61
‘Je moet me naar je broer brengen, Puller, en wel nu.’
‘Is dat zo?’ zei hij onbewogen.
Knox was weer gaan rijden. ‘Waar is hij?’
‘Dat weet ik niet.’
‘Maar je kunt kennelijk wel contact met hem opnemen.’
‘Klopt.’
‘Neem dan contact met hem op en maak een afspraak.’
‘Waarom? Wil je hem de handboeien omdoen?’
‘Ik arresteer geen mensen, Puller. Ik praat met hen, ik verzamel informatie en geen vingerafdrukken of verdachten.’
‘Begrijp me niet verkeerd, maar hoe weet ik dat ik je kan vertrouwen?’
‘Je kunt me niet vertrouwen, dat is het punt dus eigenlijk. Maar je hebt ook geen keus. Dus of je brengt me naar hem toe of ik druk op een sneltoets en dan ga jij de bak in. En dan vind ik je broer alsnog. Maar dan zal ik veel minder aardig tegen hem zijn. Heb je me goed begrepen?’
‘Ik begin het te snappen,’ gaf hij toe.
Puller haalde zijn telefoon tevoorschijn en verstuurde een gecodeerde sms naar zijn broer. ‘Ik zal moeten wachten tot hij reageert.’
‘Ja nou, hij kan maar beter opschieten. En als je hem een waarschuwing stuurt in dat koeterwaals dat ik je net zag typen, dan is je militaire carrière voorbij.’
‘Ik dacht nog wel dat je me aardig vond.’
‘Zo aardig vind ik niemand,’ zei Knox. En dat was duidelijk niet bedoeld als grapje.
Tien minuten later kreeg Puller antwoord van zijn broer. Hij hád een waarschuwing meegestuurd, maar zijn broer had besloten die te negeren.
De sms was kort en ter zake: Waar en wanneer?
‘Zeg dat hij naar ons toe komt in mijn hotelkamer in het W Hotel. Kamer 406. Over een uur. Als hij tenminste weer op adem is gekomen nadat hij aan die lui van nascar is ontsnapt.’
‘Denk je dat dat een verstandige locatie is?’
‘Ik betwijfel of iemand je broer zoekt zo vlak bij het Witte Huis. Volgens mij noemen ze dat “je openlijk verbergen” en ik neem aan dat hij zijn uiterlijk heeft veranderd.’
‘Dat klopt.’
‘Nou dan?’ zei ze afwachtend, en ze keek naar zijn telefoon.
Puller typte de tijd en de locatie in en verstuurde de sms. Hij keek naar Knox. ‘Vind je het leuk om de baas te spelen?’
‘Nee, ik ben er gek op om de baas te spelen. Goed, we gaan. Ik moet me voorbereiden op mijn ontmoeting met de beroemde, of misschien beruchte Robert Puller. En ik wil er goed uitzien.’
Puller zat in een stoel bij het raam. Knox zat op de rand van haar bed. Iemand klopte op de deur. Knox gebaarde naar Puller. ‘Het is misschien beter als hij jou eerst ziet.’
Puller stond op en deed de deur open. Zijn broer liep snel naar binnen en Puller deed de deur achter hem dicht.
Robert Puller had zijn weekendtas bij zich. Hij keek de kamer rond voordat zijn blik op Knox bleef rusten. Ze had al het verband weggehaald en haar haar gekamd. Ze had zich ook gedoucht en zich omgekleed. Ze droeg een rok, een bloes en halfhoge laarzen.
Ze stond niet op toen Robert binnenkwam, en stak haar hand ook niet uit. Ze keek alleen naar hem op, met een ondoorgrondelijke blik op haar gezicht.
Niemand leek de stilte te willen verbreken. Op het gezicht van de beide Pullers was te zien hoe gespannen ze waren. Puller wist dat als Knox dat wilde, zijn broer vannacht al terug zou zijn in de DB. En dat hij hem waarschijnlijk gezelschap zou houden. En dat hij niets kon doen om dat te voorkomen.
Hij keek naar Robert en zag dat zijn broer ongeveer hetzelfde dacht.
Knox was degene die de stilte uiteindelijk verbrak. Ze zei tegen Robert: ‘Elke studio in Hollywood zou je een baan geven bij de afdeling Make-up en haar. En ik spreek uit ervaring. In mijn werk gebruiken we enkele van hun technieken.’
Robert zei niets.
