17
Heleen hield zich aan de voorgeschreven maximum snelheid, de waarschuwingsborden voor overstekend wild stonden er tenslotte niet voor niets. Ze reed richting Apeldoorn, precies 80 kilometer per uur en vond dat voor deze tweebaansweg aan de snelle kant. Blijkbaar was zij zo’n beetje de enige die er zo over dacht, want ze werd met de regelmaat van de klok ingehaald door automobilisten die minstens 120 reden. Het gebeurde zelfs dat ze haar toeterend inhaalden en hun middelvinger opstaken.
De mensen waren hardleers, dacht ze toen een motorrijder haar voorbij scheurde. Hoe vaak las je niet in het regionale dagblad dat er iemand was verongelukt vanwege een plotseling overstekend dier? Hier op de Veluwe was de kans nog vele malen groter dat er een hert of zwijn voor haar auto sprong. Met deze snelheid leek het onmogelijk om het dier tijdig te ontwijken.
Op het moment dat ze serieus overwoog vaart te minderen, zag ze het bord hoog-soeren . Ze nam de afslag en keek in haar achteruitkijkspiegel. Tot haar opluchting reed er niemand achter haar. De verharde weg waarop ze zich nu bevond was smal, hooguit vijf meter breed. Ze reed 50 en moest er niet aan denken dat een ongeduldige bestuurder op dit veredelde bospad aan haar bumper kleefde. Van achter de glazen van haar zonnebril zocht ze naar gaten in het wegdek en andere obstakels.
Vier kilometer later volgde een kruising. Ze hield zich aan haar aantekeningen, die tot nu toe klopten, en sloeg rechts af. De provinciale weg slingerde door het pittoreske Hoog Soeren heen. Een boerderij met daarvoor een stalen hek en een opvallend roze melkbus die als brievenbus dienstdeed, was haar volgende herkenningspunt. Tweehonderd meter verderop zag ze het bord van het wellness resort en draaide het hobbelige pad op.
Ze parkeerde haar auto tussen die van de gasten, sloot haar ogen en probeerde haar ademhaling weer onder controle te krijgen. Ze keek even in de spiegel om haar uiterlijk te inspecteren en sprak zichzelf moed in. Als ze nu doorzette, was er misschien geen weg meer terug. Wel een nieuwe weg. Durfde ze die te nemen? Ze moest wel.
Na de afgang met Ronald was alles zo duidelijk geworden. Alle stukjes leken precies op de juiste plek te vallen. Al die tijd had ze zichzelf voor de gek gehouden. Frank had een dubbelleven geleid, was verdronken en zij moest verder. Alles sleet, ook herinneringen aan vreselijke gebeurtenissen. Schouders eronder en doorgaan met je leven, toch?
Niet dus. Na een flinke slok whisky had ze de andere kant van het verhaal gezien. Haar belachelijke reactie op Ronalds intieme toenaderingen maakte het haar pas echt duidelijk. Ze had de confrontatie met de waarheid alsmaar niet aangedurfd en had steeds weer een afwachtende houding aangenomen. Het had haar nergens gebracht. Ze moest iets ondernemen om erachter te komen wat er nu precies met Frank was gebeurd.
Zondagmiddag had ze haar eerste afspraak gemaakt.
Ze trok de sleutel uit het contact en stapte uit haar auto. Met zelfverzekerde tred liep ze naar de ingang van het wellness center waar ze Angela Roof achter de balie zag staan.
‘Hoi, Heleen. Kon je het vinden?’ Angela liep om de balie heen en kuste haar op haar wang. Voor een buitenstaander leek het op een begroeting tussen vriendinnen die elkaar een tijdje uit het oog waren verloren.
‘Even iets regelen,’ zei Angela. Ze liep terug naar de balie en sprak snel in een telefoon. Binnen een minuut nam een jonge vrouw in een wit joggingpak haar plaats bij de receptie in. Angela knikte kort in de richting van een gesloten deur met een wit bordje erop, waarop in zwarte letters directie stond. Terwijl ze Heleen voorging, klikten haar hoge hakken op de marmeren tegels.
‘Koffie?’
‘Met melk en suiker, alsjeblieft.’
‘Je zult het met mij moeten doen,’ zei Angela terwijl ze het eerste volle bekertje uit het fancy koffiezetapparaat haalde.
