63

Het centrum van Zell am See naderde. Ton minderde vaart. De bestuurder van de Mercedes achter hen had andere plannen. Met zijn voorbumper ramde hij de achterkant van hun auto. Een remlicht sneuvelde. Marga en Fleur schrokken van de felle tik en gilden gelijktijdig van angst.

‘Vuile klootzak!’ gromde Ton. Gedwongen door de man achter hem gaf hij weer gas. Hij moest te allen tijde voorkomen dat een van de achtervolgers hem passeerde om hem de pas af te snijden.

Ze raasden het centrum binnen. Manon zag de kruising veel te snel op haar afkomen.

‘Rustig aan, pap,’ sprak ze met trillende stem. ‘We gaan te snel.’

Ze passeerden de splitsing zonder ongelukken. In een flits zag Manon hoe een automobilist die uit de richting van CityXpress kwam, vol op zijn remmen ging staan om vlak voor de kruising tot stilstand te komen. Haar vader had het ook gezien. Instinctief remde hij af. De bestuurder van de Mercedes achter hen aarzelde geen seconde. Hij gaf gas en de grote auto reed in een oogwenk naast hen. De tweede achtervolger schoof automatisch op en kleefde aan hun bumper.

De Mercedes gleed hen langzaam maar zeker voorbij. Zijn achterlichten waren nu ter hoogte van hun linkervoorwiel.

‘Ik trek het niet,’ mompelde Ton. De Mercedes beschikte over meer vermogen en buitte dit nu uit. Het centrum van Zell am See lag bijna achter hen. Op de rechte weg die volgde waren ze kansloos tegen de twee achtervolgers. De bestuurder van de Mercedes liet het niet eens zover komen. Hij stuurde naar rechts.

De stoeprand kwam op hen af. Ton stuurde mee naar rechts, ging op zijn rem staan en gilde: ‘Hou je vast!’ Het ging heel snel. De auto vloog door de lucht, raakte even later de grond en stuiterde enkele malen op waarbij alle wielen los van de grond kwamen.

Manon had ter bescherming beide armen over haar hoofd geslagen. Toen ze door de lucht vlogen draaide haar maag zich om. Daarna kwam ze los van de achterbank en sloeg tegen het dak van de auto. Ze rolde over Fleur heen en bleef op haar zusje liggen. Manon voelde dat ze gleden. Ze kwam omhoog en zag in één oogopslag in wat voor een absurde situatie ze zaten. Ze waren op het bevroren meer terechtgekomen.

Het rubber van de banden remde de auto langzaam af. De Mercedes stond schuin links voor hen op het ijs. Rechts voor hen stond de auto van de roekeloze chauffeur. Blijkbaar had hij meer snelheid gehad, want hij was hen voorbij gegleden. De auto van haar vader stond het dichtst bij de kant, maar als ze nu de auto zouden verlaten konden ze neergeschoten worden. Of door het ijs zakken.

‘Langs de kanten is het ijs dik genoeg voor een tocht. Ga je verder naar het midden, dan begint het akelig te kraken.’ De woorden van Stuart galmden door haar hoofd. Ze hoorde het kraken, was dat echt of haar verbeelding? De auto die het verst van hen af stond begon door het ijs te zakken. Luttele seconden leek het voertuig te drijven, waarna het meer de auto verzwolg. De deuren en ramen bleven gesloten.

‘We moeten eruit!’ gilde Manon. Ze legde haar handen op de schouders van haar ouders en schudde flink. ‘Kom op, zo meteen zakken we door het ijs!’

Het ijs kon ook het gewicht van de andere Mercedes niet meer dragen. De achterkant van de auto zakte naar beneden. De voorkant kwam omhoog en de wagen gleed achterwaarts onder water.

Manon zag hoe haar vader met zijn ogen knipperde. Door de enorme klap had hij even het bewustzijn verloren. Hetzelfde gold voor haar moeder. Ook zij kwam weer bij kennis. De veiligheidsgordels hadden hun leven gered.

