Op het bordje op de deur stond te lezen: SCHOTSE VINGERAFDRUKCENTRALE – BUREAU ABERDEEN. Dat leek nogal overdreven want het waren maar een paar kamers aan het einde van de derde verdieping. Tegen een van de muren stond een enorme vurenhouten ladekast waarin zich honderden ouderwetse vingerafdrukbestanden bevonden. De rest van de ruimte werd in beslag genomen door werkhokjes en lichtbakken.
Logan zag iemand zitten in de computerruimte – niet meer dan een alkoof met een scanner, een computer en een laserprinter. De vingerafdruklaborant zat achterovergeleund in zijn bureaustoel, kreunde en wreef zich in de ogen, waarna hij een transparant vel uit de scanner trok en het volgende vel van een grote stapel pakte.
Hij klikte een paar keer met zijn muis en keek toen naar Logan. ‘Wat je ook wilt, het antwoord is nee. Ik zit vol tot aan mijn nek.’
‘Wie zegt dat ik iets van je wil? Misschien kom ik alleen maar even langs om je gedag te zeggen.’
‘O ja? Waarom heb je dat vel dan bij je?’
Logan legde het boven op de stapel. ‘Kom op nou, Bill. Ik wil alleen maar…’
‘Nee! Ik heb nu al drie miljoen afdrukken te doen voor Finnie. En ik had eigenlijk al thuis moeten zijn voor een romantisch dineetje met moeder de vrouw…’ Terwijl hij sprak bewoog de muis over het scherm en bleef hij klikken en dingen verslepen.
Logan ging op de rand van het bureau zitten. ‘Ongelofelijk dat ze jou dit allemaal in je eentje laten doen. Dat is toch gewoon niet eerlijk?’
‘Probeer me niet te paaien met je gespeelde medelijden.’ Met een muisklik gaf hij opdracht de volgende afdruk te matchen met alle afdrukken in de database.
‘Ook niet als ik “alsjeblieft” zeg?’
Bill zuchtte theatraal, haalde het vel uit de scanner en begon met de volgende set afdrukken. ‘Als ik met deze klaar ben ga ik even een kop koffie halen. Als ik weg ben, mag je je van mij helemaal op deze apparatuur uitleven. Zolang je maar niets kapotmaakt.
‘Maar…’
‘Akkoord.’
Hoe moeilijk kon het zijn?
Het bleek veel lastiger dan het eruitzag. Het scannen was gemakkelijk genoeg, maar het contrast verhogen zonder dat de details van de bogen verloren gingen was een ander verhaal. Na vijf minuten had Logan eindelijk iets wat ergens op leek. Toen probeerde hij de haastig opgeschreven instructies op te volgen die Bill voor hem had achtergelaten: de vingerafdruk in de juiste stand roteren en daarna met de muis de onderscheidende kenmerken markeren. Neem een lus, markeer het eind met de muis en begin aan de volgende. En dan nog een keer, en nog een keer, en nog een keer.
Ten slotte, toen het beeldscherm vol stond met kleine rode cirkels en blauwe lijnen, probeerde Logan de computer te laten zoeken naar een match. Het lukte niet en hij vloekte. Toen Bill eenmaal uit de kantine terugkwam met een grote beker koffie, was hij bezig op willekeurige toetsen te drukken.
‘Ben je nog niet klaar?’
Logan tikte weer op de muis. ‘Dat stomme ding doet het niet…’
‘Je hebt de instructies zeker niet opgevolgd,’ zei Bill, terwijl hij hem met zijn schouder opzij duwde. Hij klikte tweemaal met de muis, toetste een paar getallen in en klikte vervolgens op UITVOEREN. ‘Zie je? Een kind kan de was doen.’
‘Hoe lang gaat het duren?’
‘Hangt ervan af. De computer vergelijkt geen afdrukken, maar de relatieve afstand tussen punten en de richting van de lussen. Het gaat om honderden verschillende combinaties, die worden vergeleken met elke vingerafdruk die we in het bestand hebben.’ Hij haalde Logans vel uit de scanner en legde er een ander voor in de plaats. ‘Maximaal een uur.’
