3
John Puller liet zijn tas op de vloer van zijn slaapkamer vallen, zette zijn pet af, veegde een zweetdruppel van zijn neus en liet zich op het bed vallen. Hij was net terug van het onderzoek in Fort Sill. Het resultaat was dat hij pfc Rogers in die steeg klem had gezet.
En toen Rogers, ondanks Pullers verzoek zich over te geven, de trekker van zijn door het leger verstrekte handvuurwapen overhaalde, zette Puller een klein stapje naar rechts, verkleinde zijn silhouet en vuurde op hetzelfde moment zelf. Hij had niet gezien dat Rogers de trekker overhaalde; dat had hij geweten door de blik in zijn ogen en de vloek die uit zijn mond was gekomen − en maar half was afgemaakt door de kogel van de M11. Rogers had gedaan wat hij had gezegd: hij had de steeg niet zonder gevecht verlaten. Daar had Puller wel enigszins bewondering voor. Hij was geen lafaard geweest, ook al kwam dat misschien mede door de whisky.
Rogers’ kogel was in de stenen muur achter Puller geslagen. De kogel maakte een schilfer uit de baksteen los die een gat in Pullers mouw maakte, maar hij bloedde niet. Een uniform kon met garen worden gerepareerd. Vlees natuurlijk ook, maar toch had hij liever een gat in zijn uniform dan in zichzelf.
Hij had Rogers met een kogel in zijn hoofd kunnen doden, maar hoewel de situatie gevaarlijk was, had hij wel gevaarlijkere situaties meegemaakt. Hij richtte zijn pistool naar beneden en schoot de pfc in het rechterbeen, vlak boven de knie. Als je iemand in de romp schoot, kon hij nog altijd terugschieten, omdat een dergelijk schot iemand niet altijd helemaal uitschakelde. Een schot in de buurt van de knie echter reduceerde de stoerste mannen tot gillende baby’s. Rogers liet zijn wapen vallen, viel op de grond en schreeuwde, met zijn handen om zijn gewonde been geslagen. De man zou waarschijnlijk nog heel lang mank lopen, maar hij zou tenminste leven.
Puller had gekeken hoe ernstig de verwonding was van de man die hij had beschoten en had een ambulance gebeld. Daarna was hij samen met de gewonde man naar het legerziekenhuis gereden en had Rogers zelfs in zijn hand laten knijpen toen de pijn te erg was geworden. Vervolgens had hij de vereiste stapel papierwerk ingevuld en een heleboel vragen beantwoord en was ten slotte met een militair transportvliegtuig naar huis gevlogen.
De man die Rogers na een foutgelopen drugsdeal op straat had doodgeschoten, was nu in elk geval op een bepaalde manier gewroken en de familie Rogers in Pittsburgh had een zoon en een broer om te steunen en om te huilen. De Steelers zouden nog steeds een fan hebben, maar dan wel eentje vanuit een legergevangenis. Het had niet hoeven gebeuren, maar het was wel gebeurd. Het was Puller of Rogers, wist hij. Toch gaf hij altijd de voorkeur aan iemand handboeien omdoen dan aan de trekker overhalen. En op een collega-soldaat schieten, crimineel of niet, voelde niet lekker.
Alles bij elkaar had hij geen prettige werkdag achter de rug, vond hij. Nu wilde hij slapen, een paar uur maar, meer vroeg hij niet. Dan zou hij weer aan de slag gaan, want bij de cid was je eigenlijk nooit vrij, ook al zou hij zijn veroordeeld tot bureauwerk tijdens het onderzoek naar zijn gebruik van extreem geweld in die steeg. Maar daarna ging hij gewoon weer daar naartoe waar ze hem naartoe stuurden. De misdaad hield zich niet aan een agenda, tenminste voor zover hij wist niet. Daarom had hij tijdens zijn militaire carrière nooit een kaart in een prikklok gestopt, want ook een veldslag vond niet plaats tussen negen en vijf.
Puller had nog maar net zijn ogen gesloten toen zijn telefoon zoemde. Hij keek naar het scherm en kreunde. Zijn vader, of eigenlijk het ziekenhuis dat hem in opdracht van zijn vader belde.
