51
Het Hoerenpad was een kronkelige verbindingsweg die tussen de buitenwijk van Blanes en de autoweg liep. Evenals vele kleine wegen in het noordoosten van Spanje, deed het Hoerenpad dienst als tippelzone. Het overgrote deel van de prostituees was afkomstig uit landen van het voormalige Oostblok. Ook in de late uurtjes werd hier volop zaken gedaan.
Heleen paste haar snelheid aan. Vergeleken met de betrekkelijke stilte op de autoweg was ze nu in druk verkeer beland. De bestuurders hier namen het niet zo nauw met de verkeersregels. Sinds ze deze weg was opgedraaid, had ze al twee keer hard moeten remmen nadat een prostituee in de koplampen van een voorganger was verschenen en de bestuurder drastisch vaart had geminderd. Wonder boven wonder sliep David gewoon door. Hij lag op de achterbank met zijn knuffelbeer Oso tegen zijn borst geklemd. Romina zat naast hem en hield haar pistool op Heleen gericht. Haar andere hand rustte op de harde leuning van het linkerachterportier. Het enige fysieke contact met haar zoon bestond uit een toevallige aanraking van haar been met zijn voetje.
‘Als je toch eens wist wat die meiden allemaal voor geld doen,’ zei Romina zelfingenomen. ‘Net als jij, nietwaar?’
‘Daar kan ik me wel iets bij voorstellen.’
De Spaanse lachte schamper.
‘Jij kunt je helemaal niets voorstellen, burgertrut. Ik heb het niet over seks, maar over hebzucht en handel. Die meiden kennen werkelijk iedereen en doen bijna alles voor geld.’
Heleen bleef recht vooruit kijken. De opmerking gleed langs haar heen. De prostituees interesseerden haar nauwelijks. Ze dacht aan iets anders.
‘Ik begrijp het niet,’ sprak ze aarzelend. ‘Hoe kom jij hier?’
Romina reageerde met een schamper lachje, maar haar ego was gestreeld.
‘Dat zou jij wel willen weten, hè? Nou ja, je zult het waarschijnlijk toch niet kunnen navertellen, dus waarom ook niet. Nadat ik de ambulance bij Las Rocas Rojas had geparkeerd, trok ik mijn overall uit, sneed mezelf, smeerde wat bloed op de mouwen en wierp dat gevangenisvod over de rand. Omdat ik die omgeving goed ken, wist ik dat het op de klippen zou blijven hangen.’
Heleen zag in haar achteruitkijkspiegel dat Romina haar doordringend aankeek. Ze dwong zichzelf tot een zo ontspannen mogelijke houding. Ze ontweek de priemende blik en keek opzichtig naar Romina’s kleding. De Spaanse droeg een zwart jack en een donkere joggingbroek. Heleen probeerde verwonderd te kijken.
‘Wat zit je me nou stom aan te kijken?’ bitste Romina. ‘Je hebt die brief toch gelezen?’
Heleen trok een verbaasd gezicht.
‘Waar heb je het over? Welke brief?’
Romina keek haar geringschattend aan. ‘In de ambulance liet ik een afscheidsbrief achter. Daarin stond dat ik zelfmoord ging plegen. Daarmee wilde ik wat tijd winnen. Als ze denken dat je dood bent, is de kans op een massale zoekactie kleiner, nietwaar?’
Heleen knikte tam. Het kostte haar moeite om haar zenuwen in bedwang te houden. ‘Afijn, vlakbij de plek van de ambulance groef ik een zak geld op die we daar maanden geleden hadden begraven. In totaal vijftigduizend euro, alleen te gebruiken in geval van nood. Dit leek me exact het juiste moment om hiervan gebruik te maken.’
Ze lachte hees om haar eigen grap.
‘In mijn cel had ik onder mijn overall een joggingpak aangetrokken. Door de bossen is het van Las Rocas Rojas naar het Hoerenpad ongeveer twee uur lopen. Ik ben gaan rennen en kwam hier voor zonsopkomst aan. In het uitgaansleven van Blanes had ik ooit wat gedronken met een paar van die tippelmeiden. Eentje daarvan was aan het werk. Ik sprak haar aan en vroeg om een lift. Bij haar appartement bood ik haar vijfduizend euro cash voor een week onderdak. Voor iemand die meer dan de helft van haar verdiensten aan een pooier af moet staan een waanzinnig hoog bedrag, dus hapte ze meteen toe.
