17
Het kantoor van skischool SFun was door het zwart-witte uithangbord niet te missen. Net buiten het centrum van Zell am See liep aan de linkerkant van het Talstation een smalle weg naar boven. In een zijstraat waarvan de ingang loodrecht op het Talstation stond, bevond zich het thuishonk van SFun. Om twee minuten voor zes stapte Manon binnen. De ruimte was nauwelijks gemeubileerd. Op de grond lag grijs vinyl en aan de beige getinte muren hingen drie doorsneepanoramafoto’s van de omgeving en een moderne klok. Waar ze de gemoedelijkheid van de piste had verwacht, zag ze alleen maar zakelijkheid. Maar goed, dit was dan ook een kantoor en geen piste of après-skicafé.
Rutger stond alleen achter een smetteloze toonbank. Aan de muur achter hem hing een kaart van het gebied waarin zijn instructeurs werkten. De afdalingen waren in verschillende kleuren met een viltstift gemarkeerd. De meeste routes waren blauw en rood.
‘Hoi, Manon.’ Ze schudden elkaar de hand. ‘We gaan naar mijn kantoor, daar is het wat rustiger,’ grapte hij. Onder de toonbank haalde hij een dik boek met een stevige kaft tevoorschijn en hield het omhoog. ‘Het heilige schrift van de school. Hierin worden alle reserveringen geboekt.’
Hij ging haar voor naar een deur, achter in de ruimte. Een smalle gang bracht hen bij zijn kantoor, dat even steriel oogde als de ontvangstruimte. Rutger liep naar een metalen kast, borg het boek op en sloot de deur af. De sleutel stak hij in de zak van zijn jack.
‘De reserveringen zijn het hart van de zaak. Zonder die gegevens loopt alles in het honderd. ’s Avonds gaat het boek achter slot en grendel en neem ik de sleutel mee.
Zoals je gezien hebt, ligt het overdag onder de toonbank. Er is altijd iemand aanwezig. Ik druk alle medewerkers regelmatig op het hart dat ze het boek nooit mogen laten slingeren.’
Manon begreep hoe belangrijk een reserveringsboek was, maar de manier waarop Rutger erover sprak vond ze wel een beetje paranoïde. En in strijd met de relaxte houding die hij op de piste had. Maar wat kon het haar ook schelen, ze was niet gekomen om het over zijn heilige boek te hebben. Het hoorde waarschijnlijk bij zijn introductiepraatje.
‘Een paar dagen geleden hebben we elkaar kort gesproken,’ begon Rutger. Ze waren inmiddels gaan zitten. ‘Als ik het goed begrepen heb, heb je nu in Nederland geen vaste baan. Klopt dat?’
Manon beaamde dit.
‘Ik heb met Kirsten en een aantal andere instructeurs gesproken. Ze waren zonder uitzondering enorm positief over je. Hoewel je geen ervaring hebt in lesgeven, ging het je met dat kinderklasje uitstekend af. Je hebt ook een meer dan gemiddelde techniek en een prettige uitstraling. Geknipt voor het instructeurschap, is het eerste wat ik dacht.’
Het was prettig om te horen dat iedereen zo positief over haar had geoordeeld. Maar ski-instructeur? Als beroep? Dat was wel het laatste waar ze aan gedacht zou hebben. Ze was hier voor haar vakantie gekomen en had de skischool een paar dagen geholpen. Daar had ze zelf niet meteen een carrière in gezien.
‘Tja, wat moet ik daar nu op zeggen. Je overvalt me...’
Rutger stak beide handen omhoog.
‘Laat me eerst vertellen over SFun. Daarna hoef je niet meteen te antwoorden. Neem gerust je tijd, maar hoor eerst mijn verhaal aan, oké?’
‘Oké.’
‘Zoals je misschien hebt opgemerkt zijn er in Zell am See drie skischolen actief. Wij zijn er als laatste bij gekomen. Wij, dat zijn mijn vriendin Sabine en ik. Zij is Oostenrijkse en een soort van stille vennoot die zich nergens mee bemoeit. In de praktijk run ik de school in mijn eentje. Met behulp van mijn medewerkers, natuurlijk. Zonder hen zou er helemaal geen skischool zijn.’
Manon knikte begrijpend, al baalde ze een beetje dat hij al bezet bleek te zijn. Ze vond hem erg aantrekkelijk.
‘Ik werkte hier als instructeur en hoorde dat de eigenaar ermee wilde stoppen. Hij liep tegen de zestig en had geen kinderen. Na dertig jaar vond hij het welletjes. Zoals je begrijpt waren er veel geïnteresseerden. Als je het goed aanpakt, is het een lucratieve business. Met de hulp van mijn schoonvader heb ik de financiën en de vergunningen weten te regelen.’
‘Fijn, zo’n schoonvader.’
‘Ja, zonder hem was het nooit gelukt.’
