I
Grillo had Abernethy nog nooit zo gelukkig gezien. Toen Grillo hem vertelde dat het verhaal van Buddy Vance in een regelrechte ramp was ontaard en dat hij erbij was geweest en ervan kon getuigen, schreeuwde de man van enthousiasme.
'Begin meteen met schrijven!' zei hij. 'Neem een kamer in de stad - stuur mij de rekening maar - en ga aan het schrijven! Ik hou de voorpagina wel voor je vast.' Als Abernethy soms dacht dat hij Grillo kon aansporen met slechte filmclichés, dan dacht hij verkeerd. De gebeurtenis bij de grotten had hem enigszins verdoofd achtergelaten. Maar het idee om een kamer te nemen stond hem wel aan. Hoewel hij zich in de bar waar hij en Hotchkiss hun relaas aan Spilmont hadden gedaan had afgedroogd, voelde hij zich vies en uitgeput. 'Hoe zit het met die vent, die Hotchkiss?' zei Abernethy. 'Wat heeft hij te vertellen?' 'Dat weet ik niet.'
'Zoek het uit. En zie wat meer achtergrondinformatie over Vance te krijgen. Ben je al naar zijn huis geweest?' 'Geef me even tijd.'
'Je zit erbovenop,' zei Abernethy. 'Het is jouw verhaal. Doe er wat aan.'
Hij nam wraak op Abernethy, hoewel het kinderachtig was, door de duurste kamer in Hotel Palomo in Stillbrook te nemen en champagne en een rauwe hamburger te bestellen. Hij gaf de kelner zo'n grote fooi dat de man hem vroeg of hij misschien een fout had gemaakt. De drank steeg hem naar het hoofd en dat was zijn favoriete stemming om Tesla te bellen. Ze was er niet. Hij liet een boodschap achter waarin hij zijn adres vermeldde. Toen zocht hij Hotchkiss op in het telefoonboek en belde hem. Hij had gehoord wat de man tegen Spilmont had gezegd. Maar hij had met geen woord gerept over wat ze beiden hadden gezien toen ze van de spleet wegvluchtten. Grillo had er ook over gezwegen en aangezien er ook niet naar gevraagd werd door Spilmont veronderstelde hij dat niemand anders dicht genoeg bij de spleet was geweest om er getuige van geweest te zijn. Hij wilde zijn ervaringen met die van Hotchkiss vergelijken, maar hij kreeg nul op het rekest. Of hij was niet thuis of hij had besloten de telefoon niet op te nemen.
Toen die weg naar informatie afgesloten bleek te zijn, schonk hij zijn aandacht aan het huis van Vance. Het was bijna negen uur 's avonds, maar het kon geen kwaad om een wandelingetje tegen de Heuvel op te maken en eens naar het landgoed van de man te gaan kijken. Misschien kon hij zichzelf wel binnenpraten als de champagne hem niet te machtig werd. In zeker opzicht was de tijd in zijn voordeel. Deze ochtend was Vance het centrale punt van de gebeurtenissen in Palomo Grove geweest. Zijn familie, als die er tenminste van hield om in het middelpunt van de belangstelling te staan - en de meesten hielden daar wel van - had alle tijd gehad voor ze tussen de gegadigden koos wie ze haar verhaal wilde vertellen. Maar nu was het overlijden van Vance overschaduwd door een grotere en nieuwere tragedie. Daarom was het mogelijk dat de nabestaanden meer geneigd tot praten tegen Grillo zouden zijn dan bijvoorbeeld tussen de middag het geval zou zijn geweest.
Hij kreeg spijt van zijn beslissing om te gaan lopen. De Heuvel was steiler dan hij van beneden af had gedacht en slecht verlicht. Maar er waren ook voordelen. Hij had de straat voor zich alleen en dus kon hij van de stoep af en midden over straat lopen terwijl hij de sterren boven zijn hoofd bewonderde. Het was niet moeilijk om het huis van Vance te vinden. De weg hield daar op. Na Coney Eye strekte alleen de hemel zich nog maar uit.
De hoofdingang was dicht, maar onbewaakt. Via een zijingang kon hij echter op een pad komen dat door een wild door elkaar groeiende, groen blijvende rij bomen slingerde die tot aan het huis beurtelings verlicht waren met groene, gele en rode lichtjes. Het was kolossaal en heel merkwaardig. Een paleis dat de spot dreef met de esthetische opvattingen van Palomo Grove. Er was hier niets te bekennen van de pseudo-mediterrane stijl, de ranch-stijl, de Spaanse stijl, de zogenaamde Tudor of de moderne koloniale stijl. Het hele bouwwerk deed denken aan een ritje over de kermis. De voorkant was in dezelfde kleuren geverfd als de lichtjes in de bomen, de ramen waren omringd door lampjes die op dit ogenblik werden uitgedraaid. Coney Eye was een stukje van een eiland, begreep Grillo nu: het eerbetoon van Vance aan de kermis. Er brandde licht binnen. Hij klopte aan en wist dat hij door camera's boven de deur werd bespied. De deur werd geopend door een oosterse vrouw - Vietnamees misschien - die hem vertelde dat mevrouw Vance inderdaad thuis was. Ze vroeg of hij even in de gang wilde wachten, dan zou ze kijken of de dame des huizes te spreken was. Grillo bedankte haar en wachtte terwijl de vrouw naar boven liep.
