93
'Daar staat Jenna's auto,' zei Fran Simmons tegen hulpofficier van justitie Jacobs toen ze de oprit van het huis van Molly Lasch opreden. 'We moeten ons haasten - ze is daar binnen met Molly!'
Jacobs had de politiewagen gereden met Fran en twee politieagenten. Nog voor de auto geheel tot stilstand was gekomen had Fran het portier aan haar kant al open. Toen ze uit de wagen sprong zag ze een andere auto die hard achter hen kwam aanrijden.
Zonder acht te slaan op de constante hevige pijn aan haar enkel, rende ze de trap naar het huis op en zette haar vinger op de bel.
'Fran, wat is er aan de hand?'
Fran draaide zich om en zag Philip de trap op komen rennen. Was hij ook bang om Molly, vroeg ze zich vluchtig af. Ze kon het geluid van de bel door het huis horen echoën. 'Fran, is er iets met Molly gebeurd?' Philip stond nu naast haar, geflankeerd door de politieagenten. 'Philip! Het is Jenna. Zij was het! Dat moet wel. Zij was die andere persoon hier die avond dat Gary Lasch werd vermoord. Ze kan de gok niet nemen dat Molly haar geheugen terugkrijgt. Ze weet dat Molly haar die avond het huis uit heeft horen rennen. Ze is ten einde raad. We moeten haar tegenhouden! Ik weet dat ik gelijk heb.' 'Breek de deur open,' beval Jacobs de politieagenten. Het duurde een volle, kostbare minuut voor de deur, die van massief mahoniehout was, door hun stormram uit zijn scharnieren was losgewrikt en op de grond klapte. Toen ze de hal binnengingen, echode er een nieuw geluid door het huis - het hysterische geschreeuw om hulp van Jenna.
Ze vonden haar in de werkkamer, knielend naast de bank waarop Molly
lag. Die lag daar met starende ogen, haar hoofd bedekte
gedeeltelijk een foto van haar vermoorde man, Gary Lasch, haar hand
bungelde slap over de rand van de bank. Op de grond lag een
wijnglas waarvan de inhoud het hoogpolige tapijt doorweekte.
'Ik wist niet waar ze mee bezig was!' jammerde Jenna. 'Elke keer als ze de kamer uitging moet ze slaappillen in haar wijn gedaan hebben.' Ze sloeg haar armen om het krachteloze lichaam van Molly en huilend wiegde ze haar. 'O, Molly! Word wakker, word wakker...'
'Ga weg van haar.' Met bruusk gezag greep Philip Jenna vast en duwde haar opzij. Hij trok Molly ruw omhoog. 'Je mag niet doodgaan nu! Niet nu!' schreeuwde hij. 'Ik sta niet toe dat je doodgaat.'
Voor iemand in beweging kon komen om hem te helpen, had hij haar in zijn armen getild. Hij liep snel door de deur die naar de badkamer van de logeerkamer beneden leidde. Jacobs en een van de politieagenten volgden hem naar binnen.
Even later hoorde Fran het geluid van de douche die werd aangezet, en een paar seconden later het kokhalzende geluid van Molly die de wijn uitbraakte waar Jenna de slaappillen in had gedaan.
Jacobs kwam uit de badkamer. 'Haal de zuurstof uit de auto!' beval hij een van de agenten. 'Laat een ambulance komen,' zei hij tegen de ander.
'Ze zei keer op keer dat ze wilde sterven,' praatte Jenna maar door. 'Ze ging steeds naar de keuken om haar glas bij te vullen. Ze verbeeldde zich allerlei rare dingen. Ze zei dat jij kwaad was, Fran, en dat je haar wilde vermoorden. Ze is gestoord. Ze is geestesziek.'
'Als Molly ooit gestoord is geweest, Jenna, dan was het toen ze jou vertrouwde,' zei Fran kalm.
'Ja, dat was ik.' Molly kwam, gesteund door Philip en een van de agenten weer terug in de kamer. Ze was drijfnat van de douche en nog steeds versuft, maar de veroordeling in haar ogen en haar stem was niet mis te verstaan. 'Jij hebt mijn man vermoord,' zei ze. 'Je hebt geprobeerd mij te vermoorden. Jij was het die ik die avond gehoord heb. Jouw hakken die door de gang holden. Ik had de voordeur afgesloten. Ik had de grendel omlaag gedrukt. Dat was het geluid dat ik had gehoord. Het klikken van jouw hakken in de gang. De grendel die door jou omhooggetrokken werd.'
'Wally Barry heeft je gezien, Jenna,' zei Fran. Hij zag een vrouw, dacht ze. Hij heeft haar gezicht niet gezien, maar misschien gelooft ze me.
'Jenna,' riep Molly uit, 'je hebt me vijfeneenhalf jaar in de gevangenis laten zitten voor een misdaad die jij gepleegd hebt. Je had me weer terug naar de gevangenis laten gaan. Je wilde dat ik veroordeeld werd voor de moord op Annamarie. Waarom, Jenna? Zeg me waarom.' Jenna keek met haast smekende ogen van de een naar de ander. 'Molly, je vergist je,' begon ze.
Toen hield ze op, ze wist dat het zinloos was. Ze wist dat ze in de val zat. Ze wist dat het uit was.
'Waarom, Molly?' vroeg ze. 'Waarom?' Haar stem werd schriller. 'WAAROM?' Waarom had jouw familie geld? Waarom moesten Gary en ik met jou en Cal trouwen om wat jullie ons te bieden hadden? Waarom heb ik Gary aan jou voorgesteld? Waarom waren we altijd met z'n vieren? Zodat Gary en ik zoveel mogelijk bij elkaar konden zijn, afgezien van alle keren die we samen alleen hebben doorgebracht door de jaren heen.' 'Mevrouw Whitehall, u hebt het recht te zwijgen,' begon Jacobs.
Jenna negeerde hem. 'Vanaf het moment dat we elkaar zagen waren we verliefd op elkaar. En toen vertelde jij me die zondagmiddag dat Gary een verhouding had gehad met die verpleegster en dat ze zwanger was.' Ze lachte verbitterd.
'Nu was ik de andere vrouw. Ik kwam hier om het met Gary uit te praten. Ik parkeerde verderop in de straat zodat je mijn auto niet zou zien als je vroeg thuiskwam. Hij liet me binnen. We maakten ruzie. Hij bleef maar proberen me weg te krijgen voor jij thuiskwam. Toen ging hij aan zijn bureau zitten, draaide me zijn rug toe en zei: "Ik begin te geloven dat ik er niet zo slecht aan heb gedaan om met Molly te trouwen. Als zij kwaad is gaat ze tenminste naar Cape Cod en weigert ze met me te praten. Ga nu weg en laat me met rust." '
De woede trok weg uit haar stem. 'En toen gebeurde het. Ik was niet van plan dat te doen. Het was niet mijn bedoeling dat te doen.'
Het gillen van de naderende ambulance brak de stilte die gevallen was toen Jenna's stem wegstierf. Fran wendde zich tot Jacobs en zei: 'Laat die ambulance Molly in godsnaam niet naar Lasch Hospital brengen.'