86
Lou had tegen halftien terug moeten zijn. Zoals hij dat met alles deed, had Calvin Whitehall precies uitgerekend hoeveel tijd zijn handlanger nodig had om naar West Redding te rijden, de zaak af te handelen en terug te komen. Terwijl hij naar de klok in zijn bibliotheek keek wist hij dat, tenzij Lou nu snel terugkwam, er iets heel erg mis gegaan moest zijn. Jammer, want dit was een alles-of-niets plan. Het zinkende schip verlaten was er niet bij als het mislukte. Om tien uur begon hij te bedenken hoe snel hij afstand kon nemen van zijn adjudant, Lou Knox.
Om tien over tien werd er aan de voordeur gebeld. Hij had tegen de huishoudster gezegd dat ze de avond vrij kon nemen, iets wat hij vaker deed. Het irriteerde hem om voortdurend huispersoneel om zich heen te hebben. Cal begreep wel dat dit gevoel natuurlijk het product van zijn afkomst was. In de meeste gevallen heeft een nederige afkomst nederige reacties tot gevolg, hoeveel je ook bereikt in het leven, dacht hij.
Hij liep door de gang naar de deur en ving onderweg zijn beeld op in de spiegel. Wat hij zag was een forse man met een blozend gezicht en dunner wordend haar. Om de een of andere reden schoot hem een opmerking te binnen die hij over zichzelf had gehoord toen hij net van Yale kwam. De moeder van een van zijn vrienden van Yale had gefluisterd: 'Cal ziet er niet echt op zijn gemak uit in dat dure pak.' Hij was niet verbaasd toen er niet een maar vier mensen voor de deur stonden. De woordvoerder zei: 'Meneer Whitehall, ik ben rechercheur Burroughs van het OM. U staat onder arrest voor het aanzetten tot moord op Frances Simmons en dokter Adrian Lowe.'
Aanzetten tot moord, dacht hij en liet die zin weerklinken in zijn hoofd.
Het was erger dan hij had verwacht.
Cal staarde rechercheur Burroughs aan, die opgewekt terugstaarde. 'Meneer Whitehall, u moet weten dat uw medewerker, Lou Knox, ons vanuit zijn ziekenhuisbed alles aan het opbiechten is. En er is nog een stukje goed nieuws - dokter Adrian Lowe legt op dit moment een verklaring af op het politiebureau. Het schijnt dat hij u niet genoeg kan prijzen voor alles wat u hebt gedaan om zijn criminele onderzoek mogelijk te maken.'