14

‘Het gaat ons lukken,’ zei Kirsten met een brede lach. De kinderen knikten haar zonder uitzondering enthousiast toe.

‘We hebben de hele dag keihard geoefend. Nu gaan we vanaf de top in één keer naar beneden!’

Manon speelde het spel mee dat ze tijdens de lunchpauze kort hadden doorgenomen.

‘Wat is jullie beloning als er niemand valt?’

‘In de sneeuw, in de sneeuw!’ klonk het in koor. Het inzepen van de twee begeleiders was de hele dag al hét gespreksonderwerp onder de leerlingen geweest. Ze deden allemaal hun uiterste best nog beter te worden, zodat ze de laatste krachtproef met succes konden doorstaan. Op wat lichte glijpartijen na was er nog niemand serieus onderuitgegaan.

‘Succes, allemaal,’ moedigde Kirsten haar leerlingen over haar schouder aan. De helft antwoordde met een strijdkreet, terwijl de overigen zich concentreerden op de afdaling die nu begon. In de vertrouwde opstelling gleden ze naar beneden.

Het eerste deel verliep soepel. Kirsten hield er een tempo op na dat haar leerlingen makkelijk konden volgen. Ze zag feilloos de ruimtes die in de namiddag op de piste ontstonden.

Het is ongelofelijk hoe snel die kinderen dingen oppakken, dacht Manon. Ze daalde als laatste af en zag hoe de kinderen in het spoor van Kirsten bleven. Vanaf haar positie hield ze alle ‘zeven dwergen’ in het oog, maar haar speciale aandacht ging toch uit naar de achterste drie. Tussen hen was in die korte tijd een hechte band ontstaan. Ze was begaan met het lot van ‘Tijger’, ‘Muisje’ en ‘ Lone Wolf ’ zoals ze het drietal in gedachten noemde.

Ze waren inmiddels op het tussenstuk beland waar de splitsing van de blauwe en de zwarte piste was. Kirsten draaide weg van de helling die naar de zwarte piste leidde. Een langgerekt stuk blauwe piste lag voor hen.

Mooi, dacht Manon, nog niemand gevallen. Technisch was het verre van perfect, maar ze bleven wel staan en de afdaling ging in een heel redelijk tempo.

Rufus wankelde. Zijn rechterstok had even contact met de sneeuw, waarna hij zijn evenwicht weer hervond. Bas ging in zijn ijver te diep door zijn knieën, zodat hij bijna tegen zijn voorganger botste. Met een korte rembeweging herstelde hij de onderlinge afstand. Merel keek niet op of om. Haar lichaam was goed in balans. Ze slalomde zonder dat het haar zichtbaar moeite kostte. Manon betrapte zichzelf erop dat ze met trots naar het drietal keek.

Terwijl ze over een smal stuk gleden dat in de volksmond ‘het bospad’ heette, realiseerde Manon zich opeens sterk dat dit haar laatste afdaling met deze groep was. Ze had de beslissing gisteravond genomen. Tijdens een pauze had ze Bas, Merel en Rufus even apart genomen. Ze waren hevig teleurgesteld door haar mededeling. Dat zij ook een privéleven had, en tijdens de vakantie tijd met haar eigen familie wilde doorbrengen, wilde er bij hen niet in.

Kirsten had haar beslissing wel begrepen, maar liet ook doorschemeren het jammer te vinden dat hun samenwerking stopte. Ze hadden als tandem goed gefunctioneerd. Manon had haar nogmaals duidelijk gemaakt dat de enige reden om te stoppen haar eigen vakantie met haar familie was. Meer dan ooit wilde ze dat het beter ging tussen haar, haar zus en haar ouders.

Het bospad ging over in de laatste helling van het parcours. Hierin zaten een paar scherpe bochten die op een rode piste niet zouden misstaan. Voor dit gedeelte hield Manon haar hart vast.

De eerste bocht liep lekker. Bas ramde er met zijn robuuste stijl doorheen, Merel stond nog steeds met de houding van een prinses op haar ski’s en Rufus slipte dat het een lieve lust was. In gedachten slaakte Manon een diepe zucht. Nog drie bochten te gaan.

