61

Inspecteur Steel kwam om halfzes thuis. Rechercheur Rennie, die eerder nog even terug was geweest en een kop thee had gedronken, was alweer vertrokken. De inspecteur slenterde de tuin in, maar bleef staan toen ze Wiktorja zag. ‘Wie is dat nu weer?’

Logan stelde ze aan elkaar voor en bood Steel een glas wodka aan.

‘Doe maar.’ Ze plofte in een van de tuinstoelen, terwijl Logan naar de keuken liep om de vriezer opnieuw te plunderen. Toen hij terugkwam zaten Steel en Wiktorja over het Kravchenko-dossier gebogen dat op tafel lag en leken ze in een diepe conversatie te zijn verwikkeld.

Zodra ze Logan zagen aankomen schoten ze allebei overeind.

‘Stoor ik misschien?’

‘Nee,’ zei Steel.

‘We zaten alleen maar even te praten,’ voegde Wiktorja eraan toe.

Stilte. ‘Oké…’ Hij zette een schoon borrelglas neer voor de inspecteur en vulde het tot aan de rand.

Steel pakte het, rook eraan, sloeg het achterover en zette het glas met een klap weer op tafel. ‘Nog een.’

Logan speelde gastheer.

‘Ik heb een afschuwelijke dag achter de rug, ik zwéér het je,’ zei ze. ‘Finnie was de hele dag niet te genieten. Ze hebben Creepy Colin op borgtocht moeten vrijlaten en dat schijnt nu plotseling mijn schuld te zijn.’ Ze sloeg haar tweede glaasje achterover. ‘Iemand zou die kikkerbek eens een stevig pak slaag moeten geven. Zit er nog meer in die fles?’

Logan schonk haar wederom in. ‘Goed,’ zei hij, terwijl hij het dossier bijeenraapte, ‘we moesten maar eens gaan. Ik bel je morgenochtend wel en…’

Steel sloeg haar hand op de zijne, waardoor zijn vingers tegen een foto van een van de slachtoffers van Kravchenko werden gedrukt. ‘Niet zo snel. Susan en ik moeten uit vanavond; de een of andere vrouwenbijeenkomst waar ze elkaar leren hoe ze hun eigen tampons kunnen breien of iets dergelijks. En jíimage blijft hier om op Rory te passen.’

Logan kreunde. ‘Kun je Rennie niet vragen of hij…’

‘Wees toch niet zo’n zeurpiet. Tenslotte is al die geheimzinnigheid aan jou te danken, en het is toevallig jóúw beurt. We zijn om ongeveer tien uur terug. Tot die tijd,’ zei ze, terwijl ze naar het keukenraam wees, waarachter een bleek gezicht met een blauw oog zichtbaar was, ‘ben jij verantwoordelijk voor meneer Pruillip.’

‘Hij zit niet lekker.’ Inspecteur Steel schudde haar lijf en trok aan de mouw van haar blauwe zijden shirt.

‘Is het nou écht te veel moeite je haar even te borstelen?’ Susan haalde een kam uit haar handtas. ‘Hier.’

Logan was beneveld door de wodka. Toen zijn voorhoofd rood geworden was hadden ze de tuin verlaten. Inmiddels stond zijn gezichtshuid strakgespannen als een te lang opgeblazen ballon, glimmend van de aftersun. Het prikte een beetje, maar hij was te aangeschoten om er last van te hebben. Misschien kwam het omdat Steel een tien jaar oude fles Highland Park had geopend.

Wiktorja was net zo snel aan de whisky gewend als Logan aan de wodka. Ze zat nog buiten aan de tafel op de patio, de telefoon tegen het oor geklemd, druk in gesprek met haar brigadier over het Kravchenkodossier en de bootlading wapens.

‘Je bent gewoon een ramp,’ zei Susan, terwijl ze haar echtgenote probeerde te fatsoeneren. ‘Neem een pepermuntje of zoiets, want je stinkt als een brouwerij…’

Rory zat aan de ontbijtbar, nog steeds gekleed in zijn T-shirt met het opschrift HOMO EN TROTS. Hij at minikaasjes; hij stopte er een in zijn mond en zoog erop totdat er niets meer van over was, waarna hij de volgende nam. Zijn hele tong was bedekt met een dunne laag gesmolten kaas. ‘Het gaat om de eerste indruk… Dat zei mijn Barry altijd.’ Hij veegde een denkbeeldige traan weg.

‘O, Rory, ik vind het zó vreselijk, dat van je vriend…’

Steel trok haar broek omhoog. ‘Kan ik écht geen spijkerbroek aan?’

