28

Puller was teruggegaan naar zijn motel en had uitgecheckt. Hij wilde de rest van de dag enkele aanwijzingen natrekken en was van plan om daarna terug te gaan naar het oosten en alles wat hij had ontdekt door te geven aan zijn nieuwe ‘bazen’. Hij reed door de straten rondom Fort Leavenworth met aan zijn linkerkant de Missouri River, ook wel Big Muddy genoemd. Hij wist dat de stroming van de rivier gevaarlijk was en er veel te vaak mensen verdronken ‒ niet altijd per ongeluk. Op een avond een paar jaar geleden had een pelotonsergeant zijn bewusteloze vrouw in de rivier gedumpt, nadat zij had ontdekt dat hij een relatie met een van zijn ondergeschikten had. Of de arme vrouw voordat ze verdronk weer bij bewustzijn was gekomen is niet bekend, maar haar lichaam was uiteindelijk veel verder stroomafwaarts aan een omgevallen boom blijven hangen. Puller was op de zaak gezet en daar een maand mee bezig geweest. De pelotonsergeant zat de rest van zijn leven in de DB en zijn twee kinderen groeiden nu zonder hun beide ouders op.

Die zaak was opgelost. Maar bij deze zaak had hij het gevoel dat hij nog maar net in de startblokken stond.

Hij stopte langs de stoeprand en zette de auto in de parkeerstand. Ongeveer achthonderd meter verderop stond de DB. Het Kasteel – de oude gevangenis ‒ had een eigen boerderij en melkvee gehad, waar betrouwbare gevangenen werkten. Dat was allemaal voorbij na de sloop van grote delen van het Kasteel en de voltooiing en opening van de DB. Melkkoeien waren niet langer nodig. Wie zei dat het ministerie van Defensie niet wist hoe ze de uitgaven moesten beperken?

Hoewel er geen koeienuiers meer waren om aan te trekken en geen tractoren meer om te besturen, konden de gevangenen van de DB gewichtheffen, softballen of voetballen, en op de atletiekbaan buiten hardlopen. Ze konden basketballen in de sportzaal die was genoemd naar een sergeant-majoor die op het veld in elkaar was gezakt en later was overleden. Ze konden op bezoek bij familie en vrienden. Ze konden een baan krijgen en een vak leren in de commerciële wasserij, de kapper, de bladmetaalmakerij en laswerkplaats, de houtwinkel, de textielreparatie-afdeling, de studio van grafische kunsten en zelfs een borduurwinkel die voor verschillende militaire doeleinden naamstrookjes maakte.

Maar Robert Puller, een gevangene in eenzame opsluiting, kon niet gewichtheffen, basketballen, softballen of in een van die bedrijven werken. Hij was veroordeeld tot maximale opsluiting, waardoor hij in de DB een eenzaam leven leidde. Maar waarschijnlijk gaf hij hier ook de voorkeur aan. Hij was zo slim dat hij de gesprekken van de andere gevangenen en de rigide manier waarop alles in de gevangenis gebeurde waarschijnlijk eerder als nadelig dan als voordelig beschouwde. Puller twijfelde er niet aan dat zijn broer zich in zijn eigen gedachten kon verliezen en dat zou voor hem weleens de beste manier kunnen zijn om het in de gevangenis te overleven.

Tijdens Pullers eerste bezoek aan zijn broer in de DB zaten ze in het bezoekersgedeelte waar geen fysiek contact mogelijk was, een ruimte die bestemd was voor gevangenen in de dodencellen. Een dikke glaswand scheidde bezoeker en gevangene, en de communicatie verliep per telefoon. Maar omdat Robert Puller meestal een voorbeeldige gevangene was, hadden de latere bezoeken plaatsgevonden in de algemene bezoekersruimte, die open en best aangenaam was voor een gevangenis.

Puller wist dat hij nooit meer ook maar één voet in de bezoekersruimte van de DB zou zetten als zijn broer werd opgepakt en weer hiernaartoe werd gebracht. Misschien mócht hij Robert niet eens meer bezoeken, nooit meer.

