19
Heleen parkeerde haar auto voor de flats die schuin tegenover de straat stonden waar Vincent Gautier woonde. Het was inmiddels halfzes in de middag en de zon scheen nog volop. Ze stapte uit en voelde een vlaag van de warme, droge valwind langs haar glijden. Temperaturen van veertig graden of meer waren dan normaal. Vandaag was zo’n dag. Ze verlangde meteen weer naar de airco van de auto.
De rit van haar hotel net buiten Lyon tot aan Nice was niet bepaald voorspoedig verlopen. Ze had drie uur vertraging opgelopen door een groot ongeluk tussen Valence en Nice. De hulpdiensten hadden ruim twee uur nodig gehad om de ravage op te ruimen. Toen ze eenmaal weer reed en de naargeestige brokstukken van het ongeval langs de weg zag liggen, was er een rilling langs haar ruggengraat gekropen. Een ongeluk zat in een klein hoekje, als ze vanmorgen een paar minuten eerder was vertrokken…
Vannacht had ze zich suf gepiekerd over hoe ze de ontmoeting en het gesprek met Gautier het best kon aanpakken. Zo was de nacht voorbij gekropen. Fluisterend in een buitenwijk van Lyon, op zoek naar antwoorden die de volgende dag pas aan de orde zouden komen.
Op vijftig meter afstand van Gautiers appartement gingen de haartjes op haar armen overeind staan. Er zat een bordje op de ramen. Het huis stond te huur of te koop. Onbewust versnelde ze haar pas.
Het appartement stond inderdaad te koop. Het huis was leeg. Het gedeelte van de woonkamer waar zij zicht op had was kaal, op een draadje waaraan een lamp aan het plafond had gehangen na. Afgelopen voordat het goed en wel is begonnen. Verdomme. Ze had dit hele eind voor niets gereden. Maar deze keer zou ze niet zomaar weer omdraaien en naar huis gaan. Ze liep naar de ingang van het appartementencomplex. Naast de centrale deur hing een stevig bellenbord. Het lege naamvakje achter nummer 49 bevestigde dat Gautier verhuisd was.
Desondanks drukte Heleen op de bel. Geluk moest je afdwingen. Misschien zat Gautier midden in een verhuizing en haalde hij toevallig net zijn laatste spulletjes op. Of keek hij op zijn gemak de post na. Of… nou ja, het maakte niet uit waarom hij hier nog was. Als ze passief bleef, veranderde er sowieso niets aan de huidige situatie.
In totaal drukte ze vijf maal op de bel. Er volgde geen reactie. Toen ze overwoog om desnoods andere bewoners lastig te vallen, hoorde ze iemand roepen.
‘ Allô ?’
Heleen deed drie stappen achteruit en zag dat een raam op de begane grond verder werd geopend. Een jonge vrouw keek haar aan. Ze kon alleen haar gezicht zien en schatte haar midden twintig. In rap Frans werd een zin op haar afgevuurd. Ze had geen flauw benul wat de vrouw bedoelde en probeerde dat met handgebaren aan haar duidelijk te maken.
‘English?’ probeerde ze.
Tot haar opluchting schakelde de vrouw na een lichte aarzeling over op Engels.
‘Er is niemand. U moet een afspraak maken met de makelaar. Het nummer staat op het bordje.’
Heleen knikte overdreven begrijpend. Hierna legde ze in haar beste middelbare school Engels uit waarom ze hier was.
‘Ik wil dit appartement niet kopen. Ik kom voor Vincent Gautier, de man die op nummer 49 woont of woonde.’
De vrouw keek haar nu taxerend aan.
‘U komt voor Vincent Gautier?’
‘Ik ben er speciaal voor uit Nederland gekomen,’ beaamde Heleen. ‘Ik moet de heer Gautier dringend spreken. Kunt u mij misschien vertellen waar ik hem kan vinden?’
De Française keek haar meewarig aan en schudde langzaam met haar hoofd. ‘Dat gaat niet lukken, madame. Vincent Gautier is vorige maand overleden.’