Jojo
En toen zag Jojo hem – bij de muur aan de andere kant van de zaal, in een donker pak. Hij sloeg haar gade. Hun blikken kruisten elkaar en het was of ze een stomp in haar maag kreeg. Het leek of ze de enige twee mensen in de zaal waren.
Haar hart bonsde wild, de hand rond haar glas was nat van het zweet. Hij mimede iets: ‘Wacht.’ Toen: ‘Alsjeblieft.’ Hij begon zich door de menigte heen te dringen, kwam haar richting uit.
‘Hij komt hierheen,’ siste Becky. ‘Rennen!’
‘Nee.’ Dit moest gebeuren. Er kon maar één eerste keer zijn om elkaar weer te ontmoeten en dat kon net zo goed nu zijn.
Hij verdween uit het gezicht en kwam toen weer tevoorschijn. Becky verdween naar de achtergrond.
En toen stond hij vlak voor haar.
‘Jojo?’
‘Mark.’ Alleen al zijn naam zeggen voelde als een opluchting.
‘Je ziet er -’ hij zocht naar een woord – ‘fantastisch uit.’
‘Dat ben ik ten voeten uit,’ zei ze plagend. Hij straalde en even was het weer net als vroeger. Tot Jojo vroeg: ‘Hoe gaat het met Cassie en de kinderen?’
Behoedzaam antwoordde hij: ‘Oké.’
‘Zijn jij en Cassie nog bij elkaar?’
Hij aarzelde. ‘Ze heeft het ontdekt, je weet wel, van ons.’
‘Shit. Hoe?’
‘Na jouw vertrek was het duidelijk dat er iets mis was. Ik stortte in. Ze had wel vermoed dat er iemand was. Ze wist alleen niet dat jij het was.’
‘Het spijt me dat ik haar verdriet heb gedaan.’
‘Ze zegt dat het een opluchting was toen ze eindelijk de waarheid ontdekte. Ze zegt dat net doen of ze niet merkte dat ik er nooit was, haar te veel werd. De laatste paar maanden hebben we geprobeerd het bij te leggen.’
‘Een groot feest om je huwelijksbelofte te hernieuwen?’
Hij dwong zich tot een glimlach. ‘Nee. Maar we gaan naar een therapeut. We doen ons best, maar ik denk nog voortdurend aan jou. Kunnen we elkaar nog eens ontmoeten? Alleen voor een drankje?’
‘Je weet dat dat niet kan.’
Plotseling flapte hij eruit: ‘Zelfs nu nog, elke dag opnieuw, kan ik niet begrijpen hoe ik zo verkeerd heb kunnen handelen. Ik was zo egoïstisch, dacht aan ons in plaats van aan jou. Als ik dat uur in de vergadering nog eens opnieuw zou kunnen beleven, het overdoen -’
‘Stil. Daar heb ik ook over nagedacht. Het was niet alleen dat partnerschap. De schuldgevoelens ten opzichte van Cassie en je kinderen – toen puntje bij paaltje kwam geloof ik niet dat ik het door kon zetten. En weet je wat? Ik geloof dat jij het ook niet kon. Daarom heb je tegen me gestemd.’
‘Nee,’ protesteerde hij. ‘Absoluut niet.’
‘Hoe dan ook. Het is maar een theorie.’ Ze wilde hier niet op doorgaan. Het was niet belangrijk genoeg.
‘Mark, ik moet weg.’
Ze baande zich links en rechts glimlachend een weg door de drom mensen. Eenmaal buiten liep ze snel door, Becky achter haar aan. Toen ze op veilige afstand waren, bleef ze abrupt in een portiek staan en boog dubbel, haar handen tegen haar maag gedrukt.
Ze bleven verscheidene minuten staan, terwijl Jojo vreemde klaaglijke geluidjes maakte. Toen richtte ze zich op, gooide haar haren naar achteren en zei: ‘Kleenex.’
Becky vond er een in haar tas en gaf hem aan Jojo. ‘Je zou naar hem terug kunnen gaan, weet je.’
‘Dat gebeurt nooit. Het is over en voorbij.’
‘Hoe kan dat? Je mist hem verschrikkelijk.’
‘Nou en? Ik kom er heus wel overheen, ik ben al bijna zover. En als ik wil, ontmoet ik op een gegeven moment wel een ander. Ik bedoel maar – ik heb mijn eigen zaak, ik heb al mijn eigen tanden en haar, ik kan een fiets repareren -’
‘Je geeft een briljante imitatie van Donald Duck.’
‘Precies. Ik ben fabelachtig.’