‘Dan kom ik morgenochtend wel even langs.’ Logan liep langs het lab om Samantha goedenacht te wensen – dit keer zonder dat er een tongzoen aan te pas kwam – en liep toen naar beneden, naar de kamer van Steel.
Ze zat in een van de bezoekersstoelen en was bezig met een stapel rapporten, waar ze met rode balpen onleesbare aantekeningen op maakte.
Logan liet het DNA-rapport dat Samantha hem had gegeven op het bureau van de inspecteur vallen. ‘Er is een match.’
‘Hè?’ Ze keek op van haar rapporten. ‘O, en wie is het?’
Hij bladerde het rapport door tot aan de conclusies achterin. ‘Ene Derek Allen.’
‘O, verdomme, dat ontbrak er nog maar aan.’ Vervolgens stak ze haar hand in haar zak en haalde er vijftig cent uit. ‘Hier, stop dat even in de vloekenpot. Onderste bureaula.’
Logan deed het geld in de Quality Street-bus. ‘Ik dacht dat je van al die goede voornemens was afgestapt?’
‘Ach, nou ja…’ Ze snoof en begroef haar hoofd weer in de rapporten. ‘Heb je nog nagedacht over… over waar we het eerder over gehad hebben?’
‘O, dat. Zou je niet beter af zijn met Rennie?’
‘Rennie? Niet bepaald aantrekkelijk genetisch materiaal, vind je ook niet?’
‘Het hele idee vind ik gewoon een beetje…’
Afgríselijk was het
eerste woord dat hem te binnen schoot. ‘Een beetje ongemakkelijk.
Ik bedoel: wij werken samen en dan zou jij plotseling de moeder van
mijn kind zijn.’
‘Susan zou de moeder zijn.’
‘En wat ben jij dan, de vader?’
‘De… Nou, weet ik veel? Het enige waar ik om vraag is een beetje sperma. Ongeveer net zoveel als je waarschijnlijk in die opslagruimte hebt verspild…’
Logans telefoon ging en hij was blij met de onderbreking. ‘McRae.’ Hij luisterde zwijgend en er verscheen een glimlach op zijn gezicht. Vervolgens bedankte hij de man aan de andere kant van de lijn en hing op. ‘Dat was Bill van Vingerafdrukken. We hebben een match voor die benzinebom. Kevin Murray, de jongen die afgelopen vrijdagavond door vier capuchons is aangevallen. Ze hebben bijna zijn neus eraf gesneden.’
Steel greep haar jas, die over de rugleuning van haar stoel hing. ‘Nou, ga maar een wagen halen, dan zullen we eens zien wat hij te vertellen heeft.’
Logan deinsde achteruit. ‘Nee, geen sprake van! Mijn dienst zat er tweeënhalf uur geleden al op. Ik ga naar huis.’
‘Doe niet zo slap. Ik ga toch ook niet naar huis als er nog werk te doen is? Of wél soms?’
‘Jij hebt de hele ochtend je kater weg liggen snurken! Ik heb vandaag tenminste nog wat uitgevoerd.’
Ze keek hem met half dichtgeknepen ogen aan, en Logan kon de kwaadaardige radertjes in haar hersens bijna horen draaien. ‘Het zou toch jammer zijn,’ zei ze ten slotte, ‘als iedereen erachter kwam dat jij en onze goth in het lab van de technische recherche tekeer zijn gegaan als een stel hitsige tieners.’
‘Leuk geprobeerd.’
‘Al dat forensische bewijsmateriaal dat nu is gecompromitteerd als gevolg van jullie primitieve driften…’
‘Zo’n kreng ben je nu ook weer niet. En bovendien zit al dat bewijsmateriaal veilig verpakt in plastic, als je dat nog niet wist.’
Steel tikte met haar vingers op het bureau. ‘En als ik je overwerkformulier nou eens teken?’
‘Ik vind nog steeds dat we eerst een arrestatiebevel hadden moeten regelen.’ Logan keek naar de twee-onder-een-kapwoning en sloot de wagen af.
