34

De Middellandse Zee was minder koud dan ze had verwacht. Het voelde aan als een plakkerige deken die elk stukje van haar lichaam bedekte. Ze werd opgetild door een golf en surfte een aantal meters op de toppen mee. Het was niet meer dan een lichte deining, een luwte waarin ze met gemak haar hoofd boven water kon houden. Frank had geen belangstelling meer voor haar. Met ongecontroleerde slagen zwom hij terug naar de boot. Hij was nooit een goede zwemmer geweest, wist ze. Hij bleef boven, waarmee alles was gezegd. Dit was een van de redenen geweest om deze vluchtpoging te wagen.

Na de sprong van het schip waren ze vlak bij elkaar in het water beland. Ze zwom meteen van Frank vandaan. Zo had hij geen kans haar vast te pakken. Hij had eerst verward om zich heen gekeken. Toen de situatie tot hem doordrong, krabbelde hij rechtstreeks door het water naar zijn boot, waar hij veilig zou zijn. Eenmaal op de boot zou hij hopelijk denken dat zijn opzet via een bizarre omweg was geslaagd, hoopte ze. Terwijl hij naar het schip zwom had zij hem in de gaten gehouden en geprobeerd de onderlinge afstand tot hooguit tien meter te beperken. Dat was nog vrij lastig, omdat de wolken de maan verborgen en er weinig licht was.

Toen Frank de bakboordzijde op een paar meter was genaderd, stopte Heleen met zwemmen. Ze haalde diep adem om hiermee haar opwaartse kracht te vergroten en begon te watertrappelen. Voor de eerste maal in haar leven was ze de strenge zwemonderwijzer dankbaar dat hij haar decennia geleden dit kunstje minutenlang had laten uitvoeren. Met moeite probeerde ze haar jack uit te trekken. Toen dat gelukt was, zag ze tot haar opluchting dat het windjack bleef drijven.

Uit haar ooghoeken zag ze hoe Frank via een trapje aan de achtersteven op het schip klom. Ze zwom met krachtige slagen richting de boeg. Een golf gaf haar een zetje, zodat ze de juiste plek bereikte op het moment dat de eerste lichtstraal over het water flitste.

De fender , een soort stootkussen, bungelde tussen de boeg en het middelste gedeelte van het schip. Een stevige lijn liep van de reling naar het uiteinde van dit stootkussen. Toen ze aan boord van het schip waren gegaan, had ze in een flits gezien dat enkel het onderste gedeelte van de fender een buffer vormde tussen de reling en de steiger. Hoewel ze weinig tot niets wist van getijden, kon het bijna niet anders of het schip was aangemeerd tijdens eb. Vannacht was het dus vloed, waardoor de lijn eigenlijk veel te veel speling had. Dit extra stuk touw kon nu als levenslijn fungeren.

Er hingen minstens twee stootkussens, wist ze. Eén in de buurt van de boeg en de andere ter hoogte van de achtersteven. Of er fenders aan de andere kant bungelden, was nog maar de vraag. Daarop had ze geen zicht gehad. Omdat Frank haar geen moment uit het oog wilde verliezen, had hij op de steiger het aanmeertouw, dat met de reling aan de voorkant van het schip was verbonden, losgemaakt. De tweede lijn regelde hij vanaf de achtersteven. Om de fenders had hij zich niet bekommerd.

Ze klemde beide handen rond het bovenste stuk van het stootkussen. Hierna draaide ze haar bovenlichaam een kwartslag naar links, zodat ze zicht had op het bakboordgedeelte en de achterkant van het schip. De lichtstraal uit Franks lamp tastte de golven af. Ze zag hoe de straal vanaf de achtersteven een halve cirkel rond de bakboordzijde trok. Omdat hij niet van plek verwisselde, bleef haar schuilplaats buiten bereik van het licht.

