60
Coetzer drukte de loop zo hard tegen haar slaap dat haar gezicht van pijn vertrok. Met zijn hoofd gebaarde hij naar Alec. ‘Pak dat ding en geef het aan mij of ik schiet haar kop eraf.’
Damian voelde de adrenaline door zijn lichaam gaan. Niet bewegen, rustig blijven. Hij haalde diep adem en hief zijn armen op.
‘Rustig maar, je krijgt hem. Alec?’
Coetzers ogen volgden Alec die zich naar
de schouw draaide en de bol oppakte. Binnen die paar seconden stoof
Damian naar voren. Met alle kracht die hij in zich had sleurde hij
de man met zich mee. Ze vielen op de grond. Damian lag bovenop en
greep hem bij zijn oren. Zo hard als hij kon knalde hij Coetzers
hoofd tegen de stenen vloer. Schreeuwend liet hij het pistool los
en
Damian sleurde hem overeind.
‘Kun je wel, gore lafbek.’ Hij schopte Coetzer in zijn kruis en de man viel weer kermend op de grond, zijn handen tussen zijn benen gevouwen.
Toen Damian hem op de grond wilde vastpinnen zei Tara hijgend: ‘Ik heb hem.’ Met twee handen richtte ze het pistool op Coetzer. Damian liet hem los en stond op. Op het moment dat ze een stap Coetzers kant uit deed trok deze met een vloeiende beweging een mes uit het heft om zijn enkel en hief zijn arm op, het lemmet tussen zijn vingers geklemd.
Het schot galmde door het huis. Het hoofd van Coetzer vloog achterover. Zijn linkeroog stond wijd open en keek in opperste verbazing naar het plafond, het rechteroog was een bloedend gat. Langzaam viel zijn hoofd opzij.
Alec en Damian staarden met open mond naar Tara. Als gebiologeerd keek ze naar het pistool, haar knokkels waren wit van de kracht waarmee ze het vasthield. Langzaam liep Alec naar haar toe en strekte zijn hand uit.
‘Geef maar hier, het is goed, geef maar.’
Wild schudde ze met haar hoofd. Ze keek Alec en Damian aan en richtte het pistool op hen. Met schokkerige bewegingen bewoog ze het van de een naar de ander. Haar handen trilden.
‘Emma, kom jij er ook bij staan? Oké, Alec, als je zo vriendelijk wilt zijn.’
‘Nee.’
‘Nee?’ Toen hij zich niet bewoog zei ze: ‘Dan laten jullie mij geen andere keus.’
Langzaam kromde haar vinger zich om de trekker.
‘Stop! Politie! Laat vallen en draai je langzaam om met je handen omhoog.’
De rechercheur hield Tara onder schot, die direct haar hand opende. Het pistool kletterde op de grond. Terwijl hij op haar bleef richten liep hij ernaartoe en schopte het in de richting van Dawn.
Alec staarde haar aan. ‘Wat doe jij hier?’
‘Hij heeft gebeld,’ zei Dawn terwijl ze naar Damian keek. ‘Dit is Van Dongen, Nederlandse recherche.’
‘Aangenaam,’ zei Ben.
‘Hoe is het met de schipper?’ vroeg Damian.
‘Als het goed is, is die onderweg naar het ziekenhuis. Hij was bewusteloos toen wij aankwamen.’
‘Wacht even,’ zei Alec. ‘Damian? We hadden afgesproken dat we de politie er niet bij zouden betrekken.’
‘Nadat ik hoorde dat Dick dood was, heb ik met Scotland Yard gebeld en naar Wainwright gevraagd. Ik vertelde hem wat ik wist. Ik heb er bij hem op aangedrongen om te proberen de moordenaar naar ons toe te lokken. Hij heeft contact opgenomen met detective Williams, die toevallig in Amsterdam was.’
Alec vloekte. ‘Heb je ons als lokaas gebruikt? Waar zat je met je hoofd man, we hadden wel dood kunnen zijn.’
‘Alec, als hij Sytse niet te pakken had gekregen was de politie hier op tijd geweest.’
‘O nee.’ Tara staarde verdwaasd naar haar handen. Was zij dat geweest? Had zij net een pistool op iemand gericht? Ze begon te trillen en haar tanden klapperden ongecontroleerd. Langzaam liet ze zich op de grond zakken. Iemand legde iets over haar heen. Ze keek op. Alec zat gehurkt naast haar.
‘Gaat het een beetje?’
Tara schudde haar hoofd. Toen leunde ze opzij, steunde met haar handpalmen op de grond en gaf over. Tranen gleden langs haar gezicht en de krampen volgden elkaar in hoog tempo op. Een natte doek werd op haar voorhoofd gelegd en ze drukte haar hand ertegenaan. Water sijpelde langs haar voorhoofd.
‘Wat heb ik gedaan?’ fluisterde ze.
‘Stil maar, het komt wel goed.’
Ze hief haar betraande gezicht naar hem op. ‘Het spijt me zo, ik had het me zo anders voorgesteld.’
Alec knikte. ‘Geeft niet, het is allemaal goed gekomen.’
‘Alec, wat moeten we nu met de Semper? We kunnen hem toch niet zomaar weggooien, of vernietigen? Dat is doodzonde. Toch? Dat ben je toch met me eens?’