51
Marek vervloekte zichzelf in stilte. In zijn haast was hij op een dorre tak gestapt. Het scherpe geluid reikte ver, wist hij. Ongetwijfeld had Manon het gehoord. Zijn instinct zei dat Manon niet ver meer bij hem vandaan was. Nog niet binnen handbereik, maar dat kon niet lang meer duren. Ze hadden haar spoor opgepikt. Het was een kwestie van tijd voordat ze haar zouden onderscheppen. Tegen drie man was ze kansloos.
Na de donderpreek van zijn oom waren ze naar de plek gerend waar Manon de sprong had gewaagd. Toen ze op het punt waren beland waar ze hun zoektocht zo-even hadden gestaakt, besloten ze niets te overhaasten.
Vojtech vond de stapel zwerfhout, waarna veel duidelijk werd. Bij een grote boom vonden ze afdrukken van haar lichaam op de grond.
Voetje voor voetje schuifelde hij langs de rand van de bomengrens. Ze was goed, moest hij erkennen. Voor een vrouw in nood had ze weinig fouten gemaakt. Twintig meter voor de bomengrens waren ze haar spoor zelfs kwijtgeraakt. Om de kans op succes te vergroten, waren ze verder uit elkaar gaan lopen. Onderling bedroeg de afstand nu tien meter. Op die manier moest een van hen op een aanwijzing stuiten.
Marek voelde een lichte paniekaanval opkomen. Waren ze te optimistisch geweest? Het was ondenkbaar dat Manon hen te slim af was geweest. Zij kenden het gebied veel beter dan die griet. De achtervolging kon hier niet stoppen. Hij vloekte binnensmonds. Dat nooit! Als ze haar niet te pakken kregen, was zijn toekomst even onzeker als die van de twee andere mannen.
Oom Pavel was altijd goed voor hem geweest, maar hij kon ook meedogenloos zijn. Het meest recente voorbeeld hiervan was de wond aan oom Jans hand. Na een halve fles wodka had Ondrej Bokuva hem de ware toedracht verteld. Op de avond dat Ondrej in opdracht van Jan Manon en Fleur had aangevallen, moesten ze allemaal bij Pavel komen. Omdat dit buiten hem om was geregeld, was Pavel woest. Aan het eind van zijn tirade greep hij een skistok en doorboorde daarmee de hand van Jan. Ondrej had hem verteld dat hij zelden zo bang was geweest. Hij was er die bewuste avond namelijk van overtuigd geweest dat niet Jan, maar hijzelf het slachtoffer van oom Pavels drift zou worden.
Voor het geval dat het nog niet tot hem was doorgedrongen, maakte deze actie duidelijk dat oom Pavel er niet voor terugdeinsde om familie hardhandig te straffen. Marek voelde hoe een rilling over zijn rug trok.
Hij schudde de herinnering van zich af en concentreerde zich op de omgeving. Was ze afgedaald, omhooggeklommen of overgestoken? Het eerste lag het meest voor de hand, daarom liepen Matej en Vojtech ook beneden hem. Maar ook zij hadden nog niets gevonden waaruit bleek dat Manon de berg was afgedaald.
Dat ze zo snel mogelijk naar beneden ging was inderdaad het meest logische. Maar was het ook voor de hand liggend geweest dat een vrouw zeven volwassen kerels in een blokhut had verrast? Of dat ze de tegenwoordigheid van geest bezat om zo weinig mogelijk sporen achter te laten? Uit niets bleek dat ze doldriest de berg was afgedaald. Ze was slim.
Een windvlaag gleed langs zijn nek en de kraag van zijn jack. Hij huiverde toen de kou langs zijn schouders gleed. Het moest over zijn. Hij was Oostenrijk en al dat gedoe helemaal zat. Hij kon redelijk skiën, maar had geen enkele ambitie om iets in de wintersportbranche te doen. Op verzoek van zijn oom Pavel was hij naar Zell am See afgereisd om te infiltreren bij SFun. Weg van de illegale autohandel en drugs waarmee hij in Liberec een prima boterham verdiende.
Marek vermande zich. Met dit sentimentele gezeur schoot hij niets op. Al veel te lang had hij de rol van watje moeten spelen. Doodziek was hij ervan. Praten, discussiëren, zijn zachte kant tonen. Al dat gezemel om de verdenking maar niet op hem te laten vallen. Uiteindelijk heb ik het er toch goed van afgebracht, dacht hij. Niemand had enig idee dat ik de rotte appel in de mand was.
Hij besloot zijn blikveld te verruimen. Niet meer vlak langs de rand van de piste, maar enkele meters verderop. Daar lag ook meer sneeuw en was de kans op afdrukken groter. Langzaam dwaalden zijn gedachten weer af. Oom Pavel had hem connecties in de illegale autohandel bezorgd. Vanwege de strategische ligging in de nabijheid van het drielandenpunt, was Liberec een ideale doorvoerhaven voor gestolen auto’s, die vanuit Duitsland en soms Polen binnenkwamen. In speciaal daarvoor ingerichte garages zette Marek mannen aan het werk om de auto’s te strippen. De onderdelen werden via een uitgebreid netwerk gedistribueerd.
De drugshandel was weer een ander verhaal. Die kwam via de Balkan binnen. Zijn mannen waren een soort doorgevers naar dealers in een paar grote Tsjechische steden. Een profijtelijke handel waarbij hij zelf nauwelijks een vinger had hoeven uitsteken.
Daar was hij tenminste iemand. Hoe hij zich ooit had kunnen laten overhalen hierheen te komen, begreep hij zelf niet meer. Het had lucratief en leuk geklonken. Beetje acteren, infiltreren en de hele dag skiën. Nu stond hij hier in een van god verlaten oord in de mist naar sporen van een Nederlandse vrouw te zoeken. Enkel en alleen omdat oom Pavel dat eiste. Je kon hem gewoon niets weigeren. En het ging om grote belangen, dus om heel veel geld. Het was een noodgreep van zijn oom, die zelf ook onder druk stond van investeerders uit een keihard milieu.
Een oneffenheid in de sneeuw trok zijn aandacht. Hij liep enkele meters de piste op en boog zich over het kleine hoopje sneeuw dat op onnatuurlijke wijze was geformeerd. Voorzichtig streek hij de sneeuw opzij. De afdruk van een laars werd zichtbaar.
Dat vuile kreng, was het eerste wat hij dacht. Ze doet precies het tegenovergestelde van wat we verwachten.