27
Vrijdagmiddag ging Annamarie Scalli, nadat ze haar laatste patiënt had verzorgd, meteen naar huis. Het weekend kwam dreigend naderbij, en ze wist al dat het moeilijk ging worden. Vanaf dinsdagochtend, toen de vrijlating van Molly Lasch zo breed was uitgemeten op de televisie, had de helft van Annamaries patiënten het tegen haar over de zaak gehad.
Ze begreep dat het gewoon toeval was en dat ze geen idee hadden van haar betrokkenheid bij de zaak. Haar patiënten waren aan huis gebonden en ze keken naar dezelfde, zich herhalende programma's, meestal soaps. Zo'n min of meer lokale misdaad was gewoon iets nieuws om over na te denken - een bevoorrechte jonge vrouw die beweerde dat ze niet geloofde dat ze haar man had vermoord, ook al had ze een schuldbekentenis afgelegd voor een lagere tenlastelegging en had ze in de gevangenis gezeten voor de moord. De commentaren varieerden van de humeurige oude mevrouw O'Brien die vond dat hij gekregen had wat elke echtgenoot die zijn vrouw bedroog verdiende, tot de opmerking van meneer Kunzman die beweerde dat Molly Lasch twintig jaar had gekregen als ze zwart was geweest en arm. Gary Lasch was het niet waard om ook maar een dag voor in de gevangenis te zitten, dacht Annamarie terwijl ze de deur naar haar tuinappartement opendeed. Jammer genoeg was ik toen te onnozel om dat te beseffen. Haar keuken was zo klein dat ze altijd zei dat de pantry in een vliegtuig er groot bij leek. Maar ze had er het beste van gemaakt door het plafond hemelsblauw te verven en op de muren een klimplant met bloemen te schilderen; het resultaat was dat de kleine ruimte haar binnentuintje werd. Maar vanavond werd ze er niet vrolijker van. Door de oude, pijnlijke herinneringen die bovenkwamen voelde ze zich neerslachtig en eenzaam, en ze wist dat ze er even uit moest. Er was één plek waar ze heen kon gaan en die zou helpen. Haar oudere zuster, Lucy, woonde in Buffalo, in het huis waarin ze waren opgegroeid. Annamarie was er sinds de dood van haar moeder niet meer zo vaak geweest, maar dit weekend zou ze de lange reis gaan maken. Nadat ze de laatste boodschappen had opgeborgen, pakte ze de telefoon. Drie kwartier later gooide ze een haastig gepakte plunjezak achter in de auto, en ze was al een stuk opgewekter toen ze het contactsleuteltje omdraaide. Het was een lange reis, maar dat vond ze niet erg. Tijdens het autorijden kon ze nadenken. Ze had van veel dingen spijt. Spijt dat ze niet naar haar moeder had geluisterd. Spijt dat ze zo stom was geweest. Ze verachtte zichzelf voor haar affaire met Gary Lasch. Had ze zichzelf maar kunnen dwingen echt van Jack Morrow te houden. Had ze maar beseft hoeveel ze om hem was gaan geven.
Ze herinnerde zich opnieuw met schaamte het vertrouwen en de liefde die ze in zijn ogen had gezien. Ze had Jack net als alle anderen voor de gek gehouden, en hij wist noch vermoedde dat ze een verhouding met Gary Lasch had. Hoewel ze pas na middernacht aankwam, had haar zuster Lucy de auto horen aankomen en deed ze de deur al open. Met een vlaag van hernieuwde vreugde pakte Annamarie haar plunjezak uit de auto. Even later omhelsde ze haar zuster, blij dat ze, althans voor het weekend, ergens was waar ze de kwellende gedachten over wat had kunnen zijn terug kon dringen.