Het werd opeens donker. Frank scheen nu waarschijnlijk op de stuurboordkant, maar bleef op zijn veilige plek. Bang om nogmaals overboord te slaan, vermeed hij elk risico. De lafaard.

Het donkere gestamp van de dieselmotoren werd krachtiger. Het schip kwam in beweging. Zou hij vertrekken? Traag draaiden ze naar bakboordzijde.

Een lichtstraal kroop in haar richting.

Frank liep langs de reling. Hij had het schip met de boeg naar de golven gedraaid, waardoor het stabiel lag. De gashendel stond op de laagste stand, net voldoende voor een lichte stuwing die nodig was om door de golven te glijden. Het risico dat Frank nam, gaf aan hoe belangrijk haar definitieve verdwijning voor hem was. Hij wilde met eigen ogen zien dat ze was verdronken en niet in de buurt van het schip rondzwom. Precies zoals hij van plan was geweest.

De maan had een opening in het wolkendek gevonden en dit flauwe schijnsel belichtte de contouren van Frank. Hij had een zaklantaarn tussen zijn tanden geklemd en bewoog zijn hoofd traag heen en weer, waardoor de straal systematisch de oppervlakte recht voor hem aftastte. Zijn rechterarm was gedeeltelijk in beeld. Heleen vermoedde dat zijn rechterhand houvast zocht aan uitsteeksels op en naast het dak van de kajuit. Zijn linkerbovenarm zweefde boven de reling. In zijn hand hield hij een stok. Het uiteinde hiervan was van metaal. De glinstering ervan in het maanlicht veroorzaakte een rilling die over haar rug trok. Frank naderde centimeter voor centimeter. Het was een kwestie van seconden voordat de lichtbundel in haar gebied zou belanden. Ze moest een actie ondernemen die ze vooraf niet had ingecalculeerd. Zonder geluid te maken. Hij was nu zo dichtbij dat elke contrasterende toon hem zou opvallen.

De afstand tot de scherpe boeg die door de waterlijn sneed, was twee meter. Het idee dat in haar opkwam leek het plan van een waanzinnige. Toch was het de enige mogelijkheid om aan het dodelijke staal te ontkomen. Hier blijven hangen betekende een zekere dood.

Ze draaide haar lichaam een halve slag. Hierdoor kwam ze op haar buik te liggen en kon ze haar doel goed zien. Ze haalde een paar maal diep adem. Elke spier in haar lichaam spande zich. Ze liet de fender los en zwom de krachtigste schoolslag van haar leven.

De eerste seconden van haar wanhoopspoging gaven weinig hoop. Zij moest vaart maken, terwijl het schip in gestaag tempo doorgleed. De boeg was bijna binnen handbereik. Met een uiterste inspanning wist ze naast het dunne staal te komen. Ze stak haar hand uit en liet zich even voortslepen. Dat kon ze maar even volhouden. Daarvoor ging dit gedeelte van het schip teveel op en neer. Ze bracht haar andere hand naast haar rechter en trok zichzelf recht voor de scherpe boeg.

De voorsteven wiegde op het ritme van de Middellandse Zee, waardoor ze regelmatig kopje onder ging. Terwijl de punt van de boeg in haar borst sneed, probeerde Heleen haar balans te behouden door met beide handen tegen het staal te duwen. Hierbij helde ze bewust met haar bovenlichaam iets over naar stuurboord. Als ze teruggleed naar bakboord was ze een weerloze prooi voor Frank. En als ze onder het schip belandde, was het afgelopen.

Toen ze zicht had op wat er op het schip gebeurde, zag Heleen hoe Frank de boeg naderde. Ze moest zich weer verplaatsen. Op het hoogste punt van een golf duwde ze haar lichaam naar links. Buiten het bereik van het speurende licht, gleed het schip langs haar heen. Ondanks haar vermoeidheid reageerde ze meteen. Ze duwde haar hoofd naar achteren en schakelde over op de rugslag. Op zoek naar een fender, tastte haar rechterhand de zijkant van het schip af.

