46

Nu Alec zo dicht naast haar in de auto zat voelde ze zich gespannen. Nadat ze had voorgesteld met hem naar Alkmaar te gaan kon ze zich wel voor haar kop slaan. Dat was waarschijnlijk het laatste waar Damian op zat te wachten na hun gesprek van gisteravond. Ze keek even opzij. Hij zat ontspannen naast haar, zijn handen losjes in zijn schoot.

Ze haalde diep adem. ‘Damian weet het.’

Ze voelde hem verstarren.

‘Sinds wanneer?’

‘Volgens mij sinds de dag dat het gebeurd is. Hij begon er gisteravond opeens over.’

‘Wat zei hij dan?’

‘Nou, wat ik net zeg, dat hij het wist,’ zei ze geïrriteerd.

‘Hij heeft het er met mij niet over gehad.’ Alec keek haar aan. ‘Emma, het is gebeurd, dat is niet terug te draaien. Ik wist niet dat je er zo’n spijt van zou krijgen.’

Ze voelde een steek door haar maag gaan en haar gezicht werd warm. Beelden van die nacht die ze samen hadden doorgebracht flitsten door haar hoofd. De spanning tussen hen had jarenlang de kans gekregen zich op te bouwen. De ontlading was onvermijdelijk geweest, althans, in haar ogen.

‘Ik heb er helemaal geen spijt van. Ik voel me alleen zo vreselijk schuldig.’

Alec knikte. Hij had er zo vaak over willen beginnen, maar de angst om zijn vriend kwijt te raken had hem ervan weerhouden. Nu hij niet langer kon doen of er niets gebeurd was, werd hij gedwongen er met Damian over te praten. Meteen, de volgende dag al, had hij op Damian af moeten stappen, iets moeten zeggen. Maar daar was hij te laf voor geweest.

‘Ik ga het er met hem over hebben,’ zei Alec.

*

In de studiezaal van het stadsarchief vulden ze ieder een bezoekerskaart in. Toen Alec met Harold van Benthum had gebeld en de naam van Wolters had laten vallen, had die enthousiast gereageerd en aangeboden alvast wat voorwerk te doen. Toen ze bij de informatiebalie naar hem vroegen stak de man die erachter stond zijn hand uit.

‘Aha, dat bent u. Ik ben Harold van Benthum, aangenaam. U bent hier dus via Jacob Wolters terechtgekomen?’

‘Ja,’ zei Alec.

‘Doe hem maar de hartelijke groeten als u hem weer ziet. Loopt u mee?’ zei hij, terwijl hij achter de balie vandaan kwam. ‘Ik heb al een en ander voor u verzameld.’

Via de studiezaal leidde hij ze de gang in en hij deed de deur open. ‘U mag van mijn kamer gebruikmaken. Hier is het wat rustiger.’

De kleine kamer was efficiënt ingedeeld. Tegen de rechtermuur stond een bureau met een computer. Het bureaublad was leeg, op een muismat na. Boven het bureau hing een poster van de Grand Canyon. Tegen de linkerwand van de krappe ruimte stonden twee smalle tafels. De ene lag vol met strakke stapels dossiers. Op de andere, waar twee stoelen bij stonden, lagen drie dunne mappen. Hij liep ernaartoe en tikte er met zijn vinger op.

‘Tot nu toe heb ik dit kunnen vinden. Ik ga verder zoeken, maar u kunt hier alvast doorheen bladeren.’

‘Wat fijn dat u de tijd hebt genomen dit voor ons te doen,’ zei Emma.

Harold streek over zijn baard. ‘Geen enkel probleem. Tegenwoordig doen velen het graag voorkomen dat ze het zeer druk hebben. Over het algemeen is het tegendeel waar. Gaat u zitten, een kop koffie is op zijn plaats, dunkt me.’

Hij pakte de thermoskan en schonk de kopjes, voorzien van het logo van de gemeente Alkmaar, vol.

‘Zo, ik kom straks terug.’ Bij de deur draaide hij zich nog even om. ‘Ongelooflijk dat u het tulpenboek bezit dat tot de veiling van zijn collectie behoorde. Ik kan me voorstellen dat u meer over hem wilt weten.’ Hij glimlachte en zei: ‘Als u het ooit in bruikleen wilt geven, ik denk dat ons gemeentemuseum er veel interesse in heeft.’

‘Ik zal het in gedachten houden,’ zei Alec.

Ze pakten ieder een map voor zich en sloegen die open. Na een paar minuten zei Alec: ‘Dit is wel interessant. Dit artikel gaat over de geschiedenis van de Doelenstraat, een straat hier in het oude centrum. De herberg van Wouter Winckel heeft daar gestaan. Er staat dat hij gerespecteerd zakenman, herbergier en tulpenhandelaar was. Zijn taveerne heette De Oude Schuttersdoelen.’

‘Staat die er nog?’

‘Nee, hij is in de jaren twintig gesloopt om plaats te maken voor een ander pand waar een school in gevestigd werd. Er staat hier wel iets over een ander gebouw met bijna dezelfde naam. De Nieuwe Schuttersdoelen. Tot 2000 zat daar het Stedelijk Museum. Wacht, er staat een verwijzing bij naar een ander artikel. Ah, hier heb ik het.’

Hij las het door en zei: ‘Opmerkelijk. Weet je wat daar is voorgevallen? Dat is de plek waar de veiling van zijn tulpencollectie is gehouden.’

Emma roerde in haar koffie. ‘Hoeveel hebben ze toen ook alweer opgehaald?’

‘90.000 florijnen,’ zei Harold iets buiten adem terwijl hij met een paar stukken onder zijn arm de kamer binnenliep. Hij legde ze neer en zei: ‘Een onwaarschijnlijk hoog bedrag. Toen ik er jaren geleden op stuitte, vond ik het zelfs zo onwaarschijnlijk, dat ik er een kleine studie naar heb verricht.’

