27

 

We stuurden bloemen naar de begrafenis van Macko’s vader en hij moest ons hebben vergeven want de volgende maandag verschenen er vier bouwvakkers. Ze gaven blijk van een ongewone doortastendheid, en het zag ernaar uit dat raamlijsten en vensterbanken eindelijk geïnstalleerd zouden worden, toen Bonzo iets te snel ronddraaide en per ongelijk met een plank door het gebrand schilderde waaiervormige raam boven de deur stootte. De ruit verbrijzelde in een fontein van licht.

Ik had deze Neanderthalers zonder één klacht verdragen. Maar het bovenraam was antiek, mooi en onvervangbaar. Het was de laatste druppel. Alles, het wachten en de teleurstelling en angst dat het huis nooit klaar zou komen, kwam op me af en in bijzijn van Bonzo, Macko en Tommo huilde ik tranen met tuiten.

Weken van uitputting, geldzorgen, pogingen om een boek te schrijven dat niet geschreven wilde worden en angst voor wat Gemma mijn gezin zou aandoen, kwamen eruit.

Tommo, de weekhartigste van allemaal, zei verlegen: ‘O, kom nou.’

Maar als straf voor het feit dat ik hem bekritiseerd had, al was het maar indirect, liep Bonzo met grote stappen de deur uit, wenkte zijn collega’s, die schaapachtig achter hem aan dromden. Twee dagen later waren ze nog niet terug. Telkens als er iets mis ging dacht ik aan Gemma. Ik was bang dat ze over magische krachten beschikte. Boosaardige krachten. Ze was Darth Vader tegenover mijn Luke Skywalker en Voldemort tegenover mijn Harry Potter. Heel onlogisch had ik het gevoel dat ze de ondergang van alle goede dingen in mijn leven orkestreerde. Ik probeerde het Anton te vertellen, maar hij zei heel verstandig dat het niets met Gemma te maken had.

‘Zelfs ik voel me moordzuchtig worden,’ zei hij.

We praatten erover het karwei door een andere bouwbedrijf te laten afmaken, maar we hadden geen geld en zouden dat niet krijgen voordat ik eind september, over een maand, mijn royalty’s zou ontvangen.

Er zat niets anders op dan Macko te bellen en te vragen Bonzo te laten terugkomen.

‘Je hebt hem beledigd,’ zei Macko.

‘Het spijt me,’ zei ik. ‘Het was niet mijn bedoeling hem te beledigen.’

‘Hij is gevoelig.’

‘Het spijt me echt.’

‘Ik zal met hem praten om te zien wat ik kan doen.’

 

De telefoon ging. Het was Tania Teal. Maar haar stem klonk geforceerd en ze sprak heel snel.

‘Ja, Lily, eigenlijk goed nieuws. We hebben besloten de omslag van Crystal Clear te veranderen. Lijkt te veel op Mimi’s Remedies. We hebben een nieuwe ontworpen, we laten je hem toekomen ter goedkeuring.’

‘O. Ik begrijp het.’

‘Mooi, want we willen geen verwarring met Mimi’s Remedies.’

‘Gaat het goed met je, Tania?’

‘Prima,’ zei ze. ‘Ja, goed, goed. Maar we hebben je goedkeuring snel nodig. Hij moet vandaag nog naar de drukker. Bel me over een halfuur als je hem dan nog niet in huis hebt. Dan stuur ik een andere.’

Binnen een halfuur arriveerde de nieuwe omslag. Hij was bruin en vaag, en zag er heel serieus uit. Het tegendeel van de huidige omslag, maar feitelijk veel geschikter voor het boek. Hij beviel me. Ik belde Tania.

‘Vind je hem mooi? Goed, geweldig. De exemplaren in de luchthavens hebben natuurlijk de lavendelkleurige omslag, maar het boek komt met de nieuwe omslag op de markt.’

‘En je weet zeker dat het goed gaat met je?’

‘Ja, prima.’

Er is iets aan de hand.

 

Het was de dag van Dalkin Emery, want toen belde Otalie, de pr.

‘Geweldig nieuws! Elevenses wil je hebben!’

Elevenses was een tv-ochtendshow van half elf tot twaalf uur en werd gepresenteerd door twee vrouwen die elkaar zogenaamd haatten maar poeslief waren tegen elkaar. De uitzending trok een massa kijkers.

‘Ik weet dat Crystal Clear nog niet uit is, maar het is nationale televisie, een te mooie kans om voorbij te laten gaan!’

‘Wanneer willen ze me hebben?’

‘Vrijdag.’

Overmorgen. Ik verkrampte van angst. Ik zag er niet uit.

‘Leuk!’ zei ik, hing op en belde Anton.

‘Ik kom vrijdag op Elevenses!’ gilde ik bijna. ‘Die wordt in het hele land uitgezonden! En ik haat mezelf! Ik heb geen kleren, ik heb nog steeds mijn Burt Reynolds-kapsel niet en ik haat mezelf

‘Dat heb je al gezegd. Laten we gaan winkelen.’

