimers goed. Hij had er zelfs zijn eigen biografie bij gehaald en van zijn bekering van alcoholist tot fundamentalist gemaakt wat ervan te maken viel. Hoog en droog en godvruchtig, zo beschreef hij zichzelf graag. Dit heilige dwangmiddel gaf hem de mogelijkheid om met een gelukzalige glimlach in de smerigheid te roeren die hij uitgaf en gaf zijn lezers de mogelijkheid er zonder schuldgevoelens van te genieten. Ze lazen verhalen over het loon der zonde. Wat kon nu christelijker zijn?
Voor Grillo was de grap er allang af. Hij had er al honderden keren over gedacht om Abernethy te vertellen dat hij verder kon verrekken. Maar waar zou een gedupeerde maar bekwame journalist zoals hij een baan kunnen krijgen, behalve bij een krantje als de Reporter? Hij had over andere beroepen nagedacht, maar hij zag er weinig heil in om iets anders te gaan doen. Zolang hij zich kon herinneren had hij de wereld al verslag over de rest van de wereld willen uitbrengen. Er lag iets essentieels in dat werk. Hij kon zich niet voorstellen dat hij iets anders zou doen. De wereld stond tamelijk onverschillig tegenover zichzelf. Er waren iedere dag weer mensen nodig om haar haar eigen levensverhaal te vertellen, iedere dag weer, hoe zou ze anders van haar vergissingen kunnen leren? Hij had eens een krantenkop gemaakt van zo'n vergissing - een corrupte zaak in de senaat - tot hij ontdekte (zijn hart keerde zich nog in zijn lijf om als hij eraan dacht) dat hij door de tegenstanders van zijn doel was gebruikt, zijn positie als persaanklager was gebruikt om onschuldigen te bevuilen. Hij had verontschuldigingen aangeboden, zich vernederd en zijn ontslag willen nemen. De zaak was snel vergeten toen een nieuwe golf van krantenkoppen de zijne overspoelde. Politici zouden er, evenals schorpioenen en kakkerlakken, nog altijd zijn wanneer de kernkoppen de beschaving allang met de grond gelijk gemaakt hadden. Maar journalisten waren breekbaar. Eén misrekening en hun geloofwaardigheid lag aan diggelen. Hij was in westelijke richting gevlucht tot hij bij de Grote Oceaan was uitgekomen. Hij had erover gedacht zichzelf erin te storten, maar in plaats daarvan had hij het verkozen voor Abernethy te gaan werken. En het leek er steeds meer op dat dit een vergissing was.
Kijk naar de zonzijde, vertelde hij zichzelf iedere dag. Je kunt geen kant meer op, alleen nog maar naar boven.
Hij stond verbaasd over Palomo Grove. Het had alle kenmerken van een stadje dat op papier ontstaan was - het winkelcentrum in het midden, de stervormige dorpjes, de ordelijke lijn van de straten - maar er was een welkome afwijking in bouwstijl van de huizen en misschien omdat het gedeeltelijk tegen de Heuvel was aangebouwd - een gevoel dat er geheime hoekjes konden zijn. Als het bos al geheimen had, zouden die nu door de dagjesmensen die naar de opgraving waren komen kijken wel vertrapt zijn. Grillo liet zijn papieren zien en stelde een paar vragen aan een van de agenten bij de afzetting. Nee, het zat er niet in dat het lijk snel naar boven gehaald zou worden, het moest nog worden gevonden. En Grillo kon ook niemand te spreken krijgen die de leiding over de operatie had. Er werd gesuggereerd dat hij later nog maar eens moest terugkomen. Het leek een goede raad. Er gebeurde niet veel rondom de spleet. Ondanks het feit dat er verschillende stellages en takelwerken stonden, leek niemand van plan te zijn die in werking te stellen. Hij besloot het erop te wagen en het toneel te verlaten om een paar telefoontjes te plegen. Hij vond de weg naar het winkelcentrum en een openbare telefooncel. Zijn eerste telefoontje was naar Abernethy om te vertellen dat hij er was en om te informeren of er een fotograaf gestuurd was. Abernethy was er niet. Grillo liet een boodschap achter. Met zijn tweede telefoontje had hij meer geluk. Het antwoordapparaat begon het bekende deuntje af te draaien. . .
'Hallo. U spreekt met Tesla en Butch. Als u met de hond wilt spreken, ik ben uit. Als u Butch nodig heeft. . Het werd afgebroken door Tesla. 'Hallo?' 'Met Grillo.'
'Grillo? Hou je mond, Butch! Sorry, Grillo, hij probeert om. . .' de telefoon viel en er volgde enig lawaai. Even later kwam Tesla ademloos terug. 'Dat beest! Waarom heb ik hem ooit genomen, Grillo?' 'Hij was de enige man die bij je wilde wonen.'