De volgende morgen zette ik haar aan het werk. Met nogmaals vijfduizend euro in het vooruitzicht regelde ze kleren, een pistool en een auto van een vriendin die ik mocht gebruiken. Dit lukte dezelfde dag nog. Toen heb ik haar voor nog een bonus op pad gestuurd. Vermomd met pet en zonnebril begon ik zelf aan een verkenningstocht rond jouw huis.’
‘Hoe wist jij dat David bij mij logeerde?’
‘Van mijn geliefde zus Ana,’ antwoordde Romina spottend. ‘Voordat ze naar Madrid vertrok belde ze me met de mededeling dat David een tijdje bij jou ging logeren. Waarom ze dit deed is me niet helemaal duidelijk. Ze hoefde het niet te doen, bedoel ik. De voogdij over David is mij immers afgenomen. Ik begreep uit haar verhaal dat ze wilde dat ik wist waar hij was. Voor het geval haar iets zou overkomen. Tenslotte blijf ik wel zijn moeder.’
Heleen was nu oprecht verbaasd, omdat Ana haar hierover niets had verteld. Aan de andere kant kon ze het telefoontje begrijpen. Het was ongeveer zoals Romina het al had geformuleerd, ondanks alles bleef ze wel Davids moeder.
‘Dus werd je woedend en besloot te ontsnappen.’
Romina schudde ontkennend met haar hoofd.
‘Niet echt. Ik nam het voor kennisgeving aan. Zag het als een mogelijkheid om meerdere vliegen in één klap te slaan. Mijn woestheid kwam later, toen ik hoorde dat Frank zelfmoord had gepleegd vanwege de foto’s die jij had gestuurd. Die woede kon ik overigens snel beheersen, omdat er door al deze gebeurtenissen een unieke kans voor mij ontstond.’
Heleen zocht oogcontact via het achteruitkijkspiegeltje.
‘Die foto’s… Het is nooit mijn bedoeling geweest…’
Met een tik van de pistoolloop tegen de hoofdsteun kapte Romina haar af.
‘Je begrijpt er inderdaad niets van, Hollandse boerentrien. Frank beschreef je altijd als een naïef mensje dat heilig geloofde in begrippen als liefde en onvoorwaardelijke trouw. Hij had gelijk, je behoort tot een uitstervend ras.’
Heleen slikte haar trots weg en concentreerde zich op haar opdracht. ‘Je bent ontsnapt en David ligt naast je. Waarom moet ik mee? Wat heeft dit voor zin?’
Romina reageerde zoals ze hoopte en verwachtte.
‘Ik zei toch dat ik alles ging realiseren? Zelfs zo’n domme koe als jij kan toch bedenken wat er nog ontbreekt?’
‘Het geld.’
‘Het Grote Geld,’ verbeterde Romina. ‘Die vijftigduizend was speelgeld voor barre tijden. De echte buit ligt ergens anders verborgen.’
Het ging goed, dacht Heleen. Alles werd opgenomen door de politie die haar op afstand volgde. Op het moment dat ze wisten waar Romina het geld had verstopt, zouden ze ingrijpen. Nu het onderwerp was aangeroerd en Romina zich superieur waande, moest ze haar verder uit haar tent lokken. Het was beter om de informatie hier los te peuteren, dan het op een confrontatie aan te laten komen in een onbekend gebied waar het geld lag.
‘Ik kan maar niet begrijpen hoe jullie het geld hier hebben gekregen. Het was toch op de bankrekening van Vincent Gautier gestort?’
Wederom klonk een denigrerend lachje vanaf de achterbank.