‘Wakker worden. Kom op, de auto kan elk moment door het ijs zakken!’

Ze had de waarschuwing nog niet uitgesproken of onder hen begon het te kraken. De bodem zakte onder hun wielen weg. Heel even dreven ze op het water. Uit vrees met een beweging een lichte deining te veroorzaken waardoor ze ongetwijfeld zouden zinken, bleef Manon doodstil zitten.

‘Maak je gordels los,’ fluisterde ze op dwingende toon. ‘Daarna de deur open en het ijs op.’

Ze kregen niet de tijd, de auto zakte al. De paniek sloeg ogenblikkelijk toe. Marga had haar gordel losgemaakt en duwde met haar schouder tegen de deur.

‘Hij gaat niet open,’ schreeuwde ze gek van angst.

‘Dat komt door de waterdruk,’ reageerde Manon fel. ‘Eerst moeten de ramen open. Daarna gaat de deur open.’

‘De elektrische ramen gaan niet open,’ zei haar vader. Ook in zijn stem klonk de paniek door.

‘De ruitentikker!’ gilde Fleur met overslaande stem. ‘Dat ding onder je stoel.’

In het duister zag Manon hoe haar vader iets vooroverboog. Met zijn hand tastte hij in de ruimte onder zijn stoel. Manon voelde dat zij het initiatief moest blijven nemen.

‘Sla jouw ruit in. Blijf kalm als het water binnenstroomt. Duw de deur open en zwem naar boven. Eerst pa, dan ma, ik duw Fleur eruit en volg.’

Haar vader ramde de punt van de hamer tegen de ruit. Na drie slagen barstte deze. Met zijn vuist sloeg hij het resterende glas uit de sponningen. Zoals Manon had voorspeld, stroomde het water naar binnen. Fleur brak. Ze begon te snikken. Manon reageerde instinctief. Met haar platte hand sloeg ze Fleur in haar gezicht.

‘Geen gejank! Als de deur opengaat, moeten we voor ons leven zwemmen. Hou je kop erbij, we hebben maar één kans.’

Toen het ijskoude water tot hun schouders reikte, kreeg Ton het voor elkaar om de deur te openen. Hij trok Marga mee naar buiten. Manon pakte Fleur bij haar schouders en duwde haar tussen de passagiersstoelen door naar de enige opening. Nu het alles of niets was, herpakte Fleur zich. Met afgepaste bewegingen wurmde ze zich naar buiten.

Manon had nog net een laatste ademteug kunnen nemen, voordat de auto geheel onder water was geraakt. Ze gleed tussen de stoelen door en werkte zichzelf naar buiten, wat lastig was omdat de auto nog zonk.

Ze zwom op goed geluk. Omdat het al donker was, zag ze ook geen duidelijk licht dat aangaf waar de oppervlakte was. Ze had geen benul hoe diep ze zat. Ze voelde weinig druk op haar oren dus ze moest zo aan de oppervlakte komen. Zo hard als ze kon duwde ze met haar armen en benen het water weg. Het ijskoude water trok aan haar kleren, wilde haar beneden houden, voor eeuwig omhelzen. Manon had haar verstand op nul gezet. Na haar lange vlucht zou deze korte afstand haar niet tegenhouden.

Met de allerlaatste kracht die ze bezat, zwom ze omhoog. Haar longen stonden op barsten, het water bleef zwart. Ineens voelde ze zich lichter worden. Ze kon niet meer, ze was zo moe. Haar bewegingen werden trager. Ze wist er nog een laatste slag uit te persen. De pijn in haar spieren en de kou in haar botten voelde ze niet meer. Ze begon het bewustzijn te verliezen.

Vanuit het niets werd Manon omhooggetrokken. Ze vulde haar longen met lucht en begon zwaar te hoesten. Toen ze weer bij kennis kwam, keek ze recht in het gezicht van Dirck.