Hij stapte uit de auto en keek achterom, in de richting van de plek waar hij Knox had achtergelaten. Ze werd zo langzamerhand een groot probleem. Hun relatie was slecht begonnen, daarna verbeterd en nadat ze Puller haar oorlogslittekens had laten zien, had hij gedacht dat ze een bepaald niveau van ontspanning hadden bereikt. Maar toen had ze die ‘Dat kan ik niet vertellen’-onzin uitgekraamd, en dat was de reden dat hij haar op de begraafplaats een verbaal pak rammel had gegeven.

Dus ging hij dit in zijn eentje doen. Hij leunde tegen de motorkap van zijn auto en vinkte in gedachten de actiepunten van dit onderzoek af.

Hij moest die Kroaat Mesic natrekken. Hij moest nog steeds een gesprek hebben met de kapitein en eerste sergeant die de leiding hadden gehad over het responsteam van de DB. Hij moest zich verdiepen in de bron van het geluid van de schoten en de explosie in Blok 3 van de DB. Als hij vanavond nog niets van Shireen Kirk, zijn jag-contact, had gehoord, zou hij haar bellen, ook al had ze gezegd dat ze niets voor hem kon doen als hij niets van haar hoorde. Als Puller eenmaal een aanwijzing had die hij kon natrekken, gaf hij het niet op. Dan was er nog de moord op Daughtrey. En ten slotte zou hij op een bepaald moment moeten praten met generaal Aaron Rinehart en met James Schindler van de nsc. Het was wel duidelijk dat er aan beide kanten van deze zaak van alles rammelde, en hij hechtte geen geloof aan de verklaringen van Rinehart en Schindler waarom zij zich hiervoor interesseerden. Dus geloofde hij niemand die bij deze zaak betrokken was.

Dan was er nog de vraag wie hem had ontvoerd. En wie de schoten had afgevuurd die zijn leven hadden gered.

Hij keek naar de DB in de verte en vroeg zich af of zijn broer daar ooit naar zou terugkeren. Misschien werd hij nooit gevonden, of werd hij vermoord in plaats van gevangengenomen.

En als ik degene ben die hem opspoort? Wat doe ik als hij niet terug wil naar DB? Wat doe ik als hij begint te vechten?

Hij dacht aan de impasse in de steeg achter die bar in Lawton, Oklahoma. Het resultaat was dat hij daar levend vandaan was gelopen en pfc Rogers er een gewond been aan had overgehouden.

Zou ik dat kunnen, de trekker overhalen en op Bobby schieten? Zou hij dat kunnen, de trekker overhalen en op mij schieten?

‘Nee!’ en ‘Verdomme, nee!’ waren de antwoorden die meteen in zijn hoofd opkwamen. Aan de andere kant had zijn broer meer dan twee jaar in de gevangenis gezeten en tijdens zijn ontsnapping zeer waarschijnlijk een man vermoord. Als hij weer werd opgepakt, kreeg hij waarschijnlijk de doodstraf voor die moord, ook al werd bewezen dat het zelfverdediging was geweest. Daarom zou zijn broer misschien liever vechtend sterven, of zich gewoon door zijn broer laten doden. Puller wist niet wat erger was.

Hij schudde zijn hoofd om die afschuwelijke gedachten weg te drukken, en besloot dat hij zou gaan doen wat hij het beste kon.

Doorgaan. Zowel op het slagveld als tijdens een onderzoek gold: niet doorgaan was zinloos.

Hij stapte weer in zijn auto en reed weg.

Hij sprak twee uur met kapitein Lewis en zijn eerste sergeant. Geen van beiden had tijdens het samenstellen van het responsteam de soldaten geteld. De pelotons waren gewoon opgeroepen en hadden bevel gekregen de orde in de DB te herstellen. Beide mannen leken oprecht verbaasd toen ze hoorden dat er een extra man in de trucks had gezeten. Na aankomst in de gevangenis hadden de MP’s zich over alle celblokken verspreid om de bevelen uit te voeren die ze eerder hadden gekregen.

Puller vroeg naar Blok 3, waar de cel van zijn broer was. Geen van beiden kon verklaren wat er in dat blok was gebeurd. Ze hadden pas veel later iets over die dode man gehoord, niemand had gemeld dat hij iets bijzonders had gezien en niemand wist kennelijk dat Robert Puller de gevangenis waarschijnlijk had verlaten in het uniform van een MP in gevechtsuitrusting. Sterker nog: ze waren verbijsterd over die mogelijkheid. Maar nadat Puller had uitgelegd hoe het had kunnen gebeuren, gaven ze toe dat ze niet konden bewijzen dat het níét was gebeurd.