Puller liet de telefoon op het bed vallen en deed zijn ogen weer dicht. Later, morgen, misschien overmorgen, zou hij de generaal terugbellen. Maar nu niet, nu wilde hij gewoon een tijdje slapen.
De telefoon zoemde weer. Het ziekenhuis. Alweer. Puller nam niet op en ten slotte hield de telefoon op met zoemen.
Toen zoemde hij weer.
Die klojo’s zijn dus niet van plan het op te geven.
En toen schrok hij van zijn eigen gedachten. Misschien was zijn vader... Maar nee, de oude man was te koppig om dood te gaan en zou zijn beide zoons waarschijnlijk overleven.
Puller ging rechtop zitten en pakte de telefoon. Nu stond er een ander nummer op het scherm.
Dit was het ziekenhuis niet, maar zijn CO, Don White.
‘Ja, meneer?’ zei hij.
‘Puller, er is een probleem. Misschien heb je het nog niet gehoord.’
Puller knipperde en koppelde de onheilspellende woorden van zijn CO aan de telefoontjes van het ziekenhuis. Zijn vader. Was hij echt dood? Dat kón niet. Een vechtlegende ging niet dood. Die waren er gewoon. Altijd.
Met een droge en schorre stem vroeg hij: ‘Wat gehoord, meneer? Ik ben net terug van Fort Sill. Gaat het over mijn vader?’
‘Nee, over je broer,’ zei White.
‘Mijn broer?’
Zijn broer zat in de best bewaakte militaire gevangenis van het land. ‘Is hij gewond geraakt?’ Puller wist niet hoe dat mogelijk was. Er waren geen opstanden in de DB. Maar ja, een van de bewakers had Bobby een keer geslagen, maar deze had nooit aan Puller willen vertellen waarom.
‘Nee. Het is ernstiger dan dat.’
Puller hapte naar adem. Ernstiger dan dat? ‘Is hij... is hij dood?’
‘Nee, hij is kennelijk ontsnapt,’ zei White.
Puller hapte weer naar adem, terwijl hij deze verklaring probeerde te verwerken. Niemand ontsnapte uit de DB! Dat zou net zoiets zijn als in een Toyota naar de maan vliegen. ‘Hoe?’
‘Dat weet niemand.’
‘U zei “kennelijk”. Is daar verwarring over?’
‘Ik zei kennelijk omdat DB dat zegt. Het is gisteravond gebeurd. Ik kan me niet voorstellen dat ze hem nog niet hebben gevonden, als hij nog steeds op het terrein is. Zo groot is DB nu ook weer niet.’
‘Zijn er nog meer gevangenen verdwenen?’
‘Nee. Maar er is wel iets anders. Al even verontrustend.’
‘Wat zou dat kunnen zijn, meneer?’
‘Dat zou een ongeïdentificeerde man kunnen zijn die dood in de cel van je broer is gevonden.’
De uitgeputte Puller kon deze woorden amper verwerken. Zelfs als hij tien uur had geslapen betwijfelde hij of hij er veel mee had kunnen doen.
‘Een ongeïdentificeerde man? Dat betekent dus niet een andere gevangene, bewaker of medewerker van de gevangenis?’
‘Correct.’
‘Hoe is hij precies ontsnapt?’ vroeg Puller.
White zei: ‘Door de storm viel de stroom uit en daarna hield de back-upgenerator ermee op. Uit het fort werd versterking opgeroepen om de orde te handhaven. Ze dachten dat alles in orde was, tot ze de koppen telden. Er ontbrak iemand. Je broer. En toen was er iemand extra, die dode man. Ik heb gehoord dat de minister van Defensie bijna een hartaanval kreeg toen hem dat werd verteld.’
Puller luisterde maar met een half oor, omdat hem een andere verontrustende gedachte te binnen schoot. ‘Is mijn vader al op de hoogte gebracht?’
‘Ik heb hem niet gebeld, als je dat bedoelt. Maar ik kan niet voor anderen spreken. Ik wilde dat je het zo snel mogelijk hoorde. Ik heb het net zelf te horen gekregen.’
‘Maar u zei dat het gisteravond is gebeurd.’