‘Ik heb je vast,’ zei hij. ‘Alles komt goed.’

Ze keek langs hem heen en zag haar vader en moeder aan de kant van het meer zitten. Naast hen stond Fleur. Stuart ondersteunde haar.

De oevers werden verlicht door blauwe zwaailichten. Veilig. Manon sloot haar ogen en begon zachtjes te snikken.

 

 

Apres-ski
titlepage.xhtml
apres-ski-ebook_split_0.xhtml
apres-ski-ebook_split_1.xhtml
apres-ski-ebook_split_2.xhtml
apres-ski-ebook_split_3.xhtml
apres-ski-ebook_split_4.xhtml
apres-ski-ebook_split_5.xhtml
apres-ski-ebook_split_6.xhtml
apres-ski-ebook_split_7.xhtml
apres-ski-ebook_split_8.xhtml
apres-ski-ebook_split_9.xhtml
apres-ski-ebook_split_10.xhtml
apres-ski-ebook_split_11.xhtml
apres-ski-ebook_split_12.xhtml
apres-ski-ebook_split_13.xhtml
apres-ski-ebook_split_14.xhtml
apres-ski-ebook_split_15.xhtml
apres-ski-ebook_split_16.xhtml
apres-ski-ebook_split_17.xhtml
apres-ski-ebook_split_18.xhtml
apres-ski-ebook_split_19.xhtml
apres-ski-ebook_split_20.xhtml
apres-ski-ebook_split_21.xhtml
apres-ski-ebook_split_22.xhtml
apres-ski-ebook_split_23.xhtml
apres-ski-ebook_split_24.xhtml
apres-ski-ebook_split_25.xhtml
apres-ski-ebook_split_26.xhtml
apres-ski-ebook_split_27.xhtml
apres-ski-ebook_split_28.xhtml
apres-ski-ebook_split_29.xhtml
apres-ski-ebook_split_30.xhtml
apres-ski-ebook_split_31.xhtml
apres-ski-ebook_split_32.xhtml
apres-ski-ebook_split_33.xhtml
apres-ski-ebook_split_34.xhtml
apres-ski-ebook_split_35.xhtml
apres-ski-ebook_split_36.xhtml
apres-ski-ebook_split_37.xhtml
apres-ski-ebook_split_38.xhtml
apres-ski-ebook_split_39.xhtml
apres-ski-ebook_split_40.xhtml
apres-ski-ebook_split_41.xhtml
apres-ski-ebook_split_42.xhtml
apres-ski-ebook_split_43.xhtml
apres-ski-ebook_split_44.xhtml
apres-ski-ebook_split_45.xhtml
apres-ski-ebook_split_46.xhtml
apres-ski-ebook_split_47.xhtml
apres-ski-ebook_split_48.xhtml
apres-ski-ebook_split_49.xhtml
apres-ski-ebook_split_50.xhtml
apres-ski-ebook_split_51.xhtml
apres-ski-ebook_split_52.xhtml
apres-ski-ebook_split_53.xhtml
apres-ski-ebook_split_54.xhtml
apres-ski-ebook_split_55.xhtml
apres-ski-ebook_split_56.xhtml
apres-ski-ebook_split_57.xhtml
apres-ski-ebook_split_58.xhtml
apres-ski-ebook_split_59.xhtml
apres-ski-ebook_split_60.xhtml
apres-ski-ebook_split_61.xhtml
apres-ski-ebook_split_62.xhtml
apres-ski-ebook_split_63.xhtml
apres-ski-ebook_split_64.xhtml
apres-ski-ebook_split_65.xhtml
apres-ski-ebook_split_66.xhtml
apres-ski-ebook_split_67.xhtml
apres-ski-ebook_split_68.xhtml
apres-ski-ebook_split_69.xhtml
apres-ski-ebook_split_70.xhtml
apres-ski-ebook_split_71.xhtml
apres-ski-ebook_split_72.xhtml
apres-ski-ebook_split_73.xhtml