Hij glimlachte en rolde met zijn ogen om aan te geven dat er blijkbaar ook een andere kant aan die fijne schoonvader zat.
‘Maar goed, dat was afgelopen zomer. De definitieve opening werd wat vertraagd door partijen die achter het net visten, ik zal je de details besparen, maar tegen het eind van dat jaar konden we eindelijk beginnen. Omdat het hoogseizoen al was begonnen, zag ik het voornamelijk als een leerjaar. We startten met tien instructeurs en dat waren er eind april al vijfentwintig.’
‘Het liep dus prima.’
‘Absoluut. We maakten vooruitgang en de meeste medewerkers zegden toe de volgende winter weer bij SFun te komen werken.’
Rutger stond opeens op.
‘Wat ben ik toch onbeleefd. Koffie?’
‘Lekker. Melk en suiker, alsjeblieft.’
Hij liep naar de gang. Manon hoorde hoe een machine opstartte. Even later kwam Rutger terug met twee plastic bekertjes. Hij zette de koffie neer en ging weer zitten.
‘Tijdens die zomer hield ik me voornamelijk bezig met het verkrijgen van vergunningen voor zomeractiviteiten. De S van SFun moest naast snow ook voor summer staan. Mountainbiken, kajakken, abseilen, bergtochten, noem maar op. Zo hebben we nog een hoogseizoen. Ik heb de vergunningen inmiddels binnen, zodat we in mei kunnen starten.’
Manon vond zijn motivatie en visie indrukwekkend. Rutger wist wat hij wilde. Daar kon zij nog wat van leren.
‘Dat vergt een hele organisatie,’ zei ze. ‘Want wat ik eruit heb begrepen gaan de instructeurs eind april naar huis.’
‘Bijna iedereen. We werken voor vijfennegentig procent met buitenlanders. De Oostenrijkse instructeurs kiezen voor de scholen die door hun landgenoten worden geleid. Ook in dat opzicht zijn ze hier nog heel traditioneel.’
Manon stak haar hand op. ‘Wacht even, je gaat te snel. Ik heb eerst nog een vraag over die andere partijen die achter het net visten, zoals jij het noemde.’
Rutger leunde achterover in zijn stoel. ‘Ga je gang.’
‘Ik heb de afgelopen week op de piste twee vreemde incidenten meegemaakt. Voor mijn gevoel gebeurden die dingen met opzet. Ik heb het over de val van Stuart en over een rij met ski’s die omgestoten werd. Over beide gevallen heb ik trouwens met niemand gesproken, maar het schoot me weer te binnen toen een van jouw instructeurs het in de kroeg over Tsjechen had, waarna het meteen stilviel. Alsof er een soort van taboe op rustte.’
Rutger knikte en haalde daarna zijn schouders op.
‘Een van de geïnteresseerde partijen waren Tsjechen. Pavel en Jan, twee broers die een skischool in Kaprun runnen. Zij waren not amused dat ik het allemaal zo snel voor elkaar gekregen had, omdat ze vonden dat zij recht hadden op deze school. Belachelijk natuurlijk, maar dit soort toestanden kom je in elke business tegen. Ik heb vroeger in de zomer voor een duikschool in Egypte gewerkt. Daar haalde de concurrentie doorlopend rotgeintjes uit. It’s all in the game , broodnijd en jaloezie heb je overal.’
Hij boog wat naar voren.
‘Het is altijd afwachten of mijn instructeurs daadwerkelijk terugkomen. Om een terugval in het personeel op te kunnen vangen, wil ik langzaam maar zeker met een duurzame staf gaan werken. Jonge mensen die graag hier willen werken en op wie ik kan vertrouwen. Een vaste kern die het hele jaar door het gezicht van SFun vertegenwoordigt, multifunctionele mensen, voor van alles inzetbaar. Instructeurs met de goede uitstraling die skiles kunnen geven, maar een dag later net zo makkelijk een groep instructeurs briefen of reserveringen boeken en die meteen inplannen. Een managementfunctie waarin alle facetten van dit bedrijf om de hoek komen kijken.’
Hij wees met zijn vinger naar haar.
‘En voor zo’n functie heb ik jou dus op het oog.’
Manon was verrast. Het was logisch dat hij haar niet had uitgenodigd om over het weer te babbelen en hij had al aangegeven dat hij haar een baan wilde aanbieden, maar een functie als manager?
‘Loop je niet te hard van stapel? Ik bedoel... ik kan aardig skiën en het lijkt me heel leuk om les te geven. Maar ik heb bijvoorbeeld niet eens een instructeursdiploma.’
Rutger nam een slok van zijn koffie en schudde daarna met zijn hoofd.
