‘Wat heb je?’ Finnie keek op van zijn krant toen Logan weer in de auto stapte.
‘Kaas en augurk of ei met mayonaise.’ Victoria Road leek om halfeen ’s middags meer op een stukje Zuid-Frankrijk dan op een straat in Torry. Het warme graniet glom in het zonlicht en de aangename Noordzeebries zorgde ervoor dat het niet te warm werd.
‘Ei.’ De hoofdinspecteur stak zijn hand uit en Logan gaf hem een van de broodjes, een pakje chips met uiensmaak en een blikje Irn-Bru, waarvan het metaal vochtig was geworden. ‘Bedankt.’ Finnie opende de driehoekige plastic verpakking, begon zwijgend te kauwen en keek naar de blauwe gevel van de Krakau-supermarkt verderop. Hij slikte een hap door, nam een slok uit het blikje en zei toen: ‘Ik meende wat ik zei over Wee Hamish.’
Logan keek argwanend naar het broodje waarmee hij zat opgescheept – veel kaas en weinig of geen augurk. Net zoals hij zich op dat moment voelde. ‘Als hij zo gevaarlijk is, waarom zijn we hem dan gaan opzoeken?’
‘Omdat… Omdat de wereld nu eenmaal niet zwart-wit is, brigadier. Soms heb je te maken met grijstinten.’
‘Dus Wee Hamish is grijs?’
De hoofdinspecteur haalde zijn schouders op.
Logan nam een hapje van zijn broodje. Het was net zo droog als het eruitzag. ‘Bah…’
Finnie sloeg met de rug van zijn hand tegen de krant, zodat het papier kraakte. ‘We krijgen verdomme wéér een nieuwe golfbaan. Ze hebben Malk the Knife er een vergunning voor gegeven. Stelletje idioten. Dat wordt één grote witwasoperatie…’ Hij nam een slok Irn-Bru en liet het langzaam tussen zijn tanden door lopen alsof het dure wijn was. ‘Het zou me trouwens verbazen als iemand hier vandaag de dag nog wil komen golfen.’
De hoofdinspecteur hield de krant onder Logans neus. ‘Moet je lezen.’
Pagina één van de Aberdeen Examiner van die ochtend: POLITIE FAALT – STRATEN NIET LANGER VEILIG met als subkop: MASSAMOORDENAAR MAAKT SLACHTOFFERS BLIND – PEDOFIEL OP VRIJE VOETEN – MEER DRUGSGEWELD DAN OOIT – VROUW AANGERAND IN PARK.
Finnie kauwde nog een tijdje door en zei toen: ‘Stel je voor wat er gebeurt als ze lucht krijgen van al die machinegeweren…’
Logan nam opnieuw een hap van zijn broodje kaas zonder augurk. Het was nog steeds niet te eten. Hij stopte het terug in de plastic verpakking, maakte daar een prop van en legde die op het dashboard. ‘Je hebt straks een verklaring van Kevin Murray.’
‘Je moet sommige mensen soms een zetje geven, brigadier. Toen hij onze vriend uit Manchester tegenkwam in de gang bij de verhoorkamer, was het gebeurd met hem.’
Logan keek recht voor zich uit. ‘En zijn kinderen dan? Zijn moeder? Stel dat…’
‘Doe toch niet zo melodramatisch. Straks komen die capuchons uit Manchester van jou hun protectiegeld ophalen en dan kunnen we ze arresteren. Ze hebben zich niet gehouden aan de bepalingen van hun voorlopige invrijheidsstelling en daarbij komt nog gewelddadig gebruik van een dodelijk wapen en bedreiging van minderjarigen. Bovendien hebben ze zich verzet tegen hun arrestatie. Het is ondenkbaar dat ze op borgtocht vrijkomen. Dus vertel mij dan eens wie de kinderen van Kevin Murray iets gaat aandoen. De wraakengeltjes? Tinkelbel die nog wat op haar lever heeft? Nou?’
Logan gaf geen antwoord.
‘Precies.’ Finnie bladerde door naar de sportpagina’s.
Logan schoot overeind achter het stuur, plotseling weer bij bewustzijn. Hij knipperde met zijn ogen. Hij had een vieze kaassmaak in zijn mond. ‘Wat? Wat is er? Ik ben wakker, hoor…’
Finnie liet Logans arm los en wees naar Victoria Street. ‘Daar.’
Drie mannen met capuchons beenden vastberaden naar de Krakausupermarkt. De hoofdinspecteur schakelde zijn portofoon in toen ze naar binnen liepen. ‘Iedereen opgelet. Jullie gaan naar binnen als ik het teken geef. En voor het geval jullie dat nog niet wisten, vandaag doen we niet wie als eerste een burger neerschiet, begrepen? Wat dat betreft hebben we voor dit jaar al aan onze quota voldaan.’
Er ontstond wat commotie bij de ingang en een oude dame werd de straat op geduwd. Ze bleef op het trottoir staan, draaide zich om naar de deur en begon verschrikkelijk te schelden.
Een van de capuchons kwam naar buiten, drukte haar twee flessen whisky in de handen en gebaarde dat ze moest ophoepelen.
Finnie sprak weer in de portofoon. ‘Oké, hou je gereed allemaal…’
Geschreeuw.
Toen vloog de kassa door het raam. Het glas spatte in duizend glimmende scherven uiteen in de zon. Met een tweede klap landde de kassa via de voorruit op het dashboard van een Citroën. Vervolgens klonk het geloei van een autoalarm.
Een van de capuchons volgde het voorbeeld van het kasregister. Hij vloog naar buiten en sloeg met zijn hoofd tegen het trottoir.
Finnie riep: ‘GO! GO! GO!’
Aan de overkant van de straat vlogen de achterportieren van een Transit bestelbus open. De vier leden van het arrestatieteam klommen de warme middag in en staken de weg over, met hun machinegeweren in de aanslag. Ze hadden drie uur in de laadruimte van het busje de hitte moeten trotseren en zagen er uitgeput uit. Dat ze volledig in het zwart waren gekleed hielp waarschijnlijk niet.
Logan zag hoe brigadier Caldwell zich puffend en steunend naar de ingang van de winkel bewoog, haar team opstelde en het teken gaf. Ze stormden de Krakau-supermarkt binnen.
‘Weet je zeker dat vier wel genoeg is?’
Finnie stapte uit de wagen en rekte zich uit in het zonlicht. ‘Drie capuchons met messen tegen vier getrainde leden van een arrestatieteam met machinegeweren? Nou, dat moet wel lukken, dacht ik. Of niet soms?’
Het geschreeuw in de winkel werd luider. Pools, Engels met een Manchester-accent en Caldwell die schreeuwde: ‘OP DE GROND! IK ZEG HET NIET NOG EEN KEER!’
Logan en Finnie renden naar de winkel.