42
Dit kan niet waar zijn! zei Molly tegen zichzelf. Het is een afschuwelijke droom. Nee, geen droom. Het is een afschuwelijke nachtmerrie! Kan dat eigenlijk, vroeg ze zich af, of is 'afschuwelijke nachtmerrie' net zoiets als 'weer herhalen'? Sinds die ochtend was haar geest een warboel van tegenstrijdige gedachten en vage herinneringen. Zich te concentreren op het grammaticale vraagstuk van pleonasmen leek haar net zo goed een praktische oefening als wat dan ook. Terwijl ze nadacht over de kwestie van de 'afschuwelijke nachtmerrie' zat ze op de bank in de werkkamer, met haar rug tegen de armleuning, haar knieën opgetrokken, haar handen eromheen geslagen, haar kin op haar handen. Een haast foetale houding, dacht ze. Daar zit ik dan, ineengedoken in mijn eigen huis, terwijl volkomen vreemden alles overhoop halen en doorzoeken. In een flits dacht ze terug aan vroeger, toen Jen en zij altijd bij wijze van grapje zeiden: 'Neem altijd de foetale houding aan als iets te overweldigend wordt.'
Maar dat was lang geleden, in de tijd dat een gebroken vingernagel of een verloren tenniswedstrijd buitengewoon belangrijke zaken waren. Plotseling kreeg het woord 'overweldigend' een heel nieuwe betekenis.
Ze zeiden dat ik hier moest wachten, dacht ze. Ik dacht dat als ik eenmaal uit de gevangenis was, ik nooit meer orders zou krijgen over waar ik mocht komen en gaan, nooit meer. Een week geleden was ik nog opgesloten. Maar nu ben ik thuis. Toch kan ik deze vreselijke mensen niet wegsturen, ook al is dit mijn huis.
Straks word ik wakker en dan is het over, zei ze tegen zichzelf terwijl ze haar ogen sloot. Maar het hielp natuurlijk geen snars.
Ze deed ze weer open en keek om zich heen. De politie was klaar met het doorzoeken van deze kamer. Ze hadden de kussens van de bank opgetild en alle laden van de wandtafeltjes opengemaakt, en ze hadden aan de draperieën die voor de ramen hingen gevoeld of er iets tussen de plooien verborgen zat.
Ze werd zich ervan bewust dat ze al heel lang in de keuken bezig waren. Ze doorzochten natuurlijk elke la en elk kastje. Ze had iemand horen zeggen dat ze eventueel aanwezige vleesmessen zouden moeten verzamelen. Ze had gehoord dat de oudere onderzoeker tegen een jongere agent zei dat hij de kleren en de schoenen die de serveerster had beschreven in beslag moest nemen. Nu kon ze alleen maar wachten. Wachten tot de politie zou vertrekken, en wachten tot haar leven weer normaal werd - wat dat ook mocht zijn.
Maar ik kan niet zomaar hier blijven zitten, dacht Molly. Ik moet hier weg. Waar kan ik heen gaan, waar zullen de mensen me niet nawijzen, niet over me fluisteren, en waar zal de pers me mét lastig vallen?
Dokter Daniels. Ik moet met hem praten, besloot Molly. Hij zal me helpen.
Het was vijf uur. Zou hij nog in zijn praktijk zijn? vroeg ze zich af. Vreemd genoeg herinner ik me zijn nummer nog, dacht ze, ook al is het bijna zes jaar geleden.
Toen de telefoon ging, was Ruthie Roitenberg net haar bureau aan
het afsluiten, en greep dokter Daniels naar zijn jas die in de kast
hing. Ze keken elkaar aan. 'Wilt u dat de doktersdienst het
aanneemt?' vroeg Ruthie. 'Vanaf nu heeft dokter MacLean dienst.'
