60
Donderdagmiddag belde Edna Barry Molly op en vroeg of ze even langs kon komen.
'Natuurlijk, mevrouw Barry,' zei Molly, met opzet nogal koeltjes. Edna Barry was zo stellig geweest over die reservesleutel, en niet alleen dat, ze was bepaald vijandig geweest toen ze bleef volhouden dat Molly zich niet herinnerde wat er voorgevallen was. Ik vraag me af of ze komt om excuus aan te bieden, dacht Molly en ging weer terug naar de werkkamer om de stapels materiaal die ze op de grond had uitgespreid door te werken.
Gary was overdreven netjes en precies geweest in alles wat hij deed. Nu waren zijn persoonlijke dossiers en de medische naslagwerken helemaal door elkaar gegooid, dank zij de politie die alles uit elkaar had gehaald en het lukraak weer bij elkaar had gelegd. Wat geeft het, dacht ze. Tijd is zo ongeveer het enige dat ik heb.
Ze was al begonnen een heel pak foto's opzij te leggen die ze aan zijn moeder wilde sturen. Natuurlijk geen foto's waar ik op sta, dacht ze ironisch, alleen die waar Gary op staat met allerlei belangrijke lieden.
Ik ben nooit erg dik geweest met mevrouw Lasch, dacht ze, en ik neem het haar niet kwalijk dat ze me haat. Als ik van iemand dacht dat die mijn enige kind had vermoord, zou ik die persoon ook haten. De moord op Annamarie Scalli moet de herinnering aan alles weer bij haar bovengehaald hebben, en waarschijnlijk hebben de media ook weer contact met haar gezocht.
Haar gedachten gingen terug naar het gesprek met Annamarie. Ik vraag me af wie Gary's zoon heeft geadopteerd, dacht ze. Het deed zo ontzettend pijn toen ik ontdekte dat Annamarie zwanger was. Ik haatte haar en ik was jaloers op haar. Maar zelfs nu ik weet hoe Gary me minachtte, verlang ik nog steeds zo naar de baby die ik verloren heb. Misschien krijg ik ooit nog een kans, zei ze tegen zichzelf. Molly zat in kleermakerszit op de grond toen die laatste gedachte bij haar opkwam. Ze bleef hier even bij stilstaan, bijna geschokt door het idee dat er misschien ooit een andere wereld voor haar open zou gaan. Wat een grap, dacht ze hoofdschuddend. Zelfs Jenna, mijn beste vriendin, heeft duidelijk gemaakt dat volgens haar een gevangeniscel of een inrichting mijn enige opties zijn. Hoe kon ik zelfs maar denken dat deze nachtmerrie ooit ophoudt? Maar toch, ze had wel degelijk hoop, en ze wist hoe dat kwam. Het waren de flarden van herinnering die bovenkwamen; momenten uit het verleden die diep in haar onderbewustzijn begraven lagen begonnen weer naar de oppervlakte te komen. Gisteravond toen ik de deur op slot deed gebeurde er iets, dacht ze, zich de vreemde sensatie herinnerend die toen door haar heen ging. Ik weet niet wat het was, maar het was er.
Ze begon de medische en wetenschappelijke tijdschriften die Gary altijd in chronologische volgorde op de boekenplanken had staan, te sorteren. Het waren zeer uiteenlopende publicaties, maar Gary had kennelijk een reden gehad ze te bewaren. Ze keek een paar ervan vluchtig door en zag dat hij in letterlijk allemaal minstens een artikel uit de inhoudsopgave had nagekeken. Ze kunnen waarschijnlijk allemaal weggegooid worden, dacht Molly, maar ik zal ze toch even doorkijken als ik hier alles op orde heb. Het lijkt me wel interessant om te weten wat Gary het bewaren waard vond en waar hij aantekeningen bij maakte.
Er werd aan de keukendeur gebeld en ze hoorde mevrouw Barry roepen. 'Molly, ik ben het.'
'Ik ben in de werkkamer,' riep ze terug, en ze ging door de tijdschriften op te stapelen, toen hield ze stil en luisterde naar de voetstappen in de gang. Ze bedacht dat het al vaak bij haar was opgekomen dat mevrouw Barry erg zwaar liep. Ze droeg uitsluitend orthopedische schoenen met rubberzolen die altijd een resoluut, zompend geluid maakten. 'Molly, het spijt me.' Edna Barry begon al te praten voor ze goed en wel in de kamer was.
Molly keek op en wist meteen dat mevrouw Barry geen excuus kwam aanbieden. Haar blik was vastberaden, haar lippen onwrikbaar op elkaar geklemd. Ze liet de sleutel aan haar hand bengelen. 'Ik weet dat het niet erg aardig is na al die jaren, maar ik kan niet meer voor je werken. En ik wil er meteen mee stoppen.'
Verbijsterd stond Molly op van de grond. 'Mevrouw Barry, u hoeft geen ontslag te nemen vanwege dat gedoe met die sleutel. We denken alle twee dat we gelijk hebben, maar er zal heus wel een redelijke verklaring voor zijn, en ik ben ervan overtuigd dat Fran Simmons die zal vinden. U moet begrijpen waarom dit punt zo belangrijk voor me is. Als iemand anders die sleutel heeft gebruikt om binnen te komen, dan was het dié persoon die hem in de la heeft gelegd en niet ik. Stel dat iemand van die geheime bergplaats wist en die zondagavond is teruggekomen?'
'Ik denk niet dat er die avond iemand binnen is gekomen,' zei Edna Barry met schrille stem. 'En ik ga niet weg vanwege die sleutel. Molly, het spijt me dat ik het zeggen moet, maar ik ben bang om hier te werken.'
'Bang!' Verbijsterd staarde Molly haar huishoudster aan.
'Bang waarvoor?'
Edna Barry wendde haar ogen af.
'U bent toch niet... bang... voor mij? O mijn god.' Geschokt stak Molly haar hand uit. 'Geeft u mij de sleutel, mevrouw Barry. Gaat u alstublieft. Nu.'
'Molly, begrijp het alsjeblieft. Het is niet jóuw schuld, maar je hebt tenslotte twee mensen vermoord.'
'Gaat u weg, mevrouw Barry!'
'Molly, zoek hulp. Zoek alsjeblieft hulp.'
Met iets dat het midden hield tussen een kreun en een snik, draaide Edna Barry zich om en haastte zich weg. Molly wachtte tot ze de auto van de vrouw van de oprit de straat op zag draaien voor ze op haar knieën zakte en haar gezicht in haar handen verborg. Zachte jammerende geluiden ontsnapten uit haar binnenste terwijl ze heen en weer wiegde. Ze kent me sinds ik een baby was, en zelfs zij gelooft dat ik een moordenares ben. Wat heb ik nog voor kans? vroeg ze zich af. Wat heb ik nog voor kans?
Toen ze een paar straten verder voor een stoplicht stond te wachten, zei een vertwijfelde Edna Barry keer op keer tegen zichzelf dat ze Molly die reden voor haar ontslag wel had moeten geven, ze had geen andere keus gehad. Het versterkte haar verhaal over de reservesleutel, en het weerhield mensen als Fran Simmons te nieuwsgierig naar Wally te zijn. Het spijt me, Molly, dacht Edna, zich de pijn in Molly's ogen herinnerend, maar je moet begrijpen dat het hemd nader is dan de rok.