De bocht naar links draaide lang door. Het was een flauwe, overzichtelijke bocht waardoor je geneigd was de snelheid er flink in te houden. Het einde van deze curve had echter een verraderlijke haarspeldbocht naar rechts. Om deze risicoloos te nemen moest je flink afremmen en scherp aansnijden.

Het tweede jongetje in de rij nam geen enkel risico. Hij remde krachtig af en nam de bocht uiterst voorzichtig. Door zijn vertraging kwamen de kinderen achter hem in de problemen. Met name Bas moest vol remmen. Hij wist zijn voorganger maar net te ontwijken.

Merel skiede met de minuut meer op techniek. Ze was zelfverzekerder en beter dan haar klasgenootjes geworden. Door in de breedte van de bocht te glijden, nam haar snelheid af. In tegenstelling tot haar medeleerlingen boog ze nauwelijks haar knieën. Manon vond het prachtig om te zien hoe een kind met zo weinig ervaring deze moeilijke techniek redelijk beheerste.

Tien meter voor het einde van de bocht ging het toch mis. Merel draaide met de achterkant van haar ski’s te veel door, waarna ze abrupt haar snelheid en evenwicht verloor. Ze viel op haar linkerheup en gleed enkele meters door. Tegen de opstaande sneeuwrand kwam ze tot stilstand. Rufus nam de bocht met een mix van techniek, kracht en bravoure. Met zijn blik op oneindig zoefde hij langs haar heen.

Manon stopte naast Merel die overeind krabbelde. Ze leek geen fysieke pijn te hebben, maar ze schaamde zich duidelijk wel voor haar val en zei teleurgesteld: ‘Geen inzepen.’

Manon trok haar overeind. Merel stapte in haar rechterski, die door de val was losgeschoten. Toen Manon opkeek, zag ze nog net hoe Rufus met zijn merkwaardige stijl de laatste bocht bedwong. Vanaf dat punt was de route naar het eind van de piste een makkie, wist ze.

‘Als jij me kunt volgen gaat het inzepen door,’ zei ze snel. Toen ze even later omkeek, zag ze hoe Merel eveneens snelheid maakte. Ze wilde met alle geweld volgen, maar de onzekerheid in haar houding was na de onverwachte val weer teruggekeerd.

Manon nam de bocht zonder te remmen. Het was de enige kans om nog bij het groepje te komen voordat ze het einddoel bereikten. Eenmaal op het rechte stuk nam ze een zithouding aan om de snelheid op te voeren. Ze keek schuin onder haar oksel door en zag tot haar opluchting dat Merel nog steeds haar spoor volgde.

Met nog vijftig meter te gaan zat Manon vlak achter Rufus. Ze minderde vaart en gaf met een kort handgebaar aan dat Merel haar plekje weer moest innemen. Het meisje aarzelde geen moment. Ze passeerde Rufus, voegde in en remde licht af. Toen de groep naast de skiliften tot stilstand kwam, stond ze keurig tussen Bas en Rufus.

Kirsten stak haar rechterstok in de lucht. ‘Een hoeraatje voor jezelf,’ zei ze luid en blij. In het gejoel dat hierop losbarstte, kruiste haar blik die van Manon. Die begreep de hint en keek de rest van de groep aan.

‘Kom maar op jullie. Wie durft mij in te zepen?’

De eerste sneeuwbal werd wat aarzelend door Bas gegooid. De kinderen uit het groepje van Kirsten hadden echter minder moeite met het bekogelen van Manon. De sneeuwballen vlogen om haar oren. Ze ging door haar knieën en legde haar handen op haar hoofd alsof ze ernstig gewond was. Als een roedel losgeslagen wolven vlogen de kinderen op haar af.

Opgezweept door de lachende ouders, bedolven de kinderen Manon binnen enkele minuten onder een laag van sneeuw. Ze voelde zelfs hoe de sneeuw in haar nek smolt en langs haar rug in haar ondergoed kroop. Toen ze het welletjes vond, riep ze: ‘En nu Kirsten!’ Joelend van plezier stortten ze zich op de Duitse instructrice.

Manon klopte de sneeuw van zich af. Terwijl Kirsten de volle laag kreeg, pakte ze haar ski’s en liep ongemerkt weg.