‘En? Bent u nog ergens achter gekomen?’ vroeg Alec.

‘Nou, de oorzaak van de extreme hoogte van de totale opbrengst heb ik niet kunnen achterhalen. Het zal uiteindelijk de marktwerking zijn geweest. Dat geldt ook voor de ineenstorting van de handel, hoogstwaarschijnlijk een samenloop van omstandigheden. Waar ik wél achter ben gekomen is het volgende.’

Harold schoof zijn bureaustoel naar de tafel en ging zitten.

‘Voordat de Alkmaarder tulpenveiling een aanvang nam, blijkt er iemand te zijn geweest die het met de weesmeester op een akkoordje gooide. Een paar dagen voordat de veiling van start ging, nam die persoon voor veel geld bollen van hem af. Bollen die niet in de verkooplijst van de veiling terug te vinden zijn.’

‘Dat geld is dus door de weesmeester achterovergedrukt,’ zei Emma.

Alec knikte. ‘Dat scheelt nogal, of je tien of honderd procent int. Weet u hoeveel er voor die bollen betaald is?’

‘21.000 florijnen,’ zei Harold. ‘Een godsvermogen in die tijd. En er is nog iets anders.’

Hij bladerde door de papieren waarmee hij was binnengekomen en viste er een paar uit.

‘Het staat los van de veiling, maar ik ben er ook achter gekomen dat Wouter Winckel niet aan de pest is overleden, zoals wordt gesuggereerd,’ zei hij en hij hield de blaadjes even omhoog. ‘Uit de inboedel van de lijkschouwer die in die tijd hier actief was kwamen we notities van lijkschouwingrapporten tegen. Hij hield alles keurig in een logboek bij.’

Hij keek er even naar. ‘Hieruit blijkt dat Wouter Winckel in zijn herberg om het leven is gebracht.’

‘Vermoord? Door wie?’ vroeg Alec.

Harold trok zijn schouders op. ‘Geen idee.’ Hij keek op zijn horloge en stond op. ‘Sorry, ik moet gaan. Ik heb een bespreking, maar kom daarna wel kijken hoe ver u bent.’

Toen hij de deur achter zich had dichtgetrokken, zei Alec: ‘Stel dat de directeur van het weeshuis er iets mee te maken had.’

‘De directeur van het weeshuis?’ Emma keek verbaasd. ‘Met de dood van Winckel?’

‘Nee, nee, ik bedoel met hoe het er tijdens de veiling aan toeging. Iedereen zegt de hele tijd dat de opbrengst, die 90.000 florijnen, dat het zo’n abnormaal hoog bedrag is. Niet alleen Dick zegt het, maar Wolters liet het ook al vallen, en Van Benthum nu ook. Als iedereen dat roept, is het misschien ook echt abnormaal.’

‘Je bedoelt dat het niet alleen de marktwerking is geweest?’

‘Als die weesmeester zo op geld belust was, had hij wellicht niet genoeg aan die 21.000 florijnen die hij al in zijn zak had gestoken. Misschien heeft hij de veiling zodanig gemanipuleerd dat de uiteindelijke opbrengst veel hoger uitviel en daarmee het bedrag dat hij zou ontvangen.’ Alec pakte haar arm beet. ‘Em, stel nou dat het zo is gegaan, dat hij bieders in de zaal heeft gezet die bij elke bol maar door bleven bieden zodat de vraagprijs steeds verder omhoogging. Het enige wat je dan nog hoeft te doen is je op het allerlaatste moment uit het biedverloop terugtrekken.’

‘Dat kan, maar dan liepen ze wel het risico dat ze ermee bleven zitten,’ zei Emma.

‘Dat hadden ze er schijnbaar voor over.’

‘Misschien heb je gelijk. Want hetzelfde geldt voor die voorverkoop.’ Haar stem klonk gespannen. ‘Als die bekend werd bij de handelaren, als dat nieuws doelbewust in de republiek werd verspreid, zou hetzelfde gebeuren als op de aandelenmarkt. Dan zouden de handelaren van tevoren weten dat de vraagprijzen op de veiling gigantisch zouden zijn.’

Hij knikte. ‘Als dit waar is stond, voordat de veiling goed en wel van start ging, al vast dat voor die bollen enorme bedragen zouden worden gevraagd en geboden.’

‘En kon de weesmeester er zeker van zijn dat de opbrengst veel hoger zou uitvallen.’

‘Maar ze moeten hebben geweten dat de kans erin zat dat de markt daardoor zou instorten, al was het maar tijdelijk. Als ons vermoeden klopt, dan heeft de weesmeester inderdaad eigenhandig gezorgd voor het ineenstorten van de markt.’

‘Maar waarom zou hij dat willen doen? Wat zou hij daar voor baat bij hebben?’

‘Ik heb geen flauw idee.’

Het tulpenvirus
titlepage.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_0.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_1.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_2.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_3.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_4.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_5.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_6.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_7.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_8.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_9.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_10.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_11.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_12.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_13.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_14.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_15.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_16.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_17.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_18.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_19.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_20.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_21.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_22.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_23.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_24.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_25.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_26.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_27.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_28.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_29.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_30.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_31.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_32.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_33.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_34.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_35.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_36.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_37.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_38.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_39.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_40.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_41.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_42.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_43.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_44.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_45.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_46.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_47.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_48.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_49.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_50.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_51.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_52.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_53.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_54.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_55.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_56.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_57.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_58.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_59.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_60.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_61.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_62.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_63.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_64.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_65.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_66.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_67.xhtml
awb_-_tulpenvirus_split_68.xhtml