Knox wees naar een stoel naast de stoel waar Puller op had gezeten. ‘Waarom gaan jullie niet zitten, dan kunnen we even met elkaar babbelen.’
De broers keken elkaar aan en gingen zitten.
Knox viel met de deur in huis: ‘Ik zit bij de militaire geheime dienst en dat betekent dat ik veel liever luister dan toespraken hou. Maar deze keer maak ik een uitzondering. Punt één: ik zou jullie allebei moeten arresteren. Ik kan jullie van zoveel dingen beschuldigen dat het me zes maanden zou kosten om alle verdomde papieren daarvoor in te vullen. Op zich is dat al reden genoeg om dat niet te doen. Maar daar wil ik wel iets voor terug hebben.’ Ze keek naar Robert Puller. ‘Punt twee. Net als je broer geloof ik niet dat je schuldig bent. Maar je bent veroordeeld en gevangengezet, wat in de ogen van het leger betekent dat je schuldig bént.’
Robert bleef zwijgen.
‘En zo komen we bij punt drie. De echte verraders lopen nog steeds vrij rond. We moeten hen te pakken krijgen en ik ben van plan jou als lokaas te gebruiken. Dat vraag ik je niet, maar dat vertel ik je,’ voegde ze eraan toe. ‘Dat is wat ik terug wil in ruil voor het feit dat ik je niet meteen arresteer.’
Robert keek naar zijn broer.
Puller zei: ‘Heb je hier echt goed over nagedacht, Knox? Daar kan veel meer fout mee gaan dan goed.’
Ze keek hem vol ongeloof aan. ‘Wil je me nu echt de les lezen over de voors en tegens van het nemen van risico’s na alle idiote dingen die je voor hem hebt gedaan?’
Puller schudde zijn hoofd. ‘Ik had geen keus, jij wel. En je moet de juiste keuze maken; daarmee bedoel ik de juiste keuze voor jóú. Ik heb een beslissing genomen, dus je hoeft je niet druk te maken over wat er met mij gaat gebeuren.’
‘Je zou ons allebei kunnen arresteren,’ zei Robert. ‘Sterker nog: voor jou zou dat het beste zijn. Je zou een promotie, een medaille en een bonus krijgen.’
‘Ik heb niks met promoties, medailles en geld,’ zei Knox. Ze keek naar Puller. ‘Ik heb meer met mijn werk op zich. En jij? Of geef je je broer liever aan, zodat ze nog een lintje op je borst kunnen spelden?’
‘Wat denk je zelf, Knox?’ vroeg Puller.
‘Voor de duidelijkheid: kan ik dat als een nee beschouwen?’ zei ze.
‘Vertel ons nou maar wat je plan is.’
Ze aarzelde niet. ‘Ik wil Reynolds verhoren.’
‘Dat hebben we al eerder gedaan,’ zei Puller.
‘Klopt, maar nu hebben jullie een spoor van autowrakken in D.C. achtergelaten. Ik durf te wedden dat de politie vast wel een overlevende vindt in de Mercedes of de suv.’
‘En?’ vroeg Puller.
‘Maar Reynolds weet niet of dat wel of niet zo is. Ze zal niet weten of een van haar handlangers haar heeft verraden. Daar kunnen we gebruik van maken en haar zo de duimschroeven aandraaien dat ze breekt.’
‘Ik betwijfel of dat succes heeft,’ zei Puller. ‘Ze is keihard.’
‘Er is nog iets,’ zei Robert.
Ze keken hem aan.
‘Wat dan?’ vroeg Knox.
‘Toen ik haar verhoorde, vroeg ik haar met wie ze samenwerkte.’
‘Wat zei ze toen?’ wilde Knox weten.
‘Dat ze met de Russen samenwerkte. Ik heb het opgenomen met mijn telefoonrecorder.’
‘Ik geloof je wel. Wat wil je daarmee zeggen?’ vroeg Knox.
‘Toen ze dat zei, verraadde ze zichzelf door haar micro-expressie. Ik keek naar haar via een spiegel die ik had geplaatst.’
‘Hoezo verraadde haar dat?’ vroeg Puller.
‘Haar wenkbrauwen waren opgetrokken, zodat er korte lijntjes in haar voorhoofd verschenen.’
‘Kenmerkend voor iemand die liegt,’ zei Knox.
‘Ze raakte ook haar neus aan.’
‘Haar neus?’ vroeg Knox. ‘Daar heb ik nog nooit van gehoord.’
