71
Toen Fran bij Annamaries zuster vandaan kwam, bleef ze even in de auto zitten nadenken over welke weg ze nu het beste bewandelen kon. Het was één ding als de dokters Gary Lasch en Peter Black een patiënte het verkeerde medicijn hadden gegeven waardoor ze in een niet meer ongedaan te maken coma was geraakt, en dat ze hun fout vervolgens hadden verdoezeld. Maar hoe verschrikkelijk dat ook was, het was niet te vergelijken met het opzettelijk gebruik van een experimenteel preparaat om het leven van een patiënt te beëindigen. En dat was kennelijk wat Annamarie dacht dat er was gebeurd.
Zij was er toen bij geweest maar ze wist dat ze haar vermoedens niet hard kon maken, dus hoe kan ik in vredesnaam hopen nu nog iets te bewijzen? vroeg Fran zich af. Volgens Lucy Bonaventure had Annamarie gezegd dat Peter Black degene was die niet alleen die fout had gemaakt, maar dat hij vervolgens waarschijnlijk ook nog een oude patiënt had omgebracht. Zou dat voor Black voldoende motief zijn geweest om Gary Lasch te vermoorden? Door de dood van Lasch werd wel een betrouwbare getuige van zijn misdaad uitgeschakeld.
Het was mogelijk, besloot ze. Als je geloofde dat een dokter in koelen bloede kon doden. Maar waarom? Het was koud in de auto. Fran startte de motor, zette de verwarming zo hoog mogelijk en zette de ventilator aan. Ik heb het niet alleen van de lucht koud gekregen, dacht ze, ik ben vanbinnen ook koud. Wat voor kwaad er ook in beweging was gebracht in dat ziekenhuis, het had voor veel mensen een heleboel leed veroorzaakt. Maar waarom? Waarom? Molly is gestraft voor een misdaad waarvan ik nu zeker ben dat ze hem niet heeft gepleegd. Annamarie heeft haar kind en het werk waar ze van hield opgegeven, alleen om zichzelf te straffen. Een jonge vrouw werd tot een plant gereduceerd vanwege een experimenteel preparaat. Een oudere vrouw is misschien voortijdig gestorven als onderdeel van het experiment.
En dat zijn nog maar degenen van wie ik het weet, dacht ze. Hoeveel anderen zouden er zijn? Mijn god, dit zou best nog steeds aan de gang kunnen zijn, dacht Fran met een schok. Maar ik durf te wedden dat de sleutel tot dit alles ligt in de relatie of het verbond of wat het ook was tussen Gary Lasch en Peter Black. Er moet gewoon een reden zijn waarom Lasch Black naar Greenwich haalde en hem letterlijk een partnership aanbood in een ziekenhuis dat familiebezit was. Een vrouw die haar hond aan het uitlaten was liep langs de auto en keek Fran nieuwsgierig aan. Ik moest maar eens gaan rijden, dacht ze. Ze wist waar ze nu heen moest - ze zou met Molly gaan praten en kijken of die enig licht kon werpen op de relatie tussen Gary Lasch en Peter Black. Als ze eerst en vooral kon vaststellen wat het was dat hen verbond, zou ze uiteindelijk misschien gaan begrijpen wat er in dat ziekenhuis aan de hand was.
Onderweg naar Greenwich belde ze naar kantoor om te kijken of er boodschappen voor haar waren en ze kreeg te horen dat Gus Brandt haar wilde spreken, hij had gezegd dat het dringend was. 'Voor je me met hem doorverbindt, kijk even na of er al gegevens over Gary Lasch en Calvin Whitehall van de researchafdeling zijn gekomen,' zei ze tegen haar assistent.
'Dat ligt al op je bureau, Fran,' kreeg ze te horen. 'Je zult de komende week geen gebrek aan lectuur hebben, vooral over Calvin Whitehall ligt er een berg.'
'Ik kan haast niet wachten om eraan te beginnen. Bedankt. Verbind me nu maar door met Gus.'
Haar baas wilde net gaan lunchen. 'Blij dat je me nog treft, Fran,' zei hij. 'Het ziet er naar uit dat je je vriendin Molly Lasch maandagmiddag in de nor zult moeten opzoeken. Ik heb net gehoord dat de aanklager er niet aan twijfelt dat haar parool ingetrokken wordt. En op het moment dat hij de officiële bevestiging krijgt, is zij onderweg terug naar de Niantic Gevangenis.'
'Dat kunnen ze Molly toch niet aandoen,' protesteerde Fran.
