11
Manon liep wat onwennig van de parkeerplaats naar de ontmoetingsplaats in Schüttdorf. Gisteren had ze met Kirsten afgesproken dat ze precies om tien uur bij de Areitbahn 1 zouden verzamelen. Kirsten zou haar op die plek opwachten met het klasje. Dan stapten ze in twee gondels die hen naar de Schmittenhöhe zouden brengen. Vanaf die top kozen ze voor route 28, een groene piste van enkele honderden meters lang. Een afdaling die uitermate geschikt was voor beginners. Aan het einde van de piste zouden ze dan een stoeltjeslift nemen om weer op de Schmittenhöhe te komen. Ze bleven net zo lang oefenen op de piste tot de kleintjes de basistechnieken onder de knie hadden. Daarna kon de overstap naar de blauwe piste worden gemaakt. Dat zou nog wel een paar dagen duren, had Kirsten verteld. Manon had geknikt, ze had totaal geen ervaring met beginners. Laat staan met grut dat nauwelijks tot haar middel reikte...
‘Succes, meid,’ hoorde ze haar moeder vanaf de achtergrond roepen. Ze was bewust voorop gaan lopen. Het idee alleen al dat haar familie haar bij het ontmoetingspunt zou afzetten. Als een kleuter op haar eerste schooldag. Hoe oud zouden die kinderen zijn? Even moest ze om zichzelf lachen. Een grote kleuter gaat kleine kinderen voordoen hoe ze moeten skiën. Het was te gek voor woorden, maar ze was eigenlijk wel een beetje zenuwachtig. Ze verheugde zich op de uitdaging, maar wist niet of ze het wel goed zou doen. ‘Doei, fijne dag,’ zei Fleur. Manon draaide zich een kwartslag om en stak haar hand op.
‘Tot straks,’ riep ze tegen haar familieleden, die tot haar opluchting direct naar de ingang van de skilift liepen.
‘Hier Manon,’ hoorde ze Kirsten vanuit de menigte roepen. Veel skileraren verzamelden zich met hun leerlingen op dit punt waardoor het een drukte van belang was. Kirsten had haar groepje naar de rechterkant van het plein gedirigeerd en deelde zwarte hesjes uit. Op de voorkant stond in witte letters sf .
‘Ik kon er vanmorgen nog net zeven te pakken krijgen,’ zei de Duitse. ‘De klasjes zitten overvol. Volgende week komt er een nieuwe lading hesjes.’
Manon knikte. Dit verklaarde waarom de kinderen gisteren geen hesjes hadden gedragen. Wel een beetje amateuristisch, dacht ze.
‘Dit is Manon,’ zei Kirsten tegen de kinderen toen het laatste hesje was uitgedeeld. ‘Zij helpt vandaag mee. En deze drie,’ zei ze tegen Manon, ‘komen ook uit Nederland.’ De kinderen keken haar aan zonder iets te zeggen. In hun ogen las ze verwachting. Het zou voor iedereen een avontuur worden. Het waren zeker geen kleuters, maar iets oudere kinderen.
‘We gaan naar de liften,’ sprak Kirsten gedecideerd. Manon en zeven kinderen volgden haar.
‘Hoe heten jullie?’ vroeg Manon aan de drie landgenootjes die bij haar in de lift zaten.
‘Ik ben Bas,’ antwoordde een jongetje met blond piekhaar als eerste.
‘Ik ben Merel,’ zei het meisje naast hem. De twee leken erg op elkaar.
‘Broer en zus?’ Merel knikte. ‘Ik ben zeven en Bas is acht.’
‘Bijna negen,’ verbeterde haar broer. Hij mat zich een stoere houding aan; alsof hij zijn kleine zusje noodgedwongen mee op sleeptouw nam.
‘En jij?’ vroeg Manon aan het jongetje dat strak naar buiten keek en niet in het gesprek geïnteresseerd leek.
‘Rufus,’ antwoordde hij zonder haar aan te kijken.
‘Wat een rare naam,’ zei Bas.
‘Hou toch je bek,’ reageerde Rufus op dezelfde afgemeten toon als daarvoor. Manon zag dat zijn ogen vuur spuwden. Jezus, wat een fel mannetje, dacht ze.
‘Dat is niet aardig, Rufus,’ was het eerste wat in haar opkwam. ‘En ik vind Rufus wel een leuke naam.’
Rufus keek haar met zijn gitzwarte ogen inschattend aan. Even later glimlachte hij flauwtjes, draaide zijn hoofd weer weg en keerde terug in zijn eigen wereldje.
Manon keek naar buiten en dacht na over de dag. Als het zo moest, vond ze het nu al minder leuk worden. Ze voelde zich opgesloten. Beneden haar gleden de wintersporters over de hellingen. Mensen genoten van hun vrijheid, terwijl zij zat opgescheept met een timide meisje, een wijsneus en een halve autist. Waar ben ik aan begonnen?!
Manon kon bijna de verleiding niet weerstaan om, net als ze vroeger gedaan zou hebben, op de top uit te stappen en in volle vaart de zwarte piste af te dalen. Weg van dat drietal snotneuzen dat ongetwijfeld nog voor meer dan genoeg problemen zou zorgen. In volle vaart naar beneden! De wind in haar haren, de zon op haar gezicht, leuke mannen spotten.
Het stemmetje drong aan. Denk toch eens na. Je zit hier je tijd te verdoen. Stap straks uit en laat die Kirsten het lekker zelf uitzoeken. Je leeft maar één keer, weet je nog wel? Geniet ervan .