‘Nee.’ Susan deed een stap naar achteren en bestudeerde het resultaat van haar inspanningen. ‘Nou, zo moet het maar.’

‘Maar ik háát die broek, ik voel hem in mijn naad.’

‘Hij staat je fantástisch.’

Rory sprong van zijn kruk, terwijl hij een paar chocoladekoekjes nam. ‘Susan heeft gelijk, die broek heeft een fantástisch effect op je achterwerk. Geloof me nou maar, als homo weet ik die dingen.’

Ze keek hem woedend aan. ‘Misschien moet ik je het effect van de punt van mijn laars op jóúw achterwerk eens laten voelen!’

Susan werd rood in haar gezicht. ‘Roberta! Wees eens wat aardiger tegen onze gast!’

‘Ach,’ zei Rory, terwijl hij Susans hand vastpakte, ‘was iedereen maar zo tolerant als jij.’ Hij danste een rondje met haar door de keuken. Ze giechelde toen hij met een hoge tenorstem ‘Thank Heavens for Little Girls’ begon te zingen.

De kleine etter.

De smerige, kleine kinderverkrachter.

Logan dronk zijn whiskyglas leeg en liep naar ze toe.

‘Zeg luister eens, aftikken is niet toegestaan, zoek zelf maar een…’

Logan gaf hem een harde klap in het gezicht.

Plotseling leek alle beweging in de keuken te zijn bevroren. Rory bracht een hand naar zijn kaak, wankelde achteruit, leunde tegen het aanrecht en keek Logan aan met tranen in zijn ogen. ‘Waar was dat nou voor nodig?’

‘Hou ermee op!’ Iemand trok Logan aan zijn mouw, maar hij schudde zich los.

‘Ik heb helemaal niets ge–’

‘Hou ermee op! Hou op met die vertoning, stomme pedofiel! Want ik vind het helemaal niet grappig!’ Hij trilde, deels van woede en deels als gevolg van de whisky die door zijn aderen vloeide. Hij balde zijn vuisten en wachtte tot Rory iets zou zeggen. Hij hóópte dat Rory iets zou zeggen.

‘Pedofiel?’ Susan keek Logan aan. Daarna Rory. En daarna Steel. ‘Is hij een pedofíél? Heb jij een PEDOFIEL in huis gehaald?’

‘Ik… We… Ik wilde je niet ongerust maken…’

‘Hoe durf je! Hoe dúrf je, verdomme!’

Steel legde een hand op haar arm. ‘Susan, ik kan het uitleggen, het was…’

RAAK ME NIET AAN!’ Susan deed een stap achteruit. Haar ogen schoten vuur. ‘Hoe haal je het in je hoofd zo’n smerige viezerik hier in huis te halen! Hoe kon je daarover liegen?’ Ze haalde diep adem en spuwde Rory in het gezicht. ‘Ze hadden je meteen na je geboorte moeten verzuipen!’

De kleine man beet op zijn onderlip en knipperde met zijn ogen. Een traan biggelde uit zijn ooghoek naar de zijkant van zijn neus. Hij kwam overeind en liep de keuken uit. Hij sloeg niet eens de deur achter zich dicht.

Het was een zwoele avond. In de oceaanblauwe hemel dreven kleine witte wolkjes. In een aangrenzende tuin klonk het geluid van een sproeiinstallatie, waarvan het fsssssss, ftt, ftt, tt, fssssssss… af en toe werd overstemd door het gelach van spelende kinderen. Dikke duiven koerden in de groene heg. Maar dit alles droeg alleen maar bij aan Logans neerslachtige bui.

Wiktorja liep de tuin in, pakte een stoel en ging zitten in de schaduw van een grote hulststruik.

Logan keek niet op. ‘Hoe gaat het met Rory?’

‘Je had hem niet moeten slaan.’

Daar had ze gelijk in.

‘Maar hij…’ Logan sloot zijn ogen en haalde diep adem. ‘Meestal is hij wel te pruimen, maar…’

‘Ik geloof niet dat de inspecteur erg blij met je is.’

Dat was voorzichtig uitgedrukt. Susan was vertrokken met de mededeling dat ze naar haar moeder ging en Steel was haar achterna gesneld, roepend dat het haar schuld niet was, maar dat het aan Finnie lag en dat ze er misschien over konden praten als Susan niet zo snel liep en dat het alleen maar voor een paar dagen was en dat ze er heel erg veel spijt van had…

Logan nam nog een slok whisky en probeerde te vergeten hoe Rory had gekeken nadat hij hem had verraden. ‘Het was een ongelukje.’

