57
Donderdagochtend begon dokter Peter Black de dag met een bezoek aan Tasha. Bij welke medische maatstaf dan ook, had ze inmiddels dood moeten zijn, dacht hij verontrust terwijl hij door de gang naar haar suite liep. Misschien was het fout geweest om haar deel te laten uitmaken van het experiment, dacht hij. Normaal gesproken leverde dit experiment bruikbare - soms fascinerende - klinische resultaten op, maar het bleek moeilijk uitvoerbaar te zijn, vooral dank zij Tasha's moeder. Barbara Colbert was veel te oplettend en had te goede connecties. Er waren genoeg andere patiënten in de kliniek die betere kandidaten waren voor dit buitengewone onderzoek, patiënten van wie de familie nooit zou vermoeden dat er iets niet in de haak was en die zelfs de geringste aanwijzing van een ophanden zijnde dood als een geschenk uit de hemel zouden aanvaarden.
Ik had nooit tegen dokter Logue moeten zeggen dat Harvey Magim op het einde zijn vrouw leek te herkennen, dacht Black misprijzend. Maar het was nu te laat om te stoppen. Hij moest de volgende stap nemen. Dat was hem wel duidelijk gemaakt. Die volgende stap had in het pakje gezeten dat hij had meegebracht van het laboratorium in West Redding, en zat nu veilig weggestopt in zijn vestzak. Toen hij de kamer binnenkwam vond hij de dienstdoende verpleegster knikkebollend naast Tasha's bed. Dat kwam goed uit, dacht hij. Een slaperige verpleegster was precies wat hij nodig had. Het gaf hem een excuus haar de kamer uit te sturen.
'Ik stel voor dat je een kopje koffie voor jezelf gaat halen,' zei hij streng, toen hij haar bruusk wakker maakte. 'Neem het mee hierheen. Ik wacht. Waar is mevrouw Colbert?' 'Ze ligt te slapen op de bank,' fluisterde de verpleegster. 'Arme vrouw, ze is eindelijk ingedut. Haar zoons zijn weggegaan. Ze komen vanavond terug.'
Black knikte en wendde zich tot de patiënte, terwijl de verpleegster zich de kamer uit haastte. Tasha's toestand was sinds de vorige avond niet veranderd. Ze had zich gestabiliseerd, dank zij de injectie die hij haar gegeven had toen ze begon weg te zakken.
Hij nam het kleine pakje uit zijn zak. Het voelde abnormaal zwaar aan voor zoiets kleins. De injectie van gisteravond had de verwachte resultaten opgeleverd, maar die hij nu ging toedienen was volkomen onvoorspelbaar. Logue begint zijn greep te verliezen, dacht Black. Hij tilde Tasha's arm op en kneep erin om een bruikbare ader te vinden. Hij hield de injectienaald op zijn plaats, duwde langzaam op de zuiger en keek toe hoe de vloeistof in haar lichaam verdween.
Hij keek op zijn horloge. Het was acht uur. Over ongeveer twaalf uur zou het voorbij zijn, hoe dan ook. Intussen had hij nog het onplezierige vooruitzicht van de ontmoeting met die bemoeizieke verslaggeefster, Fran Simmons.