17
Vrijdag 8.57 uur
Jojo hoorde ze voordat ze hen zag – de assistenten en lectoren verzamelden zich rond het laatste Book News en kwetterden als een troep mussen.
Pam was de eerste die haar zag.
‘Je vragenlijst staat erin!’
‘Je ziet er fantastisch uit!’
Een exemplaar werd voor haar gezicht
gehouden en Jojo deed een sprong achteruit. De foto! Ze zag eruit
als een sirene in een B-film uit de jaren vijftig – golvend
kastanjerood haar over één oog hangend, donkere pruillippen – en ze
knipoogde. Keith had de foto met de knipoog gebruikt! Het was maar
een grapje geweest en hij had beloofd die niet af te drukken.
‘Je antwoorden zijn geweldig. Zo geestig!’
‘Dank je,’ zei Manoj. ‘Eh… uit naam van Jojo.’
‘Wat is je favoriete geur?
Succes
Wie bewonder je het meest?
Mijzelf
Wat zou je in jezelf willen veranderen?
Mijn gebrek aan bescheidenheid
Welke nog in leven zijnde persoon verafschuw je het meest?
Mijzelf – vanwege mijn gebrek aan bescheidenheid
Hoe ontspan je je?
In bed. Het liefst zeven uur per nacht.
Aan welke karaktertrekken erger je je het meest bij anderen?
Hun schunnige gedachten
Wat brengt je aan het huilen?
Uien hakken
Wat maakt je depressief?
Mijn gebrek aan psychische deskundigheid
Hoe en waar zie je jezelf over vijf jaar?
Zie voorgaand antwoord
Welk boek had je als agent het liefst gehad?
De bijbel
Geloof je in monogamie?
Het is een bordspel, toch?
Wat zijn je karakteriserende eigenschappen?
Ik kan een taxi fluiten en vloeken in het Italiaans. Ik kan een geweldige imitatie geven van Donald Duck en ik kan fietsen repareren.
Het enige van de oorspronkelijke antwoorden dat Manoj had laten staan – al had ze hem de meer persoonlijke antwoorden niet gegeven.
Zonder welke vijf dingen zou je niet kunnen leven?
Frisse lucht, slaap, voedsel, bloedsomloop – en boeken
Wat is je favoriete uitdrukking?
Accepteert u Visa?
Wat maakt je gelukkig?
Als het antwoord ja is
Wat is de belangrijkste les die het leven je heeft geleerd?
Aardige meisjes eindigen als laatste.
Goed om mee te eindigen. Jojo wisselde een knipoog met Manoj. Maar niet iedereen was blij voor Jojo. Toen ze terugliep naar haar kantoor kwam ze Lobelia French en Aurora Hall tegen, die Golden Girls 1 en 2 waren geweest tot de komst van Jojo. Beiden negeerden haar. Evenals Tarquin Wentworth, een middelmatige agent die had gedacht dat het ‘Hon’ voor zijn naam hem automatisch een partnerschap zou bezorgen – tot de komst van Jojo.
Elf minuten later
Jojo was net begonnen haar e-mails door te nemen toen Jocelyn Forsyth, een van de senior partners, op haar deur klopte en zei: ‘Vraag permissie om binnen te komen.’
Zo Brits als Beefeater-gin tikte hij met zijn opgerolde exemplaar van Book News op de palm van zijn hand. Hij vouwde het blad open bij haar foto. ‘Kindlief, je bent literair viagra. Mag ik?’ Hij gebaarde naar een stoel.
O god. ‘Natuurlijk.’
Hij trok de knieën op van zijn maatpak en ging zitten. ‘Je bent de ster in opkomst, hè?’
Op dat moment stak Manoj zijn hoofd om de hoek van de deur en knikte naar Jocelyn. ‘Hé, Jock. Sorry, Jojo, maar ik heb Eamonn Farrell aan de lijn. Hij staat op het punt van ontploffen. Hij was in Waterstones en ze hadden twaalf exemplaren van Larson Koza’s boek en maar drie van hem. Hij heeft het erover om van uitgever te veranderen. Zal ik hem aftrekken en het bos insturen?’