Het was binnen net als buiten: een tempel voor plezier. Iedere centimeter van de ingang hing vol met platen van allerlei soorten kermisattracties: fel gekleurde reclames voor liefdestunnels, spooktreinritten, draaimolens, rariteitenshows, worstelshows, vrouwenshows, walsen en raadselachtige rondreizen. De weergaven waren over het algemeen vrij grof, het werk van schilders die wisten dat hun vak in dienst van de commercie stond en geen blijvende waarde had. Van dichtbij gezien was het niet zo mooi; hun pronkerige zelfvertrouwen moest vanuit een dichte mensenmenigte gezien worden en niet onder een spotje worden bekeken. Vance had dat ook wel gezien. Hij had ze aan iedere muur dicht naast elkaar gehangen zodat heel effectief het oog van de een naar de ander werd getrokken en hij op die manier voorkwam dat er te lang naar een bepaald detail werd gestaard. De uitstalling ontlokte ondanks de vulgariteit ervan, toch een glimlachje aan Grillo zoals zonder twijfel ook de bedoeling van Vance was geweest, een glimlach die op zijn gezicht lag toen Rochelle Vance boven aan de trap verscheen en aan haar afdaling begon.
Hij had nog nooit eerder in zijn leven zo'n perfect gezicht gezien. Bij iedere stap die ze zette, verwachtte hij dat de perfectie zou verminderen, maar dat gebeurde niet. Haar donkere uiterlijk deed hem vermoeden dat ze van Caribische afkomst was. Haar haren waren strak naar achteren getrokken en benadrukten de welving van haar voorhoofd en de symmetrie van haar wenkbrauwen. Ze droeg geen sieraden en had een eenvoudige zwarte jurk aan.
'Meneer Grillo,' zei ze. 'Ik ben de weduwe van Buddy.' Het woord klonk volkomen misplaatst, ondanks de kleur van haar jurk. Dit was geen vrouw die haar hoofd had opgeheven van een met tranen doorweekt kussen. 'Kan ik u van dienst zijn?' vroeg ze. 'Ik ben journalist. . .' 'Dat vertelde Ellen me.'
'En ik wilde u een paar vragen stellen over uw echtgenoot.' 'Het is een beetje laat.'
'Ik was het grootste deel van de middag in het bos.' 'O ja,' zei ze, 'u bent de bewuste meneer Grillo.' 'Wat bedoelt u?'
'Een van de agenten. . .' Ze draaide zich om naar Ellen. 'Hoe heette
hij ook weer?'
'Spilmont.'
'Spilmont is hier geweest om me te vertellen wat er was gebeurd. Hij had het over uw heldhaftigheid.' 'Zo geweldig was die niet.'
'Voldoende om een goede nachtrust te mogen hebben, zou ik denken,' zei ze. 'In plaats van verder te werken.' 'Ik wil graag het verhaal compleet hebben.'
'Ja. Goed, komt u maar binnen.'
Ellen opende een deur aan de linkerkant van de gang. Terwijl Rochelle Grillo binnenleidde, vertelde ze hem wat hij van haar kon verwachten.
'Ik zal uw vragen zo goed mogelijk beantwoorden, zolang u zich beperkt tot Buddy's professionele leven.' Er lag geen enkel accent in haar stem. Misschien een Europese opvoeding? 'Ik weet niets van zijn andere echtgenotes, dus probeer daar maar niet achter te komen. En ik ga ook niet in op vragen over zijn verslavingen. Wilt u koffie?' 'Dat zou ik bijzonder waarderen,' zei Grillo en besefte dat hij deed wat hij tijdens interviews zo vaak deed: de intonatie van zijn geïnterviewde overnemen.
'Koffie voor meneer Grillo, Ellen,' zei Rochelle en nodigde haar gast uit om te gaan zitten. 'En voor mij water.'