‘Tja, DB schreeuwt niet bepaald van de daken dat ze een gevangene kwijt zijn. Ik heb het via de gebruikelijke kanalen gehoord. Je weet hoe het gaat in het leger, Puller. Dingen kosten tijd. Of je nu probeert een heuvel te bestormen of een persbericht laat uitgaan. Dat kost allemaal tijd.’
‘Maar mijn vader zou het kunnen weten?’
‘Ja.’
Puller was nog steeds verdoofd. ‘Meneer, ik zou graag een paar dagen verlof opnemen.’
‘Dat dacht ik al. Toegestaan. Ik neem aan dat je bij je vader wilt zijn.’
‘Ja, meneer,’ zei Puller automatisch. Maar hij wilde liever betrokken zijn bij het dilemma met betrekking tot zijn broer. ‘Ik neem aan dat de cid deze zaak behandelt?’
‘Dat weet ik niet zeker, Puller. Je broer is luchtmacht. Wás luchtmacht.’
‘Maar DB is een legergevangenis. Daar is geen sprake van een territoriumstrijd.’
White snoof. ‘Dit is de krijgsmacht, er wordt zelfs een territoriumstrijd gevoerd over het herentoilet. En gezien de misdaad van je broer zijn er misschien andere belangen en krachten in het spel, die alle gebruikelijke interdepartementale onzin overtroeven.’
Puller wist wat hij bedoelde. ‘Belangen van nationale veiligheid.’
‘En het feit dat je broer vrij rondloopt, kan allerlei reacties oproepen.’
‘Hij kan niet ver zijn gekomen. DB staat midden in een militair complex.’
‘Maar er is een vliegveld vlakbij. En snelwegen.’
‘Dat zou betekenen dat hij een valse ID-kaart heeft. Vervoer. Geld. Een vermomming.’
‘Met andere woorden: hij heeft hulp van buitenaf nodig,’ zei White.
‘Denkt u dat hij die heeft gehad? Maar hoe dan?’
‘Dat weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat het wel heel toevallig is dat beide stroomvoorzieningen in dezelfde nacht uitvallen. En dat een gevangene gewoon een maximaal beveiligd legercomplex uit kon lopen, is een wonder, vind je ook niet? En die dode man in zijn cel? Waar is die vandaan gekomen?’
‘Weten ze de doodsoorzaak al?’
‘Als dat zo is, hebben ze het mij niet verteld.’
‘Denken ze dat Bob... dat mijn broer die man heeft gedood?’
‘Ik heb geen idee welke theorieën ze daarover hebben, Puller.’
‘Maar u denkt dus dat hij zowel hulp van binnenuit als van buitenaf heeft gehad?’ vroeg Puller.
‘Jij bent de onderzoeker, Puller. Wat denk jij?’
‘Ik weet het niet. Het is mijn zaak niet.’
Don Whites stem steeg een octaaf: ‘En je kunt er zeker van zijn dat het ook nooit jouw zaak wórdt. Tijdens je verlof blijf je dus ver bij deze plek vandaan. Dat kun je echt niet gebruiken. Eén Puller die in de problemen zit is voldoende. Begrepen?’
‘Begrepen,’ zei Puller. Maar hij dacht: Dat betekent nog niet dat ik het met u eens ben.
Puller verbrak de verbinding en keek op zijn horloge toen zijn dikke cyperse kat awol de kamer binnensloop, op het bed sprong en met haar kop langs Pullers arm streek. Hij streelde awol, tilde de kat op en drukte haar tegen zijn borst.
Zijn broer zat al meer dan twee jaar in de DB. Zijn krijgsraadproces was snel verlopen en Bobby was veroordeeld door een jury van gelijken. Zo ging dat in het leger. Zo’n zaak duurde nooit jaren en er was ook geen sprake van eindeloze beroepsprocedures. En de pers was op grote afstand gehouden. Chique burgeradvocaten die een honorarium van miljoenen dollars en het verkopen van boeken en filmrechten belangrijker vonden dan gewoon een eerlijk proces hadden bij zo’n proces niets te zoeken. De uniformen hadden alles afgehandeld en de molens waren al snel en effectief gaan draaien. Natuurlijk had je vuile was in uniform, maar die zou nooit op een waslijn worden opgehangen zodat iedereen die kon zien en ruiken. Nee, die vuile was werd begraven op een stortplaats die eruitzag als een gevangenis.