‘Bla, bla, bla, ik wil een arrestatiebevel; ik wil een arrestatieteam; mijn dienst zit er al op – ik wil naar huis; boehoehoe.’ Steel stak een sigaret op en blies een klein rookpluimpje de avondlucht in. ‘Als we op een arrestatiebevel moeten wachten dan zitten we hier om middernacht nóg.’ Ze liep het korte tuinpad op. ‘Schiet op, dan kun je snel weer terug naar die roodharige spermadievegge van je.’
‘Wil je daarmee ophouden?’
‘Het is niet alsof je dat spul zelf zo hard nodig hebt, toch?’
Logan drukte op de deurbel. ‘Dit is seksuele intimidatie.’
Brrrrrrrrrrrrrrrrring…
Binnen klonk een gedempte stem. ‘Momentje.’ Toen werd de deur geopend door een kleine, wat oudere vrouw met een breed gezicht en een lelijk kapsel. Maar ze had een allerliefste glimlach. ‘Kan ik iets voor u doen?’
De inspecteur knikte. ‘Reken maar. Is Kevin Murray thuis?’
De vrouw nam eerst Steel en daarna Logan kritisch op. ‘Wat heeft hij nu weer uitgespookt?’
‘Hij heeft de lotto gewonnen,’ zei Steel, ‘en we komen hem zijn kartonnen cheque brengen.’ Ze nam het laatste trekje van haar sigaret en smeet de peuk de goot in. ‘Is hij er?’
Het gezicht van de vrouw verhardde; haar ogen werden horizontale spleetjes en de mondhoeken gingen omlaag. Ze liep het huis binnen en gebaarde hun haar te volgen. Uit de woonkamer kwamen ziekmakend vrolijke geluiden. Een meisje en een jongetje zaten op het tapijt voor de televisie en keken met open mond naar een wrattenzwijn en een stok staartje die aan het zingen waren.
Kevin Murray zat onderuitgezakt op de bank met een blikje bier losjes in de hand.
De vrouw ging pal voor hem staan, zodat hij de televisie niet meer kon zien. ‘Kevin, het is de politie.’
Kevin keek op, fronste zijn wenkbrauwen, probeerde zich te concentreren maar gaf het toen op en nam een volgende slok bier. Zijn neus ging schuil achter een dik verband dat op zijn plaats werd gehouden met gaas, dat om zijn uitgemergelde hoofd was gewikkeld. Ook op zijn wang zat verband, dat gele en donkerrode vlekken vertoonde. ‘Ik heb toch gezegd dat je niet open moest doen, ma.’ Het klonk alsof hij een zware verkoudheid had opgelopen.
‘We hadden een afspraak, Kevin: je kon hier wonen als je geen problemen meer zou veroorzaken.’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Er zijn geen problemen, ma, er zijn helemaal geen problemen. Ik bemoei me nergens mee, weetjewel?’
Steel keek naar de kleintjes die televisiekeken. ‘Kunnen we even in de keuken met je praten, Kevin?’
Kevin leegde het bierblikje en liet een boer. ‘Ik zit hier lekker.’
‘Laten we dit niet doen waar de kinderen bij zijn.’
‘Nou, niemand dwingt jullie toch iets te doen? Ik heb geen geheimen voor mijn kleine engeltjes. Willen jullie me arresteren? Doe het dan maar hier.’
Zijn moeder gaf hem een tik op zijn schouder. ‘Kevin, je hebt het me beloofd!’
‘Ik heb helemaal niks gedaan.’
Steel stak haar handen in haar zakken. ‘Wat denk je dat erger is voor je kinderen? Het feit dat je wordt gearresteerd of het feit dat je die arme drommels hebt gedwongen te kijken terwijl het gebeurt?’
Kevins moeder sloeg hem opnieuw. ‘Wat heeft hij nu weer gedaan?’
‘Au! Ik heb toch gezegd dat ik niks heb gedaan…’
‘We hebben een brandbom met zijn vingerafdrukken erop gevonden in een uitgebrande wedwinkel.’
