90
'Niet meer, Jenna, dit is beslist genoeg. Ik zweer je dat ik toeter begin te worden.'
'Ach kom nou, Mol, je hebt anderhalf glas op.'
'Ik dacht dat dit minstens m'n derde was.' Ze schudde haar hoofd of ze het helder wilde maken. 'Weet je, deze wijn is sterk.'
'Wat maakt het uit? Met alles wat je aan je hoofd hebt, kun je je beter ontspannen. Je hebt het eten nauwelijks aangeraakt.'
'Ik heb meer dan genoeg gegeten, en het was lekker. Ik heb gewoon niet zo'n trek.' Ze tilde protesterend haar hand op toen Jenna meer wijn in haar glas schonk. 'Nee, ik kan niet meer drinken. Mijn hoofd tolt.' 'Laat maar tollen.'
Ze zaten in de werkkamer, allebei met hun hoofd achterover en hun lichamen weggezonken in comfortabele, luxueus beklede stoelen die elk aan een kant van een kleine, lage tafel tegenover elkaar stonden. Een paar minuten zaten ze zo in stilte, terwijl op de achtergrond een cd met zachte jazzmuziek speelde.
In de pauze tussen twee nummers in, zei Molly: 'Weet je, Jen? Ik heb vannacht een nachtmerrie gehad. Het was heel verwarrend. Ik dacht dat ik Wally Barry bij het raam zag.' 'Goeie god!'
'Ik was niet bang, alleen geschrokken. Wally zou me nooit iets doen. Maar nadat ik hem bij het raam had gezien draaide ik me om en ineens zag deze kamer er precies zo uit als die avond dat ik thuiskwam en Gary dood aan zijn bureau vond. En ik geloof dat ik bedacht heb waarom ik dat verband heb gelegd - ik denk dat Wally hier die avond echt was.'
Molly hield haar hoofd achterover terwijl ze praatte. Ze begon zo slaperig te worden. Ze probeerde haar ogen te openen en haar hoofd op te tillen. Wat had ze net gezegd? Iets over het vinden van Gary. Het vinden van Gary.
Plotseling waren haar ogen wijd open en zat ze rechtop. 'Jen, ik heb net iets belangrijks gezegd!' Jenna lachte. 'Alles wat je zegt is belangrijk, Molly.' 'Jen, die wijn smaakt raar.'
'Nou, dat zal ik de formidabele Cal maar niet vertellen. Hij zou beledigd zijn.'
'Klik, klak. Dat is nog een geluid dat ik gehoord heb.' 'Molly, Molly, je begint hysterisch te worden.' Jenna stond op en liep naar haar vriendin. Ze ging achter de stoel staan, sloeg haar armen om haar heen en boog haar hoofd voorover zodat haar wang op Molly's hoofd rustte. 'Fran denkt dat ik zelfmoord ga plegen.' 'En ga je dat doen?' vroeg Jenna kalm. Ze maakte haar armen uit de omhelzing los, deed een stapje achteruit en ging toen vlak voor Molly op de tafel zitten. 'Dat dacht ik. Ik was het van plan. Daarom heb ik me zo mooi aangekleed. Ik wilde er stijlvol uitzien als ze me vonden.'
'Jij ziet er altijd stijlvol uit, Molly,' zei Jenna zacht. Ze schoof het wijnglas van Molly dichter naar haar toe. Molly greep ernaar en gooide het om.
'Niet erg stijlvol om zo onhandig te zijn,' mompelde ze en zakte terug in haar stoel. 'Jen, ik heb Wally echt bij het raam gezien die avond. Ik weet het nu zeker. Gisteravond was het misschien een droom, maar toen niet. Bel hem op, oké? Vraag hem om hier te komen om met me te praten.' 'Molly, wees redelijk,' zei Jenna op afkeurende toon. 'Het is tien uur.' Ze pakte de vingerdoekjes en nam daarmee de gemorste wijn van de tafel op. 'Ik zal je glas even bijvullen.' 'Nee... nee... nee. Ik heb genoeg gehad.' Mijn hoofd doet pijn, dacht Molly. Klik, klak. 'Klik, klak,' zei ze.
'Waar heb je het over?'
'Het geluid dat ik die avond hoorde. Klik... klak... klik, klik, klik.'
'Heb je dat gehoord, lieverd?'
'Ja.'
'Molly, ik zweer je dat je je geheugen werkelijk begint terug te krijgen. Je had eerder toeter moeten worden. Blijf maar lekker zitten en ontspan je. Ik pak dat wijntje even voor je.' Molly geeuwde toen Jenna het lege glas oppakte en zich naar de keuken haastte.
'Klik, klik, klik,' zei Molly hardop, gelijk met het klikkende geluid dat de hoge hakken van Jenna maakten op de vloer van de gang.