Hij onderzocht het gebied waar het responsteam zich had verzameld. Dat was groot, open, en in die stormachtige nacht waarschijnlijk heel chaotisch. Hij onderzocht de kamer waar Mesic had geslapen, maar er was al een schoonmaker geweest om die klaar te maken voor de volgende bewoner, zodat Puller niet eens een bruikbare vingerafdruk kon vinden. Hij had al ontdekt dat de huurauto die de Kroaat had gebruikt opnieuw was verhuurd en op dit moment ergens in Montana rondreed. Alweer een doodlopend spoor.

Daarna ging Puller naar de DB. Hij zat in de cel van zijn broer op het bed waar zijn broer voordat de stroom uitviel een boek had zitten lezen. Hij keek om zich heen in de kleine ruimte waar zijn broer drieëntwintig van elke vierentwintig uur van de dag had doorgebracht. Een kleine kamer, een grote geest. Het was een wonder dat het ene het andere kon bevatten. Hij keek naar de deur en probeerde zich voor te stellen wat zijn broer had gedacht toen het licht uitging.

Wist hij wat er zou gebeuren? Was hij daar klaar voor toen de deur openging? Hij had maar een paar seconden om te bepalen wat er aan de hand was. Hoe had hij zeker kunnen weten dat de soldaat die zijn cel binnenkwam daar was om hem te doden? Misschien had hij dat niet geweten, maar had hij het als een kans gezien om te ontsnappen of was hij bereid geweest iedereen te doden die die nacht door die deur binnenkwam.

Puller probeerde een afspraak te maken met kapitein Macri, maar zij had geen dienst. Mike Cardarelli, de officier die nu de leiding had, was bereid een paar vragen te beantwoorden. Hij kon niets nuttigs vertellen, tot Puller zijn laatste vraag stelde: Waar was Cardarelli in de nacht van Robert Pullers ontsnapping?

Cardarelli zei: ‘Eigenlijk had ik die nacht dienst, maar kapitein Macri wilde met me ruilen.’

Puller was meteen alert. ‘Waarom?’

‘Ze had de nacht daarna dienst, maar ze had een familieverplichting die was veranderd. Dus ruilden we. Ik heb geluk gehad, want iedereen die hier die nacht was, heeft in professioneel opzicht een klap gehad.’

‘Wat voor familieverplichting?’ vroeg Puller.

‘Wat?’ vroeg Cardarelli.

‘Macri’s familieverplichting die was veranderd?’

‘Dat... dat weet ik niet. Ik bedoel, dat heb ik niet gevraagd.’

‘Woont hier familie van kapitein Macri?’

‘Volgens mij niet. Ik nam aan dat ze op bezoek kwamen.’

‘Woont ze op de basis?’

Cardarelli schudde zijn hoofd. ‘Nee. Ze heeft een huis in de stad.’

‘Geef me dat adres.’

Dat deed Cardarelli. Toen hij opstond, vroeg Puller: ‘Is er al meer bekend over het apparaat waar de geluiden van die schoten en explosie in Blok 3 vandaan kwamen?’

‘Voor zover ik weet niet. Dat was idioot.’

‘Ja,’ zei Puller. ‘Idioot.’

Een paar minuten later liep hij snel terug naar zijn auto en logde op zijn laptop in op een militaire database.

Leonora H. Macri’s foto en personeelsdossier verschenen op het scherm, net als haar persoonlijke verleden. Puller las het snel door, maar zag niets vreemds. Ze had een goede staat van dienst, zonder smetjes. Maar toen hij door haar persoonlijke verleden scrolde, werd de zaak voor hem wel helderder, of eigenlijk onduidelijker, afhankelijk van hoe je het bekeek: haar ouders waren dood en zij was enig kind. Dus wat waren dan die familieverplichtingen die waren veranderd?