Puller had het proces zelfs niet eens bijgewoond. Hij was toen duizenden kilometers verderop bezig met een cid-klus in het Midden-Oosten, waar hij de helft van de tijd weer soldaatje speelde en een karabijn op de vijanden van de Verenigde Staten gericht hield. Het leger vond zijn familieproblemen niet belangrijk. Hij moest een opdracht uitvoeren en dat zou hij doen ook. Tegen de tijd dat hij terugkwam, zat zijn oudere broer al in de DB, waar hij de rest van zijn leven zou blijven zitten.
Maar nu misschien dus niet.
Puller trok zijn kleren uit en ging onder de douche staan. Hij leunde met zijn hoofd tegen de natte stenen muur en liet het water zijn lichaam ranselen. Normaal gesproken haalde hij langzaam en gelijkmatig adem, als een tikkende klok. Nu ademde hij onregelmatig en veel te snel, als een wiel dat was losgeschoten van een auto en als een dolle van een helling stuiterde.
Hij kon niet accepteren dat zijn broer om één bepaalde reden uit de gevangenis was ontsnapt: omdat hij echt schuldig was.
Dat was iets wat Puller nooit had kunnen geloven of accepteren. Het zat gewoon niet in Bobby’s dna om landverraad te plegen. Pullers waren geen verraders. Ze hadden gevochten, gebloed en waren gestorven voor hun land. Puller had familieleden die teruggingen tot de tijd van George Washington die zich met musketkogels hadden laten beschieten om maar van Engeland bevrijd te zijn. Korporaal Walter Puller was gesneuveld tijdens het verzet tegen Picketts aanval op Gettysburg. Een andere voorouder, George Puller, was beschoten toen hij in 1918 in zijn Britse Sopwith Camel boven Frankrijk vloog, ontsnapt met zijn parachute, maar vier jaar later gestorven tijdens een oefening toen hij in een experimenteel vliegtuig vloog. Twee dozijn Pullers hadden in de Tweede Wereldoorlog in diverse legeronderdelen gediend, van wie velen niet meer thuis waren gekomen.
Wij vechten, wij verraden niet.
Puller deed de kraan dicht en begon zich af te drogen. Zijn CO had een goed punt. Het leek een verbazingwekkend toeval dat zowel de externe stroomvoorziening als de back-upgenerator in dezelfde nacht dienst weigerden. En hoe had zijn broer zonder hulp kunnen ontsnappen? De DB was een van de best beveiligde gevangenissen ooit. Daar was niemand ooit uit ontsnapt. Niemand!
En toch leek het erop dat zijn broer daar wel in was geslaagd.
Met achterlating van een dode man die niemand kon identificeren.
Hij trok burgerkleren aan, verliet zijn kamer en liep naar zijn auto, nadat hij awol naar buiten had gelaten zodat die even in de zon en de frisse lucht kon rondlopen.
Puller moest ergens heen, naar een plek waar hij eigenlijk niet naartoe wilde.
Hij ging bijna liever terug naar het slagveld in het Midden-Oosten dan naar de plaats waar hij nu naartoe ging. Maar hij moest wel gaan. Hij kon zich voorstellen dat zijn vader, als hij echt besefte wat er was gebeurd, in een slechte bui was. Puller vond het net zo erg om bij zijn vader te zijn als die niet blij was als bij George Patton, een andere militaire legende, zijn als hij kwaad was. Dat was bijzonder onplezierig voor iedereen die zich binnen gehoorsafstand bevond.
Puller stapte in zijn witte door het leger ter beschikking gestelde auto, startte de motor, deed de raampjes naar beneden zodat zijn korte haar sneller droog werd en reed weg. Zo had hij zich zijn eerste dag thuis nadat hij in een steeg op een collega-soldaat had geschoten niet voorgesteld. Maar ja, in zijn wereld was niets voorspelbaar, behalve dat elk volgend ogenblik een grote uitdaging kon zijn.
Tijdens de rit naar Fighting John Puller senior, militair in ruste, dacht hij dat hij nu graag geëscorteerd zou willen worden door de tanks van Pattons Derde Leger. Misschien had hij straks zowel de bepantsering als de vuurkracht daarvan nodig.