‘Je zou kunnen stellen dat we tweemaal hetzelfde trucje hebben uitgehaald. Toen het geld eenmaal op de rekening van Gautier stond, speelde hij de rol van miljonair. Voor de buitenwereld smeet hij met geld, maar in werkelijkheid moest hij zich aan een beperkt budget houden. Twee keer per week nam hij bij de bank een fors bedrag cash op, tussen de 100.000 en 200.000 euro. Met een deel hiervan, tien- tot twintigduizend euro, hing hij in bars en casino’s de grote meneer uit. Het opgespaarde cashgeld dat wij hadden witgewassen, maakte hetzelfde rondje als jullie huwelijksreis. Mijn broer Jorge smokkelde het in Nice gewoon in zijn koffer aan boord. Bij aankomst in Barcelona droeg hij onder zijn kleding een geprepareerd vest waarin het geld verborgen zat. Hij ging tijdens de bevoorrading van het schip van boord en overhandigde mij het vest. Op het moment dat jij bij ons huis verscheen, was de hele buit al binnen. We stonden op het punt om te verdwijnen.’
‘Waarom moest Gautier sterven?’
Romina boog iets naar voren. Ze keek geconcentreerd naar de weg voor haar. De vraag leek haar nauwelijks te interesseren.
‘Die Gautier was smoorverliefd op Jorge. Om hem voor ons plan te paaien, speelde mijn broer het spel mee. Toen het eind in zicht kwam, werd die oude nicht vervelend, stelde eisen, chanteerde Jorge om hem aan zich te binden. We besloten dat het beter was als Jorge hem een overdosis zou geven. Probleem opgelost.’
‘Maar…’
Romina tikte weer met de loop van het pistool tegen de hoofdsteun.
‘Niets te maren, nu moet jij heel goed opletten, oké?’
Geschrokken hield Heleen haar mond.
‘Ongeveer driehonderd meter verderop is een parkeerplaats. Minder je snelheid en sla daar af. Rij rustig die parkeerplaats op want het zit er vol met hobbels.’
Heleen deed wat haar werd bevolen. In de tweede versnelling reed ze de onverlichte parkeerplaats op. Het licht van haar koplampen gleed over de achterkant van vier auto’s.
‘Afwerkplek,’ zei Romina. ‘Parkeer dit wrak links, naast die zwarte Seat. Dat is de bonus waarover ik het daarnet had.’
Heleen reed de auto naar de aangewezen plek. Ze draaide het contactsleuteltje om en wachtte op instructies.
‘Uitstappen, de sleutels liggen onder de wagen naast de linkerachterband. Linkerportier openen, zelf achter het stuur gaan zitten en de auto starten.’
Terwijl Heleen de opdracht uitvoerde, tilde Romina David van de achterbank. Ze hield het pistool in haar hand, zodat haar handelwijze werd beperkt tot het noodzakelijke. Omdat voor subtiliteit geen plaats was, waren haar bewegingen schokkerig. David kreunde. Hij opende zijn ogen en keek haar lodderig aan.
‘Rustig maar,’ fluisterde Romina terwijl ze naar de zwarte Seat liep. ‘Mama is bij je, alles komt goed.’
Ze legde David op de achterbank en ging naast hem zitten.
‘Rijden,’ beval ze. Heleen reed achteruit.
‘Oso,’ zei David.
‘Dat is zijn beertje,’ meldde Heleen tijdens de draai die ze de auto liet maken.
‘Hou je bek,’ snauwde Romina. Voor de eerste maal bekeek ze het pluchen beest nauwkeurig. Afkeurend.
‘Wat is dit voor een vod?’ Het was meer een vaststelling dan een vraag.
‘Zijn knuffeldier,’ antwoordde Heleen terwijl ze de verharde weg weer opreed.
‘Zonder dat beest kan hij niet slapen.’
‘Oso, hier,’ mompelde David. Hij duwde de beer tegen zijn borst. Heleen keek over haar schouder hoe hij weer in slaap sukkelde. Ze glimlachte vertederd.
‘Zorg dat Oso ’s avonds altijd bij hem in de buurt is. Anders raakt hij…’
‘Kijk uit!’ Door Romina’s schreeuw keek ze verschrikt voor zich uit. Recht voor haar gloeiden remlichten op. Ze trapte hard op het rempedaal. Maar ze was te laat om de auto voor haar nog te ontwijken. De bumper van de Seat deelde een stevige tik uit aan de achterkant van de blauwe Peugeot voor haar. Daardoor sloeg de achterkant weg en verloor de bestuurder de macht over het stuur. De auto gleed van de weg en kwam tussen de bomen tot stilstand.
