11
AAN: Susan-inseattle@yahoo.com
VAN: Gemma 343@hotmail.com
ONDERWERP: Ik leef in een fantasiewereld
Ik heb een kort verhaal geschreven. Ik dacht dat je het misschien wel zou willen lezen.
Noel Hogan zat rustig naar een golfwedstrijd te kijken toen een nieuwe keiharde klap in de kamer boven hem de kroonluchter heen en weer deed zwaaien, Geri en Robbie sloegen boven de boel kort en klein, maar hij was te moe om op te staan en ze uit te foeteren. Niet dat het enig verschil zou hebben gemaakt, ze zouden hem alleen maar uitlachen. Hij richtte zijn aandacht weer op het golfen en hield zich voor dat het normaal was voor kinderen om televisietoestellen van hun stapelbed te gooien.
Colette had hem tot babysitter benoemd toen ze de stad in ging. Ze had gezegd dat het een mooie gelegenheid was om een band te smeden tussen hem en die kleine krengen (zijn woorden, niet de hare), maar hij kon de achterdocht niet van zich afzetten dat ze alleen maar wilde winkelen zonder dat de kinderen zich aan haar vastklampten.
Na een tijdje merkte hij dat het lawaai was opgehouden. Verrek. Wat nu weer? Zijn hart zonk in zijn schoenen toen de deur openging en Robbie en Geri binnenkwamen, de één met een nog kwaadaardiger gezicht dan de ander.
Geri pakte de afstandsbediening en zette een ander kanaal op.
‘Daar zat ik naar te kijken,’ zei Noel.
‘Pech gehad, het is niet jouw huis.’
Geri zapte tot ze iets gevonden had dat op de staatsbegrafenis van een kardinaal leek. Zwijgend bleven ze zitten luisteren naar het toonloze gezang, tot Robbie opmerkte: ‘We haten je.’
‘Ja, je bent onze vader niet.’
‘Je lijkt meer op onze grootvader. Behalve dat je ouder bent.’
Opnieuw stilte. Noel kon hun niet vertellen dat hij hen ook haatte. Hij probeerde nog steeds hun sympathie te winnen.
‘Ze is in de stad om je geld uit te geven,’ zei Geri. ‘Het is de enige reden waarom ze bij je is. Ze gaat heel mooie dingen kopen voor haar en mij en Robbie en onze papa, en als ze alles heeft opgemaakt, gaat ze bij je weg. Als je dan nog leeft.’
Geri’s hatelijke opmerkingen raakten een gevoelige snaar aan. Colette ging in een razend tempo door de bankbiljetten heen.
‘Neem een chocolaatje.’ Kinderen hielden van chocola.
‘Nee, dat is rommel. We houden alleen maar van Ferrero Rochers.’
Eindelijk hoorde hij Colettes sleutel in de deur. Goddank. Ze kwam binnen en gooide tientallen Marks and Spencer-draagtassen op de tafel.
‘Hallo, schat.’ Ze gaf Noel een zoen op zijn neus. ‘Ik heb een cadeautje voor je,’ zei ze plagend.
Varkenskarbonades! dacht Noel. Die dikke van Marks and Spencer, de lekkerste die te koop waren. Wat een vrouw! Hij had er goed aan gedaan zijn lieve, trouwe echtgenote na een huwelijk van vijfendertig jaar voor haar in de steek te laten.
Colette haalde iets uit een van de tassen, Het papier kraakte, maar het waren geen varkenskarbonades. Het was een beha. Van zwart en turkooizen nylon. Toen haalde ze er een bijpassend slipje uit.
‘Mooi broekje,’ zei hij met geveinsd enthousiasme.
‘Geen broekje.’ Speels gooide Colette hem het lapje kant toe en drapeerde het op zijn hoofd. ‘Een string!’
Een string. Noel wist wat een string betekende. Het betekende dat ze uitkeek naar de wip vanavond. Alweer. Maar eerst hield ze dan de modeshow, paradeerde ze vlak voor zijn neus in haar beeldige string, duwde haar kontje in zijn gezicht, danste rond de broekenpers bij gebrek aan een paal. Elke vervloekte avond weer.
Ze was onverzadigbaar en hij was uitgeput.
‘Zit er nog meer in die tas?’ vroeg hij, nog steeds hopend op de varkenskarbonades.
‘Reken maar!’ Ze haalde er een bijpassende jarretelgordel uit.
Noel knikte gefrustreerd. Hij was gek om te denken dat ze varkenskarbonades voor hem zou meebrengen. Hij had er nooit meer een mogen eten van haar. Ze zei dat hij oud was en zijn aderen met nerts waren bekleed.
Maar dat gezonde lage-calorieëndieet deed hem de das om.
EINDE
Wat vind je ervan? Zou het echt zo kunnen zijn? Zou dat niet geweldig zijn? Ik zou er alles voor over hebben om hem weer thuis te hebben.
Het was tijd voor mijn bezoek aan Johnny. Hij was in gesprek met een vrouw die een hoestdrank kocht. ‘Hier is Gemma, zij zal het wel weten.’
‘Wat moet ik weten?’
‘Hoeveel geld moet je meenemen voor een weekend in Parijs?’
‘Een hele hoop,’ zei ik. ‘Tonnen.’
‘Hij denkt vierhonderd.’ Mevrouw Hoestdrank knikte naar Johnny.
‘O, minstens! Ze hebben beeldige schoenen in Parijs. En sieraden. En kleren. En denk eens aan alle restaurants. Ik zou dolgraag naar Parijs gaan.’
‘Ik ook,’ zei Johnny.
Onze blikken kruisten elkaar. ‘Ik neem je mee,’ zei hij. ‘Voor een paar weken.’
‘Wat zou je zeggen van een maand?’ We sloegen allebei dubbel van het lachen.
Hoestdrank keek ons aan. ‘Wat is er zo grappig?’
‘Niets,’ zei Johnny lachend. ‘Helemaal niets.’ Dat was het precies.
AAN: Susan-inseattle@yahoo.com
VAN: Gemma343@hotmail.com
ONDERWERP: Doe het nog één keer, schat
Raad eens? Die Owen heeft weer gebeld. Hij zei dat hij naar zijn been keek en voelde dat er iets ontbrak, en toen besefte hij dat het die enorme blauwe plek was die hij had opgelopen toen ik hem die keer uit bed had geduwd. Hij vroeg zich af of er misschien een kans was op herhaling en hij moet me op een kwetsbaar moment hebben getroffen want ik zei ja. Ik weet nog niet hoe ik mam zover kan krijgen, maar ik bedenk wel wat. En ik ben van plan me te amuseren…
Liefs,
Gemma