24
Heleen ontspande af en toe haar spieren. Een constant gestreste houding was niet goed voor haar reactievermogen. Als Castellano de kelderdeur opende, mocht ze geen seconde aarzelen en moest ze direct toeslaan. Het telefoongesprek was een minuut of vijf geleden gestopt. De kans dat hij haar zo op kwam zoeken werd steeds groter. Zo goed en zo kwaad als het ging had ze intussen de kelderruimte verkend. Uiteindelijk had ze een aardig beeld van de ondergrondse ruimte. Daarmee had ze haar positie ten opzichte van hem iets verbeterd.
Ze schatte de kelder ongeveer vijf meter breed en tien meter lang. De ruimte moest onder het gehele appartement doorlopen. Behalve het wijnrek, was ze nog op een oude fiets gestuit en een houten kast waarin stapels tijdschriften lagen. Nutteloze materialen. Na deze verkenningstocht bleven de wijnflessen haar beste en enige wapen.
Haar overlevingsdrang was groot. Wat er in het verleden was gebeurd, hoe zij hierin verzeild was geraakt of wat zich in de toekomst nog zou afspelen, deed er nu niet meer toe. Ze was ervan overtuigd dat Castellano haar binnen afzienbare tijd ging vermoorden en elke vezel in haar lichaam protesteerde hiertegen.
Verrassing was haar enige optie. Met een beetje geluk zou ze één mogelijkheid krijgen. Ze was bereid om te vechten voor haar vrijheid. Als het moest zou ze tot het uiterste gaan.
Vanuit haar gezien draaide de deur naar rechts open. Ze had het aan de scharnieren gevoeld. De plek waar ze stond leek haar tactisch gezien de beste. Wanneer Castellano de deur zou openen, trok het kunstlicht uit de woonkamer een streep die vanaf de deuropening tot aan de achterste muur liep. Precies het stuk waar zij tijdens haar val was terechtgekomen zou hierdoor belicht worden.
Castellano zou wel denken dat ze nog steeds bewusteloos was. Het zou hem verbazen haar niet te zien liggen. Van dat moment van verrassing moest ze gebruik maken.
Toch kon ze er niet vanuit gaan dat het zo zou gaan. Ze had geen lichtknop kunnen vinden, die moest zich dan buiten de kelder bevinden. Het was mogelijk dat Castellano eerst het licht aandeed voordat hij daadwerkelijk de kelder in zou komen. Maar ze ging ervan uit dat hij niet het risico nam om haar in één keer te wekken door het licht aan te doen. Even had ze overwogen om de drie treden van het trapje te beklimmen en brutaalweg de klink naar beneden te duwen. Was de deur niet op slot, en dat kon heel goed zo zijn, dan stond ze opeens oog in oog met de Spanjaard en had zij het voordeel van de verrassing.
Toen hoorde ze voetstappen. Ze zette zich schrap. Een piepend geluid verraadde dat de deurkruk traag naar beneden werd gedrukt. Een smalle streep verlichtte de linkerkant van de kelder. De deur zwaaide verder open. Het was een kwestie van enkele centimeters voordat het felle kunstlicht haar voeten zou raken.
Heleen deed wat ze zich had voorgenomen. Ze hief haar linkerhand en stapte naar links. Het volgende moment stond ze in het volle licht en oog in oog met Jorge Castellano. Ze legde al haar kracht in de worp. De wijnfles vloog door de lucht en trof de Spanjaard recht op zijn borst. Gillend van de pijn wankelde hij achteruit. Heleen aarzelde niet. Op volle snelheid beklom ze de traptreden en rende naar haar belager die als een aangeslagen bokser tegen een leren bank leunde. Voordat Castellano de kans kreeg om zich te herstellen, sloeg ze met haar rechterhand de tweede wijnfles op zijn hoofd aan diggelen. Castellano ging languit zonder hierbij een geluid te maken.
Met de gebroken flessenhals in haar trillende hand, overzag Heleen de situatie. Ze ademde diep door haar mond, omdat haar longen om zuurstof gilden. Op het meubilair na was de kamer leeg. Castellano had dus geen handlanger gehad. Hij was bewusteloos, ze zag hoe zijn borst traag op en neer ging. De aanzienlijke hoeveelheid rode wijn en het bloed uit de snee in zijn hoofd maakten het plaatje gruwelijker dan het in werkelijkheid was. Althans, dat maakte Heleen zichzelf wijs. Jorge Castellano had haar pijn gedaan en was vast nog meer van plan geweest en nu moest hij daar de consequenties van ondergaan.
Toen ze van het slappe lichaam vandaan stapte, werd haar blik naar een schittering naast Castellano’s rechterhand getrokken. Het was een naald.
Heleen slikte een paar maal. Ze overwon haar angst, knielde naast de bewusteloze Spanjaard en tilde zijn hand op. Een injectiespuit werd zichtbaar. Het reservoir was gevuld met een lichtbruine vloeistof. Ze liet de hand los en stapte geschrokken naar achteren.
Hij wilde mij met dat goedje inspuiten, schoot het door haar heen. Vergiftigen, drogeren, doden… Drugs, een overdosis. Moord met voorbedachten rade. Tijdens het telefoongesprek moest besloten zijn dat zij moest verdwijnen. Voor altijd.
Jezus! Heleen sloeg beide handen voor haar ogen.
Waar ben ik in beland? Wat is hier in godsnaam aan de hand?
Ze kromp ineen, wankelde naar een fauteuil en zakte in de kussens. Haar handen trilden als rietjes, haar ademhaling raspte en ze produceerde een rochelend geluid. Een misselijkmakend gevoel schoot uit haar maag omhoog. Zonder het werkelijk te beseffen boog ze voorover en kokhalsde.
Het duurde even voordat ze weer de controle over zichzelf had hervonden. Ze hield haar hoofd rechtop en ademde rustig door haar neus. Daarna ademde ze door haar mond uit. Langzaam maar zeker kwam ze weer bij zinnen. De kamer stopte met draaien.
Als de bewusteloze Castellano bij kennis kwam, moest ze hier ver vandaan zijn. Een ambulance bellen of hulp bij de buren zoeken leek een slecht idee. Ze was ervan overtuigd dat ze zich daarmee nog verder in de nesten zou werken. Voor hetzelfde geld wist de Spanjaard het zo te draaien dat zij als een inbreker of doorgedraaide stalker werd afgeschilderd. Nee, dat risico kon ze niet nemen.
Heleen stond op. Nog een beetje duizelig. Ze moest de telefoon zien te vinden. Vanaf een stekkerdoos naast een bijzettafeltje liep een snoer dwars door de kamer naar de keuken. De telefoon stond op een keramische kookplaat. Ze liep ernaartoe en zag dat er naast de telefoon een spiegel lag. Eenmaal in de keuken, viel haar blik op het witte goedje dat in drie rechte lijntjes was verdeeld. Binnen handbereik lag een strak opgerold briefje van twintig euro.
Drugs, waarschijnlijk cocaïne. Ze concentreerde zich op datgene wat er nu echt toe deed. Toen ze zeker wist om welke knop het ging, drukte ze er met haar vinger op. Er verscheen een Spaans nummer in het schermpje.