Vlak voor het draaihek keek ze nog eenmaal om. In hun enthousiasme hadden de kinderen haar vertrek niet opgemerkt. Prima. Geen klef gedoe. Morgen, misschien overmorgen, waren ze haar alweer vergeten. Zo ging dat met kinderen, toch?

Ook de ouders hadden haar aftocht gemist. Geen afscheid en uitvoerige bedankjes. Toen ze zich wilde omdraaien, zag ze hoe de vader van Rufus zijn hand naar haar opstak. Hij liet zijn hand bewust even in de lucht hangen, een gebaar waaruit vooral waardering sprak. Ze groette kort terug en verliet de piste. Het was leuk geweest. En leerzaam.

 

Apres-ski
titlepage.xhtml
apres-ski-ebook_split_0.xhtml
apres-ski-ebook_split_1.xhtml
apres-ski-ebook_split_2.xhtml
apres-ski-ebook_split_3.xhtml
apres-ski-ebook_split_4.xhtml
apres-ski-ebook_split_5.xhtml
apres-ski-ebook_split_6.xhtml
apres-ski-ebook_split_7.xhtml
apres-ski-ebook_split_8.xhtml
apres-ski-ebook_split_9.xhtml
apres-ski-ebook_split_10.xhtml
apres-ski-ebook_split_11.xhtml
apres-ski-ebook_split_12.xhtml
apres-ski-ebook_split_13.xhtml
apres-ski-ebook_split_14.xhtml
apres-ski-ebook_split_15.xhtml
apres-ski-ebook_split_16.xhtml
apres-ski-ebook_split_17.xhtml
apres-ski-ebook_split_18.xhtml
apres-ski-ebook_split_19.xhtml
apres-ski-ebook_split_20.xhtml
apres-ski-ebook_split_21.xhtml
apres-ski-ebook_split_22.xhtml
apres-ski-ebook_split_23.xhtml
apres-ski-ebook_split_24.xhtml
apres-ski-ebook_split_25.xhtml
apres-ski-ebook_split_26.xhtml
apres-ski-ebook_split_27.xhtml
apres-ski-ebook_split_28.xhtml
apres-ski-ebook_split_29.xhtml
apres-ski-ebook_split_30.xhtml
apres-ski-ebook_split_31.xhtml
apres-ski-ebook_split_32.xhtml
apres-ski-ebook_split_33.xhtml
apres-ski-ebook_split_34.xhtml
apres-ski-ebook_split_35.xhtml
apres-ski-ebook_split_36.xhtml
apres-ski-ebook_split_37.xhtml
apres-ski-ebook_split_38.xhtml
apres-ski-ebook_split_39.xhtml
apres-ski-ebook_split_40.xhtml
apres-ski-ebook_split_41.xhtml
apres-ski-ebook_split_42.xhtml
apres-ski-ebook_split_43.xhtml
apres-ski-ebook_split_44.xhtml
apres-ski-ebook_split_45.xhtml
apres-ski-ebook_split_46.xhtml
apres-ski-ebook_split_47.xhtml
apres-ski-ebook_split_48.xhtml
apres-ski-ebook_split_49.xhtml
apres-ski-ebook_split_50.xhtml
apres-ski-ebook_split_51.xhtml
apres-ski-ebook_split_52.xhtml
apres-ski-ebook_split_53.xhtml
apres-ski-ebook_split_54.xhtml
apres-ski-ebook_split_55.xhtml
apres-ski-ebook_split_56.xhtml
apres-ski-ebook_split_57.xhtml
apres-ski-ebook_split_58.xhtml
apres-ski-ebook_split_59.xhtml
apres-ski-ebook_split_60.xhtml
apres-ski-ebook_split_61.xhtml
apres-ski-ebook_split_62.xhtml
apres-ski-ebook_split_63.xhtml
apres-ski-ebook_split_64.xhtml
apres-ski-ebook_split_65.xhtml
apres-ski-ebook_split_66.xhtml
apres-ski-ebook_split_67.xhtml
apres-ski-ebook_split_68.xhtml
apres-ski-ebook_split_69.xhtml
apres-ski-ebook_split_70.xhtml
apres-ski-ebook_split_71.xhtml
apres-ski-ebook_split_72.xhtml
apres-ski-ebook_split_73.xhtml