John Daniels was moe. Hij had een moeilijke sessie met een van zijn
meest verwarde patiënten achter de rug en hij voelde elke dag van
zijn vijfenzeventig jaren. Hij verheugde zich erop naar huis te
gaan en hij dankte de hemel dat het dineetje waar hij en zijn vrouw
heen zouden gaan was afgelast. Een of ander instinct vertelde hem
echter dat hij de telefoon aan moest nemen. 'Luister in ieder geval
even wie het is, Ruthie,' zei hij.
Hij zag de schrik in Ruthies ogen toen ze hem aankeek en met haar lippen geluidloos 'Molly Lasch' zei. Even wist hij niet wat hij moest doen en hij stond met zijn jas nog in zijn hand toen Ruthie zei: 'Ik ben bang dat de dokter al naar huis is gegaan, mevrouw Lasch. Hij liep net naar buiten naar de lift. Ik kijk even of ik hem nog kan tegenhouden.' Molly Lasch. Daniels stond nog even stil, maar liep toen naar het bureau en nam de telefoon van Ruthie over. 'Ik heb over Annamarie Scalli gehoord, Molly. Wat kan ik voor je doen?'
Hij luisterde, en een halfuur later was Molly in zijn praktijk.
'Het spijt me heel erg dat het zo lang heeft geduurd voor ik hier
was, dokter. Ik wilde mijn auto nemen, maar dat mocht niet van de
politie. Ik moest een taxi bellen.' Molly sprak op een toon van
verbazing, alsof ze zelf niet kon geloven wat ze zei. Haar ogen
deden Daniels denken aan het cliché van het hert in het schijnsel
van koplampen, hoewel het bij haar meer was dan alleen maar schrik.
Nee, ze leek eerder opgejaagd. Hij begreep meteen dat het gevaar
bestond dat ze zou wegzakken in dezelfde lethargische toestand als
waarin ze na de dood van Gary Lasch verkeerde. 'Waarom ga je niet
op de bank liggen terwijl we praten, Molly,' stelde hij voor. Ze
zat op een stoel tegenover het bureau. Toen ze niet reageerde, liep
hij naar haar toe en legde zijn hand onder haar elleboog. Hij
voelde hoe gespannen haar lichaam was. 'Kom op, Molly,' zei hij op
overredende toon terwijl hij haar dwong op te staan. Ze liet zich
zonder morren door hem leiden. 'Ik weet hoe laat het is. Het is
heel vriendelijk van u me nog te ontvangen, dokter.'
Daniels werd herinnerd aan het zeer welgemanierde kleine meisje dat hij had gadegeslagen op de club. Een kostelijk kind, dacht hij, het perfecte product van opvoeding en stille rijkdom. Wie had toen kunnen denken dat dit haar toekomst zou zijn, verdacht van een misdaad, - een twééde misdaad - de politie die haar huis doorzocht naar bewijzen tegen haar. Hij schudde medelijdend het hoofd. In het daaropvolgende uur probeerde ze hardop te verklaren - zowel voor zichzelf als voor hem - waarom ze het zo nodig had gehad om met Annamarie Scalli te praten. 'Wat is er, Molly? Vertel me waar je aan denkt.' 'Het is dat ik nu besef dat toen ik indertijd wegliep naar Cape Cod, ik dat deed omdat ik kwaad was. Maar ik was niet kwaad omdat ik dat met Annamarie had ontdekt. In werkelijkheid, dokter, was ik helemaal niet kwaad omdat Gary een verhouding had met een andere vrouw. Ik was kwaad omdat ik mijn kindje verloren had en zij nog steeds in verwachting was. Ik had die baby moeten hebben.'' Verontrust wachtte Daniels tot Molly verder zou gaan. 'Dokter, ik wilde Annamarie zien omdat ik dacht dat als ik Gary niet heb vermoord, zij het misschien gedaan had. Niemand kon bewijzen waar zij die avond was. En ik wist dat ze kwaad op hem was; dat was duidelijk aan haar stem te horen toen ik haar aan de telefoon tegen hem hoorde praten.'