‘Anton! Wees alsjeblieft praktisch. Je moet ME HELPEN!’

‘Ik zie je over een uur onder de klok van Selfridges.’

‘We kunnen niet naar Selfridges. WE HEBBEN GEEN GELD.

‘We hebben creditcards.’

‘EN EMA?’

‘Ik zal Zulema bellen op haar mobieltje en haar vragen langer te blijven.’

‘ZE ZAL JE HET VEL OVER DE OREN HALEN!’

‘Het zij zo.’

Hij was zo kalm dat het indruk op me maakte.

‘Selfridges,’ herhaalde hij. ‘Over een uur.’

‘Anton. Echt, we hebben geen geld.’

‘Serieus, we hebben twee creditcards. Die nog niet aan de limiet zijn. Ik weet niet hoe jij erover denkt, maar ik voel me nooit op mijn gemak met een creditcard die zijn limiet nog niet bereikt heeft. Dan krijg ik datzelfde zeurende gevoel van onzekerheid als wanneer ik me afvraag of ik het gas heb laten aanstaan…

 

Hij stond al te wachten toen ik met een gezicht als een donder wolk aankwam. Toen ik bij hem was, bleef ik doorlopen. ‘Kom, ik heb een zwarte broek nodig en een topje. Zo goedkoop mogelijk.’

‘Nee.’ Hij bleef staan en hield me tegen. ‘Nee. We maken er een feestje van. Dat verdien je.’

‘Laten we naar de benedenverdieping gaan. De kleren daar zijn redelijk geprijsd.’

‘Nee. We gaan naar de onredelijk geprijsde eerste verdieping. Met de goede kwaliteit.’

Ik haalde diep adem, en legde me er toen bij neer. Hij nam de leiding, dus hoefde ik me niet verantwoordelijk te voelen.

‘Denk eraan, Lily, we zijn hier om plezier te hebben.’

‘Goed, ga maar voor.’

Op de eerste verdieping begon Anton kleren uit de rekken te halen en in mijn armen te stapelen. Hij zocht dingen uit die me niet waren opgevallen, en al waren ze ondraagbaar, het verbaasde me hoe graag ik sommige zou willen hebben.

In een mum van tijd had hij een verkoopster gestrikt die zijn stemming aanvoelde; samen overlaadden ze me met mooie kleren: korte leren rokjes, sexy zwarte lycra jurken. Ik lachte en had het enorm naar mijn zin. Dit was Anton op zijn best; een man van grote gebaren, extravagantie en visie.

Ik mocht van geen enkel kledingstuk de prijs weten. Hij zei: ‘Ik doe de deur van de kleedkamer pas dicht als je plechtig beloofd hebt niet naar de prijskaartjes te kijken.’

Na een uur passen had ik beslist: een zwarte broek met een adembenemende snit en een bizar gescheurd topje dat mijn schouders liet zien. Anton haalde me ook over tot een leren rokje en een nauwsluitende kasjmier jurk.

‘Kan ik de broek en het topje aanhouden?’ vroeg ik.

Vergeleken met deze outfit waren de kleren waarin ik gekomen was saai en stijlloos. Na maanden stof en vuil te hebben verdragen, snakte ik naar mooie nieuwe dingen.

‘Je kunt doen wat je wilt.’

Anton ging naar de kassa om te betalen, en te oordelen naar de smachtende blikken van de verkoopsters, vonden ze hem een spetter en mij een verwend kreng. Ze moesten eens weten dat Anton en ik allebei een schietgebedje deden dat de kaart zou worden geaccepteerd.

Maar dat werd hij, en de jurk, het rokje en mijn lelijke oude kleren werden in zijdepapier verpakt. Toen we wegliepen, zei Anton: ‘En nu naar de schoenen.’

‘Schoenen? Je gaat te ver.’

Maar ik ging opgewekt mee. Hij had maar een paar ogenblikken nodig om de perfecte schoenen te vinden – laarzen feitelijk. Ik paste ze aan en ze zaten als gegoten.

Anton keek me aan en zei: ‘Ze zijn van jou.’

‘Maar het zijn Jimmy Choos! Ik wil niet weten wat die kosten!’

‘ Jij schrijft bestsellers. Je verdient Jimmy Choo-laarzen.’

‘Oké.’ Ik kon een beetje hysterisch gegiechel niet onderdrukken. ‘Waarom ook niet?’

‘Wil je ze aanhouden?’

‘Ja. En wat moet ik doen met mijn haar?’

‘Blanaid heeft een afspraak voor je gemaakt voor morgenochtend bij een of andere nieuwe hippe kapper in Soho.’ Blanaid was zijn en Mikeys assistente. ‘Ze zegt dat alle modellen daar komen

‘En mijn nagels? Die kan ik niet zelf lakken, dan zitten al mijn vingers onder de lak.’