De kamer waar ze nu waren liep over de hele lengte van het huis en was twee verdiepingen hoog. Rond de tweede verdieping lag een galerij die langs alle vier de muren liep. Deze muren waren net als in de gang behangen met schilderijen in schreeuwende kleuren. Uitnodigingen, verleidingen en waarschuwingen trokken om het hardst de aandacht. 'De rit van je leven' beloofde de een bescheiden. 'Al het plezier dat maar mogelijk is' kondigde een ander aan, 'En nog meer!' 'Dit maakt ook deel uit van Buddy's verzameling,' zei Rochelle. 'En er is nog meer in New York. Ik dacht dat het de grootste privé- verzameling was.'
'Ik heb nooit geweten dat iemand dit soort dingen verzamelde.' 'Buddy noemde het de echte Amerikaanse kunst. Misschien is dat zo en dat zegt dan wel iets. . .' ze liet de zin wegsterven en liet geen twijfel bestaan over haar afkeer van deze opzichtige parade. De uitdrukking die over haar intens gave gezicht vloog, verleende uitdrukking aan een bijzonder sterke persoonlijkheid. 'U liquideert de verzameling zeker,' zei Grillo.
'Dat hangt van het testament af,' zei ze. 'Misschien is het niet voor
mij en dan kan ik het niet verkopen.'
'U hecht er geen sentimentele waarde aan?'
'Ik denk dat u zich nu op privé-terrein begeeft,' zei ze.
'Ja, dat geloof ik ook.'
'Maar ik ben ervan overtuigd dat Buddy's obsessie niemand schade toebracht.' Ze stond op en draaide aan een knop tussen twee panelen van een spooktrein. Aan het eind van de kamer gingen lichtjes in allerlei kleuren achter een glazen wand aan. 'Ik zal u eens iets laten zien,' zei ze en liep door de kamer naar de mengelmoes van kleuren. Hier lagen stukken die te groot waren om in het huis te worden aangebracht. Een gebeeldhouwd gezicht, zo'n vier meter hoog, een gapende mond vol tanden die wel een zaag leken en die de ingang voor een rit ergens doorheen had gevormd. Een aanplakbiljet dat in lichtjes geschreven de Muur des Doods aanprees. Een levensgrote basreliëf-locomotief die door skeletten werd bestuurd en net uit een tunnel te voorschijn kwam.
'Lieve god,' was alles wat Grillo nog kon uitbrengen. 'Nu weet u waarom ik bij hem ben weggegaan,' zei Rochelle. 'Dat wist ik niet,' antwoordde Grillo. 'Woonde u niet bij hem?' 'Ik heb het geprobeerd,' zei ze. 'Maar kijkt u eens om u heen. Het is alsof je door Buddy's geest loopt. Hij hield ervan om overal en op iederéén zijn stempel achter te laten. Er was hier geen plaats voor mij. Niet als ik niet bereid was om de dingen op zijn manier te spelen.' Ze staarde naar de mammoetachtige muil. 'Lelijk,' zei ze. 'Vindt u niet?'
'Ik heb er geen kijk op,' zei Grillo. 'Staat het u niet tegen?'
'Als ik een kater had, zou het wel bij mijn stemming passen.' 'Hij zei altijd dat ik geen gevoel voor humor had,' zei ze. 'Omdat ik dit. . . spul van hem niet leuk vond. Ik denk trouwens dat het probleem meer was dat ik hèm niet leuk vond. Als minnaar, ja. . . dan was hij geweldig. Maar grappig? Nee.' 'Is dit allemaal onofficieel?' vroeg Grillo.
'Doet het er veel toe als ik ja zeg? Ik heb voldoende slechte publiciteit in mijn leven gehad om te weten dat mijn privé-aangelegenheden openbaar bezit zijn.' 'Maar u vertelt ze me toch.'
Ze draaide zich van de gapende mond naar hem toe. 'Ja,' zei ze. Het was even stil. Toen zei ze: 'Ik heb het koud,' en liep terug naar binnen. Ellen schonk net de koffie in. 'Laat maar staan,' zei Rochelle. 'Ik zal het wel doen.' De Vietnamese vrouw bleef een onderdeel van een seconde langer bij de deur hangen dan nodig was en dat was voldoende om duidelijk te maken dat ze niet zo onderdanig was als ze wel leek. 'Dus dat is het verhaal van Buddy Vance,' zei Rochelle. 'Echtgenotes, rijkdom en kermis. Geen opzienbarend nieuws, ben ik bang.' 'Denkt u dat hij hier enig voorgevoel van heeft gehad?' vroeg Grillo toen ze weer gingen zitten.
'Van doodgaan? Dat betwijfel ik. Hij dacht niet bepaald erg diep over dat soort dingen na. Melk?'
'Ja graag. En suiker.'
'Ga uw gang. Is dat het soort nieuws dat uw lezers graag willen horen? Dat Buddy zijn dood al in zijn dromen had gezien?'
'Er zijn wel gekkere dingen gebeurd,' zei Grillo en zijn gedachten
keerden onvermijdelijk terug naar de spleet en zij die eraan ontsnapt
waren.
