36
Niles Robinson werkte nu bij een contractor voor Defensie in Fairfax. Puller en Knox zaten de volgende ochtend bij hem in zijn kantoor. Hij was een zwarte man van midden veertig, lang en slank, met intelligente bruine ogen. Hij gaf bereidwillig antwoord op hun vragen. Hij had met Robert Puller samengewerkt en hem als een vriend beschouwd. Tot hij hem had zien praten met een man die later een Iraanse agent bleek te zijn.
‘Dus op dat moment wist u niet dat hij een agent was?’ vroeg Puller.
‘Nee. Maar ik nam wel een paar foto’s van hem.’
‘Waarom?’ vroeg Knox scherp.
Robinson keek haar vijandig aan. ‘Ik wil niet van vooringenomenheid worden beschuldigd, maar de man kwam uit het Midden-Oosten. En ik vond dat ze zich geheimzinnig gedroegen.’
‘Zaten ze in een auto, gewoon op straat?’
‘Ja.’
‘Ze hadden wel een rustiger plekje kunnen uitzoeken,’ zei Puller.
‘Nou, het was ’s avonds laat en er waren niet veel mensen buiten. En ze zijn niet uitgestapt.’
‘Was het gewoon toeval dat u daar was?’ vroeg Knox.
‘Nee, dat niet.’
‘O?’ drong Knox aan.
‘Omdat ik tijdens het proces moest getuigen, was ik Robert gevolgd.’
‘Waarom?’ vroeg Puller.
Robinson keek hem aan. ‘Eerlijk gezegd omdat ik hem wantrouwde.’
‘Waarom?’ vroeg Puller.
‘Bij stratcom wordt je geleerd om paranoïde te zijn. En dat was ik. Ik kan u niet vertellen wat mijn wantrouwen precies opwekte, maar het gebeurde wel. Dat was niet de eerste keer dat ik hem volgde. De andere keren was er niets gebeurd, maar deze keer... Nou ja, ik wist het niet zeker. En daarom maakte ik die foto’s dus.’
‘En die gaf u aan uw superieuren?’ vroeg Knox.
‘Niet meteen, maar wel nadat een collega had gezien dat Robert met een dvd vertrok.’
‘Waarom gaf u hem niet meteen aan?’ vroeg Puller.
‘Ik wist niet dat de man in die auto een spion was en ik wilde geen onnodige problemen veroorzaken.’
‘Maar toen hebt u de foto’s wel ingeleverd,’ zei Knox.
‘Inderdaad. En die hebben ze door een database met gezochte terroristen gehaald en toen kwam die man tevoorschijn. Een slechterik. Een echte slechterik.’
‘Dus was uw wantrouwen terecht?’ vroeg Knox.
‘Helaas wel ja. Begrijp me alstublieft, ik had een heel hoge pet op van Robert. Hij was ongelofelijk slim en een harde werker. Hij werd voorbereid op veel hogere functies. Generaal Able had zelfs een persoonlijk project van hem gemaakt. Ik begreep maar niet waarom Robert dat had gedaan, tot zijn gokverslaving bekend werd.’
‘Dat was zijn motief?’ vroeg Knox.
‘Hij had kennelijk een miljoenenschuld,’ zei Robinson op vlakke toon.
Terwijl Robinson aan het woord was, keek Puller naar de plank achter Robinsons bureau. Hij concentreerde zich op één ding en keek daarna Robinson aan. ‘Dank u wel voor uw hulp.’ Hij gaf de man zijn kaartje en vroeg hem te bellen als hij nog iets toe te voegen had.
Robinson nam het kaartje aan en vroeg: ‘Hebt u enig idee hoe hij is ontsnapt? Ik dacht dat dat onmogelijk was bij DB.’
‘Tja, DB heeft kennelijk een achilleshiel,’ zei Puller.
Nadat ze in de auto waren gestapt, deed Puller zijn ogen dicht.
‘We moeten niet vergeten dat ze in hun verklaring allebei dezelfde woorden gebruikten, Puller.’
‘Ze werkten dus samen. Misschien hebben ze het doorgesproken voordat ze hun verklaring aflegden.’
‘Vraag jij je nu af of je broer wel onschuldig was?’
Puller deed zijn ogen open en keek haar aan. ‘Nee. Mijn broer beschermde mij en mijn vader. Hij heeft de schuld op zich genomen, omdat de echte verraders hem in een onmogelijke situatie hadden gebracht.’
‘Foto’s kunnen worden gemanipuleerd,’ zei Knox. ‘Beelden kunnen worden toegevoegd of verwijderd.’
‘Dat klopt, en dat is tegenwoordig heel moeilijk te zien.’
‘Maar met Robinson zijn we dus niets opgeschoten,’ zei Knox. ‘Volgens mij wist hij dat we eraan kwamen.’
‘Dat weet ik wel zeker. Ik heb hem nagetrokken. Hij heeft zijn land goed gediend. Nu werkt hij bij een private onderneming en verdient meer geld, maar er was iets met die man. Iets wat ik niet bij Reynolds zag.’
‘Wat dan?’
‘Wroeging.’
‘Denk je dat hij zich schuldig voelt omdat hij je broer erin heeft geluisd?’
‘Heb je die foto niet gezien, op de plank achter zijn bureau?’
‘Er stonden verschillende foto’s. Welke bedoel je?’
‘De foto van die jongen in een ziekenhuisbed. Geschoren hoofd, allemaal slangetjes in zijn lichaam. Ik denk dat het Robinsons zoon was. Hij leek een jaar of tien. Er stond ook een foto van Robinson samen met die jongen, daarop leek dat joch ouder en gezond.’
‘Dus is zijn zoon ziek geweest. Misschien had hij kanker.’
‘En nu is hij gezond.’
‘Wat wil je daarmee zeggen?’
‘Robinson heeft een eenvoudige woning. Zo te zien is hij niet opeens rijk geworden. Dus vraag ik me af of zijn ziektekostenverzekering twee jaar geleden misschien weigerde een behandeling te betalen. Of dat ze experimentele behandelingen van kanker niet vergoedden? Misschien in een ander land? Volgens mij zit dat niet in de ziektekostenverzekering van de overheid.’
‘Denk je dat dat het motief kan zijn geweest, dat hij daarom over je broer heeft gelogen?’
‘Je kind zien sterven of een collega naar de gevangenis zien gaan? Wat zou jij doen?’
‘Als je gelijk hebt, zijn die lui echte rotzakken.’
‘Wat denk je, kun jij uitzoeken of ik gelijk heb?’
‘Daar ga ik mee aan de slag. Wat ga jij doen?’
‘De transcriptie van het proces doorlezen. En uitzoeken wat Oekraïne ermee te maken heeft.’
‘Een huurling, zeker weten.’
‘Maar wie heeft hem ingehuurd?’
‘Tja, als we dat weten, hebben we het raadsel waarschijnlijk opgelost.’