38
Toen Edna Barry maandagmiddag thuiskwam van haar werk bij Molly kwam haar buurvrouw en goede vriendin Marta al aanhollen voor ze goed en wel uit de auto was gestapt.
'Het is overal op het nieuws,' zei Marta ademloos. 'Ze zeggen dat Molly Lasch ondervraagd wordt door de politie, en dat ze verdacht wordt van de moord op die verpleegster.' 'Kom mee een kopje thee drinken,' zei Edna. 'Je gelooft gewoon niet wat voor dag ik heb gehad!' Aan de keukentafel, bij een kopje thee en haar zelfgemaakte koffiecake, beschreef Edna haar schrik toen ze Molly geheel gekleed onder de sprei op bed zag liggen. 'Ik dacht een hartstilstand te krijgen. Ze was in diepe slaap, net als de vorige keer. En toen ze haar ogen opendeed, keek ze eerst heel verbluft, en toen glimlachte ze. De koude rillingen liepen over mijn rug. Het was echt net als zes jaar geleden - ik verwachtte haast bloed op haar te zien.'
Ze vertelde dat ze naar beneden was gerend om die verslaggeefster te halen, Fran Simmons, die al vroeg in de ochtend was komen opdagen, en Molly's advocaat. Ze hadden Molly rechtop laten zitten, waren toen met haar door haar zitkamer gaan lopen en lieten haar verscheidene koppen koffie drinken.
'Na een poosje kreeg Molly weer wat kleur op haar wangen, hoewel ze nog steeds die vreemde, wezenloze blik in haar ogen had. En toen zei Molly.' Edna Barry boog zich voorover naar Marta. '"Philip, ik heb Annamarie Scalli niet vermoord, hè?" '
'Nee!' hijgde Marta, haar mond viel open van verbazing en haar ogen werden groot achter de veelkleurige bril. 'Ja, en ik zal je nog wat vertellen. Toen Molly dat zei, greep Fran Simmons me bij m'n arm en duwde me zo snel de trap af dat je hoofd ervan zou gaan tollen. Ze wilde niet ik dingen zou opvangen die ik aan de politie zou kunnen doorgeven.'
Edna zei er niet bij dat Molly's vraag haar van een grote zorg had bevrijd. Molly was geestelijk beslist niet in orde. Een gezond iemand zou niet twee mensen vermoorden en zich daar dan niets van herinneren. Al haar heimelijke getob over Wally was voor niets geweest.
Nu ze in haar eigen veilige keuken zat en haar zorgen om Wally van de baan waren, vertelde Edna haar vertrouwelinge vrijuit over de gebeurtenissen van die ochtend. 'We waren koud beneden of een stel rechercheurs verscheen op de stoep. Ze kwamen van het OM. Fran Simmons nam ze mee naar de zitkamer. Ze vertelde hun dat Molly in bespreking was met haar advocaat, maar ik wist dat hij in werkelijkheid alleen maar probeerde haar iets zinnigs te laten zeggen. Zoals ze op dat moment was, konden ze haar niet te voorschijn laten komen.'
Edna vertrok haar mond in een afkeurende streep en greep over de tafel naar de koffiecake en sneed nog een tweede plak voor zichzelf af. 'Het duurde een halfuur voor Molly's advocaat naar beneden kwam. Het is dezelfde die ze de vorige keer had.'
'En wat gebeurde er toen?' vroeg Marta gretig. 'Meneer Matthews - dat is de advocaat - zei dat hij namens zijn cliënte een verklaring wilde afleggen. Hij zei dat Molly gisteravond Annamarie Scalli in het wegrestaurant had ontmoet omdat ze de vreselijke tragedie van haar mans dood wilde afsluiten. Ze waren vijftien of twintig minuten samen. Annamarie verliet het restaurant terwijl Molly de rekening betaalde. Molly ging direct naar haar auto en is naar huis gereden. Via het nieuws kwam ze te weten dat mevrouw Scalli dood was en ze betuigt haar medeleven aan de familie. Verder weet ze niet wat er gebeurd is.' 'Edna, heb jij Molly daarna nog gezien?' 'Ze kwam beneden zodra de politie weg was. Ze heeft waarschijnlijk boven in de gang staan luisteren.' 'Hoe gedroeg ze zich?'
Edna toonde voor de eerste keer tijdens dit gesprek iets van sympathie voor haar werkgeefster. 'Ach, Molly is altijd rustig, maar vanochtend was het anders. Het leek wel of ze in een droomwereld verkeerde. Ik bedoel, ze dwaalde op dezelfde manier rond als toen dokter Lasch gestorven was, alsof ze niet precies wist waar ze was of wat er gebeurd was. Het eerste wat ze tegen meneer Matthews zei was: "Ze denken dat ik haar vermoord heb, hè?" Toen zei Fran Simmons tegen me dat ze even in de keuken met me wilde praten, dat was de manier om mij niet te laten horen wat ze van plan waren.'
'Je weet dus niet waar ze over gepraat hebben?' vroeg Marta.
'Nee, maar dat kan ik wel raden. De politie wil weten of Molly die verpleegster heeft vermoord.' 'Mam, doet er iemand gemeen tegen Molly?' Geschrokken keken Edna en Marta op, en daar stond Wally in de deuropening.
'Nee, Wally, helemaal niet,' zei Edna op geruststellende toon. 'Maak jij je nou maar geen zorgen. Ze stellen haar alleen maar een paar vragen.'
'Ik wil haar zien. Zij was altijd aardig tegen me. Dokter Lasch was gemeen tegen me.'
'Kom, Wally, daar praten we niet over,' zei Edna nerveus, en ze hoopte dat Marta niets achter de boosheid in Wally's stem zou zoeken, of die ontzettend dreigende blik die zijn gezicht vervormde zou opmerken.
Wally liep naar de werktafel en stond daar met zijn rug naar hen gekeerd. 'Hij kwam gisteren bij me langs,' fluisterde Marta. 'Hij zei dat hij Molly Lasch wilde gaan opzoeken. Misschien zou je hem mee moeten nemen om haar gedag te zeggen. Misschien is hij dan tevreden.' Edna luisterde niet meer. Al haar aandacht was op haar zoon gericht. Ze besefte dat Wally in haar portefeuille stond te graaien. 'Wat doe je daar, Wally?' vroeg ze scherp, en haar stem klonk hoog en schril.
Hij draaide zich om en hield een sleutel omhoog. 'Ik pak alleen even Molly's sleutel, mam. Ik beloof dat ik hem deze keer terug zal stoppen.'