‘Johnny heeft vandaag een afspraak in Den Haag bij een importeur van fitnesstoestellen. Een demonstratiedag van nieuwe apparaten.’ Ze pakte het tweede bekertje en ging tegenover Heleen zitten.
‘Jezus, meid. Wat moet jij een vreselijke tijd achter de rug hebben.’ Ze zuchtte en schudde met haar hoofd.
‘Hoe is het in godsnaam mogelijk dat iemand in het holst van de nacht overboord slaat? Tenminste, dat is wat wij hebben gehoord. Daar kun je met je volle verstand toch niet bij?’
Heleen knikte. ‘Het is ongelofelijk, maar hoogstwaarschijnlijk wel waar. Ik zou in elk geval niets anders kunnen bedenken.’
‘Wat een drama,’ antwoordde Angela. ‘Echt onvoorstelbaar dat jou zoiets moet overkomen. Op een cruise tijdens je huwelijksfeestje. Ik kan het nog steeds niet bevatten.’
Heleen voelde hoe de opgebouwde spanning langzaam uit haar lichaam wegtrok. Toen ze Angela via een aantal collega’s van haar eindelijk telefonisch had opgespoord, klonk ze stukken vriendelijker dan tijdens de cruise. In haar stem klonk medeleven door en ze stemde direct in met een gesprek. Aangezien het voor haar onmogelijk was om op zo’n korte termijn een vervanger te vinden, moest Heleen dus naar de Veluwe komen.
De Angela die nu tegenover haar zat, zag er heel anders uit dan tijdens de cruise. Ze droeg een zwart mantelpakje en had haar blonde haren opgestoken. Het ging om details. Haar make-up en sieraden had ze tot een minimum beperkt en haar kleding verhulde meer dan ze onthulde. Ze zag er… beschaafder uit. Het grootste verschil met de laatste keer dat zij elkaar hadden gezien, was haar oogopslag. In plaats van uitdagend, bijna wulps, keek ze bezorgd en meelevend. Ze trok zich het verhaal van Heleen duidelijk aan.
‘Wat is er na die cruise allemaal gebeurd?’ wilde Angela weten. ‘Je moet begrijpen dat wij er verder niets meer van hebben gehoord. Jij stapte van boord in Barcelona en wij voeren terug naar Nice. Tijdens het laatste stukje van de reis hebben wij nog wel geprobeerd om via het personeel wat informatie los te krijgen, maar dat werd dus een grote mislukking. Het leek alsof die gasten een spreekverbod hadden. Iedereen hield zijn mond dicht.’
Ze maakte een verontschuldigend gebaar. ‘Tot het moment dat we weer thuis waren, spraken we regelmatig over Franks verdwijning. Toen we aan het werk gingen, verwaterde het. Daar moet ik gewoon heel eerlijk over zijn. Daarentegen moet ik wel zeggen dat na jouw belletje het hele gebeuren constant door mijn hoofd speelt.’
Heleen haalde diep adem en vertelde het hele verhaal. Toen ze was uitgesproken, nam ze een slok van haar koffie. Angela keek haar vol ongeloof aan. Het duurde even voordat de zakenvrouw reageerde.
‘Ongelooflijk. Je neemt me toch niet in de maling, Heleen?’
‘Was dat maar waar.’
‘Vreselijk.’
Angela liet de informatie op zich inwerken en Heleen overdacht hoe ze het volgende nu moest zeggen.
‘De reden dat ik hier ben,’ begon ze aarzelend, ‘is dat jullie eigenlijk de enigen op het schip waren met wie we contact hadden. Ik kan niet meer verder met de informatie die ik nu heb. Dus heb ik besloten om zelf op onderzoek uit te gaan.’
Angela knikte. ‘Dat is me duidelijk, maar denk je dat wij daarbij kunnen helpen?’
Heleen maakte bij voorbaat een verontschuldigend gebaar. ‘Dit is moeilijk voor me,’ hakkelde ze. ‘Ik bedoel, ik weet wel wat ik wil vragen, maar kan het niet echt onder woorden brengen.’
Angela tikte bemoedigend op de rug van haar hand.
‘Probeer het gewoon, meid. Zo vreselijk kan het toch niet zijn?’