Haar beenslag was niet voldoende om de snelheid van het schip te volgen. Ze belandde midscheeps. De eerste tekenen van kramp dienden zich aan. Ze klemde haar tanden op elkaar en probeerde de stekende pijn te negeren.

Het maanlicht hielp haar. Het schijnsel liet zien wat ze al verwachtte: aan stuurboord hingen geen fenders, omdat het schip aan bakboordzijde aan was gemeerd in de haven. Heleen draaide haar hoofd een kwartslag en zag uit haar ooghoeken dat Frank op het punt stond om de boeg te ronden. Hij was nu halverwege en had de snelheid opgevoerd. In dit nieuwe tempo zou hij in korte tijd de stuurboordzijde kunnen inspecteren. Ze stopte met zwemmen. Haar handpalmen gleden langs de zijkant van het schip. Op het moment dat de achtersteven binnen handbereik kwam, zette ze krachtig af. Toen haar hoofd de achterkant van het schip had bereikt, zette ze nog een keer af naar links en greep met één hand naar de metalen trap. Ze lag nu half op haar linkerzij. De schroefbladen onder haar waren levensgevaarlijk. Terwijl ze zich liet voortslepen, deed Heleen haar uiterste best om beide benen net onder de oppervlakte te houden. Een fysieke inspanning die ze niet lang meer kon volhouden. Ze graaide met haar andere hand naar de trap. Na drie pogingen had ze hem te pakken. Onder haar gromden de motoren als een roofdier dat haar ogenblikkelijk in stukken zou kunnen scheuren.

Heleen trok haar benen zijwaarts op. Haar buikspieren kregen het zwaar te verduren. Voorzichtig bracht ze haar rechterknie onder haar armen. Haar voet vond houvast op een metalen trede. Als een slecht getrainde acrobaat kwam ze omhoog. Haar linkerbeen ging automatisch mee. Steunend op het trapje hijgde ze haar longen uit haar lijf.

Frank was halverwege het schip. Vanaf de stuurboordzijde van het schip bescheen zijn lamp het wateroppervlak. Hij was dichterbij dan zij had gehoopt. Hierdoor viel het plannetje om aan boord te kruipen en stilletjes in het onderruim betere tijden af te wachten letterlijk in het water. Als ze nu aan boord klom, zou Frank haar zeker ontdekken.

De afstand tussen hen bedroeg nog vier meter. Het was onmogelijk om op deze plek te blijven. Frank zou haar direct zien. Links en rechts van haar liep een rand die deel uitmaakte van de achtersteven. Het leek op een spoiler, maar dan iets breder. Ze plaatste haar linkervoet op de rand en voelde het gladde metaal niet meegeven. Ze kroop naar de uiterste punt van de linkerachtersteven en liet zich weer in het water glijden.

Ze verloor het contact met het schip. Een meter achterstand werd snel twee meter. De lichtbundel was bijna op de achtersteven, wat inhield dat Frank zijn rondje zo goed als voltooid had.

Heleen sprak haar laatste restje energie aan. Haar zwemslagen werden wanhoopspogingen. Haar schouders stonden in brand, haar hartslag bereikte een onverantwoorde hoogte en beide longen gilden om extra zuurstof.

Op pure wilskracht maakte ze de achterstand goed. Toen haar lichaam opgaf, wist ze er nog drie slagen uit te persen. Deze inspanning bracht haar op een armlengte van de achterste fender aan bakboordzijde. Ze maakte nog een laatste slag en omklemde haar reddingsboei. Uitgeput bleef ze eraan hangen.

Even had ze geen idee waar ze nou eigenlijk was. Waterdruppels spatten venijnig in haar gezicht. Haar benen werden meegesleept en voelden levenloos aan, als een ballast. Haar stramme handen werden geteisterd door talloze steken die doordrongen tot op haar botten. Tot overmaat van ramp had Frank de achtersteven bereikt. Nog een paar passen en hij zou haar alsnog ontdekken. Het laatste restje verzet ebde weg. Ze had keihard geknokt. Aan het eind van de rit bleek het echter niet voldoende. Het was over en uit, realiseerde Heleen zich. Niets kon haar nog redden.

