23
Manon en Marek wandelden het centrum van Zell am See in. Het restaurant waar ze om zeven uur werden verwacht heette Weissberger en lag aan de oever van het meer. Vanaf de bar kon je bij helder weer de lichtjes van het tegenovergelegen Thumersbach zien, had Rutger hun verteld. Een belevenis die ze vanavond echter niet zouden meemaken, want mistflarden dreven door het skidorp en beperkten het zicht tot veertig meter.
Het verzoek van Rutger had hun wat vreemd in de oren geklonken. Nadat ze vanmiddag de laatste dag van hun opleiding tot Anwärter hadden voltooid, hoorden ze via Dirck dat hij hen op zijn kantoor verwachtte. Daar aangekomen zei Rutger dat hij hen beiden vanavond onder het genot van een drankje wilde spreken. Hij maakte een verstrooide indruk en meldde bij hun vertrek dat ze pas na hun borrel wat moesten gaan eten.
‘Misschien ziet hij alsnog van onze diensten af,’ zei Marek terwijl ze langs het statige Hotel Hirschen liepen.
‘Welnee, joh. Nu we gediplomeerd zijn wil hij ons onder zes ogen naar een hoger niveau brengen. Daarbij kan hij geen pottenkijkers gebruiken.’
Marek lachte voorzichtig om haar grapje. Eigenlijk had ze niet anders verwacht. De Marek Bilek die zij de afgelopen tien dagen had leren kennen had een karakter dat niet bij zijn uiterlijk paste. De lange, knappe blonde man met zijn Slavische gelaatstrekken was een onzeker iemand. Een piekeraar die regelmatig aan zijn eigen capaciteiten twijfelde. Hij was prettig in de omgang en ze hoopte oprecht dat hij zich staande zou houden in de wereld van de ski-instructeurs waar veel machogedrag voorkwam. Ze schaamde zich ook een beetje dat ze meteen haar bedenkingen had gehad toen hij net was aangekomen.
‘Al met al was die opleiding pittiger dan ik me had voorgesteld,’ zei Manon. ‘Het was goed te doen, maar niet zo simpel als Rutger had voorgespiegeld.’
‘En er zat wel theorie bij,’ vulde Marek droog aan.
‘Inderdaad, al viel dat weer reuze mee.’
Ze passeerden een groepje luidruchtige wintersporters die op het punt stonden een café in te duiken. Marek legde zijn arm om haar heen en duwde haar langzaam maar zeker van de druktemakers weg. Toen ze hen voorbij waren, zag ze weer die blik in zijn ogen. Het was een droevige oogopslag. Alsof hij het gewicht van de wereld op zijn schouders droeg en op het punt stond eronder te bezwijken.
‘Je weet maar nooit met die aangeschoten gasten,’ verklaarde hij zijn actie. Hierna gleed zijn arm van haar schouder af.
Typisch Marek. Een verlegen en bescheiden man die eventuele moeilijkheden het liefst ontweek. Ze had het helemaal niet erg gevonden als hij zijn arm had laten liggen. Voor zover zij het kon inschatten, was hij een gevoelige man met een zacht karakter. Daartegenover stond zijn passie voor avontuur. Die schijnbare tegenstelling maakte hem interessant. Bovendien zag hij er ook nog eens goed uit.
Hij was geen grote prater, maar uit hun beperkte conversaties was wel naar voren gekomen dat hij was opgegroeid in Liberec, een plaats in het noorden van Tsjechië, nabij het drielandenpunt met Duitsland en Polen. De Duitse naam voor zijn woonplaats was Reichenberg, maar er was niet veel te doen of te halen, had hij cynisch gezegd. Behalve skiën. Zijn liefde voor het skiën had Marek opgedaan tijdens de afdalingen van de berg Ješted die hij vanuit het raam van zijn ouderlijk huis kon zien liggen.
Na zijn middelbare school had hij veel gereisd. Met tientallen baantjes in evenveel landen had hij in zijn onderhoud weten te voorzien. Nu hij in de twintig was, koos hij voor meer zekerheid. Hij was voorlopig klaar met reizen en wilde wat rust in zijn leven. Een stabiele woon- en werkomgeving. Op haar vraag waarom hij voor SFun en niet voor de Tsjechische skischool in Kaprun had gekozen, had hij geantwoord dat hij al vroeg had geweten dat Tsjechië niet het land was waar hij oud wilde worden. Hij wilde de wereld zien, vandaar zijn reizen. Het sprak hem juist aan om met mensen uit andere culturen om te gaan. Daarom had hij weinig in Kaprun te zoeken. Veel te veel Tsjechen. Hij voegde eraan toe dat de mensen die daar de leiding hadden weinig sympathiek op hem overkwamen. Hij had ze weliswaar maar één keer vluchtig ontmoet, maar toch. Zijn gevoel had hem verteld dat hij niet bij die skischool paste. Ze begreep hem helemaal.
‘Ik denk dat het daar is,’ zei Marek. In de mistflarden konden ze de contouren van een groen bord zien waarop waarschijnlijk Weissberger stond. Manon kneep haar oogleden samen en zag de ingang, waarachter een vaag licht brandde.
‘We zijn er,’ beaamde Manon. Ze liepen naar een zware eiken deur die soepel opende. Eenmaal binnen werden ze verwelkomd door de aangename warmte van een ouderwetse kachel die in de gang stond. Ze hingen hun jassen aan de kapstok en stapten de eetzaal binnen.
Tot hun verrassing zat niet alleen Rutger hen op te wachten, maar waren al hun huisgenoten er ook. ‘Gefeliciteerd!’ riepen ze in koor. Daarna applaudisseerde de hele groep. Rutger stond op en liep naar hen toe. Hij omarmde Manon en gaf Marek een ferme handdruk.
‘Sorry van dat toneelstukje. Ik moest het wel zo doen, anders hadden jullie misschien argwaan gekregen.’
Marek stond hem verbouwereerd aan te kijken. ‘Ik weet even niet wat ik moet zeggen.’
‘Nu begrijp ik waarom iedereen opeens weg moest,’ reageerde Manon lachend. ‘Wat ontzettend leuk van jullie.’
Rutger wees ze hun plek aan de tafel. Toen ze gingen zitten, zag Manon dat één stoel nog onbezet was. Dit raadsel werd meteen opgelost door Stuart die met een rood hoofd kwam binnenstormen. Hij had zijn jack nog aan en om zijn nek hingen schaatsen die met de veters aan elkaar waren geknoopt.
‘Ah, de feestvarkens zijn er al.’ Hij gaf Marek een kameraadschappelijke klap op zijn schouder en Manon een kus op haar wang. Hij ging zitten en stak zijn duim op naar Rutger.
‘Langs de kanten is het ijs dik genoeg voor een tocht. Ga je verder naar het midden, dan begint het akelig te kraken.’
Rutger keek tevreden.
‘Dat is goed nieuws. Het is namelijk de hoogste tijd dat SFun wat schaatspret op het meer gaat organiseren. Al zou het fijn zijn als de vorst nog even goed doorzet.’
Hij pakte een stapel menukaarten en gaf deze door aan zijn medewerkers.
‘Maar eerst geeft SFun een feestje ter gelegenheid van onze twee nieuwe instructeurs.’