‘Zul je wat?’ vroeg Jocelyn.
‘Hem aftrekken -’
Jojo viel hem in de rede. ‘Het betekent hem naar de mond praten en als een gelukkig mens wegsturen. Zeg maar dat er twaalf boeken van Larson Koza lagen omdat niemand er een gekocht heeft. Je kent de routine.’
‘En wat is de herkomst van deze krachtige woorden? Je tijd als ordehandhaver?’
‘Eh, ja.’
‘Leg eens uit.’
Jojo voelde zich als een getrainde zeehond toen ze gehoorzaam zei: ‘Laat eens zien. Weet je, er komen soms mensen op het bureau zeuren dat er niet genoeg agenten in hun straat waren. En ze hadden volkomen gelijk, er waren er gewoon niet genoeg. Maar dan zeiden we: “Maakt u zich geen zorgen, we hebben veel mensen in burgerkleding. U kunt dat niet zien, maar geloof me, ze zijn er.” En dan gingen ze tevreden weg.’
‘Een oefening in psychologie.’
‘Dat is het.’
‘Trek ze af en stuur ze het bos in,’ zei Jocelyn, die de woorden over zijn tong liet rollen. ‘Prachtig. Die houden we erin. Kom, ik moet ervandoor, kindlief. Helaas, maar misschien wil je binnenkort een keer met me gaan lunchen.’
‘Graag.’
‘Ik geloof dat hij je aardig vindt,’
zei Manoj kalm toen hij weg was.
‘Hm.’
‘Het is goed als de senior partners
je aardig vinden.
‘Hm.
‘Ik wed dat hij zijn colbert draagt op het werk.’
‘Niet zulke grove taal alsjeblieft.’
Twee minuten later
‘Louisa’s man heeft gebeld,’ zei Manoj. ‘De vliezen zijn gebroken.’
‘Wat, nu al? Ze is uitgerekend op -’
‘Twee weken te vroeg,’ bevestigde Manoj. Goed, dacht Jojo. Hoe eerder Louisa haar baby kreeg, hoe eerder ze weer achter haar bureau zat.
‘Ze zal in ieder geval haar volledige kraamverlof opnemen.’ Manoj kon haar gedachten lezen. ‘Dat doen ze altijd. We moeten bloemen sturen.’
‘Wie is “we”, Bleekgezicht?’
‘Jij, bedoel ik. Zal ik ervoor zorgen?’
Lunchtijd
Manoj was uitgegaan om een warmwaterkruik te kopen en het was doodstil op de verdieping. Jojo at een appel en las Eamonn Farrells ‘moeilijke tweede roman’.
Ze hoorde niemand binnenkomen, maar
ze voelde dat ze werd gadegeslagen en hief haar hoofd op van het
manuscript.
Het was Mark.
‘Je bent terug!’
Ze ging rechtop zitten. Geluk, dacht ze. Een positieve emotie die was opgewekt door het zien van Mark Avery.
Wat eigenlijk nogal mal was, want op papier was Mark Avery niet zo’n geweldige partij. Hij bezat niet de specificaties van lang, donker en knap, die gewoonlijk vereist worden voor de romantische held. Hij was ongeveer een meter vijfenzeventig, maar leek kleiner omdat hij tamelijk lijvig was. Hoewel zijn haar donker was, had hij geen olijfkleurige teint, maar een doodgewone blanke Engelse huid en blauwe ogen. Maar dat deed er niet toe…
Hij straalde. ‘Ik heb je vragenlijst gezien. Prima gedaan, Jojo.’ Zijn stem verzachtte. ‘En zeven hele uren, hè? Ik zal doen wat ik kan.’
Maar voor ze de kans kreeg om te antwoorden, klonk het geluid van stemmen – mensen die terugkwamen van de lunch – en was Mark verdwenen. Ze waren zo paranoïde om met elkaar gezien te worden dat ze vaak stond te praten tegen zijn slipstream en de woorden bestierven op haar lippen.