‘Kevin!’ Zijn moeder gaf hem een tik tegen het achterhoofd en trok hem toen aan zijn oor van de bank.
‘Aaagh! Laat los! Ma, je doet me pijn…’
‘Kevin Murray, je hebt op het graf van je vader gezworen dat je je zou gedragen als ik je in huis nam! Wat voor voorbeeld geef je zo aan Britney en Justin?’
Britney en Justin draaiden zich niet eens om toen hun grootmoeder hun vader de gang in trok, waar ze hem een aframmeling gaf. Een regen van klappen daalde neer op zijn hoofd terwijl hij bij de voordeur in een hoek omlaag dook. ‘Wat’ – klap – ‘heb’ – klap – ‘ik’ – klap – ‘je’ – klap – ‘nou’ – klap – ‘gezegd?’
Steel deed de deur van de woonkamer dicht om het geluid van de zingende dieren uit te bannen. ‘Mevrouw Murray, eigenlijk slaan we onze verdachten liever zelf in elkaar. Dus als u het niet erg vindt…’
Ze deelde haar Kevin een laatste tik uit. ‘Schiet op, vertel ze wat er is gebeurd. De waarheid, of anders maak ik je af, ik zweer het je!’
‘Maar ik heb niks…’
Zijn moeder haalde opnieuw uit.
‘Oké, oké! Ik heb het gedaan.’ Hij keek op naar Logan en Steel en richtte zijn blik toen weer op de vloer. ‘Het was niet… Ik wilde het niet doen. Maar ze zeiden dat ze wisten waar ik woonde en dat ze langs zouden komen om mijn kinderen en mijn moeder overhoop te steken als ik de boel daar niet in de fik zette.’
Logan haalde zijn opschrijfboekje tevoorschijn. ‘Wie waren het?’
Kevin hield zijn blik op het tapijt gericht. ‘Dat herinner ik me niet meer.’
Zijn moeder sloeg hem opnieuw.
‘Hou op! Het waren de gasten die dit hebben gedaan…’ Hij wees op het verband dat zijn beschadigde neus op zijn plaats hield. ‘Het is waar, ik heb een benzinebom bij dat wedkantoor naar binnen gegooid.’
Steel floot. ‘Dat moeten wel heel angstaanjagende types zijn. Een benzinebom bij de Turf ’n Tack naar binnen gooien? Was je niet bang dat de familie McLeod een beetje pissig zou worden als ze erachter kwamen wie dat gedaan had?’
‘Jawel, maar de McLeods zijn nog van de oude
stempel. Als ik hun iets aandoe, doen ze iets terug tegen mij: ze
pakken mí en niet mijn kinderen
of mijn moeder. Wat kon ik doen? Nou?’ Hij keek trots om zich heen,
terwijl zijn moeder hem begripvol aankeek. ‘Als je kinderen hebt
dan snap je zoiets.’
Terwijl Steel Kevin Murray op de achterbank duwde belde Logan Finnie, om hem te vertellen dat ze de man hadden gearresteerd die verantwoordelijk was voor het in brand steken van de Turf ’n Track.
‘Uitstekend.’ De hoofdinspecteur wilde het naadje van de kous weten en stelde ten slotte de hamvraag: ‘Gaat hij ons vertellen welke Muppets uit Manchester hierachter zitten?’
Logan keek naar Kevin Murray en Steel, die in een verhitte discussie leken te zijn gewikkeld.
‘Waarschijnlijk niet.’
Er viel een stilte die duurde en duurde…
‘Hoofdinspecteur?’
‘Ik wil dat je me belt als jullie op het hoofdbureau zijn. Begrepen? Zodra jullie terug zijn waarschuw je me.’
‘Goed, ik…’
Steel stak haar hoofd uit het portierraam. ‘Brigadier, schiet een beetje op, we hebben nog meer te doen!’
‘Ik bel je terug.’