‘Je moet dit groter zien. Dat instructeursdiploma is een wassen neus. Vooral het eerste diploma, de Anwärter , heb je zo gehaald. Daarmee mag je de beginners lesgeven, maar je hebt al laten zien dat je het kunt. Jij zult daar zo doorheen fietsen. Voor het tweede diploma, het Landesdiploma, moet je twee keer tien dagen een cursus doen. Bundesland Schiverband van het Bundesland Salzburg organiseert deze cursus in zowel Zell am See als Kaprun. Dat is iets pittiger, er zit ook theorie bij waarin lawinegevaar, offpiste en jurisdictie aan de orde komen. Dan ben je bevoegd iedereen les te geven. Het allerhoogste papiertje kun je in tien weken halen. De Staat organiseert het en mocht je slagen, dan ben je officieel Staatlich Schilehrer. Vooral een prachtige titel die vrij weinig toevoegt aan je bevoegdheden.’
Hij zuchtte spottend.
‘Iemand met skivaardigheden en gezond verstand doorloopt het spelenderwijs. En dan kom ik weer terug bij mijn stokpaardje. Waar het wat mij betreft namelijk allemaal om draait is talent. Je kunt nog zoveel cursussen doorlopen, als je geen talent hebt, wordt het nooit wat. Jij hebt talent, dat zie ik zo. Bovendien heb je de juiste leeftijd, niet te jong en zeker niet te oud, een prettige uitstraling en volgens mij ben je een doorzetter. Je haakt op de piste niet snel af. Hopelijk doe je dat met andere dingen ook niet, maar dat kan ik niet beoordelen.’
Je moest eens weten, dacht Manon. Ze mocht Rutger wel. Zijn enthousiasme en oprechtheid werkten aanstekelijk. Ze was zo in zijn verhaal opgegaan dat haar koffie nog onaangeroerd stond.
‘We zijn er bijna,’ ging hij verder. ‘Mocht je tussendoor een vraag hebben, onderbreek me dan gerust.’
Manon nam een slok van haar koffie ten teken dat ze niets wilde vragen.
‘Een instructeur bij SFun verdient tussen de 800 en 1200 euro netto in de maand. Als alles verloopt zoals ik hoop dat het zal gaan, is dit voor jou een aanvangssalaris. Na verloop van tijd krijg je meer verantwoordelijkheden en stijgt je inkomen.
De inwoning van de medewerkers wordt verzorgd en betaald door SFun.’
‘Daar heb ik inderdaad een vraag over. Ik heb gehoord dat...’
‘Vijfentwintig instructeurs die door de leiding met z’n allen in één huis worden geduwd. Een soort van zwijnenstal waar nauwelijks ruimte is om te bewegen en de stinkende toiletten overlopen, toch?’
‘Euh, ja. Dat heb ik gehoord. Ik weet niet of het waar is.’
‘Het komt voor, maar niet bij SFun. Op dit moment huren wij drie chalets waarin maximaal tien instructeurs per chalet mogen wonen. Dat is conform de regels die door Bundesland Salzburg zijn opgesteld. Het vervoer naar de piste en weer terug wordt ook door ons verzorgd. Elke instructeur heeft een gratis skipas en één dag in de week vrij. Vanwege de flexibiliteit van het bedrijf wordt die vrije dag in overleg bepaald.’
Hij leunde achterover en tikte met zijn handpalmen tegen de leuning van zijn stoel.
‘Dit waren zo’n beetje de hoofdpunten. Brand maar los.’
Manon nam nog een slok van haar koffie en zette het plastic bekertje weer op zijn bureau.
‘Om je de waarheid te zeggen ben ik een beetje overdonderd.’
Rutger dronk het laatste beetje van zijn koffie en mikte het lege bekertje in de prullenbak die twee meter verderop stond.
‘Beschouw dit als een oriëntatiegesprek. Hoe lang blijf je nog?’
‘Een kleine week.’
‘Goed zo. Dan heb je voldoende tijd om wat rond te kijken. De chalets bijvoorbeeld, of kom eens een uurtje meedraaien op kantoor. Krijg je meteen een idee hoe het werkt met de reserveringen en het inroosteren.’
Hij stond op en stak zijn hand uit.
‘We zullen elkaar deze week ongetwijfeld nog tegen het lijf lopen. Voor het geval dat niet gebeurt, geef ik je mijn kaartje. Ik stel voor dat je me belt als je eruit bent zodat we hopelijk nog een keer om de tafel kunnen gaan zitten.’
Hij ging haar voor naar de uitgang. Toen hij de deur opende gleed de vrieskou langs haar gezicht. Een koude rilling gleed over haar ruggengraat.
‘Ik spreek je snel.’ Hij sloot de deur en liep terug naar zijn kantoor. In gedachten verzonken wandelde ze naar de brede straat die werd verlicht door lantaarns en koplampen van voorbijrijdende auto’s. Instructeursopleiding, lesgeven, flexibiliteit, management, huisvesting, salaris. Het was nogal wat informatie en een groots aanbod.
Ze bleef naast een lantaarnpaal staan. Een serieuze skischoolhouder had de eens zo onverantwoordelijke losbol een baan aangeboden met interessante toekomstmogelijkheden! Wat zouden haar ouders opkijken.