Macri had hem verteld dat ze geen opdracht had gegeven de bewakers te fouilleren om de geluidsbron te vinden. Hij had dat vreemd gevonden, misschien zelfs wel een professionele blunder. Maar door dat niet te doen, had ze wel iets bereikt: nu waren er honderden potentiële verdachten die zo’n apparaatje naar binnen hadden kunnen smokkelen, en nu kon onmogelijk bewezen worden wie dat misschien had gedaan. Dat maakte Macri, als zij dat apparaatje zelf had meegenomen, een van de vele potentiële verdachten. Bovendien had ze misschien de kennis en zeker de toegang tot de apparatuur om het beveiligingssysteem van de gevangenis te overrulen, met als gevolg dat zodra de stroom uitviel alle celdeuren van het slot gingen in plaats van op slot.

Puller startte zijn auto en reed naar het adres dat de officier hem had gegeven. Hij had Cardarelli heel duidelijk gemaakt dat hij Macri niet mocht bellen en ook niets mocht vertellen over de zaken die ze hadden besproken. De echte reden voor dat verbod was dat Puller niet wilde dat Macri van tevoren werd gewaarschuwd en misschien op de vlucht sloeg.

Met hernieuwde energie omdat hij nu misschien eindelijk een doorbraak had, trapte hij het gaspedaal in en reed in recordtijd door de buitenwijken van Leavenworth. Hij parkeerde de auto zo, dat hij haar hoekwoning kon zien. Hij zette de motor uit en wachtte. Er stond een auto voor haar huis geparkeerd. Hij haalde een verrekijker uit zijn weekendtas en keek naar de auto. Juist, aan de achteruitkijkspiegel hing een parkeerpasje van de DB. Dit was haar auto, een zilverkleurige, vrij nieuwe Honda Civic.

Hij wilde wachten tot ze misschien naar buiten kwam en haar dan volgen. Als ze niet naar buiten kwam, wilde hij opnieuw een gesprek met haar en het haar dan zo moeilijk mogelijk maken.

Hij wachtte een uur, maar Macri kwam niet naar buiten. Hij wilde net uit zijn auto stappen, toen er een andere auto aankwam en naast Macri’s auto stopte.

Pullers ogen werden groot toen hij zag wie er uitstapte en de trap naar Macri’s huis op liep.

Veronica Knox was dus niet langer op de begraafplaats.

De ontsnapping
546a7df21469d6.html
546a7df21469d7.html
546a7df21469d8.html
546a7df21469d9.html
546a7df21469d10.html
546a7df21469d11.html
546a7df21469d12.html
546a7df21469d13.html
546a7df21469d14.html
546a7df21469d15.html
546a7df21469d16.html
546a7df21469d17.html
546a7df21469d18.html
546a7df21469d19.html
546a7df21469d20.html
546a7df21469d21.html
546a7df21469d22.html
546a7df21469d23.html
546a7df21469d24.html
546a7df21469d25.html
546a7df21469d26.html
546a7df21469d27.html
546a7df21469d28.html
546a7df21469d29.html
546a7df21469d30.html
546a7df21469d31.html
546a7df21469d32.html
546a7df21469d33.html
546a7df21469d34.html
546a7df21469d35.html
546a7df21469d36.html
546a7df21469d37.html
546a7df21469d38.html
546a7df21469d39.html
546a7df21469d40.html
546a7df21469d41.html
546a7df21469d42.html
546a7df21469d43.html
546a7df21469d44.html
546a7df21469d45.html
546a7df21469d46.html
546a7df21469d47.html
546a7df21469d48.html
546a7df21469d49.html
546a7df21469d50.html
546a7df21469d51.html
546a7df21469d52.html
546a7df21469d53.html
546a7df21469d54.html
546a7df21469d55.html
546a7df21469d56.html
546a7df21469d57.html
546a7df21469d58.html
546a7df21469d59.html
546a7df21469d60.html
546a7df21469d61.html
546a7df21469d62.html
546a7df21469d63.html
546a7df21469d64.html
546a7df21469d65.html
546a7df21469d66.html
546a7df21469d67.html
546a7df21469d68.html
546a7df21469d69.html
546a7df21469d70.html
546a7df21469d71.html
546a7df21469d72.html
546a7df21469d73.html
546a7df21469d74.html
546a7df21469d75.html
546a7df21469d76.html
546a7df21469d77.html
546a7df21469d78.html
546a7df21469d79.html
546a7df21469d80.html
546a7df21469d81.html
546a7df21469d82.html
546a7df21469d83.html
546a7df21469d84.html
546a7df21469d85.html
546a7df21469d86.html
546a7df21469d87.html
546a7df21469d88.xhtml