Logan parkeerde de recherchewagen vlak bij de achteringang van het hoofdbureau. Over de parkeerplaats hing een sluier van blauwe schaduwen; de veiligheidsverlichting was al aan, hoewel het nog maar halfnegen was. De lucht had de kleur van geverniste eendeneieren en beneden was Steel aan het bekvechten met Kevin Murray, terwijl ze hem de wagen uit trok.
‘Ja, dat doe je wél!’
Kevin schudde zijn hoofd. ‘Nee. Geen sprake van. Ik zeg niks. Ik heb die tent op eigen houtje in de fik gestoken. Daar was niemand anders bij betrokken.’
Logan haalde zijn telefoon tevoorschijn en belde Finnie om te zeggen dat ze waren gearriveerd, zoals hem was opgedragen.
‘Goed,’ zei Finnie. ‘Geef me drie minuten en breng hem dan naar nummer drie.’
Terwijl Logan ophing, gaf Steel Kevin een por in de ribben. ‘Doe toch niet zo stom. Ze zullen je hard aanpakken in de rechtszaal. En als je weer vrijkomt, over een jaar of vier, dan kun je erop rekenen dat de McLeods binnen een week langskomen om je knieschijven aan gort te slaan.’
‘Ben je doof? Ik zeg niks! Die klootzakken gaan achter mijn kinderen aan als ik ze verlink.’
‘Doe niet zo melodramatisch.’ Steel duwde hem naar de achteringang, waar wat personeel van de administratie chips at en stond te roken.
‘Nee! Het is nooit gebeurd! Ik heb gelogen, nou goed?’ Zijn stem werd steeds luider. ‘Ik heb die tent afgebrand omdat ik kwaad was op Creepy. Jullie kunnen niks bewijzen…’
‘Je kent mij geloof ik nog niet zo goed, hè?’
‘Ik ga ze niet verlinken!’
Tijdens het fotograferen en vingerafdrukken afnemen bleef hij dit volhouden. De enige keer dat hij zijn mond hield, was toen Steel het wattenstaafje voor de DNA-afname in zijn mond stak. Toen Logan hem door de gang naar verhoorkamer drie leidde was Kevin nog steeds aan het jammeren.
‘Ik heb jullie toch al verteld dat ik het zélf heb gedaan? Ik heb het gedaan. In mijn eentje. Niemand heeft me ergens toe gedwongen.’
De inspecteur probeerde het opnieuw. ‘We kunnen jou, je moeder en de kinderen bescherming aanbieden. Dan kan niemand jullie iets doen.’
‘Denk je nou echt dat ik jullie vertrouw? Bescherming? Ik heb gezien wat er met Rob Barkley is gebeurd en dat laat ik mij niet overkomen.’
Steel gaf hem een por tegen zijn arm. ‘Dat was een ongeluk.’
‘Het gerucht gaat dat hij Malk the Knife heeft verlinkt en de dag erop werd hij overreden door een vrachtwagen.’ Kevin keek of de gang leeg was en vervolgde op fluistertoon: ‘Luister, ik weet dat de meesten van jullie geld aannemen, oké. Dus als jullie nou eens zorgen dat dit wordt opgelost, dan geef ik jullie twee… nee, drieduizend pond. Nou?’
Nu gaf Steel hem méér dan een por tegen de arm; ze gaf hem een duw waardoor hij tegen de muur belandde. ‘Ik zal net doen alsof ik dat niet gehoord heb, Kevin. Want zelfs jíj zult toch niet zo dom zijn om te geloven dat je mij kunt omkopen voor zo’n flutbedrag!’
‘Het was alleen maar bij wijze van spreken.’
‘Ik ben niet te koop, stuk verdriet!’
De deur van de verhoorkamer ging open en Pirie sleepte een geboeide man de gang op. Stekeltjeshaar, een goed bijgehouden sikje, verband over één oor, een donkere vlek in de mouw van zijn witte T-shirt en een sterk Manchester-accent: ‘Laat los! Stelletje haggis vretende klootzakken! Jullie zijn allemaal…’
De man zweeg plotseling en staarde naar Kevin Murray. ‘Jij! Jij vuile etter!’