'Barst.'
'Het zijn je eigen woorden.'
'Echt waar?'
'Jij zei het.'
'Ik moet gek zijn! Ik heb goed nieuws, Grillo. Ik heb een overeenkomst voor een van de scenario's. Dat scenario dat ik vorig jaar had geschreven en afgewezen werd, weet je nog wel? Ze willen dat ik het overschrijf. Maar dan in de ruimte.' 'Doe je dat ook?'
'Waarom niet? Het wordt tijd dat ik iets produceer. Niemand zal iets
van die zware dingen doen tot ik ergens mee aankom. Dus weg met
de kunst. Ik zal zo grof worden dat ze ervan klaarkomen. En voor
je het zegt, begin niet over die flauwekul van artistieke principes. Een
meisje moet vandaag de dag voor zichzelf kunnen zorgen.'
'Ik weet het, ik weet het.'
'Dus,' zei ze. 'Wat heb jij te vertellen?'
Daar waren vele antwoorden op: een hele litanie. Hij kon haar over zijn kapper vertellen die hem met een handvol blonde plukken haar glimlachend had meegedeeld dat Grillo een kale plek op zijn hoofd had. Of hoe hij, toen hij zichzelf vanochtend in de spiegel had gezien, had gevonden dat zijn lange bleke trekken die hem altijd zo volwassen waren voorgekomen, alleen maar somber waren. Of dat hij nog steeds last had van die verrekte lift-dromen: dan zat hij samen met Abernethy en een geit vast tussen twee etages en Abernethy wilde dat Grillo de geit zou kussen. Maar hij hield die biografie voor zichzelf en zei alleen maar: 'Ik heb hulp nodig.' 'Dat is logisch.'
'Wat weet jij van Buddy Vance?'
'Hij ligt in een gat. Dat was op tv.'
'Wat is zijn levensverhaal?'
'Zeker voor Abernethy, hè?'
'Ja.'
'Dus alleen de vuiligheid.'
'Precies.'
'Tja, komieken zijn niet mijn sterke punt. Ik had als hoofdvak seks- godinnen. Maar ik heb hem opgezocht toen ik het nieuws hoorde. Hij is zes keer getrouwd geweest, een keer met een zeventienjarige. Dat duurde tweeënveertig dagen. Zijn tweede vrouw stierf aan een overdosis. . .'
Zoals Grillo al had gehoopt, wist Tesla alles over het leven en de smerige details van Buddy Vance (geboren, ongelooflijk maar waar, als Valentino). De verslavingen aan vrouwen, drugs en roem; de tv series, de films, de val van de top. 'Dat kun je met hem meevoelen, Grillo.' 'Dank je wel voor de trap onder de gordel.'
'Ik hou alleen maar van je omdat ik je kan kwetsen. Of bedoel ik het andersom?'
'Erg leuk. Nu we het erover hebben: was hij het ook?'
'Was hij wat?'
'Leuk?'
'Vance? Ik denk op zijn manier wel. Heb je hem nooit gezien?' 'Ik geloof van wel. Maar ik herinner me er niets van.' 'Hij had een gezicht van elastiek. Als je naar hem keek, moest je lachen. En dat vreemde karakter. Half idioot, half slijmbal.' 'Waarom had hij dan zo'n succes bij vrouwen?' 'Weer de vuiligheid?' 'Natuurlijk.'
'Zijn enorme wormvormig aanhangsel.' 'Hou je me voor de gek?'
'De grootste lul in omroepland. Ik heb dat uit een betrouwbare bron.' 'Wie?'
'Alsjeblieft, Grillo,' zei Tesla vol afschuw. 'Ben ik een roddel-type?' Grillo lachte. 'Bedankt voor de informatie. Ik ben je een dineetje schuldig.'
'Verkocht. Vanavond.'
'Het ziet ernaar uit dat ik dan nog hier zit.' 'Dan kom ik wel daarnaar toe.'
'Misschien morgen als ik dan nog hier ben. Ik bel je wel.' 'Als je niet belt, wordt het je dood.'
'Ik heb gezegd dat ik zal bellen en dan doe ik dat ook. Ga terug naar
je Verworpene in de Ruimte.'
'Gedraag je als een nette jongen. En Grillo. . .'
'Wat?'
Voor ze antwoord gaf, legde ze de hoorn neer en won op die manier voor de derde achtereenvolgende keer het spel wie als eerste de verbinding verbrak. Een spelletje dat ze speelde sinds Grillo in een sentimentele bui had opgebiecht dat hij een hekel aan afscheid nemen had.