'Heb je dat gisteravond aan haar gevraagd?' 'Ja. En ik geloofde haar toen ze zei dat ze hem niet had gedood. Maar ze vertelde me dat Gary blij was dat ik een miskraam had gehad, dat hij me om een scheiding zou vragen, en dat een baby alles ingewikkelder zou maken.' 'Mannen vertellen de andere vrouw vaak dat ze van plan zijn te scheiden. Meestal is het niet waar.' 'Dat weet ik, en misschien loog hij tegen haar. Maar hij loog niet toen hij tegen haar zei dat hij blij was met mijn miskraam.'
'Heeft Annamarie je dat verteld?'
'Ja.'
'Wat voor gevoel gaf dat je?'
'Dokter, dat is wat me zo bang maakt. Ik denk dat ik haar op dat moment haatte met elke druppel bloed in mijn lichaam, alleen al voor het uitspreken van die woorden.' Met elke druppel bloed in mijn lichaam, dacht Daniels. Molly begon ineens heel vlug te praten. 'Weet u wat er toen door mijn hoofd ging, dokter? Die zin uit de bijbel: Rachel rouwde om haar kinderen en was ontroostbaar. Ik dacht eraan hoe ik om mijn kindje had gerouwd. Ik had pas het leven in me gevoeld, en verloor het toen. Op dat moment werd ik Rachel, en de woede vloeide weg en ik was in rouw.' Molly zuchtte, en toen ze verder ging was alle emotie uit haar stem verdwenen. 'Dokter, Annamarie is eerder weggegaan dan ik. Ze was verdwenen toen ik op de parkeerplaats kwam. Ik herinner me heel duidelijk dat ik thuis ben gekomen en vroeg naar bed ben gegaan.' 'Een duidelijke herinnering, Molly?'
'Dokter, de politie is mijn huis aan het doorzoeken. De rechercheurs hebben vanochtend geprobeerd met me te praten. Philip heeft me het dwingende advies gegeven aan niemand te vertellen, zelfs niet aan Jen, wat Annamarie me heeft verteld.'
Haar stem werd weer geagiteerd. 'Dokter, is het weer net als de vorige keer? Heb ik iets verschrikkelijks gedaan en is het weer uit mijn geheugen gewist? Als dat zo is, en ze kunnen het bewijzen, laat ik me niet weer in de gevangenis zetten. Dan ben ik liever dood.'
Weer, dacht Daniels. 'Molly, heb je sinds je thuis bent nog dat gevoel gehad dat er iemand anders in huis was die avond dat Gary stierf?'
Hij zag dat de spanning wegtrok uit haar lichaam en dat er een sprankje hoop in haar ogen oplichtte. 'Er was iemand in huis die avond,' zei ze. 'Daar begin ik van overtuigd te raken.'
En ik begin ervan overtuigd te raken dat er niemand was, dacht Daniels triest.
Een paar minuten later reed hij Molly naar huis. Het huis was donker. Ze wees hem erop dat er geen auto's meer stonden, dat er geen politie meer te bekennen was. Daniels weigerde weg te rijden voordat Molly veilig binnen was en ze het licht in de hal had aangedaan. 'Zorg dat je de pil die ik je vanavond gegeven heb inneemt,' zei hij nog. 'Morgen praten we verder.'
Voor hij langzaam terugliep naar zijn auto, wachtte dokter Daniels tot hij de klik van het slot van de voordeur hoorde. Hij geloofde niet dat ze het punt al had bereikt waarop ze zichzelf iets zou aandoen. Maar hij wist dat als er bewijzen gevonden zouden worden die een aanklacht tegen haar in verband met de dood van Annamarie Scalli rechtvaardigden, Molly Lasch wellicht een andere weg zou kiezen om aan de realiteit te ontsnappen. Geen selectief geheugenverlies deze keer, maar de dood.
Bedroefd reed hij langzaam naar huis, naar zijn late avondeten.