'O ja, dat kunnen ze wel, en volgens mij doen ze het ook. Ze is er toen gemakkelijk van afgekomen omdat ze toegaf dat ze haar man gedood had, maar zodra ze vrij was beweerde ze dat ze het niet had gedaan. Dat is op zich al een schending van het parool, meisje. Hoe zou jij stemmem als je moest beoordelen of ze al dan niet achter de tralies hoort, nu ze opnieuw is aangeklaagd wegens moord? Hoe dan ook, maak er een stuk over voor vanavond.' 'Oké, Gus. Tot straks,' zei Fran mistroostig. Ze was van plan geweest om Molly te bellen en haar te zeggen dat ze haar spreken moest, maar de opmerking van Gus dat hij ging lunchen, had haar op een idee gebracht. Susan Branagan, de vrijwilligster in de koffieshop van Lasch Hospital, had gezegd dat ze een speldje had gekregen voor tien jaar dienstverlening daar, en dat betekent dat ze daar al was toen een jonge vrouw daar meer dan zes jaar geleden in een onomkeerbaar coma raakte, dacht Fran. Dat is niet de soort gebeurtenis die vaak voorkomt. Misschien herinnert ze zich wie die jonge vrouw was, en wat er van haar geworden is. Als ik met de familie van die jonge vrouw praat en probeer de details van haar ongeluk te krijgen, heb ik misschien concrete gegevens om het verhaal dat Annamarie aan haar zuster vertelde te gaan checken, dacht Fran. De kans was misschien klein, maar niet uitgesloten. Ik hoop alleen dat ik dokter Black niet tegen het lijf loop, dacht Fran. Hij zou een beroerte krijgen als hij wist dat ik nog meer vragen over het ziekenhuis stelde.
Het was halftwee toen ze de koffieshop binnenkwam. Het lunchuur was in volle gang, en de vrijwilligsters waren druk aan het werk. Er waren twee vrouwen druk in de weer achter de bar, maar Fran zag tot haar grote teleurstelling dat Susan Branagan daar niet bij was.
'Er is plaats aan de bar, maar als u heel even wacht, er wordt net een tafeltje schoongemaakt,' zei de hostess tegen haar. 'Ik neem aan dat mevrouw Branagan geen dienst heeft vandaag,' zei Fran.
'Jawel hoor. Ze is er. Ze bedient vandaag aan de tafels. Daar is ze, ze komt net uit de keuken.'
'Mag ik misschien op een van haar tafels wachten?' 'U heeft geluk. De tafel die net schoongemaakt wordt is in haar wijk. Zo te zien is hij bijna klaar.' De hostess begeleidde haar door de zaal, plaatste haar aan een klein tafeltje en gaf haar het menu. Een ogenblik later werd ze door een opgewekte stem aangesproken. 'Zo, goedemiddag. Heeft u al besloten wat u wilt eten, of heeft u nog wat meer tijd nodig?'
Fran keek op en zag onmiddellijk dat Susan Branagan zich haar niet alleen herinnerde, maar dat ze nu ook wist wie ze was. Duimend dat ze niet afgewimpeld zou worden, zei ze: 'Leuk u weer te zien, mevrouw Branagan.' Susan Branagan straalde van genoegen. 'Ik wist niet dat ik met een beroemdheid aan het praten was, toen we laatst wat gebabbeld hebben, mevrouw Simmons. Toen ik daar achter kwam, ben ik op het avondnieuws naar u gaan kijken. Ik vind uw verslagen over de zaak van Molly Lasch geweldig.' 'Ik zie dat u het nu druk hebt, maar als u het goedvindt, zou ik straks graag even met u praten. U heeft me de vorige keer goed geholpen.'
'En sinds ons gesprek is dat arme meisje naar wie u vroeg, die verpleegster, Annamarie Scalli, vermoord. Het is niet te geloven. Denkt u dat Molly Lasch dat werkelijk heeft gedaan?'
'Nee, dat denk ik niet. Mevrouw Branagan, bent u gauw vrij?'
'Om twee uur. Tegen die tijd loopt het hier leeg. Nu we het daar toch over hebben, ik denk dat ik uw bestelling maar beter kan opnemen.'
Fran bekeek het menu. 'Een club sandwich en een kopje koffie, graag.'
'Ik geef uw bestelling meteen door, en als u het niet erg vindt om te wachten, zal ik straks graag weer een babbeltje met u maken.'
Een halfuur later keek Fran om zich heen in de koffieshop. Het is
precies zoals ze zei, dacht ze. Je zou denken dat ze een
brandoefening houden. De zaak was plotseling voor driekwart leeg.
Zowel het gekletter van borden als het geroezemoes van stemmen was
sterk verminderd. Susan Branagan had de tafel afgeruimd en ze had
beloofd in een oogwenk terug te zijn.
Toen ze terugkwam had ze haar vrijwilligstersschort niet meer om, en in elke hand droeg ze een kop koffie. 'Veel beter,' zei ze met een zucht, terwijl ze de koffie neerzette en op een stoel tegenover Fran ging zitten. 'Zoals ik u al verteld heb, ik hou van dit werk, maar mijn voeten houden er een heel andere mening op na. Maar u bent niet gekomen om over mijn voeten te praten, en ik bedenk net dat ik over een halfuur bij de kapper moet zijn, dus waarmee kan ik u vandaag helpen?'
Ik mag deze dame wel, dacht Fran. Ze zit er niet mee om ter zake te komen. 'Mevrouw Branagan, u zei laatst dat u een speld had gekregen voor tien jaar dienstverlening?' 'Dat klopt. En met Gods wil, zal ik ook nog mijn speld voor twintig jaar krijgen.'