In een flits zag Heleen een glimp van irritatie over Angela’s gezicht glijden. Ze runde een bedrijf dus haar tijd was beperkt. Ze moest nu tot de kern komen, anders zou Angela haar geduld verliezen en zou ze nog steeds niet de antwoorden krijgen die ze wilde.
‘Frank en ik maakten ’s avond een wandelingetje over het dek,’ begon ze aarzelend. ‘Vanuit mijn ooghoeken zag ik jou in een stoel zitten…’
Angela onderbrak haar met een hese lach.
‘Zijn naam was Melvin. Een leuke vent uit Rotterdam. Dat bedoelde je toch?’
Heleen maakte direct een verontschuldigend gebaar.
‘Luister, Angela. Jullie levenswijze gaat mij helemaal niets aan. Wij zijn volwassenen en…’ Ze viel stil.
‘En wat?’
‘Nou ja… wat ik wil zeggen… met zo’n vrije instelling…’
Angela’s blik werd indringender. Om haar mondhoeken speelde een meewarige glimlach.
‘Ik weet waar jij naartoe wilt, Heleen. Omdat je maar om de hete brij heen blijft draaien, zal ik het wel voor je doen.’
Heleen reageerde niet. Angela had namelijk groot gelijk.
‘Wij zijn zogenaamde swingers. Mensen die regelmatig parenclubs bezoeken en aan partnerruil doen. Dit gebeurt overigens met instemming van alle partijen, niemand doet iets tegen zijn of haar wil. Toen ik met Melvin op het dek was, was Johnny in de hut van Melvin. Met diens vrouw Janneke.’
Heleen voelde zich met de seconde meer opgelaten. Was zij nou echt zo’n burgerlijke trut? Ze probeerde er open voor te staan, maar helaas ging het onaangename gevoel hierdoor niet weg.
‘Tijdens de cruise is het contact beperkt gebleven tot Melvin en Janneke. Ik heb niets met Frank gehad en Johnny evenmin.’ Haar dunne grijns trok het spanningsveld wat tussen hen hing enigszins open.
‘Dat wilde je toch weten?’
‘Ja,’ antwoordde Heleen recht uit haar hart. ‘Daarvoor ben ik hierheen gekomen. Sorry dat ik het niet rechtstreeks durfde te vragen.’
Angela aanvaardde haar verontschuldigingen met een kort knikje. Heleen maakte aanstalten om op te staan. Weer legde Angela haar hand op de hare. Ditmaal voelde ze daadwerkelijk druk, waardoor het gebaar iets dwingends kreeg.
‘Vanaf mijn veertiende ben ik gek op mannen. Sindsdien heb ik er honderden versleten. Ons huwelijk lijdt er niet onder, omdat we precies weten wat we aan elkaar hebben. Een van de afspraken is dat we nooit seks hebben met koppeltjes die het onderling oneens zijn. Het laatste wat we namelijk willen is een bedrogen partner aan onze deur die ons verwijt dat we zijn vrouw of haar man hebben verleid.’
‘Dat begrijp ik,’ zei Heleen.
‘Mooi, want ik wil dat je het volgende ook heel goed gaat begrijpen,’ antwoordde Angela vol overtuiging.
‘Ik ben een ervaringsdeskundige op het gebied van mannen. Ik slaap, praat en lach met ze. Dat laatste geldt voornamelijk voor onze homoseksuele klanten die hier met bosjes tegelijk rondlopen. In de loop der jaren heb ik geleerd om met één enkele blik een homo van een hetero te onderscheiden.’
Ze zette haar woorden kracht bij door nog eens licht op Heleens hand te drukken.
‘Ik weet niet wat men jou precies heeft verteld over Franks zogenaamde homoseksualiteit. Ook weet ik niet welk bewijs je hiervan onder ogen hebt gekregen. Wel weet ik dat je al deze verhalen, documenten of wat dan ook, zonder enige aarzeling als onzin kunt afdoen. Frank was geen homoseksueel of biseksueel. Daar durf ik mijn hand voor in het vuur te steken. En geloof me, op dat soort krasse uitspraken zul je mij weinig betrappen. In dit geval ben ik echt honderd procent zeker van mijn zaak. Frank was straight , volkomen hetero.’