Een fragment uit een film kwam naar boven. Twee duikers waren te lang onder water gebleven en hadden hierdoor hun terugtocht gemist. Ze dobberden ergens in het midden van de zee aan de oppervlakte. Urenlang hadden ze tegen de elementen en opdringerige zeedieren geknokt. Ze pepten elkaar voortdurend op. Niet opgeven, redding was nabij.

Ze overleefden een helse nacht. Toen de hulptroepen de daaropvolgende dag niet verschenen, drong het tot hen door dat ze hopeloos verloren waren. Nadat haar partner aan een haaienaanval was bezweken, verkoos de jonge vrouw een snelle dood boven een langzame die gepaard ging met helse pijnen. Ze ontdeed zich van haar apparatuur en zonk naar de bodem.

Ze liet los.

Daar kwam het in principe voor Heleen ook op neer. Elk perspectief was verdwenen. De vechtlust was weg. De duikster had haar leven be-eindigd op de meest waardige manier die nog voorhanden was. Dit moest zij ook doen. Loslaten. Ze prefereerde de gitzwarte omarming van de onmetelijke diepte boven een afslachting door de man van wie zij ooit had gehouden.

Haar greep op de fender verslapte. Ze ontspande. De steken verdwenen, haar handpalmen gleden langzaam naar beneden. Het was beter zo, dacht ze. Heus, dit was de juiste beslissing. Ik heb een mooi leven gehad. Jammer van het laatste jaar. Dat was een hel.

De toonhoogte van de motoren veranderde. Het doordringende gebrom werd gedempt tot een donker gefluister. Het schip vertraagde. Door dit sprankje hoop vanuit de duisternis kostte het haar ineens minder moeite om vast te klampen. Onbewust verstevigde ze haar greep.

Het schip lag stil. Frank had de gashendel in de neutrale stand gezet. Aan zijn voetstappen hoorde ze dat hij van de achtersteven naar stuurboordzijde liep. Ze hoorde een spetterend geluid. Toen gevloek en nog een plons. Langzaam drong het tot haar door wat zich aan dek afspeelde. Frank had haar windjack gevonden en was bezig dit kledingstuk binnen te hengelen! Het leven stroomde weer door haar heen. Er bestond een kans dat Frank concludeerde dat zij had geprobeerd haar jack uit te trekken en tijdens deze poging was verdronken. In dat geval was zijn missie geslaagd en kon hij met een gerust hart naar de haven terugkeren.

Omdat het schip nagenoeg stillag, kon ze op haar gemak en zo stil mogelijk naar de voorste fender zwemmen. Ze pakte deze boei en bleef roerloos in het water hangen.

Ik leef nog, dacht Heleen. Op het allerlaatste moment was haar plan gelukt. Met de seconde voelde ze hoe haar wilskracht toenam. Op deze afgelegen plek ging ze niet sterven. Die lol zou ze hem niet gunnen.

Cruise
titlepage.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_0.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_1.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_2.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_3.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_4.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_5.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_6.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_7.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_8.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_9.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_10.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_11.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_12.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_13.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_14.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_15.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_16.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_17.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_18.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_19.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_20.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_21.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_22.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_23.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_24.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_25.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_26.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_27.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_28.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_29.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_30.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_31.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_32.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_33.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_34.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_35.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_36.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_37.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_38.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_39.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_40.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_41.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_42.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_43.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_44.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_45.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_46.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_47.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_48.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_49.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_50.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_51.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_52.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_53.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_54.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_55.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_56.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_57.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_58.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_59.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_60.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_61.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_62.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_63.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_64.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_65.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_66.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_67.xhtml
09-0728_awb_-_cruise_2e_druk_split_68.xhtml