‘Ik zal Blanaid vragen een manicure voor je te regelen. Of ik kan het zelf voor je doen.’

‘Jij, Anton Carolan?’

‘Ja. Ik doe je nagels.’

‘Geweldig!’

De laarzen werden zonder enig probleem gekocht, en toen we op de benedenverdieping kwamen, liepen we door de cosmetica afdeling, waar we werden aangeklampt door een parmantig meisje dat me vroeg of ik een make-over wenste. Ik liep haastig door, ik was doodsbang voor die vrouwen.

‘Lily,’ riep Anton, ‘wil je een make-over?’

Ik schudde heftig mijn hoofd en mimede: ‘NEE!’

‘Kom terug. Laten we eens zien wat’ – hij keek naar haar badge – ‘Ruby heeft te zeggen.’

Tegen mijn zin werd ik op de hoge kruk gehesen en werd er een dot watten over mijn gezicht geveegd, terwijl passanten grinnikend toekeken.

‘Je hebt een goede huid,’ zei Ruby. ‘Ik zal een lichte fond de teint aanbrengen.’

‘Goed,’ zei ik.

Toen Ruby klaar was, zag ik eruit als mijzelf, alleen veel beter.

‘Je bent mooi, lieverd,’ zei Anton tegen mij en toen tegen Ruby: ‘Ze komt vrijdagmorgen op Elevenses. Waarschijnlijk zal ze dit topje dragen. Heb je iets om haar schouders te doen glanzen?’

Ruby haaide een iriserende compact tevoorschijn en een grote make-upkwast en bewerkte mijn schouders.

‘Die moeten we nemen,’ zei Anton. ‘En die roze spullen en de eyeliner, zodat Lily het thuis zelf kan doen.’ Tegen mij voegde hij eraan toe: ‘Het is een investering. Is er nog iets anders dat je zou willen hebben?’

‘Die fond de teint misschien. En ik vind die lippenstift mooi.’

‘Doe die erbij,’ zei Anton tegen Ruby. ‘En ook die mascara, nu je toch bezig bent. Na al dat werk dat ze heeft gedaan, zou het misdadig zijn om niet iets te kopen.’

Voor ze de tas sloot, deed Ruby er een paar gratis monsters bij.

‘Fantastisch,’ zei Anton. ‘Dat is bijzonder aardig van je.’

‘O.’ Ruby leek verbaasd over zoveel dankbaarheid. ‘Ik zal er nog een paar bij doen.’ Ze pakte nog een handvol en gooide die in de tas, en ik moest even glimlachen.

Toen we de winkel verlieten, voelde ik me high: high van het winkelen, high omdat ik er goed uitzag, high van mijn stralende stofvrije nieuwe ik.

‘Ik wil niet naar huis.’

‘Goed zo, want we gaan niet naar huis. Zulema houdt de wacht. Wij gaan samen uit.’

Hij nam me mee naar een privé-club in Soho, waar hij iedereen scheen te kennen. Maar we zaten in een stil hoekje, en iedereen liet ons met rust. Anton vroeg niet wat ik wilde drinken; hij bestelde als vanzelfsprekend champagne. Een tijdlang vergat ik ons vernielde huis en de eeuwige angst voor Gemma.

Ik voelde me glamorous, mooi en hevig verliefd.

 

De hippe kapper in Soho deed wonderen met mijn haar, Anton met mijn nagels, en mijn nieuwe kleren deden de rest.

Ik ontdekte pas op het laatste moment de reden waarom ik voor Elevenses was uitgenodigd: omdat ze een uitzending deden over aanrandingen en overvallen. Ze hadden geen enkele belangstelling voor mij of mijn boeken, ze wilden alleen weten hoe erg de overval was geweest.

‘Werd je in het ziekenhuis opgenomen?’ vroeg een van de ‘meelevende’ interviewers op overdreven bezorgde toon.

‘Nee.’

‘Nee? O, lieve help.’ Ze was zo teleurgesteld dat ik haar vertelde dat ik bang was geweest voor een miskraam, en dat vrolijkte haar weer op.

Later was er een bericht op mijn antwoordapparaat van Debs: ‘Ik weet dat je weinig geld hebt, maar je hoeft toch zeker geen vodden te dragen?!’ Een zinspeling op mijn mooie nieuwe topje. ‘Hahaha.’

 

Betrapt!
betrapt nakijken.htm
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml
Section0103.xhtml
Section0104.xhtml
Section0105.xhtml
Section0106.xhtml
Section0107.xhtml
Section0108.xhtml
Section0109.xhtml
Section0110.xhtml
Section0111.xhtml
Section0112.xhtml
Section0113.xhtml
Section0114.xhtml
Section0115.xhtml
Section0116.xhtml
Section0117.xhtml
Section0118.xhtml
Section0119.xhtml