‘Hij zegt dat je hem al eens eerder hebt geslagen.’

‘Dat was niet mijn bedoeling. Maar het gebeurde gewoon.’

Wiktorja keek hem aan, maar Logan kon zich er niet toe brengen haar in de ogen te kijken. ‘Ik weet wel dat Rory een aardige oude man lijkt te zijn, maar dat is hij niet. We hebben hem al vier keer opgepakt omdat hij aan het rommelen was met kleine meisjes, geen van allen ouder dan zes jaar. Wie weet hoe vaak hij het al heeft gedaan zonder dat we het hebben gemerkt. Ik was gewoon…’ Hij haalde zijn sigaretten tevoorschijn maar het pakje was leeg. Hij maakte er een prop van en gooide die weg. Hij streek met een hand over zijn gezicht. ‘Ik weet het niet.’

Ze keken een tijdje zwijgend voor zich uit en luisterden naar de geluiden van de zwoele donderdagavond. Toen zei Wiktorja: ‘Ik ben op non-actief gesteld naar aanleiding van wat er in Nowa Huta is gebeurd. Acht maanden werk als infiltrant naar de verdommenis.’ Ze knipte met haar vingers. ‘Acht maanden ben ik bezig geweest Ehrlichmann ervan te overtuigen dat ik een drugsdealer uit Warschau was die hogerop wilde. Acht maanden ben ik bezig geweest informatie te verzamelen over de horlogemaker: Gorzkiewicz.’

Logan keek haar stomverbaasd aan. ‘Wát?’

‘Ik ben misschien niet helemaal eerlijk tegenover je geweest, maar…’

‘Dat kun je wel zeggen!’

Ze dronk haar glas leeg. ‘Wat had ik dan moeten doen? Het was al erg genoeg dat je wist dat ik bij de politie werkte.’

‘Hoezo werkte jij dan undercover?’

‘Dacht je nou echt dat ik naar de kathedraal in Warschau moest om te bidden? Ik moest mijn contactpersoon benaderen om hem te vertellen dat we het adres van Gorzkiewicz hadden gevonden.’

Logan fronste zijn wenkbrauwen. ‘En vervolgens vlogen ons de kogels om de oren.’

‘Het spijt me. Ik had jou nooit mee moeten nemen naar Nowa Huta. Dat was onverantwoordelijk.’

Logan pakte zijn whisky; de vloeistof klotste in het trillende glas. ‘Hebben ze het lichaam nog gevonden? Het lichaam van de man die ik heb neergeschoten?’

‘Ik had versterking moeten vragen…’

‘Hebben ze geïnformeerd bij de ziekenhuizen? Bij de huisartsen? Misschien is hij niet dood.’

‘Heb je enig idee hoeveel opsporingsdiensten er achter Gorzkiewicz aan zitten? Ik had hem in het vizier en ik heb hem laten ontsnappen.’

‘Wiktorja!’

Ze keek op. ‘Wat?’

‘Hebben ze de man gevonden die ik heb neergeschoten?’

‘Er lag veel bloed bij die Trabant, maar…’ Ze haalde haar schouders op. ‘De ziekenhuizen zijn verplicht alle schotwonden te melden, daarom heeft Ehrlichmann zijn eigen dokters. Hij wil niet dat de policja erbij betrokken wordt.’

‘Weet je zeker dat het Ehrlichmann was?’

‘Absoluut.’

‘En jouw contactpersoon?’

‘Die is verdwenen.’

Logan leunde achterover en nam nog een slok. Hij proefde geen whisky maar cordiet en puin. ‘Elke nacht droom ik van dat vervloekte appartement en van die vervloekte explosie. Elke nacht!’

Ze strekte haar arm naar hem uit en pakte zijn hand. ‘Ik weet het.’

Logan kreeg de indruk dat het klokje van de magnetron kapot was, want de cijfers bleven maar een paar seconden scherp en vervaagden dan weer. Hij kneep een oog dicht en probeerde het opnieuw. Het was zeven uur en ze hadden de fles Highland Park al bijna helemaal soldaat gemaakt. Hij waggelde de tuin weer in met een paar zakjes. Van die knapperige dingen. Met zout en paprika en zo.

Hij botste tegen de tafel en liet de zakjes uit zijn handen vallen. ‘Alsjeblieft, pak maar waar je trek in hebt.’