'Dat denk ik niet,' antwoordde Rochelle. 'Ik zie niet zoveel blijken van wonderen. Niet meer.' Ze deed de lichtjes buiten uit. 'Toen ik nog een kind was, leerde mijn grootvader me om andere kinderen te beïnvloeden.' 'Hoe?'
'Gewoon door eraan te denken. Hij had het zijn hele leven al gedaan. Het was gemakkelijk. Ik kon kinderen hun ijsje laten vallen. Laten lachen terwijl ze niet wisten waarom; ik dacht er verder niet bij na. Toen waren er nog wonderen. Maar ik ben die vaardigheid kwijtgeraakt. We raken het allemaal kwijt. Alles verandert en niet ten goede.'
'Zo slecht kan uw leven niet zijn,' zei Grillo. 'Ik weet dat u verdriet heeft
'Barst met je verdriet,' zei ze plotseling. 'Hij is dood en ik zit hier te wachten om te kijken wanneer er voor het laatst gelachen wordt.' 'Het testament?'
'Het testament. De echtgenotes. De smeerlappen die overal vandaan uit het niets te voorschijn zullen komen. Hij heeft me eindelijk zover dat ik op een van die verrekte raadselachtige ritjes van hem zit.' Ze sprak vol vuur, maar toch heel rustig. 'U kunt naar huis gaan en dit alles in dodelijk proza omzetten.'
'Ik blijf in de stad,' zei Grillo. 'Tot het lichaam van uw echtgenoot is gevonden.'
'Dat gebeurt niet,' antwoordde Rochelle. 'Ze hebben het zoeken
gestaakt.'
'Wat?'
'Dat kwam Spilmont me vanmiddag vertellen. Ze hebben al vijf man verloren. De kans dat hij wordt gevonden is, hoe je het ook bekijkt, erg klein. Het is het risico niet waard.' 'Vindt u dat erg?'
'Dat ik geen lichaam heb om te begraven? Nee, niet echt. Het is beter dat je glimlachend in de herinnering van de mensen achterblijft dan uit een gat in de grond omhoog wordt gebracht. Dus u ziet dat het verhaal hier eindigt. Er zal naar alle waarschijnlijkheid in Hollywood een herdenkingsdienst voor hem worden gehouden. De rest is televisiegeschiedenis, zoals dat heet.' Ze stond op; het interview was blijkbaar voorbij. Grillo had nog veel onbeantwoorde vragen, de meeste over dat ene onderwerp waarover ze had gezegd dat ze er wel over
wilde praten, maar niet had aangeraakt: zijn professionele leven. Hij wist dat er een paar dingen waren die ook Tesla hem niet kon vertellen. Maar hij liet de vragen liever varen dan bij de weduwe van Vance aan te dringen en het risico te lopen dat ze haar geduld zou verliezen. Ze had al meer begrip getoond dan hij had verwacht. 'Dank u voor de tijd die u voor me hebt willen inruimen,' zei hij en gaf haar een hand. Haar vingers waren zo dun als twijgjes. 'U bent bijzonder vriendelijk geweest.' 'Ellen brengt u wel naar de deur.' 'Bedankt.'
Het meisje stond in de gang te wachten. Toen ze de voordeur opendeed, raakte ze Grillo's arm even aan. Hij keek haar aan. Ze gebaarde dat hij niets moest zeggen en duwde een stukje papier in zijn hand. Hij werd uitgelaten zonder dat er een woord gewisseld werd en de deur werd zwijgend achter hem dichtgedaan.
Hij wachtte tot hij buiten het bereik van de monitor was voor hij naar het papiertje keek. Haar naam stond erop - Ellen Nguyen - en een adres in Deerdell Village. Buddy Vance mocht misschien begraven blijven, maar het leek er veel op dat zijn verhaal zich een weg naar buiten zocht. Verhalen hadden daar de neiging toe, dat had Grillo al vaker gemerkt. Hij geloofde dat niets, maar dan ook helemaal niets geheim kon blijven, hoe sterk de machten die belang bij die stilte hadden ook waren. Samenzweerders konden samenzweren en misdadigers konden proberen iemand de mond te snoeren, maar de waarheid of iets dat daarop leek kwam vroeg of laat toch aan het licht, vaak in de meest onwaarschijnlijke vorm. Er werden zelden harde feiten onthuld over het leven achter het leven. Het waren vage verhalen, muurtekeningen, spotprenten en liefdesliedjes. Het was waar mensen het tijdens het koffiedrinken over hadden of tussen een paar wippen door, of wat er op de toiletmuren geschreven stond. De kunst van het ondergrondse, net als de figuren die hij in de uitbarsting in de grot had gezien en die waren opgerezen om de wereld te veranderen.