'Dat lukt u vast wel. Ik wil u graag wat vragen over iets dat een hele tijd geleden in het ziekenhuis is gebeurd. Het was in feite kort voor dokter Morrow en dokter Lasch vermoord werden.'
'O, mevrouw Simmons, er gebeurt hier zoveel,' protesteerde mevrouw Branagan, 'ik weet niet of ik u daarbij kan helpen.'
'Maar misschien herinnert u zich dit voorval. Er is hier blijkbaar een jonge vrouw binnengebracht na een ongeluk dat ze had opgelopen tijdens het rennen, en ze is toen in een onomkeerbaar coma geraakt. Ik hoop dat u iets over haar weet.'
'Iets over haar,' riep Susan Branagan uit. 'U heeft het over Natasha Colbert. Ze was jarenlang in onze kliniek voor langdurige verzorging. Ze is gisteravond overleden.' Ze is gisteravond overleden!
'Ja. Het is zo triest. Ze was pas drieëntwintig toen ze dat ongeluk had, weet u. Ze viel toen ze aan het joggen was en kreeg in de ambulance een hartstilstand. U kent de familie Colbert; zij zijn de eigenaars van de grote krantengroep, ze zijn dus héél rijk. Nadat het meisje dat ongeluk had, hebben haar ouders het geld geschonken voor de kliniek voor langdurige zorg en hebben die naar haar genoemd. Kijk, aan de overkant van het grasveld - het is dat mooie gebouw van twee verdiepingen daar.'
Hartstilstand toen ze in de ambulance was, dacht Fran. Wie bestuurde de ambulance? Wie waren de artsen? Ze zou met hen moeten praten. Het zou niet al te moeilijk zijn ze op te sporen.
'Haar moeder is ingestort toen Tasha gisteravond stierf. Ze ligt nu hier en ik heb begrepen dat ze ook een hartaanval heeft gehad.' Susan Branagan liet haar stem dalen. 'Ziet u die knappe man daar? Dat is een van de zoons van mevrouw Colbert. Er zijn er twee. Een van beiden is constant bij haar. De andere kwam hier ongeveer een uur geleden een hapje eten.'
Als mevrouw Colbert sterft door de stress als gevolg van haar dochters dood, dan is ze nog een slachtoffer van wat het ook is dat zich hier afspeelt, dacht Fran. 'Het is zo erg voor de zoons,' zei mevrouw Branagan. 'Natuurlijk hadden ze hun zusje in feite al zes jaar geleden verloren, maar toch, het komt hard aan als het einde werkelijk komt.' Ze ging zachter praten. 'Ik hoor dat mevrouw Colbert een beetje gek werd nadat Tasha stierf. De verpleegster zei dat ze gilde dat Tasha uit haar coma was ontwaakt en tegen haar gepraat had - wat natuurlijk absoluut onmogelijk was. Ze beweerde dat Tasha zoiets had gezegd als: "Dokter Lasch, ik stapte op mijn veter en ging tegen de grond," en toen: "Hoi, mam.'"
Fran voelde haar keel dichtknijpen. Ze kon de woorden nauwelijks uitbrengen. 'Was de verpleegster op dat moment bij mevrouw Colbert in de kamer?'
'Tasha had een suite en mevrouw Colbert had de verpleegster naar de zitkamer gestuurd. Ze wilde alleen zijn met haar dochter. Op het laatste moment kwam de dokter. Hij zegt dat hij niets heeft gehoord, en dat mevrouw Colbert hallucineerde.'
'Wie was de dokter?' vroeg Fran, hoewel ze dacht dat al te weten.
'Het hoofd van het ziekenhuis, dokter Peter Black.' Als Annamaries vermoedens van meer dan zes jaar geleden gegrond waren en als mevrouw Colbert gelijk had over wat gisteravond gebeurde, dan klinkt het alsof Black, nadat hij Tasha al kapotgemaakt had, doorgegaan is met het experimenteren op haar, dacht Fran.
Hulpeloos keek ze naar de overkant van de zaal, naar de man die Susan Branagan haar aangewezen had. Ze wilde op hem afstormen, hem waarschuwen dat dokter Black een gevaar voor zijn moeder was, en dat hij haar uit het ziekenhuis moest halen voor het te laat was.
'O, daar is dokter Black net,' zei Susan Branagan. 'Hij gaat naar meneer Colbert. Ik hoop maar dat het geen slecht nieuws is.'
Terwijl zij toekeken, sprak dokter Black zachtjes tegen de man, die knikte, opstond, en achter hem aan de zaal uitliep. 'O jee,' zei mevrouw Branagan, 'ik wéét gewoon dat het slecht nieuws is.'
Fran reageerde niet. Terwijl hij wegging had Peter Black haar opgemerkt, en ze staarden elkaar aan. Zijn ogen waren koud, boos, dreigend - niet bepaald de ogen van een genezer. Ik krijg je nog wel, dacht Fran. Al is het het laatste wat ik doe, ik krijg je nog wel.