Kevin krabbelde achteruit. ‘Nee-nee-nee-nee-nee…’
De man met het witte T-shirt haalde uit, maar Pirie hield hem tegen.
‘Je hebt het ze verteld, nietwaar? Je hebt ons verlinkt.’
‘Ik heb niks gezegd, nooit niet, ik zweer het! Ik…’
T-shirt haalde uit met zijn linkervoet; de trap was waarschijnlijk bedoeld voor Kevins ballen maar kwam terecht tegen zijn dij. ‘Jij bent dood, man. Hoor je me? Dood! Jij en je hele familie! Jij…’
Brigadier Pirie draaide hem om en smeet hem tegen de grond, ‘per ongeluk’ zodanig hard dat zijn hoofd tegen de groene granitovloer knalde.
Pirie ging boven op hem zitten en plantte een knie in zijn onderrug.
‘Ga van me af!’
‘Beweeg niet en hou je smoel, klein mormel.’ Pirie grinnikte naar Logan en Steel. ‘We hebben dit opgepakt wegens zware mishandeling van een portier in Bon Accord Street. Hij vond het niet leuk dat hij eruit was gegooid.’ Hij drukte harder met zijn knie, waarop een kreet van protest volgde. ‘Je probeerde heroïne te verkopen aan een stel dronken meiden, nietwaar?’
Logan kon het antwoord niet verstaan, maar het klonk vuil.
Het verhoor van Kevin Murray verliep niet al te best. Nadat hij de gangster uit Manchester tegen het lijf was gelopen, wilde hij op band alleen maar zijn naam en adres bevestigen. Het was vrijwel onmogelijk daarna nog iets anders uit hem te krijgen.
Steel probeerde het nog een uur, maar gaf het toen op en liet hem wegbrengen door Logan.
Kevin Murray hinkte in zijn cel heen en weer langs zijn bed – niet veel meer dan een plastic matras op een betonnen verhoging langs de muur. ‘Wil je het hem zeggen?’ vroeg hij nadat Logan de boeien had afgedaan. ‘Ik heb ze niet verlinkt, oké. Vertel je het hem?’
‘Ik weet niet of dat veel zin zou hebben. Zou
jí me geloven, als je in zijn
schoenen stond?’
Kevin plofte op het matras en begroef zijn hoofd in zijn handen. ‘Ze gaan mijn kinderen vermoorden…’
Logan ging naast hem zitten. ‘Als je me vertelt wie het zijn dan kan ik je misschien helpen, oké?’
De magere man ging met zijn gezicht naar de muur op zijn zij liggen, trok zijn knieën naar zijn borst en zei: ‘Ik ben geen verrader.’
Er werd op de deur geklopt en Kevin schoot overeind. ‘Daar zijn ze!’
‘Doe niet zo idioot. Dit is een politiebureau.’
Kevin keek angstig naar de deur. ‘Ik weet hoe het werkt! Jullie doen allemaal mee. Jullie zitten allemaal in het complot!’
De deur ging open en hoofdinspecteur Finnie stond in de deuropening, van achteren beschenen door tl-licht. Hij wreef zich in de handen en knikte naar Kevin. ‘Ik wilde alleen maar even controleren of uw kamer bevalt, meneer Murray. Is het bed zacht genoeg? Het uitzicht naar wens?’ Er was geen uitzicht. Het enige wat kon doorgaan voor een raam was een rijtje glastegels, één meter tachtig boven de vloer. ‘Wilt u misschien nog een krant? En hoe laat mogen we u wekken?’
Kevin reageerde er nauwelijks op. ‘Ik heb ze niet verlinkt.’
Finnie liep de cel binnen. ‘Ik neem het wel even over, brigadier. Ga maar. Ik heb begrepen dat inspecteur Steel een excursie naar de kroeg aan het organiseren is. Misschien kunnen jullie er eentje nemen op Kevin hier. Zou je dat fijn vinden, Kevin?’
Het gedeelte van Kevins gezicht rondom de met gaas bedekte neus vertrok. ‘Jij bent een echte klootzak.’
Finnie torende boven hem uit. ‘Reken maar.’