‘Jezus!’ schreeuwde Heleen.
‘Doorrijden!’ gilde Romina. Door de klap was ze naar voren geschoten. Ze zat in een vreemde houding met haar rechterschouder tussen de voorstoelen geklemd.
‘Doorrijden!’ brulde ze hysterisch en bevrijdde zichzelf uit de benarde positie.
‘Dat kan toch niet!’ antwoordde Heleen. Ze trilde over haar hele lichaam. Zonder te twijfelen zette Romina de loop van het pistool op haar slaap. Ze negeerde het angstige geschreeuw van David die op de bodem tussen de voorstoel en de achterbank was beland.
‘Als je nu geen gas geeft, schiet ik.’ Heleen wist dat Romina, die nu echt opgefokt werd, haar dreigement waar zou maken. Ze startte de afgeslagen motor en reed weg.
‘Oso!’ gilde David paniekerig terwijl hij omhoog probeerde te kruipen. Romina pakte het knuffelbeest en legde het op haar schoot. Tijdens deze onverschillige handeling hield ze haar ogen op Heleen gericht. David greep de arm van de beer en trok het knuffelbeest naar zich toe. In haar gespannen toestand had Romina onbewust haar vingers om het lijf van Oso geklemd. Er klonk een scherp geluid, waarna David de afgerukte arm van zijn knuffelbeest vasthield. Zijn reactie deed pijn aan Heleens oren en ziel.
Romina vloekte. De adrenaline snelde door haar aderen. Ze tilde de mismaakte knuffel op en wilde het uit machteloze woede naar David smijten. Het licht van een straatlantaarn zorgde voor een merkwaardige twinkeling in het opengescheurde, pluchen beest. Haar beweging verstarde. Ze hield de knuffel recht voor haar gezicht en keek verbaasd.
‘Wat is dit?’ Ze peuterde in de borst van de beer.
‘Doe het binnenlicht aan.’
Tussen haar vingers hield ze een klein,
rond metalen voorwerp. Ze fronste haar wenkbrauwen. Ze had nog
nooit een gps-zender gezien, maar was intelligent en wantrouwig
genoeg om te beseffen dat zulk materiaal niet in kinderspeelgoed
werd verwerkt. Haar hersens schakelden razendsnel om. Deze
miezerige knikker kon een gigantische
bom bevatten, ging het door haar heen.
‘Knoop je blouse los.’
‘Wat?’
‘Zet de auto aan de kant en knoop je blouse los.’
‘Waar slaat dit…’
‘Nu!’
Heleen parkeerde de auto in de berm. Ze wist dat protesteren zinloos was. Het enige wat ze kon bedenken was een vertragingstactiek. De politie was inmiddels op de hoogte van de hachelijke situatie waarin zij zich bevond en zou ongetwijfeld ingrijpen. Het was nu aan haar om tijd te winnen, zodat zij hun plan konden uitvoeren.
Onhandig frommelde ze aan het bovenste knoopje van haar blouse. Haar vingertoppen gleden zogenaamd steeds weg van het gladde knoopje. Nadat ze met veel theater toch het bovenste knoopje had losgekregen en aan de volgende wilde beginnen, greep Romina in. Ze trok een paar keer hard aan de blouse waardoor de knopen los werden gerukt. Haar hand gleed onder het pyjamahesje en betastte Heleens lichaam.
Het zendertje paste precies in het kuiltje van haar navel. Een doorzichtig stuk tape hield de zender op z’n plek. Romina trok de tape van haar huid en bekeek het hightech microfoontje.
‘Open het raam,’ siste ze. Met een agressieve armbeweging gooide ze beide zenders naar buiten.
‘Rijden, kreng. En bid maar dat jouw politievriendjes ons niet te pakken krijgen. Dan ben jij de eerste die het niet meer kan navertellen. Dat is een belofte.’