Puller zei: ‘Als je liegt, stroomt er een golf adrenaline naar de haarvaten in de neus waardoor die gaat jeuken. Dus hebben mensen die liegen de neiging aan hun neus te krabben.’
Robert knikte. ‘Klopt. Maar ik heb haar cv ook bekeken. Reynolds heeft deel uitgemaakt van verhoorteams in het Midden-Oosten die geheime informatie uit mensen peuterden, geharde mensen die die informatie niet vrijwillig prijsgaven. En ze heeft ook lesgegeven in verhoortechnieken.’
Puller zei: ‘Dus moet ze weten dat haar micro-expressie en het krabben aan haar neus terwijl ze antwoord gaf, erop zou wijzen dat ze loog.’
Robert zei: ‘Juist. En ze wist dat ik ook heb geleerd gezichtsuitdrukkingen te lezen. Veel lui bij stratcom hebben dat geleerd. En zij moet de spiegel hebben gezien die ik gebruikte. Maar ze verknalde het, alleen zag ik dat later pas.’
‘Hoe dan?’ vroeg Knox.
‘Hoewel ik wist dat ze de hele tijd tegen me loog, was dit de enige keer dat ze die aanwijzingen liet zien. Ze heeft echt een fantastische zelfbeheersing.’
Puller zei: ‘Dus toen ze “Rusland” zei...?’
‘... vertelde ze dus in werkelijkheid de waarheid,’ zei Knox.
‘Dat denk ik, ja. Ze speelde het spelletje namelijk te goed. Dat doen mensen vaak die denken dat ze slimmer zijn dan ieder ander. Het was beter geweest als ze die micro-expressies en het gekrab aan haar neus de hele tijd had laten zien, om me in verwarring te brengen.’
‘Dus als de Russen hier echt bij betrokken zijn, moet het wel belangrijk zijn,’ zei Puller.
Knox zei: ‘In de afgelopen jaren leek het wel alsof Moskou al onze gedachten kon lezen. Ze leken ons altijd een stap voor te zijn. Op ontelbare verschillende manieren.’
‘Ja, en dat is heel begrijpelijk als ze Timothy Daughtrey als mol bij stratcom hadden zitten, waardoor ze een achterdeurtje naar onze geheime communicatie hadden,’ zei Robert.
‘Volgens mij bespioneert Reynolds ons al heel lang,’ zei Knox. ‘Misschien al sinds haar tijd in het start-verificatieteam. Toen is ze misschien al overgelopen.’
‘Waar wil je dit precies gaan doen?’ vroeg Puller. ‘Haar huis wordt in de gaten gehouden, dat heeft Donovan Carter ons verteld. Dat kan dus niet. Als je wilt dat Bobby meegaat, kunnen we haar ook niet bij de dtra verhoren.’
Knox liet haar telefoon zien. ‘Ik heb Reynolds laten volgen.’
‘Sinds wanneer?’ vroeg Puller.
‘Sinds ze ons te slim af was in haar huis,’ zei Knox.
‘Waar is ze nu dan? Heeft ze het restaurant verlaten en is ze nu thuis?’
‘Nee.’ Knox keek naar het scherm van haar telefoon. ‘Ze heeft nog een huis. Een hut, anderhalf uur rijden ten westen van hier in Virginia.’
‘En is ze onderweg daar naartoe?’
‘Ze is er al bijna.’
‘Een hut?’ vroeg Robert. ‘Daar moet ze een bedoeling mee hebben.’
‘Misschien gebruikt ze die als veilige ontmoetingsplaats,’ zei Knox. ‘En ze ontmoet daar misschien iemand met wie ze samenwerkt. Als dat zo is, wil ik ze heel graag allemaal oppakken.’
Puller stond op. ‘Kom, dan gaan we.’
Knox stond ook op en legde een hand op zijn arm. ‘Maar laat één ding duidelijk zijn: ik heb nu de leiding, jij niet en je broer al helemaal niet. Jullie doen steeds wat ik zeg. Is dat duidelijk? Wat er ook gebeurt, jullie doen wat ík zeg!’
De broers keken elkaar aan. Robert knikte en daarna Puller ook.
Knox bleef hen lang aankijken, leek tevreden, draaide zich om en liep voor hen uit naar buiten.
John Puller mompelde tegen zijn broer: ‘Waarom kom ik altijd oog in oog te staan met van die keiharde vrouwen?’
‘Ik hoorde je wel!’ riep Knox.