Wiktorja probeerde een geel zakje open te krijgen en weldra lag de tafel vol met kroepoek. ‘Oeps.’ Ze stond op en begon een beetje heen en weer te lopen.

Waarschijnlijk voelde ze zich aangeschoten. Ze had behoorlijk wat gedronken.

Logan zette een stap naar voren en leunde tegen de tuinmuur. Maar die stond niet waar hij zou moeten staan, en hij had moeite zijn evenwicht te bewaren.

Wiktorja lachte. ‘Jij bent pijany.’

‘Nee, helemaal niet.’

‘Jawel, dat ben je wél. Je bent pijany. Dronken.’

‘Ik ben niet pijany, jij bent zelf pijany.’

Wiktorja stak haar goede arm omhoog en deed het Vrijheidsbeeld na. ‘Oké, ik ben pijany.’ Ze pakte een stukje kroepoek en legde het op de punt van haar tong. Ze zette een stap in Logans richting. ‘We zijn allebei pijany.’

Logan grinnikte. ‘Ik ben niet pijany, ik ben een idioot.’

‘Nee, jij bent geen idioot.’ Haar gelaatsuitdrukking werd zachter. En het volgende moment voelde hij haar mond op de zijne. Tongen met kroepoeksmaak op een zonovergoten donderdagavond.

Boven, in een van de logeerkamers, worstelden ze zich uit hun kleren. Logan hielp haar met de knopen en de ritssluitingen waar ze zelf niet bij kon vanwege haar mitella. Ze vielen op het bed in elkaars armen. Kusten en betastten elkaar. Het klopte – ze was niet blond van zichzelf…

Toen liep het allemaal fout.

Logan liet haar los en ging op zijn rug liggen. ‘Ik kan dit niet.’

Ze ging boven op hem zitten zodat haar borsten de littekens op zijn lichaam beroerden. ‘Val je niet meer op me?’

‘Jawel. Maar ik… ik kan het niet.’ Hij kreunde toen ze hem in het kruis greep.

‘Volgens hem kan je het wél.’

Dode puppy’s. Wratten. Inspecteur Steel in een string. Het laatste beeld had het beoogde effect en Wiktorja zei: ‘Nee, nu niet meer.’

‘Ik val écht wel op je, maar we zijn pijany. En ik heb een vriendin.’

‘Echt waar? Cholera.’ Ze ging op haar hurken zitten. ‘Is ze mooier dan ik?’ Toen gaf ze hem een stomp tegen zijn dij. ‘Hoe kun je nou een vriendin hebben!’

‘Het is ingewikkeld en…’

Hij werd gered door het langgerekte en volumineuze biiiiiing-bonnnng van de deurbel. Logan krabbelde uit bed en trok zijn broek aan. In de haast liet hij zijn onderbroek en sokken waar ze waren. ‘Ik kan maar beter opendoen.’

‘Wacht, we hebben nog niet…’

Hij deed de slaapkamerdeur achter zich dicht en trok zijn hemd aan terwijl hij blootsvoets over de trap naar beneden liep.

Biiiiiiing-bonnnng…

‘Ik kom eraan.’ Toen hij de voordeur had bereikt, zat zijn hemd in zijn broek en waren de meeste knoopjes dicht.

Biiiiiiing-bonnnng…

‘Ik zeg toch dat ik eraan kom! Godallemachtig…’ Logan zag de vage omtrek van de beller door het geribbelde glas. Hij moest zich concentreren om met zijn dronken vingers de ketting los te maken en schoof vervolgens de grendel opzij.

De deur ging open.

Op de bovenste tree stond een enorme spierbundel: één meter tachtig lang en bijna even breed, armen als boomstammen, hoekige gelaatstrekken, kalend van voren en een matje van achteren. De rechterhand van Kravchenko.

Logan kwam niet verder dan: ‘O, verd–’ Toen trof de vuist zijn maagstreek. Hij kromp ineen. Het voelde alsof alle zuurstof in één keer uit hem werd weggezogen. Zijn benen begaven het en hij zakte in elkaar op de zwart-witte tegels.

Meneer Matje liep naar binnen, greep Logan bij zijn enkels en trok hem terug de gang in. Daarna draaide hij zich om en deed de deur dicht.

Hij moest schreeuwen. Wiktorja waarschuwen. IETS DOEN!

Meneer Matje schoof de grendel dicht.

Logan probeerde adem te halen. God, wat deed dat pijn.

De Poolse reus boog zich over Logan heen, greep hem bij zijn haar en bracht een van zijn massieve vuisten in de aanslag. ‘Dobranoc policyjna suko.’

Duisternis.